Integraal VTH beleid gemeente Diemen 2017 en 2018

Geldend van 01-01-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Integraal VTH beleid gemeente Diemen 2017 en 2018

Integraal Vergunningverlening toezichts- en handhavingsbeleid gemeente Diemen 2017 en 2108

  • 1.

    inleiding

    • 1.

      LEESWIJZER

    • 2.

      AANleiding

    • 3.

      ontwikkelingen

    • 4.

      KADER EN REIKWIJDTE

    • 5.

      TOT STANDKOMING NOTA  

  • 2.

    AMBITIES, strategische Doelen, visie en uitgangspunten

    • 1.

      AMBITIES

    • 2.

      visie op VERGUNNINGVERLENING

    • 3.

      uitgangspunten VERGUNNINGVERLENING

    • 4.

      visie op TOEZICHT EN HANDHAVING

    • 5.

      uitgangspunten TOEZICHT EN HANDHAVING  

  • 3.

    beschrijving deelgebieden

    • 1.

      inleiding

    • 2.

      deelgebieden

    • 3.

      interne en externe samenwerking  

  • 4.

    Prioriteitsstelling

    • 1.

      inleiding

    • 2.

      omgevingsanalyse  

  • 5.

    Strategie, werkwijze en middelen

    • 1.

      handhavingsinstrumenten

    • 2.

      handhavingsstrategie

    • 3.

      werkwijze

    • 4.

      organisatie

    • 5.

      capaciteit

    • 6.

      mandatering

    • 7.

      kwaliteitsbewaking en opleidingen

    • 8.

      samenwerking, overleg, veiligheid & bereikbaarheid

    • 9.

      Middelen  

  • 6.

    Monitoring en evaluatie

    • 1.

      Inleiding

    • 2.

      Programmering

    • 3.

      monitoring

    • 4.

      evaluatie en verslaglegging  

  • 7.

    BijlageN

    7.1 Evaluatie integraal handhavingsbeleid 2011-2014

    7.2 Landelijke handhavingsstrategie

    7.3 Risico-analyse

    7.4 PROCESSCHEMA VERGUNNINGVERLENING

    7.5 PROCESSCHEMA TOEZICHT EN HANDHAVING

     

1.inleiding

1.1 Aanleiding

Voor u ligt het “integraal vergunningverlening en toezichts- en handhavingsbeleid van de gemeente Diemen” voor de periode 2017 en 2018. Op 19 mei 2015 heeft de gemeenteraad reeds het ‘integraal toezichts- en handhavingsbeleid gemeente Diemen 2015-2018’ vastgesteld. Dat volstaat niet meer: vanaf 1 januari 2017is er, op grond van het besluit tot wijziging van het Bor, tevens een beleidsplan voor vergunningverlening nodig. Daarmee wordt de gehele keten vastgelegd hoe wij als gemeente vergunningen afgeven, toezicht houden en handhaven. Het vastgestelde ‘integraal toezichts- en handhavingsbeleid gemeente Diemen 2015-2018’ is daarom aangepast naar een ‘integraal Vergunningverlening, Toezichts- en Handhavingsbeleid gemeente Diemen 2017 en 2018’. Het toezichts- en handhavingsbeleid is daarin ongewijzigd overgenomen.

Het integrale vergunningverlening, toezichts- en handhavingsbeleid biedt een gemeentebrede basis voor de verdere professionalisering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (verder : VTH) in de gemeente. De afgelopen periode 2011-2014 is met handhaving vooral ervaring opgedaan met:

  • ·

    De mogelijkheid van integraal handhaven

  • ·

    De mogelijkheid van programmatisch handhaven

  • ·

    Digitaal handhaven

Integraal handhaven betekent kort gezegd dat de diverse inspecties en handhavingsacties op elkaar worden afgestemd en zo mogelijk gecombineerd worden aangepakt. Bij een bedrijvenbezoek vinden bijvoorbeeld inspectie op brandveiligheid, bouwtoezicht en milieutoezicht gecoördineerd plaats. Programmatisch handhaven betekent dat op basis van een vooraf vastgesteld programma de

handhavingsmiddelen en –capaciteit wordt ingezet. Het geeft een duidelijke samenhang tussen beleid en uitvoering. Een programma maakt het nodig dat beleidskeuzes worden gemaakt.

Een programma is dynamisch, dat betekent dat het met regelmaat moet worden geëvalueerd en waar nodig wordt bijgesteld.

Er is gewerkt aan het bevorderen van een effectieve en gecoördineerde wijze van de uitvoering van handhavingstaken en –acties en de preventieve werking die hier van uitgaat. Er zijn op ambtelijk niveau en in overleg met het bestuur prioriteiten gesteld en er is gewerkt aan het verhogen van de kwaliteit van de handhaving en professionalisering van de handhaving.

Er zijn twee systemen voor het toezichts- en handhavingsproces ingericht. Squit XO en Buiten Bin-nen. Onlangs is Squit 2 Go aangeschaft waarmee buiten digitaal toezicht gehouden kan worden en worden gehandhaafd. Door de invoering hiervan, worden de administratieve lasten van de toezicht-houders aanzienlijk verlicht, waardoor zij zichtbaar op straat kunnen zijn.

Doel van het integraal vergunningverlening, toezichts- en handhavingsbeleid

Met dit integrale vergunningverlening en toezichts- en handhavingsbeleid wordt inzichtelijk gemaakt hoe de VTH taken worden uitgevoerd en welke prioriteiten er gesteld zijn. Op basis van dit integrale vergunningverlening en toezichts- en handhavingsbeleid wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma gemaakt, zodat de uitvoering van de vergunningverlening en de toezichts- en handhavingstaak de landelijke en gemeentelijke actualiteit en taakstellingen kan volgen. Naast het uitvoeringsprogramma is een handhavingsarrangement met de externe handhavingspartners van belang, waarin is opgenomen wie welke taken verricht en hoe bepaalde handhavingstaken worden opgepakt.

Het doel van vergunningverlening is om aanvragen goed te toetsen op volledigheid, het inschakelen van specialisten voor de advisering op de aanvraag om te komen tot een goede uitvoeringskwaliteit van de vergunning. Een kwalitatief goede vergunning voorkomt problemen tijdens de uitvoering.

De handhaving van de wetgeving heeft als doel de kwaliteit van de (leef)omgeving te beschermen en waar mogelijk te verbeteren. Met name het Besluit omgevingsrecht (verder: Bor) is bepalend voor het vormen van het handhavingsproces.

De specifieke artikelen in dit Besluit beschrijven nauwgezet de vereiste minimumcriteria waaraan de handhavingsorganisatie moet voldoen. Zoals reeds in het voorgaande beleid is omschreven wordt de structuur van de dubbele regelkring (Big 8) voortgezet. In onderstaand figuur is een koppeling gemaakt naar de wetsartikelen van de Bor en de elementen uit de dubbele regelkring.

Toezicht en handhaving vindt, zoals gezegd, in de gemeente Diemen waar mogelijk integraal en programmatisch plaats. Een belangrijk uitgangspunt voor programmatisch handhaven is dat de uitvoering van toezichts- en handhaving risico gestuurd is. Als de risico’s van activiteiten binnen de gemeente duidelijk zijn dan is een logische conclusie te trekken waar de meeste capaciteit van toezicht en handhaving zou moeten plaatsvinden. De andere kant hiervan is dat op die manier ook bepaald wordt waar het toezicht en de handhaving wat minder intensief wordt ingezet maar toch adequaat blijft.

1.3 Ontwikkelingen

DUO +

De gemeente Diemen is op diverse taakvelden gaan samenwerken in een uitvoeringsorganisatie met de gemeenten Uithoorn en Ouder-Amstel. Deze uitvoeringsorganisatie heet DUO+. Op 30 april 2015 heeft de raad besloten om de VTH taken niet onder te brengen bij deze uitvoeringsorganisatie. De VTH taken zijn daardoor bij de moederorganisatie gebleven.

Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (verder : ODNZKG)

Sinds 1 januari 2013 wordt een deel van de taken op het gebied van VTH uitgevoerd door de ODNZKG. Het gaat om het door het Rijk gedefinieerde basispakket aan taken. De afspraken zijn vastgelegd in een Dienstverleningsovereenkomst en deze wordt waar nodig jaarlijks bijgeschaafd. Omdat is gekozen om de overige taken uit te voeren binnen de gemeente Diemen, blijft de ODNKZG alleen de basistaken uitvoeren.

Wet Verbetering Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (Wet VTH)

In oktober 2016 is de Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) gemeente Diemen in werking getreden. Deze verordening volgt grotendeels de modelverordening van VNG en IPO. Het gemeentebestuur van Diemen wil zich echter niet op voorhand binden aan alle landelijke kwaliteitscriteria 2.1 voor de VTH taken die in eigen huis worden uitgevoerd. Dat geldt met name voor de criteria ten aanzien van de kritieke massa, omdat hiervoor geen structureel werkaanbod/werkvoorraad is. Dat leidt tot de afwijking van de modelverordening wat betreft het eerste lid van artikel 5 inzake de kwaliteitsborging.

Het gemeentebestuur heeft wel gekozen voor een aanpak die tot verdere kwaliteitsverbetering leidt, door:

  • 1.

    aanpak van de actiepunten die ertoe moeten leiden dat Diemen nog beter voldoet aan de kwaliteitscriteria op het gebied van proces en inhoud. Hiervoor is een actiepuntenlijst opgesteld, die hieronder staat aangegeven. Die actiepunten zullen in deels in 2017 en deels bij de algehele aanpassing van het Integraal VTH beleid (in 2019) worden aangepakt en afgerond.

  • 2.

    aanvullende opleidingen voor bestaande medewerkers zijn concreet in gang gezet, bijvoorbeeld op gebied van handhaving groene wetten en ecologie, waardoor deze medewerkers wat betreft opleidingseisen aan de kwaliteitscriteria voldoen. Die opleidingen zullen in de loop van 2017 zijn afgerond.

  • 3.

    te onderzoeken of meer complexe taken in de toekomst bij de Omgevingsdienst kunnen worden ondergebracht. Diemen heeft op dit moment bijvoorbeeld de advisering ten aanzien van constructieve veiligheid bij deze dienst ondergebracht. Hetzelfde kan worden overwogen ten aanzien van externe veiligheid, geluidhinder, luchtkwaliteit en dergelijke. Wij zullen hiervoor natuurlijke momenten in de ambtelijke organisatie gebruiken (bijvoorbeeld bij pensionering van huidige medewerkers).

  • 4.

    Diemen zal samen met enkele andere gemeenten (onder meer Amstelveen/Aalsmeer) en een extern adviesbureau een kwaliteitsborgingssysteem opstellen waarbij de kennis en kunde van eigen personeel en de kwaliteit van de aangeleverde diensten vanuit de Omgevingsdienst, regelmatig worden getoetst en beoordeeld.

Taakveld

Activiteit

Actie

Kwaliteitscriteria ten aanzien van kritieke massa

4. toezicht en handhaving

Activiteit 1 en 2 en eenvoudige situaties

Voldoet nog niet. Huidige medior toezichthouder wordt opgeleid en doet ervaring op. Heeft achtervang van twee volledig gekwalificeerde medewerkers.

4. toezicht en handhaving

Activiteit 3 t/m 6 en complexe situatie

Zie hierboven.

7. toezicht en handhaving groene wetten

Alle activiteiten

Voldoet nog niet. Medewerker milieu wordt momenteel opgeleid en zal in 2017 aan eisen voldoen. Er zijn nog twee personen die wel voldoen aan de criteria en als achtervang dienen.

25. exploitatie en planeconomie

Alle activiteiten

Vacature planeconoom is per 1 januari 2017 ingevuld. Daarmee wordt (ruimschoots) voldaan aan de eisen.

Activiteiten die kunnen worden uitbesteed (3,5,6,11,12,14,15,19,20,21,22,23,24,26)

3.activiteit 1 t/m 6

5.complexe inrichting

19.activiteit 2 t/m 4

20.activiteit 1,3,4,5,6

26.activiteit 6 t/m 20

Alle overige: alle activiteiten

Onderdeel constructieve veiligheid wordt al uitbesteed aan de Omgevingsdienst (pluspakket). Brandveiligheid bij de regionale brandweer. Diverse complexe zaken zoals externe veiligheid, geluid, luchtkwaliteit worden naar verwachting in de loop van 2017 uitbesteed aan de Omgevingsdienst (ivm pensionering van huidige medewerker Diemen)

Kwaliteitscriteria ten aanzien van procescriteria

1. rapportage en evaluatie

Deelhoofdstukken 1.1., 1,2, 1.3

Verantwoording presentaties en probleemanalyse worden meegenomen in het Integraal VTH beleid 2019 en vervolgens in de komende jaarverslagen.

2. strategisch beleidskader

Prioriteitenstelling en meetbare doelstelling

Wordt begin mee maakt in Integraal VTH beleid 2019 en daarna verder doorontwikkeld.

3. Operationeel beleidskader

Strategisch beleid VTH en

Beleid RO

Strategisch beleid vergunningen wordt opgenomen in Integraal VTH beleid 2017.

Beleid RO wordt tweede helft van 2017 vertaald naar bestemmingsplanbeleid en afwijkingenbeleid.

4. Planning en control

Borging middelen, uitvoeringsprogramma vergunningverlening en handhaving en kwaliteitsboring

Relatie tussen financiële middelen en doelen/prioriteiten wordt verder uitgewerkt in Integraal VTH beleid. Eerste aanzet in beleid voor 2019. Daarna verder ontwikkelen.

Diemen ontwikkelt in 2017, in samenwerking met diverse andere gemeenten en adviesbureau Senze, een kwaliteitsborgingsssysteem.

5. Voorbereiden

Protocollen/ werkinstructies en interne/externe afstemming

Handboek BOA, met protocollen en werkinstructies wordt in 2017 geupdate en aangevuld met voorgeschreven elementen.

Afstemming vindt plaats in bestaande overlegstructuur. Die moet worden vastgelegd in Integraal VTH beleidsplan.

7. Monitoren

Monitoren activiteiten

Aan de hand van indicatoren monitoren. Dat wordt meegenomen in de jaarverslagen. Ook binnen P&C cyclus beoordelen of dit kan worden verbeterd.

Landelijke handhavingsstrategie

In 2014 is een Landelijke Handhavingstrategie opgesteld door het OM, het IPO, de VNG, de UwV, het ministerie van IenM, de Inspectie Leefomgeving en Transport, de Inspectie SZW, de Nationale Politie en de OmgevingsdienstNL, de vereniging van omgevingsdiensten. In de Landelijke Handhavingstrate-gie zijn het bestuurs- en strafrecht met elkaar verbonden. Voorts bevat de Landelijke Handhaving-strategie instrumenten voor eenduidig bestuursrechtelijk optreden: de beoordelingen van inspec-teurs bij bevindingen wordt landelijk gelijkgetrokken. Het opstellen van de Landelijke Handhaving-strategie komt voort uit de behoefte van de betrokken instanties om eenduidig handhavend op te treden en de afstemming van bestuurs- en strafrecht te optimaliseren. Dit uit het oogpunt van rechtsgelijkheid, het creëren van een ‘gelijk speelveld’ voor bedrijven en het respecteren van het rechtsgevoel in de maatschappij.  Deze strategie is niet verplicht gesteld, maar biedt wel kaders voor een duidelijke en eenduidige handhaving. De landelijke handhavingsstrategie wordt ook door de gemeente Diemen zo mogelijk als uitgangspunt gehanteerd. Het gedrag van de overtreder is in deze strategie van groot belang bij het bepalen van het te volgen bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke traject. De landelijke handhavingsstrategie is in bijlage 2 van dit toezichts- en handhavingsbeleid opgenomen.

Omgevingswet

De Omgevingswet, die naar verwachting in 2019 in werking treedt, integreert zo’n 26 wetten, amvb’s, kb’s op het gebied van de fysieke leefomgeving. Hieronder vallen onderwerpen als: bouwen, milieu, waterbeheer, APV, ruimtelijke ordening, monumentenzorg en natuur.

Met de Omgevingswet wil het Rijk het wettelijk systeem ‘eenvoudig beter’ maken. Het wetsvoorstel is op 17 juni 2014 naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze wet is van belang voor het volgende te formuleren VTH beleid.

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna Wkb)

Het kabinet wil dat opdrachtgevers hun bouwplannen, voor toetsing aan het Bouwbesluit 2012 (bouwregelgeving) en het toezicht op de bouw, niet meer door de gemeente laten uitvoeren maar door een private partij.

Dit kan als ze zelf tot en met de oplevering garant staan voor de bouwkwaliteit. Hiervoor ontwikkelt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) nieuwe wetten en regels. Die gaan vanaf 1 januari 2017 geldt voor eenvoudige bouwwerken (o.a. dakkapel voorzijde) dat deze komen te vallen onder Bouwbesluittoetsvrije bouwwerken. Beoog is dat opdrachtgevers vanaf 1 januari 2018 de bouwkwaliteit door een private partij moeten laten toetsen voor bouwwerken van gevolgklasse 1 (o.a. rijtjeswoningen). Beoogd is dat opdrachtgevers vanaf 1 januari 2021 de bouw-kwaliteit door een private partij moeten laten toetsen voor bouwwerken van gevolgklasse 2 en 3 (o.a. appartementengebouwen en publieksgebouwen). Wat dit exact voor de gemeente betekent, moet uit een impactanalyse blijven. Die zal eind van 2016 beschikbaar zijn.

Activiteitenbesluit milieubeheer en activiteitenregeling milieubeheer

Op 1 januari 2016 is de vierde tranche van het Activiteitenbesluit in werking getreden. Verschillende vergunningplichtige groepen bedrijven, zoals ziekenhuizen, gieterijen en asbestverwijderings-bedrijven, zijn dan onder het Activiteitenbesluit komen te vallen. Dit heeft voor ons beperkte invloed op het aantal te verwachten vergunningaanvragen en het aantal te verwachten meldingen. Ook gaat een aantal Besluiten en regelingen op in het Activiteitenbesluit. Vanuit het Rijk wordt hiermee de verantwoordelijkheid verlegd naar het bedrijfsleven. Per bedrijf zal bij aanvang van toezicht bekeken moeten worden welke artikelen voor hen van toepassing zijn.

1.4Kader en reikwijdte

Het ‘integraal vergunningverlening, toezichts- en handhavingsbeleid gemeente Diemen 2017 en 2018’ geeft het strategisch kader aan voor de uitvoering van VTH-taken in de fysieke leefomgeving voor de periode 2017 en 2018. In het jaarlijks op te stellen VTH-uitvoeringsprogramma wordt concreet aangegeven waarop de capaciteit wordt ingezet en welke producten worden afgeleverd. Hierbij worden activiteiten beschreven die gebaseerd zijn op een omgevingsanalyse (zie paragraaf 4.2) die jaarlijks geactualiseerd wordt.

Jaarlijks wordt over de uitvoering van het VTH-uitvoeringsprogramma gerapporteerd en wordt de werking van de nalevingsstrategie geëvalueerd op effectiviteit. Tevens vindt de beleidsevaluatie van het integraal vergunningverlening, toezichts- en handhavingsbeleid gemeente Diemen 2017-2018’ plaats. Dit is in overeenstemming met de structuur van de dubbele regelkring (BIG8 cyclus) zoals dit is opgenomen in het Bor. Deze beleidsnota heeft betrekking op de volgende taken:

-alle wettelijke VTH-taken binnen het omgevingsrecht (bouwen, brandpreventie, ruimtelijke orde-

ning, milieu, de Wet natuurbescherming (ingangsdatum 1-1-2017) en een deel van de APV (denk

aan een uitweg of reclame-uiting niet zijnde bouwwerk);

  • -

    de overige onderdelen van de APV;

  • -

    bijzondere wetten (waaronder alcoholverstrekking in het kader van de DHW (speelautomaten in het kader van de Wet op de kansspelen).

1.5Totstandkoming nota

Bij de totstandkoming van het ‘integraal vergunningverlening, toezichts- en handhavingsbeleid gemeente Diemen 2017 en 2018’ zijn verschillende disciplines binnen de gemeente op een actieve wijze betrokken waaronder de vergunningverleners Wabo, milieu, APV en Horeca en de afdelingsjuristen.

2. AMBITIES, strategische Doelen en Visie en uitgangspunten

2.1Ambities

Vergunningen

De ambitie voor vergunningverlening is om na de inhaalslag op het gebied van horeca en de verbetering binnen de afhandeling van omgevingsvergunningen om de kwaliteit op het gebied van DHW vergunningen en de APV verder te verbeteren.

Handhaving

Het college onderschrijft nog steeds de visie, ambities en uitgangspunten voor toezicht en handhaving, zoals deze in 2011 zijn opgenomen in het handhavingsbeleid gemeente Diemen 2011-2014.

De gemeente Diemen wil ‘bouwen aan een sterk, sociaal, duurzaam en groen Diemen: een gemeen-schap waar het goed wonen, werken en ontspannen is en een gemeenschap die plaats biedt voor haar inwoners en bedrijven. Dat wil de gemeente bereiken door de duurzaamheid, veiligheid, leefbaarheid en omgevingskwaliteit te vergroten en te waarborgen. Een servicegerichte, professio-nele dienstverlening op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving levert hieraan een belangrijke bijdrage. In ons collegeprogramma 2014-2018 geven we aan dat wij willen bouwen aan een sterk, sociaal, duurzaam en groen Diemen. Niet omdat het daarmee niet goed gaat, maar omdat wij denken dat het nog beter kan. In de aanpak van problemen krijgt de eigen verantwoorde-lijkheid en betrokkenheid van inwoners en bedrijven een belangrijke rol. We zetten in op gebieds-gerichte handhaving en gaan in gesprek met inwoners en bedrijven. We handhaven met gezond verstand en kijken naar wat mogelijk is en zijn duidelijk over wat niet kan.

2.2Visie op vergunningverlening

De doelstellingen van vergunningverlening zijn:

2.2.1. Kwalitatief goede uitvoering van taken

Voor de uitvoering van de taken zijn in de Wet VTH wettelijke eisen vastgelegd. Op 13 oktober 2016 heeft de gemeenteraad van Diemen de Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Diemen vastgesteld. In onze verordening is aangegeven dat deze eisen gelden voor alle taken (binnen dit taakveld) die in opdracht van de gemeente worden uitgevoerd. Denk daarbij met name aan de plustaken die de Omgevingsdienst voor Diemen uitvoert (constructieve veiligheid). gemeente Diemen kiest voor een klantgerichte benadering, waarbij een goede (digitale) dienstverlening en een snelle, professionele en zorgvuldige afhandeling van de vergunningaanvragen centraal staan.

2.2.2 Kwalitatief goede dienstverlening

De gemeente Diemen kiest voor een klantgerichte benadering, waarbij een goede (digitale) dienstverlening en een snelle en zorgvuldige afhandeling van de vergunningaanvragen centraal staan.

Onze inwoners en bedrijven worden daarbij op een deskundige en vriendelijke wijze van informatie voorzien en het vergunningentraject is voor hen herkenbaar en transparant. Wij streven voortdurend naar verbetering van de dienstverlening aan onze inwoners en bedrijven.

Kortom, de gemeente Diemen wil bij vergunningverlening:

  • -

    dienstverlenend zijn en de klant zo optimaal mogelijk bedienen;

  • -

    duidelijk en transparant zijn. Aanvragers van vergunningen weten waar zij bij de gemeente Diemen aan toe zijn;

-een betrouwbare partner zijn voor de inwoners en bedrijven.

2.2.3. Rechtszekerheid voor inwoners en ondernemers

Uitgangspunt is het voorkomen van het van rechtswege verlenen van vergunningen als gevolg van overschrijding van wettelijke afhandelingstermijnen van aanvragen. De kwaliteit van vergunningen draagt bij aan rechtszekerheid waarbij ook aandacht voor de communicatie van wezenlijk belang is.

Door verleende vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen op adequate wijze bekend te maken en zo nodig toe te zenden aan personen die een zienswijze hebben ingediend zorgen we ervoor dat onze besluiten na de wettelijke termijnen voor het indienen van een bezwaar- en/of beroepsschrift ook daadwerkelijk onherroepelijk zijn.

2.2.4. Redeneren vanuit oplossingen

Bij het beoordelen van vergunningaanvragen wordt waar mogelijk gezocht naar de mogelijkheden om de aangevraagde activiteiten te vergunnen. De focus ligt dus niet op de beperkingen die wet- en regelgeving met zich meebrengen, maar juist op het zoeken naar wegen en oplossingen om binnen de wet rekening houdend met de wensen van de aanvrager en omgeving, de activiteiten mogelijk te maken. Indien er geen oplossingen zijn wordt dit duidelijk gecommuniceerd aan de aanvrager en wordt verzocht om de aanvraag in te trekken.

2.2.5. Kwalitatief goede vergunningen

De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoeringskwaliteit van vergunningen. Daaronder wordt verstaan de mate waarin een afgegeven vergunning voldoet aan de juridische doelen (zoals geformuleerd in de relevante wet- en regelgeving en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur) en bijdraagt aan de omgevingsdoelen.

2.2.6. Verantwoordelijkheid van de aanvrager is om tijdig een volledige aanvraag in te dienen

De aanvrager van een vergunning is zelf verantwoordelijk voor het tijdig indienen van een volledige aanvraag. Ook zijn aanvragers zelf verantwoordelijk voor het creëren van draagvlak c.q. acceptatie van de voorgenomen plannen bij belanghebbenden, zoals buren. Uiteraard kan de gemeente hierbij desgewenst adviseren. Daarnaast mag van een aanvrager worden verwacht dat zij zelf ook verantwoordelijkheid nemen om problemen op te lossen. De gemeente Diemen zal daar waar mogelijk inwoners en bedrijven dan ook stimuleren om gezamenlijk problemen op te lossen, bijvoorbeeld door overleg. Oplossingen die in gezamenlijkheid worden gevonden hebben de voorkeur boven oplossingen die zijn afgedwongen.

2.3 Uitgangspunten vergunningverlening

In het voorgaande is de visie op vergunningverlening van Diemen beschreven. Uit deze visie vloeien een aantal uitgangspunten voort. Deze staan hieronder opgesomd:

-Aanvragers zijn verantwoordelijk voor het tijdig indienen van een kwalitatief goede vergunningaanvraag;

-Per case (vergunningaanvraag) is één casemanager verantwoordelijk voor het hele proces dat doorlopen moet worden. De casemanager draagt ook zorg voor de samenhangende aansluiting tussen de verschillende deeladviezen van vakspecialisten;

-Bij de behandeling van aanvragen wordt helder gecommuniceerd met de aanvrager. Indien nodigwordt telefonisch contact opgenomen met de aanvrager;

-Bij horeca aanvragen (en bij grote evenementen) vindt er voor indiening een intakegesprek gehouden en wordt aan de ondernemer meteen aangegeven welke overige benodigde vergunningen of meldingen dienen te worden aangevraagd (denk aan DHW vergunningen,milieu- en gebruiksmelding, reclamevergunning op grond van de APV, omgevingsvergunning bouwen voor reclame uitingen);

-Jaarlijks wordt door de casemanager Horeca vooraf aan horeca ondernemers kenbaar gemaakt of gedurende het betreffende jaar een terras- of exploitatievergunning komt te vervallen. De ondernemers kunnen dan nog tijdig een nieuwe vergunning aanvragen;

-Bij legalisatieverzoeken stemt de casemanager de vergunningprocedure af met toezicht en handhaving. Bij dreigende buiten behandeling stelling of weigering van de aanvraag wordt gestreefd om de aanvrager tijdig uit te nodigen voor een integraal gesprek. Het doel daarvan is om de aanvrager over de streep te trekken om verder handhavend optreden te voorkomen;

-Bij vergunningaanvragen wordt gezocht naar mogelijkheden en oplossingen om rekening houdend met de wensen van de aanvrager en de omgeving, activiteiten mogelijk te maken;

-bij de casemanager die als eerst contact heeft met een aanvrager, wordt de

inspanningsverplichting en onderzoekplicht neergelegd om te wijzen op eventueel andere benodigde vergunningen, ontheffingen, e.d.

-de casemanagers streven ernaar om aanvragers zoveel mogelijk op de voorgrond, voordat een aanvraag wordt ingediend, te adviseren over de benodigde toestemmingen, de te doorlopen procedure (-termijnen), de indieningsvereisten, de initiële haalbaarheid en legeskosten, zodat zij

weten waar zij aan toe zijn;

-sloopmeldingen en volledige aanvragen om een omgevingsvergunning voor een herhalingsplan (dakkapel, dakopbouw, etc) worden binnen drie werkdagen afgehandeld;

-Aanvragers van vergunningen worden er op gewezen en gestimuleerd overleg met belanghebbenden te voeren ter verkrijging van draagvlak voor de vergunningaanvraag;

-Te verlenen vergunningen moeten voldoet aan de juridische doelen (zoals geformuleerd in derelevante wet- en regelgeving en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur) en bijdragen aan de omgevingsdoelen;

-Waar mogelijk worden vergunningen voor onbepaalde termijn verleend in plaats van deze jaarlijks te laten aanvragen (denk aan een ontheffing op grond van artikel 35 DHW);

2.4 Visie op toezicht en handhaving

De visie ten aanzien van toezicht en handhaving die de gemeente Diemen heeft, kan als volgt worden weergegeven :

“het zo efficiënt mogelijk gebruik maken van de beschikbare middelen om de gemeente Diemen leefbaar (schoon, heel en veilig) te krijgen en te houden ”.

De gemeente Diemen wil voor toezicht en handhaving tot een gestructureerde aanpak komen die aansluit bij de gemeentelijke doelstellingen en de manier van werken binnen de gehele organisatie (bijv. wijkgericht werken).

De gemeente heeft hierbij de ambitie toezicht en handhaving nadrukkelijker zichtbaar te maken, het vertrouwen in de gemeente als toezichthoudende en handhavende instantie te versterken en toezicht en handhaving kwalitatief op een hoger niveau te brengen. Door burgers en bedrijven te laten weten waar de gemeente mee bezig is en tegelijkertijd zichtbaar op te treden worden de verschillende doelgroepen gestimuleerd, actief benaderd en gedwongen de regels na te leven. Preventief toezicht wordt ingezet om overtredingen te voorkomen.Niet alleen het voorkómen van overtreding van rechtsregels, maar ook de (dreiging van) toepassing van bestuurs- of strafrechtelijke instrumenten maakt dat de gemeente in de volle breedte inzet op handhaving.

De visie op het toezichts- en handhavingsbeleid is:

Duidelijk kader programmatisch toezicht en handhaving

Het bieden van een duidelijk kader voor de uitvoering van programmatisch toezicht en handhaving, hetgeen resulteert in een jaarlijks programma met prioriteitsstelling en werkwijze bij toezicht en handhaving van regelgeving die van invloed zijn op de directe leefomgeving.

Inzet toezicht en handhaving

Het inzetten van toezicht en handhaving als een instrument ten behoeve van de geformuleerde visie en om beleidsdoelstellingen op diverse gemeentelijke taakvelden te kunnen realiseren. Handhaving is geen op zichzelf staand doel.

Effect toezicht en handhaving

Het effect van toezicht en handhaving vergroten door een programmatische aanpak van toezicht en handhaving;

Tegengaan ongewenste precedentwerking

Het tegengaan van ongewenste precedentwerking door zaken bestuurlijk vast te leggen in een beleidsdocument;

Scheppen van duidelijkheid verwachting handhaving

Het scheppen van duidelijkheid wat van handhaving mag worden verwacht, zowel intern (bestuur, ambtelijke organisatie) als extern ( burgers, bedrijven).

2.5 Uitgangspunten en voorwaarden toezicht en handhaving

Hieronder wordt een aantal beleidsuitgangspunten en randvoorwaarden voor toezicht en handhaving beschreven.

2.5.1 Integralehandhaving

Onder integraal toezicht en handhaving wordt een betere afstemming en samenwerking (met behoud van specialismen) tussen de verschillende taakvelden op het gebied van toezicht en handhaving verstaan. De gemeente wil door integraal toezicht en handhaving de effectiviteit van haar handhavingstaken verbeteren. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:

•Door het invoeren van integraal toezicht en handhaving ontstaat een beter inzicht in de

uitgangssituatie en worden problemen in het veld sneller duidelijk. Door dit gezamenlijk

inzicht kunnen ook gezamenlijke speerpunten voor toezicht en handhaving worden bepaald. De oog- en oorfunctie vanuit de verschillende taakvelden levert hier een bijdrage aan.

  • Door middel van integraal toezicht en handhaving verbetert de afstemming tussen de verschillende toezichthouders en handhavers, waardoor de gemeente eenduidig en uniform kan optreden in geval een overtreding wordt geconstateerd.

  • Door het uitvoeren van integrale (kleinschalige) projecten, waarin een bepaald thema of gebied vanuit allerlei invalshoeken geïntegreerd wordt opgepakt, wordt de effectiviteit en zichtbaarheid van toezicht en handhaving verbeterd.

  • Integraal toezicht en handhaving leidt uiteindelijk tot verbetering van de effecten van de geleverde inspanningen; concreet betekent dit een beter nalevingsgedrag.

  • Door integraal toezicht vermindert de toezichtlast voor bewoners en bedrijven.

    • 1.

      De gemeente kiest er voor haar toezichts- en handhavingstaken vorm te geven conform de uitgangspunten van integr aa l toezicht en handhaving.

2.5.2 Zorgplicht

De overheid heeft een wettelijke zorgplicht om te handhaven. Hiermee heeft de wetgever de mogelijkheid geschapen voor overheden om een eigen toezichts- en handhavingsbeleid te voeren, prioriteiten te stellen en een concrete afweging in het betrokken geval te maken. Het behoort tot de kern van de taken van de overheid om de veiligheid van de burgers en de samenleving zo goed mogelijk te waarborgen. Burgers moeten er op kunnen vertrouwen dat de overheid haar verantwoordelijkheid voor toezicht en handhaving neemt.

2.De geformuleerde gemeentebrede uitgangspunten en de uitwerking daarvan leiden ertoe dat de gemeente Diemen op basis van bestuurlijk vastgestelde prioriteiten meetbaar en volgens vaste uitgangspunten en juridische randvoorwaarden haar toezichts- en handhavingstaak uitvoert en daarmee invulling geeft aan haar zorgplicht.

.5.3 Kwaliteit toezicht en handhaving

De primaire doelstelling van een integraal toezichts- en handhavingsbeleid van de gemeente isde kwaliteit van toezicht en handhaving te verhogen. Integraal onderdeel van het realiseren van deze kwaliteit is onder andere het waarborgen van de onafhankelijkheid en objectiviteit van handhaving.

Tevens dient, om de kwaliteit te kunnen waarborgen, voldoende capaciteit, middelen en kennis(opleiding en training) beschikbaar te zijn.

3.De kwaliteit van toezicht en handhaving dient gewaarborgd te zijn. Essentieel is de mogelij kheid tot opleiding en training en kennisdeling (intergemeentelijk).

2.5.4 Programmatisch handhaven

De gemeente stelt zich tot doel het toezicht en de handhaving programmatisch, planmatig en cyclisch op te pakken. Alles handhaven is niet mogelijk. Door het opstellen van een duidelijk beleidskader en uitvoeringsprogramma, is een weloverwogen afweging gemaakt over wat er op basis van de prioriteiten gehandhaafd wordt. Op deze wijze is minder snel sprake van precedentwerking. Daarbij worden de resultaten van de uitvoering jaarlijks aan het bestuur gerapporteerd.

4.De gemeente kiest ervoor haar toezichts- en handhavingstaken vorm te geven conform de uitg angspunten voor programmatisch toezicht en handhaving.

2.5.5 Handhaafbaarheid van regels

De handhaafbaarheid van regelgeving wordt alom gezien als een kritische succesfactor voor

een succesvolle handhaving. De toetsing van handhaafbaarheid is als zodanig geen ’daad’ van handhaving, maar draagt wel bij aan een effectieve handhaving. Regels dienendusdanig te zijn geformuleerd dat deze uitvoerbaar en ook handhaafbaar zijn. Een regel die niet handhaafbaar is, moet niet worden gesteld, maar worden gewijzigd of ingetrokken. Voor de handhaafbaarheid van wetgeving zijn landelijk in de vorm van onder andere handhaafbaarheidstoetsen bij nieuwe wetgeving de nodige initiatieven ontwikkeld. Steeds komt in aanbevelingen naar voren dat er betrokkenheid dient te zijn tussen normsteller en handhaver. Binnen een handhavingsorganisatie dient dit organisatorisch te worden bewerkstelligd. Naast de handhaafbaarheidstoets, dient ook de prioriteit en de inzet van (mogelijk extra) middelen te worden aangegeven.Handhaving is nodig om een doel te bereiken. Handhaving is dan ook een middel om een bepaald (hoger liggend) doel te behalen. Er wordt niet gehandhaafd om het handhaven.

5.Bij nieuwe en te wijzigen gemeentelijke normstelling wordt structureel een handhaafbaarheidstoets uitgevoerd en wordt de prioriteit en de inzet van middelen beoordeeld. Handhaving is geen doel op zich, maar is een middel om beleidsdoelstellingen te bereiken

2.5.6 Van reactieve naar pro- actieve handhaving

De huidige uitvoering van de handhaving is, veelal gebaseerd op een reactieve insteek, waarbij op basis van een klacht, melding of verzoek het handhavingsproces in gang wordt gezet.

Gebleken is dat een dergelijke reactieve aanpak alleen onvoldoende is om van adequate handhaving te kunnen spreken. De keuze voor programmatisch handhaven impliceert dat ook een meer pro- actieve en preventieve aanpak gewenst is. Immers, dan kunnen (op basis van een risicoanalyse) duidelijke beleidsmatige keuzes worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld.

6.De handhaving in de gemeente dient zich van reactief naar proactief te ontwikkelen. Daartoe dienen in een toezichts- en handhavingsprogramma de voorgenomen handhavingsinspanningen op basis van een prioriteitenstelling te worden vastgesteld. Over de uitvoering van het programma wordt jaarlijks aan de gemeenteraad gerapporteerd.

2.5.7 Samenwerking

De verantwoordelijkheid en bevoegdheid voor de handhaving ligt bij verschillende instanties en disciplines. Samenwerking is dan ook noodzakelijk voor een optimaal en integraal resultaat van de handhavingstaken. Daarbij kan specifieke deskundigheid, ondersteuning, aanvulling en informatie over en weer worden benut. Om aan deze samenwerking in de handhaving steeds meer gestalte te geven, wordt in het handhavingsprogramma gewerkt met projecten.

7.Om de samenwerking in toezicht en handhaving verder te bevorderen dienen in het jaarlijks op te stellen toezichts- en handhavingsprogramma handhavings acties te worden opgenomen waar meerder e instantie s en/ of taakvelden bij betrokken zijn.

2.5.8 Gedogen

Het onderwerp gedogen staat al geruime tijd volop in de belangstelling. Gedogen bestaat inverschillende verschijningsvormen (actief/ passief), die echter gemeenschappelijk hebbendat de overheid bij een geconstateerde overtreding om welke reden dan ook niet optreedt.De algemene publieke opinie is momenteel dat voor gedogen in beginsel geen plaats meer

is.

8.Gedogen van overtredingen vindt door de gemeente plaats in tijdelijke overgangs- of overmacht s situaties en schriftelijk in de vorm van een gedoogbeschikking met voorwaarden.

2.5.9 Twee-sporenaanpak

De gemeente beschikt over diverse bij de wet geregelde sanctiemogelijkheden. Deze zijn inte delen in publiekrechtelijke, privaatrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten. Met name derol van het strafrecht is in de handhaving van bestuursrechtelijke wetgeving (bijvoorbeeldmilieuwetgeving) de laatste jaren sterk gegroeid. Strafrecht is daarbij veelal complementair aan hetbestuursrecht. Dit heeft tot doel om herhaling van de overtreding te voorkomen.

Deze zogenaamde twee-sporenaanpak wordt nu nog zelden in de gemeente toegepast. In hethandhavingsbeleid dient het twee sporenbeleid, in overleg met politie en justitie, te wordenvoortgezet.

9.Bij de handhaving van de regels door de gemeente wordt het twee

sporenbeleid, waar mogelijk , voortgezet.

2.5.10 Monitoring handhaving

Niet alleen het meten van de uitvoering van toezicht en handhaving is belangrijk, ook de effectenhiervan dienen gemonitord te worden. Het is immers begrijpelijk dat waar om intensiveringvan toezicht en handhaving wordt gevraagd er in toenemende mate belangstelling is voor de effecten daarvan.

10.De inspanningseffecten van toezicht en handhaving worden structureel en op uniforme wijze middels digitale systemen gemonitord.

2.5.11 Gemeentelijk stappenplan voor handhaving

Bij toezicht en handhaving worden acties ondernomen die moeten leiden tot naleving van regels. Vanuit het gelijkheidsbeginsel zullen deze acties voor derden gelijkheid en uniformiteit moetenvertonen. Daarom is het belangrijk dat de gemeente een eenduidige strategie voor toezicht en handhaving vastlegt en met checklisten werkt. Middelen om dit te doen zijn onder andere het toepassen van een vastgesteld stappenplan en het werken met toezicht- en handhavingsprotocollen.

11.De uitvoering van toezicht en handhaving door de gemeente wordt volgens een eenduidige strategie via stappenplannen , protocollen en checklisten vormgegeven.

2.5.12 Publiciteit en openbaarheid, communicatie en informatie

Het publiceren en openbaar maken van beleidsvoornemens en de resultaten van toezicht en handhaving heeft een belangrijke voorlichtende en preventieve werking. Daarnaast is het van belang dat doelgroepen de regels kennen. Vooraf communiceren door het verschaffen van informatie over wet- en regelgeving kan een preventieve werking hebben. Acties worden zo mogelijk vooraf aangekondigd en over de resultaten ervan wordt gecommuniceerd.

12.Beleidsvoornemens en resultaten van toezicht en handhaving worden, met inachtneming van de Wet openbaarheid van bestuur, openbaar gemaakt. Voorts worden doelgroepen goed geïnformeerd over wet- en regelgeving. Daarnaast worden acties zo mogelijk vooraf aangekondigd en over de resultaten ervan wordt gecommuniceerd.

2.5.13Afstemming met wijkgericht werken

Toezicht en handhaving van wetgeving(veelal lokale wetgeving) die erop gericht is om de leefbaarheid van buurten en wijken te verbeteren, wordt afgestemd op het programma van wijkgericht werken.

13.Toezicht en handhaving van wetgeving die erop gericht is om de leefbaarheid van buurten en wijken te verbeteren, wordt afgestemd op het programma van wijkgericht werken.

2.5.14 Handhavingsprocedures volledigen tijdig afronden

Om op bestuurlijk niveau serieus genomen te worden, is het van belang om eenmaal ingezette handhavingstrajecten te allen tijde volledig en tijdig af te ronden. Dat kan er uiteindelijk toe leiden dat er dwangsommen geïnd moeten worden, ondanks dat het innen van een dwangsom of kosten-verhaal een aparte afweging is. Veelal leidt een procedure uiteindelijk tot hetgeen waarvoor de procedure is ingezet. Van belang is om de zaken goed en helder af te ronden en te archiveren. Onafgemaakte zaken maken dat het bestuur niet serieus genomen wordt en maakt handhaving ongeloofwaardig.

14.De handhavingstrajecten die worden gestart worden zo mogelijk te allen tijde volledig en tijdig afgerond.

Kwaliteitseisen ten aanzien van handhavend optreden

Bij het houden van toezicht en handhavend optreden worden de volgende kwaliteitseisen in acht genomen:

  • ·

    Integer

  • ·

    Dienstverlenend

  • ·

    Herkenbaar

  • ·

    Professioneel

  • ·

    Eenduidig, rechtmatig

3 beschrijving deelgebieden

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt een korte schets gegeven van de aard en omvang van de betreffende VTH-taken in de fysieke leefomgeving zoals deze ook reeds zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma. In de omgevingsanalyse (paragraaf 4.2) is een omgevingsanalyse van de VTH-taken opgenomen.

3.2.1 beschrijving deelgebied Bouwen

Toetsing van omgevingsvergunningen activiteit bouwen en toezicht op de uitvoering van bouw-activiteiten vindt zijn grondslag in veiligheid bij constructies, bouwkundige risico´s en brandveiligheid, maar ook de leefbaarheid, zoals het toezicht op welstand, normen voor energieprestatie, duurzaamheid en gezondheid. Het is niet mogelijk alle bouwactiviteiten te toetsen en te controleren. Daarom is prioriteitstelling noodzakelijk.

Onder het thema bouwen vallen de taakvelden:

  • ·

    Gebiedsgericht toezicht

  • ·

    Themagericht toezicht

  • ·

    Vergunningverlening en toezicht omgevingsvergunning bouwactiviteit

  • ·

    Behandeling en toezicht op melding sloopactiviteit

  • ·

    Vergunningverlening en toezicht omgevingsvergunning verstoren monument

  • ·

    Toezicht kwaliteit en gebruik bestaande bouw

  • ·

    Behandeling klachten

Gebiedsgericht toezicht

Controle gerelateerd aan geografische gebieden: (a) toezicht op bouwen, slopen, gebruik, aanleggen zonder vergunning; (b) toezicht op onrechtmatig gebruik; (c) netheid van open erven en terreinen en (d) excessen vergunningsvrij bouwen. Het uitgangspunt bij deze invalshoek is dat in de gemeente Diemen ruimtelijke kwaliteiten (cultuurhistorisch, landschappelijk, stedenbouwkundig) aanwezig zijn, die via wet- en regelgeving worden beschermd. Overtreders van wet- en regelgeving kunnen ervoor zorgen dat deze kwaliteiten onder druk komen te staan en de aanwezige waarden bedreigen.

Themagericht toezicht

Het houden van toezicht op basis van thema’s, die op basis van het gebiedsgericht toezicht en toezicht bestaande bouw worden geformuleerd en/of opgelegd vanuit de landelijke overheid of andere instanties. Calamiteiten in het land, zoals met de balkons, gevelbeplating en platte daken kunnen aanleiding zijn voor de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) om gemeenten op te dragen tot onderzoek over te gaan. Dergelijke verzoeken kunnen ook voortkomen uit regionale of lokale situaties.

Omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Op grond van artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wabo is het verboden om een bouwwerk te bouwen zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen). In het Bouwbesluit 2012 zijn voorschriften opgenomen waaraan een omgevingsvergunning moet voldoen en waaraan wordt getoetst. In het Bouwbesluit 2012 (artikel 1.23 en volgende) zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot plichten tijdens de bouw, zoals melden van werkzaamheden en aanwezige bescheiden op de bouwplaats. In hoofdstuk 8 zijn verplichtingen opgenomen om onveilige situaties en hinder voor de omgeving te voorkomen.

Tijdens de uitvoering kunnen allerlei redenen zijn voor het afwijken van de vergunning en wet- en regelgeving, zowel bewust als onbewust.

Het landelijke project toezichtsprotocol voor omgevingsvergunningen is een hulpmiddel voor het controleren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten. Dit project is een initiatief van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland. Het toezichtsprotocol zorgt voor een uniforme en transparante werkwijze.

Het bouwbeleidsplan maakt gebruik van onderdelen van de ontwikkelde methodiek. Het accent bij de toetsing van omgevingsvergunningen activiteit bouwen ligt op constructieve en brandveiligheid.

De meeste controles vinden plaats in de fasen als aan het casco wordt gewerkt. Zodra het casco wind- en waterdicht is neemt het aantal controles af. Vooral bij woongebouwen en overige nieuw- en verbouw van publiekstoegankelijke bouwwerken en kantoren is sprake van een relatief hoge controlefrequentie. De intensiteit of zwaarte van controles wordt afhankelijk gesteld van ingeschatte risico’s (thema naar type bouwwerk).

Het toezichtprotocol is verwerkt in de digitale checklisten waarmee gewerkt wordt binnen de bouwdiscipline. De handhaving op EPC (energieprestatiecoëfficiënt) wordt hierbij meegenomen

(40% bij bestaande bouw en 70% bij utiliteitsgebouwen).

Melding sloopactiviteit

Het toetsen op volledigheid van ingediende sloopmeldingen. Indien noodzakelijk dient een sloop-veiligheidsplan ter goedkeuring te worden ingediend. Toezicht op (asbest)sloop is belangrijk in verband met de risico´s voor het milieu, gevaarlijke stoffen en gezondheidsaspecten.

De doelstelling is om alle wettelijke taken op het gebied van het toezicht op slopen uit te voeren. Dit houdt in dat alle ingediende meldingen gecontroleerd zullen worden. De intensiteit van controle wordt allereerst afhankelijk gesteld van het type sloopwerk. Het toezicht voor reguliere sloop wordt gedaan door de inspecteurs Bouw- en Woningtoezicht, omdat sloop immers vaak gevolgd wordt door nieuwbouw.

Omgevingsvergunning monument

De vergunningverlening en de controles van omgevingsvergunningen voor het verstoren van een monument. Op grond van artikel 2.1 lid 1 sub f van de Wabo is het verboden om een monument te slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen zonder omgevingsvergunning voor het verstoren van een monument. Een omgevingsvergunning voor het verstoren van een monument geeft slechts toestemming om het monument te veranderen of te wijzigen. De daadwerkelijke uitvoering vindt plaats op basis van de verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten.

Dat maakt dat deze activiteiten onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Voor de strategie verwijzen wij dan ook naar de strategie zoals genoemd onder omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten.

De gemeente heeft elf rijksmonumenten, twee provinciale monumenten en een gemeentelijk monument (de oude smidse, Ouddiemerlaan 19).

Toezicht kwaliteit en gebruik bestaande bouw

Het houden van toezicht op de technische staat (constructief, bouwkundig, installatietechnisch, bouwfysisch, hygiëne) en het gebruik van bestaande bouwwerken. Bestaande bouwwerken dienen voor wat betreft hun technische staat, op grond van de Woningwet, te voldoen aan het gestelde in het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit zijn daarvoor voorschriften opgenomen ten aanzien van de onderwerpen veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Overtredingen vinden vooral plaats omdat aan de maatregelen aanzienlijke prijskaartjes hangen. Bovendien zijn veel instanties zich niet bewust van de voorschriften die van toepassing zijn op hun gebouw.

Behandeling klachten en meldingen

Een belangrijk onderdeel voor het onderdeel bouwen vormt de afhandeling van klachten. Op verschillende wijzen ontvangt het team Handhaving klachten over bouwgerelateerde zaken. Het betreft klachten over geluidsoverlast bij bouwwerkzaamheden, illegaal gebruik van bouwwerken, illegale bouwwerkzaamheden of woningklachten. Klachten of meldingen van belanghebbenden over illegale bouw zullen spoedig worden behandeld, doch wel afhankelijk van de vastgestelde prioriteit. Klachten of meldingen met een hele hoge prioriteit worden sneller opgepakt dan klachten of meldingen met een gemiddelde prioriteit. Het antwoord kan inhouden dat een inspectie ter plaatse noodzakelijk is, er kan een gesprek tussen partijen gearrangeerd worden en natuurlijk kan er uitleg gegeven worden over de (on)mogelijkheden van handhaving.

Voordat bij illegale bouw wordt overgegaan tot een handhavingsactie, wordt eerst onderzoek gedaan naar de mogelijkheid de bouw alsnog te legaliseren. Op dit moment is slechts beperkte capaciteit aanwezig om programmatische gebiedsgerichte- en themagerichte controles te houden.

Er wordt te allen tijde gereageerd op binnengekomen klachten en meldingen, tenzij deze anoniem zijn. Op ontvangen verzoeken om handhaving wordt, zoals wettelijk verplicht, schriftelijk gereageerd.

3.2.2. beschrijving deelgebied brandveiligheid

Het brandveilig gebruik van panden vraagt uitdrukkelijk aandacht gelet op de risico´s, vooral bij panden met meerdere gebruikers, maar ook gelet op het naleefgedrag van ondernemers.

Onder het thema brandveiligheid vallen de volgende taakvelden:

  • ·

    Verlening en toezicht (opleveringscontroles) omgevingsvergunning brandveilig gebruik en gebruiksmeldingen

  • ·

    Regulier toezicht omgevingsvergunning brandveilig gebruik en gebruiksmeldingen (reguliere controles)

  • ·

    Brandveiligheid (strijd met Bouwbesluit na de bouw).

Omgevingsvergunning brandveilig gebruik en meldingen brandveilig gebruik

Op grond van artikel 2.1 lid 1 sub d van de Wabo is het verboden om een bouwwerk in gebruik te nemen of te gebruiken zonder een omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik. Soms is een melding brandveilig gebruik op grond van het Bouwbesluit 2012 verplicht. Na verlening van een omgevingsvergunning brandveilig gebruik of afhandeling van een gebruiksmelding vindt er over het algemeen een opleveringscontrole van het gebouw plaats. Na de opleveringscontrole kan het bouwwerk vervolgens in het regulier toezicht worden opgenomen.

Regulier toezicht omgevingsvergunning brandveilig gebruik en gebruiksmeldingen

Nadat een opleveringscontrole heeft plaatsgevonden wordt het gebruik toegevoegd aan het reguliere toezicht. Dit geschiedt op basis van het Preventie Activiteiten Plan (PREVAP). Op basis hiervan wordt de controlefrequentie bepaald.

Brandveiligheid op grond van Bouwbesluit 2012

Gebouwen moeten brandveilig worden gebruikt. Hiervoor gelden landelijke regels die zijn vastgelegd in het Bouwbesluit 2012. Het gebruik van alle gebouwen moet aan die voorschriften voldoen, ook als er geen omgevingsvergunning brandveilig gebruik of gebruiksmelding nodig is.

3.2.3 beschrijving deelgebied Milieu en bodem

Het beoordelen van bodemrapporten, behandelen van omgevingsvergunningen activiteit milieu (door Omgevingsdienst), milieumeldingen, melding puinbreker en het toezicht op milieu-inrichtingen richt zich op de naleving van de milieuwetgeving bij bedrijven of bedrijfsmatige activiteiten. De controle op lozingen buiten inrichtingen maakt hier ook deel van uit. Voor de grotere en complexere bedrijven betreft het controle op de naleving van een omgevingsvergunning activiteit milieu. Voor de overige bedrijven geldt sinds 1 januari 2008 het Activiteitenbesluit milieubeheer.

De prioriteit ligt op de controle op veiligheid en leefbaarheid in de omgeving van bedrijven en op een beperking van het energieverbruik. De controle op de bodem richt zich op alle handelingen op en in de bodem en op de toepassing van grond en secundaire bouwstoffen. De controle hierop is gebaseerd op de Wet bodembescherming, het Besluit Bodemkwaliteit en het Asbestverwijderingsbesluit.

Onder het thema milieu-inrichtingen en bodem vallen de volgende taakvelden:

  • ·

    Vergunningverlening en toezicht (opleveringscontroles en reguliere controle milieu-inrichtingen) omgevingsvergunning en meldingen activiteit milieu en mobiele puinbreker;

  • ·

    Klachten en meldingen op gebied van milieu (geur, stank, geluid, gevaarlijke stoffen en lozingen);

  • ·

    Taken wet bodembescherming en besluit bodem kwaliteit;

  • ·

    Controle op grondstromen en toepassen van grond;

  • ·

    Bagger en bouwstoffen;

  • ·

    Geluidstoezicht op festiviteiten en bij werkzaamheden.

De Omgevingsdienst neemt ook in 2016 de uitvoering van taken op het gebied van vergunningver-lening, toezicht en handhaving, het zogenaamde verplichte basistakenpakket, op zich voor de categorie inrichtingen en activiteiten waarvan de risico's voor de leefomgeving groot zijn. Voor dit verplichte basispakket volgt de Omgevingsdienst de landelijke richtlijnen. Dit basispakket bestaat uit:

  • ·

    toezicht en handhaving milieu en bodem voor de complexe/risicovolle milieu-inrichtingen;

  • ·

    voorbereiding van het milieudeel van de omgevingsvergunning en voor de omgevingsvergunning beperkte milieutoets bij meldingen voor deze gemeentelijke bedrijven;

  • ·

    vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu en BRIKS-taken (bouw, reclame,inritten, kappen, slopen) voor alle provinciale inrichtingen, waaronder complexerisicovolle industriële inrichtingen en voor de zogenaamde WGB-inrichtingen (Verklaringvan geen bedenkingen);

·ketentoezicht en vergunningverlening, toezicht en handhaving voor projecten vanprovinciaal belang.

Het betreft in totaal 37 bedrijven waarvan de omgevingsdienst de milieucontroles verricht. Daarnaast wordt ook in 2016 het milieupiket van de omgevingsdienst afgenomen, voor calamiteiten en incidenten buiten kantooruren.

Toezicht milieu-inrichtingen

Op basis van artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo is het verboden zonder omgevingsvergun-ning een project uit te voeren voor zover dat bestaat uit: het oprichten, het veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting of mijnbouwwerk. In het derde lid van voornoemd artikel is bepaald dat bij Algemene Maatregel van Bestuur kan worden bepaald dat met betrekking tot daarbij aangewezen activiteiten als bedoeld in het eerste lid in daarbij aangegeven categorieën gevallen, in het dat lid gestelde verbod niet geldt.

Conform de Wabo moeten milieucontroles bij inrichtingen en bij werken gestructureerd, planmatig en conform een uitvoeringsprogramma plaatsvinden. Het toezicht vindt daarom plaats op basis van een jaarplanning. In de gemeente Diemen wordt gebruik gemaakt van 4 categorieën. Hierbij worden onder meer het risico en het naleefgedrag meegerekend. Op basis van de zwaarte wordt de controlefrequentie bepaald. Deze berekende controles zijn de reguliere controles. In de paragraaf prioriteit en inzet wordt dit nader uitgelegd.

Meldingen van belanghebbenden

Als burgers of handhavingspartners melding maken van overlast of een zichtbare overtreding is de kans groot dat de veiligheid en leefbaarheid in het geding zijn. Het kan daarom nodig zijn om naar aanleiding van een melding op korte termijn een controle uit te voeren. Deze controles zijn niet planbaar. Iedere melding wordt zo spoedig mogelijk beantwoord. Dit antwoord kan inhouden de resultaten van een inspectie ter plekke, het arrangeren van een gesprek tussen partijen en natuurlijk uitleg over het handhavingproces. De doelstelling is om alle klachten, meldingen en incidenten snel en adequaat af te handelen en om daarbij te voldoen aan de servicegarantie.

Taken wet bodembescherming en Besluit bodemkwaliteit

De Provincie is aangewezen als bevoegd gezag bodembescherming. De Omgevingsdienst voert deze taken namens de Provincie uit. Toezicht en handhaving op grond van het Besluit Bodemkwaliteit vallen onder het basistakenpakket. De Omgevingsdienst is dan ook verantwoordelijk voor het houden van adequaat toezicht. Volgens de vastgestelde kwaliteitscriteria houdt dit in dat er:

  • ·

    inzicht is in de mate van naleven van de wettelijke voorschriften;

  • ·

    door toezicht een preventieve werking uitgaat op de naleving van de wettelijke vereisten;

  • ·

    door toezicht en handhaving een meetbare beperking van feitelijke risico´s wordt bereikt;

  • ·

    Controle op grondstromen en toepassen van grond;

  • ·

    Bagger en bouwstoffen;

  • ·

    Geluidstoezicht bij werkzaamheden.

3.2.4. beschrijving deelgebied horeca

Sinds 1 januari 2013 is het onderdeel horeca flink gewijzigd. Toezicht en handhaving van de horeca worden geacht door de gemeenten in Nederland te worden uitgevoerd. Om hier aan te voldoen is in uitvoeringsprogramma het onderdeel horeca opgenomen.

Het toezicht op de Drank- en Horecawet vraagt specifieke kennis en een specifieke aanpak. De gemeentelijke BOA’s hebben hiervoor een opleiding moeten volgen. Voor wat betreft de toezicht- en handhaving is op 22 mei 2014 een preventie- en handhavingsplan horeca door de raad vastgesteld. Dit preventie- en handhavingsplan is gemakshalve (voor het totale overzicht) vertaald naar dit uitvoeringsprogramma.

3.2.5. beschrijving deelgebied Openbare ruimte en openbare orde en veiligheid

De openbare ruimte is van en voor iedereen. Gelet op de schaarse ruimte en het feit dat iedereen die ruimte wil gebruiken, zijn in het kader van de veiligheid en leefbaarheid regels en afspraken over de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte. Toezicht op de naleving van deze regels levert een bijdrage aan de veiligheid en leefbaarheid in de openbare ruimte.

BOA’s

Binnen het team Handhaving zijn drie buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s ) in domein I werkzaam die zijn aangewezen als toezichthouder voor een aantal verordeningen. Op basis van deze aanwijzing mogen de BOA’s toezicht houden en bestuursrechtelijk handhaven (middels een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang). Deze bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen zijn erop gericht de overtreding ongedaan te maken. De BOA’s zijn tevens voor enkele opsporingsbevoegdheden aangewezen, op grond waarvan zij strafrechtelijk kunnen optreden.

Bij de inzet van de BOA’s wordt de nadruk gelegd op de aanwezigheid op straat en in de wijk.

De ervaring leert dat in de zomermaanden de werkdruk voor wat betreft het toezicht in de openbare ruimte het hoogst is. Dit door verschillende evenementen en door een toename van klachten.

In de planning wordt hier rekening mee gehouden. Al vanaf 1 september 2010 kunnen -naast het Openbaar Ministerie en de politie- ook bestuursorganen en/of buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) strafbeschikkingen uitvaardigen.

Het gaat hierbij om bestuurlijke strafbeschikkingen die aan personen die overtredingen of lichte misdrijven begaan worden opgelegd. De processen-verbaal worden op elektronische wijze aangeleverd bij het CJIB, zonder tussenkomst van de politie. Na de aanlevering van het proces verbaal bij de politie zal er door de Officier van Justitie niet langer een transactie worden aangeboden, maar wordt deze vervangen door een strafbeschikking. De mogelijkheid daartoe is geregeld in de Wet OM-afdoening. Daarnaast maken BOA’s ook mini-pv’s op basis van Wet Mulder.

3.3 Interne en externe samenwerking

Bij het uitvoeren van de VTH-taken wordt er zowel intensief als op ad hoc basis met verschillende interne en externe partners samengewerkt. Met een aantal partners zijn DVO’s gesloten. Hieronder worden de belangrijkste interne en externe partners beschreven.

Brandweer Amsterdam- Amstelland (hierna: BrAA)

BrAA voert in opdracht van de gemeente Diemen een aantal taken uit op het gebied van vergun-ningverlening en toezicht met betrekking tot brandveilig gebruik. Hiervoor is met de BrAA een DVO afgesloten waarin werkafspraken zijn gemaakt. De werkafspraken hebben betrekking op advisering op gebied van brandveiligheid van aanvragen (aanvraag om een omgevingsvergunning activiteit bopuwen en brandveiligheid en gebruiksmeldingen) en het houden van toezicht. Het gaat daarbij om onder meer communicatie, termijnen, het leveren van diensten en eindproducten. Daarnaast wordt geadviseerd en toezicht gehouden bij evenementenvergunningen waarbij de BrAA recent echter aangegeven zich te willen terug te trekken daar waar het gaat om evenementen.

Er wordt bij advisering steeds meer gewerkt met standaard voorwaarden/ voorschriften, zodat er meer uniformiteit en effectiviteit ontstaat. De toezichthouders van BrAA en het team Toezicht en Handhaving werken daar waar mogelijk integraal. Dit betekent dat (opleverings)controles gezamenlijk worden uitgevoerd. Het initiatief hiertoe ligt bij het team Handhaving en OO&V. In de realisatiefase controleren de toezichthouders van het team Handhaving en OO&V en in sommige gevallen tevens inspecteurs van BrAA en hebben ze een oog- en oorfunctie voor elkaars taakvelden.

Omgevingsdienst NoordzeeKanaalGebied (hierna ODNZKG)

De ODNZKG voert in opdracht van de gemeente Diemen taken uit op het gebied van vergunningverlening en toezicht en handhaving met betrekking tot het basistakenpakket van milieu. Voor de uitvoering van de basistaken is dit vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling, waar de gemeente Diemen deel van uitmaakt. De gemeenschappelijke regeling is verder uitgewerkt in een DVO.

De ODNZKG heeft nog geen Uitvoeringskader 2015-2018 (hierna: uitvoeringskader) opgesteld, wat geldt als raamwerk voor het opstellen van de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s. In het uitvoeringskader dienen de prioriteiten, doelstellingen en werkwijze opgenomen met betrekking tot vergun-ningverlening, toezicht, handhaving en samenwerking. Het uitvoeringskader geldt als kader voor het uitvoeren van de taken door de omgevingsdienst.

De gemeente Diemen blijft bevoegd gezag voor de taken die zijn overgeheveld naar de ODNZKG. Met de ODNZKG wordt zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau samengewerkt en vindt afstemming van de werkzaamheden plaats. Het afsprakenkader wordt periodiek geëvalueerd en waar nodig geactualiseerd. Er is overleg met de ODNZKG over een bijzondere (toekomstige) samenwerking met betrekking tot de bestuurlijke strafbeschikking.

Politie Amsterdam-Amstelland en OM

Met de politie en het OM is geen DVO afgesloten. Er wordt wel intensief samengewerkt. De politie is adviserend ten aanzien diverse vergunningen. Zo hebben zij een rol in de advisering bij bijvoorbeeld evenementenvergunningen welke gestructureerd is in het VeiligheidsOverleg Evenementen (VOE). De adviserende rol van de politie richting de gemeente is op de vlakken mobiliteit, openbare orde, afzetten/afschermen van wegen en begidsen van hulpdiensten.

Tijdens grootschalige evenementen is de politie een handhavingspartner voor de openbare orde en veiligheid en heeft de gemeente een regierol op de plaats van het evenement zelf. In 2014 heeft de politie het Integraal meerjaren-beleidsplan veiligheid 2015 – 2018 vastgesteld.

Waternet

Met Waternet zijn diverse raakvlakken voor vergunningverlening en toezicht en handhaving. Indien er meldingen/klachten zijn wordt er direct contact gezocht tussen de inspecteurs. Er is geen DVO afgesloten. Een watervergunning heeft of, kan samenhang hebben met een omgevingsvergunning. De watervergunning wordt door Waternet verleend. Voor de omgevingsvergunning (bijv. bouwen of aanleggen) is meestal het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag. Vanwege de samenhang wordt zo veel mogelijk contact gezocht tussen de teams Vergunningen en Handhaving met Waternet. Beiden houden elkaar zoveel mogelijk op de hoogte over ingediende aanvragen en verleende vergunningen. Waar nodig vindt nadere afstemming plaats. Er is met Waternet geen specifieke werkafspraak gemaakt.

Provincie Noord-Holland

De inhoudelijke relatie met de provincie Noord-Holland is een beperkte. De vergunning Wet Natuurbescherming die per 1 januari 2017 in werking treedt (in plaats van Natuurbeschermingswet 1988, Flora en faunawet en de Boswet) kan, aanhaken bij de omgevingsvergunning waarvoor de gemeente bevoegd gezag is. Voor locatie gebonden ingrepen die effect op de beschermde natuur kunnen hebben, worden de natuuraspecten betrokken bij de omgevingsvergunning. In de praktijk betekent dit dat de volledigheidstoets het enige moment is om er voor te zorgen dat een aanvrager vooraf rekening houdt met wettelijk beschermde natuurwaarden. Het zorgvuldig uitvoeren van de volledigheidstoets wordt voor de gemeente dan ook een belangrijke taak. Door een reorganisatie bij de provincie Noord-Holland zijn de taken op het vlak van de Wet natuurbescherming per 1 juli 2016 overgeheveld van de provincie naar diverse regionale uitvoeringsdiensten. De gemeente krijgt in de vergunningverlening te maken met de ODNZKG.

Interne samenwerking

Voor een optimale interne samenwerking hebben de teams Vergunningen, Handhaving en Ruimtelijk Beleid maandelijks een overleg. Daarnaast wordt op ad-hoc basis samengewerkt met diverse andere teams, waaronder het team Infra. Met betrekking tot meldingen/klachten wordt direct contact gezocht tussen medewerkers van handhaving om zaken te onderzoeken en af te handelen. Bij een bezwaarschrift vertegenwoordigt de afdelingsjurist van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling het bestuursorgaan bij de onafhankelijke bezwaarcommissie. JZ van DUO+ verzorgd alleen de administratieve afhandeling van een bezwaarschrift en schrijft het advies van de commissie. De beslissing op bezwaar wordt door de afdelingsjurist voorbereid. In (hoger) beroep en bij voorlopige voorziening vertegenwoordigt de afdelingsjurist tevens het bestuursorgaan. De medewerkers van openbare orde en veiligheid (o.a. jeugdoverlast en criminaliteit) zijn sinds 1 januari 2016 ondergebracht binnen het team Handhaving en OO&V waardoor er eenvoudiger contact gezocht kan worden met de openbare orde en veiligheidsadviseurs.

4 Prioriteitsstelling

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke wijze de prioriteiten en operationele doelen van de gemeente Diemen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving in de fysieke leefomgeving voor de periode tot en met 2018 zijn bepaald. De basis voor het stellen van prioriteiten en doelen met betrekking tot vergunningverlening, toezicht en handhaving wordt gevormd door een analyse van problemen en risico’s binnen de fysieke leefomgeving (omgevingsanalyse). In het jaarlijkse op te stellen uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving worden de prioriteiten en operationele doelen nader geconcretiseerd.

4.2 Omgevingsanalyse

4.2.1 gebiedskenmerken gemeente Diemen

Diemen is gelegen in de provincie Noord-Holland en grenst in het noorden aan de gemeente Amster-dam (Watergraafsmeer), in het zuiden aan Amsterdam Zuidoost en Driemond, in het oosten aan Muiden en in het westen aan het tot de gemeente Ouder-Amstel behorende dorp Duivendrecht. Diemen maakt deel uit van de plusregioStadsregio Amsterdam. De gemeente telt in totaal (per 31 maart 2015, bron: CBS) 26.687 inwoners en heeft een oppervlakte van 14,32 km² (waarvan 2,49 km² water). Diemen is zeer gunstig gelegen aan drie autosnelwegen, de A10, A1 en de A9 en de autoweg Gooise-weg, is ook per water (Gaasp en Amsterdam-Rijnkanaal), spoor (station Diemen en Diemen Zuid), tram (naar Amsterdam), metro (stations Diemen Zuid en Verrijn Stuart) en daarnaast met overig openbaar vervoer zeer goed bereikbaar. Vandaar dat de gemeente een belangrijke economische functie heeft en een groot aantal bedrijven telt.

Naast de vele woningen en bedrijfsgebouwen kent Diemen ook 11 rijksmonumenten, 2 provinciale monumenten en 2 gemeentelijke monumenten die getuigen van een lange en rijke historie.

Het bodemgebruik is als volgt verdeeld (cijfers CBS 2011):

Verkeersterrein

12,8 %

Bebouwd terrein

32,3 %

Semi bebouwd terrein

3,2 %

Bos en open natuurlijk terrein

25,6 %

Recreatie en sport

8,2 %

Agrarisch gebruik

17,9 %

Het totaal aantal bedrijven is 2559 (peildatum 2014).

De brancheverdeling is als volgt:

Primair

3

Industrie

80

Bouw

220

Reparatie van en handel in consumenten artikelen

422

Horeca

65

Vervoer, opslag en communicatie

302

Financiële instellingen

69

Onroerend goed en zakelijke diensten

767

Niet commerciële dienstverlening (Quartair)

631

Totaal

2559

* Cijfers afkomstig uit de “Metropoolregio Amsterdam in cijfers 2015” (Onderzoek, Informatie en Statistiek)

4.2.2 probleemanalyse

In de omgevingsanalyse zijn de prioriteiten opgenomen die volgen uit de uitgevoerde probleem- enrisicoanalyse.

Vergunningverlening

Bij vergunningverlening vindt prioritering plaats op het niveau van diepgang van toetsing van de aanvraag. De uitwerking hiervan is opgenomen in de Uitvoeringsregels bouwbeleid Diemen 2011.

In kwantitatieve zin kan er geen prioritering plaatsvinden. Vergunningverlening is een vraag gestuurd proces waar de gemeente geen invloed op heeft. Er kan jaarlijks wel, op basis van de gegevens van voorgaande jaren, een reële inschatting worden gemaakt van het te verwachten aantal vergunningen. Een ingekomen vergunningaanvraag moet nu eenmaal binnen de wettelijke termijnen worden afgehandeld.

Toezicht en Handhaving

Probleemanalyse

Het resultaat van de probleemanalyse geeft een overzicht van de taakgebonden problemen. Veel van deze problemen lenen zich voor een gebiedsgerichte aanpak. Dit geldt met name voor problemen in de fysieke leefomgeving. Daarnaast lenen diverse problemen en vraagstukken zich voor een inte-grale, thematische of projectmatige aanpak. Jaarlijks wordt een selectie van onderwerpen gemaakt waaraan specifiek aandacht wordt besteed.

De handhaving van een groot aantal wetten en regels op het gebied van de fysieke ruimte waarvoor de gemeente verantwoordelijk is, zijn niet op dezelfde intensieve manier te handhaven. Tevens varieert het effect bij niet handhaven van een bepaalde regel op de fysieke ruimte ook. Voor een duidelijk en weloverwogen toezichts- en handhavingsbeleid is daarom een prioriteitenstelling noodzakelijk. Dit betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden. Daarbij spelen vragen als wat gaan we handhaven, hoe gaan we handhaven, wat heeft prioriteit enwat heeft minder prioriteit.

Om de actualiteit van de handhavingsproblematiek te waarborgen, moet deze periodiek door het gemeentebestuur worden vastgesteld. Door middel van een jaarlijks op te stellen handhavings-evaluatie kunnen de prioriteiten dan opnieuw worden bepaald. Een integrale benadering van de handhavingsproblematiek laat zien dat handhaving vaak taakveld overschrijdend kan zijn. Juist hier is afstemming van en duidelijkheid over toezicht en handhaving op zijn plaats. De beleidsuitgangspunten uit hoofdstuk 2 en de handhavingsvisie van de gemeente Diemen vormen hierbij de basis voor het stellen van prioriteiten. Daarbij krijgen de toezichts- en handhavingstaken met de grootste risico’s logischerwijs de hoogste prioriteit. Om die risico’s te kunnen inschatten, is een risicoanalyse uitgevoerd. Hierop wordt in paragraaf 3.2. nader ingegaan.In paragraaf 4.4. wordt kort ingegaan op de resultaten van deze risicoanalyse. In bijlage 3 staat het uiteindelijke resultaat van de risicoanalyse.In paragraaf 4.5 tenslotte wordt ingegaan op de wijze waarop deze prioriteitenstelling doorwerkt in de uitvoering van de gemeentelijke toezichts- en handhavingstaken.

Van belang is in ieder geval aan te geven welke taken niet door het team Handhaving en OO&V worden uitgevoerd:

  • ·

    het houden van toezicht op de diverse belastingverordeningen zoals onder andere de hondenbelastingverordening, de legesverordening, de verordening op de marktgelden, de reclamebelastingverordening;

  • ·

    het handhaven van rijdend verkeer omdat de Boa’s hiertoe niet dan wel zeer beperkt bevoegd zijn;

  • ·

    het handhaven van de openbare orde en veiligheid omdat dit een kerntaak van de politie betreft;

  • ·

    het houden van toezicht en het handhaven op basis van de parkeerverordening;

  • ·

    het houden van toezicht en het handhaven ten aanzien van sociale wetgeving en de leer-plicht;

  • ·

    privaatrechtelijke handhaving.

4.2.3 risicoanalyse

Zoals in de vorige paragraaf al werd aangegeven, is de prioriteitenstelling gebaseerd op eeninschatting van het risico op negatieve effecten bij overtreding van verschillende wetten en regelgevingen. Om die risico’s in te kunnen schatten is een risicoanalyse gemaakt opbasis van de systematiek van het Ministerie van Justitie. De risicoanalyse bestaat uit eenaantal stappen. Allereerst is gekeken welk belang er gehecht wordt aan de aspecten:

• Fysieke veiligheid (letsel, al dan niet dodelijk);

• Kwaliteit (kwaliteit van de sociale omgeving, waaronder gevoelens van (on)veiligheid);

• Financieel-economische schade;

• Verlies van of schade aan natuurschoon;

• Schade aan de (volks)gezondheid;

• Schade aan het bestuurlijke of gemeentelijke imago.

Vervolgens is gekeken naar de effecten: wat is het effect van het niet naleven van de regelsvoor de verschillende beleidsvelden op de hiervoor genoemde aspecten? Met andere woorden hebben de regels die worden overtreden tot doel bovenstaande aspecten te beschermen?

Tenslotte is een inschatting gemaakt wat de kans op regelovertreding is indien de gemeenteniet handhaaft: de verwachte overtredingskans van die regels zonder toezichts- of handhavingsinspanning. Hierbij is wel rekening gehouden met andere mechanismen die de naleving beïnvloeden zoals andere bevoegde gezagen en regelgeving waarvoor de gemeente niet bevoegd is maar die van invloed kunnen zijn op de kans dat de betreffende regels worden overtreden.

In bijlage 3 treft u de prioriteitenlijst en uitgewerkte risicoanalyse met voorbeeld berekeningen van de gemeente Diemen aan.

4.2.4Prioriteitsstelling

Op grond van de resultaten van de risicoanalyse is in de bijlagen een overzicht gegeven van handhavingstaken en de prioriteiten voor toezicht en handhaving.

4.2.5 Doorwerken van de prioriteiten

De hiervoor weergegeven prioriteitenstelling moet richting geven aan de inzet van mensen,middelen, de frequenties van toezicht en handhaving en de aspecten waarop tijdenshandhavingsbezoeken wordt gelet.

De prioriteitenstelling wil zeggen dat we overal aandachtaan besteden alleen met een verschillende toezichts- en handhavingsinzet.

Prioriteit

Methode

Prioriteit 1: heel hoog

Toezicht:

·Actief zoeken naar en nasporen van elke indicatie van illegale activiteiten;

·In kaart brengen en houden van legale activiteiten, door waarneming ter plaatse en bureaucontrole.

Handhaving:

•Elk bekend geworden overtreding wordt volgens het stappenplan gehandhaafd.

•Een verbeurde dwangsom wordt te allen tijde geïnd, ook als op het moment van inning al een einde is gemaakt aan de illegale situatie.

prioriteit 2: hoog

Toezicht:

•Actief zoeken naar en opsporen van illegale activiteiten;

•In kaart brengen en houden van legale activiteiten, door waarneming ter plaatse en bureaucontrole.

Handhaving:

•Handhaving in projectvorm en steekproefsgewijs volgens het stappenplan, met dien verstande dat de situaties met grote veiligheidsrisico’s

prioriteit krijgen.

•Een verbeurde dwangsom wordt te allen tijde geïnd, ook als op het moment van inning al een einde is gemaakt aan de illegale situatie.

prioriteit 3: gemiddeld

Toezicht:

·Structureel steekproefsgewijs controleren.

Handhaving:

•Handhaving in projectvorm en steekproefsgewijs volgens het stappenplan.

·Omvang van de steekproef hangt af van de beschikbare capaciteit.

•Een verbeurde dwangsom wordt te allen tijde geïnd, ook als op het moment van inning al een einde is gemaakt aan de illegale situatie.

prioriteit 4: laag

Toezicht:

•Incidenteel steekproefsgewijs controleren dan wel op piepsysteem controleren.

Handhaving:

•Handhaving vindt niet structureel steekproefsgewijs plaats, afhankelijk van

de beschikbare capaciteit. Een verbeurde dwangsom wordt alleen geïnd als op het moment van inning geen einde is gemaakt aan de illegale situatie.

Prioriteit hoog (1 & 2)

Een hoge prioriteit betekent dat intensieve en integrale controle op basis van een voorafopgesteld actieplan plaatsvindt op de naleving van de regels. Integraal wil zeggen: met debetrokken taakvelden van de eigen organisatie en de relevante partners. Een hoge prioriteitbrengt met zich mee dat elke melding van burgers, bedrijven of handhavingspartners waaruit

zou kunnen worden afgeleid dat er sprake is van regelovertreding van een kernbepalingeen vervolg krijgt.

Bij een eerste constatering van overtreding van handhavingstaken met een hoge Toezichts- en handhavingsprioriteit volgt altijd een reactie, daar waar mogelijk "lik op stuk". Enerzijds om de overtreder direct tot naleving te dwingen, anderzijds om tijdrovende aanschrijvingsprocedures tot een minimum te beperken. Bij constatering van een overtreding van een kernbepaling bij hercontrole volgt een bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke sanctie. Over de toepassing van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke sancties afhankelijk van de aard van de overtreding en over de aard van de strafrechtelijke geldboete maakt het gemeentebestuur afspraken met politie en Openbaar Ministerie (vast te leggen in het handhavingsarrangement).

Prioriteit gemiddeld (3)

Bij constatering van een overtreding volgt altijd een reactie. In de nadere uitwerking van dehandhavingsinspanningen per taakveld wordt aangegeven of de reactie in eerste aanlegbestaat uit een schriftelijke waarschuwing of een bekeuring. Indien bij hercontrole opnieuween overtreding wordt geconstateerd volgt een sanctie, afhankelijk van de aard van de

overtreding bestaande uit een strafrechtelijke geldboete of een bestuurlijke sanctie. Over deaard van de strafrechtelijke geldboete maakt de gemeente afspraken met politieen Openbaar Ministerie (vast te leggen in het handhavingsarrangement).

Prioriteit Laag (4)

Een lage prioriteit betekent dat minimale toezichts- en handhavingsactiviteit plaatsvindt. Handhaving in de vorm van controles vindt alleen plaats indien uit een melding of waarneming rechtstreekseen vermoeden van regelovertreding voortvloeit. Daarnaast zal de gemeente twee keer per jaar een controleactie uitvoeren. Doel van deze acties is het in beeld krijgen van de naleving van regelgeving op de verschillende taakvelden en het verkrijgen van input voor hernieuwde prioriteitstelling. Bij constatering van een overtreding volgt een schriftelijke dan wel mondelinge waarschuwing. Over de aard van de sanctie maakt de gemeente afspraken met politie en Openbaar Ministerie.

Klachten

Klachten en handhavingsverzoeken worden, gelet op bovenstaande prioritering hoog ingeschaald. Dit sluit aan bij het standpunt van de gemeenteraad als het gaat om de behandeling van klachten. Als de klacht een onderwerp betreft in de categorie laag of gemiddeld, wordt de klacht bij de eerstvolgende controle behandeld. Een goede en snelle terugkoppeling hierop is van belang. Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen.

MEERDERE OVERTREDINGEN

Indien zich meerdere overtredingen voordoen uit de lage of gemiddelde prioriteit, verandert de prioriteit in de eerst hoger liggende schaal van prioriteiten.

4.2.6 Meetbare doelstellingen

De visie, uitgangspunten, ambitie en strategische doelstellingen zijn richtinggevend voor de uitvoering van de taken van de teams Vergunningen en Handhaving. Met inachtneming van dit strategisch kader is een omgevingsanalyse uitgevoerd en zijn de prioriteiten voor de vergunningverlening, toezicht en handhaving gesteld. Op basis van de prioriteiten zijn meetbare doelstellingen opgesteld. Deze zijn in de omgevingsanalyse opgenomen. De prioriteiten en meetbare doelstellingen worden nader geconcretiseerd in het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma. Daarnaast wordt jaarlijks in het evaluatieverslag VTH verantwoord in hoeverre deze doelen hebben bijgedragen aan het realiseren van de ambities en strategische doelen. Hiermee wordt de beleids-cyclus van de BIG8 gesloten.

5 strategie, werkwijze & Middelen

5.1 handhavingsinstrumenten

Er zijn verschillende handhavingsinstrumenten die gebruikt kunnen worden om handhavend op te treden. Hiervoor dient allereerst een onderscheid gemaakt te worden tussen bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten en strafrechtelijke handhavingsinstrumenten. De bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten bestaan uit het geven van een schriftelijke waarschuwing, het middels een vriendelijk verzoek (laten) legaliseren van een illegale situatie, een voornemen tot last onder dwangsom of bestuursdwang en het uiteindelijke besluit tot oplegging van een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang. Daarnaast zijn er specifieke vormen van bestuursdwang, zoals het opleggen van een gebruiksbeperking, het opleggen van een bouw- of sloopstop of, het verwijderen van spullen en/of voertuigen van de openbare weg. Tevens kan een vergunning worden ingetrokken als hiervan gedurende een periode van 1 jaar geen gebruik wordt gemaakt (Wabo) of er andere redenen zijn om deze in te trekken (geen gebruik, bedrog, valsheid in geschrifte etc. op basis van overige wet- en regelgeving).

De bestuurlijke boete is een boete die onder andere in de DHW mogelijk is gemaakt. Deze kan voor een aantal overtredingen worden opgelegd. De bestuurlijke boete komt geheel toe aan de gemeente. Daarentegen ligt het proces van bezwaar en beroep en het innen van de boete in zijn geheel bij de gemeente. Naast voornoemde bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten bestaat er in het strafrecht het geven van een waarschuwing en uitdelen van een boete. Dit kan een bestuurlijke strafbeschikking zijn voor overlastfeiten, een bestuurlijke strafbeschikking milieu voor eenvoudige milieudelicten, een Wet Mulderbon (verkeersovertredingen) of een Proces-Verbaal.

Tot slot beschikt de burgemeester over een aantal bevoegdheden ten aanzien van handhaving van de openbare orde, zoals het noodbevel.

Privaatrechtelijk zijn er voor de gemeente ook mogelijkheden:

1 Gebruik maken van de eigenaar bevoegdheid

Wanneer inbreuk wordt gemaakt op een eigendom van de overheid, kan de overheid gebruikmaken van de bevoegdheden die een eigenaar toekomt en op basis hiervan een einde makenaan een strijdige situatie.

2 Sluiten van een overeenkomst

De gemeente kan met een burger een overeenkomst sluiten waarin de rechten en plichten vanzowel de gemeente als de burger zijn geregeld. Aan dergelijke overeenkomsten kan een bepaling worden opgenomen dat bij niet-nakoming van de overeenkomst de burger/een bedrijf een boete is verschuldigd aan de gemeente.

3 Actie ondernemen naar aanleiding van een onrechtmatige daad

De gemeente is bevoegd om handhavend op te treden wanneer een burger een onrechtmatigedaad pleegt, bijvoorbeeld de beschadiging van een gemeentelijke zaak zoals een boom of eenverkeersbord. De gemeente kan daarbij eisen de gemeentelijke zaak weer te herstellen.

In de gemeente Diemen vinden controles aangekondigd en onaangekondigd plaats. Er kan, afhankelijk van de toezichts- of handhavingstaak, in uniform of herkenbare gemeentejas worden gecontroleerd, maar ook in burgerkleding. Er kan gebruik worden gemaakt van een herkenbaar voertuig, maar ook een burgervoertuig. Controles vinden geprogrammeerd plaats, dan wel op klacht, melding of als hiertoe aanleiding is (signaal van een toezichthouder).

Controles geschieden ook met externe partijen plaats (zoals politie, Belastingdienst, Voedsel- en Warenautoriteit, arbeidsinspectie, Staatsbosbeheer en Groengebied-Amstelland).

5.2 Handhavingsstrategie

Per toezichts- of handhavingstaak zal aan de hand van de tafel van elf beoordeeld worden in hoeverre de overtreders zich bewust zijn van een gemaakte overtreding. De doelgroepen worden goed inzichtelijk gemaakt. Indien sprake is van een doelgroep waarvan ingeschat wordt dat die onbewust acteert, vindt eerst preventie plaats middels een uitgebreid communicatietraject (preventieve handhavingsstrategie). Bij het handhaven van overtredingen die plaats vinden als gevolg van een onbewuste actie, zal veelal een herstelactie worden ingezet (last onder bestuursdwang of last onder dwangsom). Indien sprake is van een doelgroep waarbij men zich bewust is van een overtreding, zal eerder gekozen worden voor een sanctionerende maatregel. Het uitgangspunt voor de handhaving is de landelijke handhavingsstrategie, die bij het bepalen van de sanctie ook heel duidelijk ingaat op het gedrag van de overtreder. Hierbij wordt opgemerkt dat bij het opleggen van een dwangsom, niet alleen gekeken wordt naar de reële prikkel die ervan uit moet gaan, maar ook naar de doelgroep (particulier of bedrijf). Er kan in bepaalde gevallen voor wat betreft de hoogte van de dwangsom dan ook onderscheid gemaakt worden tussen particulieren en bedrijven.

Een professionele handhaving kenmerkt zich door een consequente uitvoering. Door middel vaneen vastgesteld stappenplan bij overtredingen kan hieraan invulling worden gegeven. Binnende gemeente Diemen wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde driestappenschema.

Na het constateren van een overtreding hanteert de gemeente Diemen bij het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie het volgende driestappenschema. In bijlage 4 is het processchema voor toezicht en handhaving opgenomen welke onderstaande werkwijze toelichten.

1. Controle en vriendelijk verzoek

De overtreder wordt door middel van een vriendelijk verzoek op de overtreding gewezen enkrijgt de mogelijkheid, indien mogelijk, om binnen een gestelde termijn de overtreding te legaliseren en eventuele schade te herstellen.

2. Hercontrole en vooraankondiging sanctie (mogelijkheid tot zienswijzen)

Als geconstateerd wordt dat aan het eerste schrijven geen gehoor is gegeven, wordt naar deovertreder een bestuurlijke waarschuwing (vooraankondiging) verstuurd met een nieuwetermijn.

Daarbij wordt duidelijk gemaakt welke sancties de gemeente openstaan om de

overtreding te doen beëindigen en eventuele schade te herstellen. Tevens krijgt de overtreder in deze brief de mogelijkheid zijn zienswijze tegen genoemde sanctie kenbaar te maken.

3. Oplegging en uitvoering bestuursrechtelijk besluit

Als ook de bestuurlijke waarschuwing niet tot het gewenste resultaat heeft geleid, legt degemeente conform de procedure van de Algemene wet bestuursrecht eenhandhavingsbesluit op. Na het verstrijken van de termijn in dit besluit worden deaangekondigde sancties geëffectueerd middels het houden van een handhavingscontrole en het toepassen van bestuursdwang of het innen van de van rechtswege verbeurde dwangsom.

De keuze voor drie stappen is ingegeven door het inzicht dat enerzijds een overtreder deruimte dient te krijgen zijn gedrag aan te passen en maatregelen moet kunnen nemen. Anderzijds mag het handhavingstraject niet onevenredig lang worden met het gevaar dat er onvoldoende zicht is op het beëindigen van de illegale situatie.

Van het stappenschema kan in de volgende situaties worden afgeweken:

•De overtreding heeft betrekking op een situatie met acuut gevaar of op grove nalatigheid.In deze situatie wordt direct een handhavingsbeschikking opgelegd zonder of met eenzeer korte termijn voor herstel (spoedbestuursdwang).

  • Wanneer de overtreding:

    • o

      doelbewust is begaan;

    • o

      er sprake is van een overtreding waarop de overtreder reeds eerder is gewezen;

    • o

      de overtreding niet gering van omvang is;

wordt er direct een bestuurlijke waarschuwing of bestuursrechtelijk besluit met een hersteltermijn verzonden en al door de buitengewoon opsporingsambtenaar (Boa) van de gemeente een strafrechtelijke vervolging plaatsvinden;

•Wanneer bestuursrechtelijk optreden geen oplossing biedt, bijvoorbeeld omdat er sprakeis van onherstelbare schade of recidive, zal direct door de buitengewoon opsporingsambtenaar van de gemeente een strafrechtelijke vervolging plaatsvinden. Voorbeelden van overtredingen zijn, niet voldoen aan de opruimplicht, parkeerexcessen en afvaldelicten. De hoogte van de boetes wordt niet door de gemeente vastgesteld, maar wordt landelijk vastgesteld.

Na het constateren van een overtreding hanteert de gemeente Diemen een strafrechtelijke sanctie in de volgende situaties. Een strafrechtelijke waarschuwing kan gegeven worden indien men zich zeer onbewust is van de overtreding (preventieve handhavingsstrategie). Daar waar een bestuurlijke boete kan worden uitgeschreven (voor overlastfeiten of milieufeiten) wordt een bestuurlijke boete uitgedeeld en wordt geen gebruik gemaakt van bestuursrechtelijke middelen. Daar waar deze mogelijkheid niet bestaat en er sprake is van recidive wordt gebruik gemaakt van het Proces-Verbaal.

De bestuurlijke strafbeschikking wordt opgemaakt en in het systeem ingevoerd. Het OM handelt deze verder af. Bij de Wet Mulderbonnen wordt de uitgereikte bon ook in het systeem ingevoerd, waarna het CJIB deze verder afhandelt. Bij het opmaken van een Proces-Verbaal wordt een verbaal getikt en inzonden naar het OM. De systemen zijn beveiligd voor onbevoegden.

5.3Werkwijze

Met het stappenplan en de werkwijze uit de vorige paragraaf streeft de gemeente naar een uniformeuitvoeringsstrategie voor de handhaving in Diemen. Uiteraard kan de wijze waarop toezicht en handhaving plaatsvindt per taakgebied verschillen. Deze verschillen zijn enerzijds ingegeven door de specifieke taken die elk taakveld heeft, anderzijds zijn ze ingegeven door een verschil in uitwerking van de prioriteiten en kernbepalingen uit hoofdstuk 3 en het verschil van de doelgroep. De specifieke werkwijze zal in dit hoofdstuk verder worden weergegeven.

5.4 Organisatie

Zoals al even kort is aangehaald, heeft het team Handhaving en OO&V vijf taakgebieden, te weten:

  • Bouwen

  • Milieu

  • Brandveiligheid

  • Horeca

  • Openbare Ruimte

5.5 Capaciteit

Het team Vergunningen bestaat op dit moment uit negen medewerkers ( 7,64 fte). In onderstaande tabel ziet u het aantal fte´s gerelateerd aan het taakveld. Het overzicht is afgestemd op de begroting en het afdelingsplan.

Vergunningverlening

functie

Taakveld

fte

Casemanager Wabo

Bouwen

1

Senior casemanager Wabo

Bouwen

1

Senior casemanager Wabo inhuur

Bouwen

0,25

Administratief medewerker bouwen en bouwarchief

Bouwen

1

Medewerker milieu

Milieu

0,78

Medewerker APV

APV

1

Medewerker Horeca

APV (accent Horeca daarnaast behandeling van omgevingsvergunningen APV)

0,26

Jurist

Bouwen, Brandveiligheid, Ruimtelijke Ont-wikkeling, APV, Milieu, Horeca, Opiumwet, Verkeersbesluiten

1

Administratief medewerker APV/algemeen

APV, Horeca

0,6

Coördinator

Milieu, Brandveiligheid, Bouwen, Horeca en Openbare Ruimte, aansturing, beleid

1

Het team Handhaving en OO&V bestaat op dit moment uit negen medewerkers (8,77 fte). In onderstaande tabel ziet u het aantal fte´s gerelateerd aan het taakveld. Het overzicht is afgestemd op de begroting en het afdelingsplan. Allereerst moet opgemerkt worden dat onderstaande capaciteit vermoedelijk slechts voor het jaar 2015 geldt. Zoals eerder aangegeven, zal de gemeente Diemen in 2016 de taken op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving onderbrengen in een te formeren uitvoeringsorganisatie DUO+. Dat betekent dat de taken op voornoemd gebied, als hiertoe overgegaan wordt, op basis van een dienstverleningsovereenkomst ingekocht zullen moeten worden. Bij het aangaan van een dergelijke dienstverleningsovereenkomst zal heroverwogen moeten worden welke capaciteit op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving ingekocht zal worden. Ook kan op dat moment heroverwogen worden of de uitbreiding van Diemen met diverse woonwijken ertoe moet leiden dat er meer handhavingscapaciteit moet komen.

functie

Taakveld

fte

Inspecteur Bodem

Milieu

0,22

Inspecteur bedrijven / Boa domein 2

Milieu

2

Inspecteur brandveiligheid

Brandveiligheid

0,67

Inspecteur bouw- en woningtoezicht

Bouwen

1

Inspecteur bouw- en woningtoezicht (inhuur)

Bouwen

0,83

Controleur / Handhaver Openbare Ruimte/Boa domein1

Openbare Ruimte

3

Administratief medewerkster

Milieu, Brandveiligheid, Bouwen en Openbare Ruimte (accent Milieu)

0,78

Medewerker OO&V

OO&V

0,9

Medewerker OO&V

OO&V

0,96

Medewerker OO&V

OO&V

0,6

Medewerker OO&V

OO&V

0,39

Coördinator

Milieu, Brandveiligheid, Bouwen, Horeca en Openbare Ruimte

1

Opgemerkt dient te worden dat de inspecteur brandveiligheid op dit moment een eenpitsfunctie betreft. Hierdoor is de gemeente kwetsbaar. Taakroulatie kan voor deze functie vooralsnog niet plaatsvinden. Wel kan de kazerne Diemen worden ingehuurd voor bepaalde toezichts- of handhavingstaken. Gelet op de mogelijk aankomende uitvoeringsorganisatie is deze kwetsbaarheid mogelijk van korte duur. Bij de inspecteurs milieu geldt dat het bedrijvenbestand eenmaal per drie jaar wordt gerouleerd. Voor de juridische ondersteuning wordt gebruik gemaakt van de afdelingsjuriste van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling die de vier teams (Team Ruimtelijk Beleid, Team Projecten, Team Vergunningen en Team Handhaving en OO&V) van deze afdeling van juridisch advies en juridische stukken voorziet. Zij wordt op dit moment tijdelijk ondersteund door een tweede jurist. Tezamen met de coördinator van het team Handhaving en OO&V verrichten zij al het juridische werk op het gebied van toezicht en handhaving.

Daarnaast wordt een beperkt gedeelte van het toezicht op het Bouwbesluit (taakveld brandveilig-heid) verricht door de brandweer. Hier ligt een dienstverleningsovereenkomst aan ten grondslag.

Een medewerker van de GGD is aangewezen als toezichthouder op hygiëne van woningen. Bij vervuilde woningen doet hij veelal het toezicht en stelt hij rapportages op ten behoeve van een eventuele aanschrijving.

Voor het wegslepen van voertuigen huurt de gemeente Diemen de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam in. Daarnaast wordt het toezicht op prostitutie en escort verricht door het Team Mensenhandel van de politie.

Ook wordt intensief samengewerkt met het wijkteam Diemen (politie). Hierbij kan gedacht worden aan toezicht bij evenementen, parkeren bij scholen, integrale controles bij bedrijven, woningontruimingen, hondencontroles en veiligheidscontroles door meer blauw op straat. Daarnaast wordt samengewerkt met de buitengewoon opsporingsambtenaren van Groengebied Amstelland en Staatsbosbeheer. In het handhavingsarrangement die door alle partijen is ondertekend, wordt aangegeven hoe er wordt samengewerkt en hoe, waar en door wie toezicht wordt gehouden en handhavend wordt opgetreden. De gemeente heeft daarnaast, zoals eerder vermeld, het verplichte wettelijke basispakket ten aanzien van de milieutaken uitbesteed aan de Omgevingsdienst. Voor dit verplichte basispakket volgt de Omgevingsdienst de landelijke richtlijnen. Dit basispakket bestaat uit (433 uren, 38 bedrijven):

  • ·

    toezicht en handhaving milieu voor de complexe/risicovolle gemeentelijke inrichtingen;

  • ·

    voorbereiding van het milieudeel van de Wabo-vergunning en voor de Wabo-vergunning beperkte milieutoets bij meldingen voor deze gemeentelijke bedrijven;

  • ·

    vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu en BRIKS-taken (bouw, reclame,inritten, kappen, slopen) voor alle provinciale inrichtingen, waaronder complexerisicovolle industriële inrichtingen en voor de zogenaamde WGB-inrichtingen (Verklaringvan geen bedenkingen);

·ketentoezicht en vergunningverlening, toezicht en handhaving voor projecten vanprovinciaal belang;

·toezicht en handhaving inrichtinggebonden bodemtaken.

5.6 Mandatering

Vergunningen

In het vastgestelde mandaatbesluit is aangegeven tot welk niveau correspondentie van vergunning-verlening door de vergunningverlenende ambtenaren kan worden afgedaan. De hoofdregel is dat de coordinator Vergunningen is gemandateerd om besluiten te nemen op aanvragen om een omgevingsvergunning , vergunningen op grond van DHW, meldingen op grond van het Bouwbesluit en de APV.

Handhaving

In het vastgestelde mandaatbesluit is tevens aangegeven tot welk niveau handhavingscorrespon-dentie door de handhavende ambtenaren kan worden afgedaan. De hoofdregel is dat de afdelings-manager van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling gemandateerd is om alle handhavingsbrieven te ondertekenen en daarvoor de verantwoordelijkheid draagt. Indien er zienswijzen worden ingediend ná de vooraankondiging zal het definitieve handhavingsbesluit worden genomen na overleg met de portefeuillehouder handhaving. Indien er geen zienswijzen worden ingediend maar er sprake is van een politiek gevoelige casus dan de portefeuillehouder ten aanzien van die zaak moet beslissen. De portefeuillehouder ziet alleen voorstellen als er bezwaar-, of beroepsprocedures spelen. Voorts kan opgemerkt worden dat er geen mandaat is verleend voor de taken die verplicht aan de Omgevings-dienst zijn overgedragen. In 2015 zal dit besluit alsnog heroverwogen worden.

Voor het kunnen opleggen van de bestuurlijke strafbeschikking voor milieufeiten is het mandaat van de directeur van de Omgevingsdienst noodzakelijk. Al meerdere keren is getracht dit mandaat te verkrijgen, maar tot op heden is het niet gelukt. De Omgevingsdienst is er nog niet klaar voor. Getracht wordt dit mandaat alsnog op korte termijn te verkrijgen.

5.7 Kwaliteitsbewaking & Opleidingen

Het bewaken van de kwaliteit van het VTH-proces vormt een essentieel onderdeel van de VTH-cyclus. Gelet echter op de invoering van een nieuwe digitale werkomgeving (Squit XO, Buiten Binnen en Squit 2 Go) zullen de managementrapportages eenvoudiger te genereren zijn.

Voor VTH wordt er gebruik gemaakt van de onderstaande methode:

controleacties kwaliteitsbewa-king

Controlemiddel

mogelijke afwijking

te verrich-ten actie

Verantwoor-delijke medewerker

vergunningen

BEHANDELING AANVRAGEN

Telling en registratie in Squit XO

Van rechtswege vergunning

Achterstan-den wegwerken, extra menskracht inzetten

Casemanagers Wabo, APV, Horeca en de coördinator

dossieropbouw

(digitaal)

Steeksproefgewijs in Squit XO

Dossier is niet ingericht volgens handleiding Squit XO

Maandelijkse controle middels opschoonlijst / Correctie achteraf

Casemanagers Wabo, APV, Horeca en de coördinator

afhandeling acties

Bewaking door coördinator

Actie wordt niet of te laat uitgevoerd

Rappel door coördinator

coördinator

opmaak brieven

Controle door casemanager en de coördinator / 4 ogen principe

Uitgaande brieven bevatten onvolledige of onjuiste motivering

Coördinator informeert naar motieven en verzoekt zonodig om aanpassing van de brief

Casemanager / coördinator

evaluatie werkprocessen

Bewaking actualiteit eens per jaar

Proces is niet of onvoldoende actueel

Aanpassen werkproces c.q. protocol

coördinator / afdelingsmanager

handhaving

Planning controles

Telling en registratie in Squit XO, Buiten Binnen

Achterblijven bezoeken

Achterstan-den wegwerken, extra menskracht inzetten, planning herzien

Inspecteurs / coördinator

Planning hercontroles

Telling en registratie in Squit XO, Buiten Binnen

Hercontroles vinden niet plaats of vinden te laat plaats

Rappellering door inspecteurs / coördinator

Inspecteurs / coördinator

dossieropbouw

(digitaal)

Steeksproefs-gewijs in Squit XO en Buiten Binnen

Dossier is niet ingericht volgens de checklist

Dossier opnieuw inrichten

coördinator / juridisch medewerker/administratief medewerker

verslaglegging bezoeken (Digitaal)

Steekproefs-gewijs

Geen of onvoldoende registratie

Opdracht de registratie te optimaliseren

coördinator / juridisch medewerker/administratief medewerker

opmaak brieven

Controle door coördinator en juridisch medewerker / 4 ogen principe

Uitgaande brieven bevatten niet alle essentiële onderdelen

Coördinator / juridisch medewerker informeert naar motieven afwijking en verzoekt zonodig om aanpassing van de brief

coördinator / juridisch medewerker

toepassing strategie en werkwijze

Controle door coördinator en juridisch medewerker / 4 ogen principe

Sancties, begunstigingstermijnen, communicatie, samenwerking en gedogen, niet conform strategie

Coördinator / juridisch medewerker informeert naar motieven afwijking en verzoekt zonodig om aanpassing van de strategie

coördinator / juridisch medewerker

afhandeling acties

Bewaking door coördinator

Actie wordt niet of te laat uitgevoerd

Rappel door coördinator

coördinator

evaluatie werkprocessen

Bewaking actualiteit eens per jaar

Proces is niet of onvoldoende actueel

Aanpassen werkproces c.q. protocol

coördinator / afdelingsmanager

Voorts geldt dat, daar waar mogelijk, de controles om de drie jaar door een andere inspecteur worden gedaan, om de kwaliteit van controles te waarborgen. Een vereiste daarbij is de zorg voor voldoende opleiding. Op dit moment is er slechts een afdelingsbudget beschikbaar waar alle medewerkers gebruik van moeten maken. Aangezien de Boa’s met enige regelmaat verplichte cursussen (bijspijkeropleiding domein II, BOA-diploma, permanente her- en bijscholing voor domein I, verkeersregelaarsexamen, etc.) moeten doen, is het deel van het opleidingsbudget dat voor hen beschikbaar is al opgesoupeerd. Bij de invoering van het toezicht op de DHW is een apart budget toegekend. Naast de verplichte opleidingen zijn er tevens andere opleidingen die van belang zijn voor een goede professionele uitvoering van de handhaving. De continue ontwikkelingen op dit gebied maken het ook dat cursussen en opleidingen noodzakelijk zijn om bij te kunnen blijven. Het budget per toezichthouder c.q. handhaver is ongeveer € 1.500,-- op jaarbasis.

5.8 Samenwerking, overleg, Veiligheid en bereikbaarheid

Bij handhaving spelen samenwerking en overleg een belangrijke rol. Samenwerken met anderepartners is in gevallen waar sprake is van overlapping van bevoegdheden en verschillende relevante wetgeving, nodig. Over de vorm en inhoud van de oog en oorfunctie worden in de lokale hand-havingsoverleggen afspraken gemaakt. De afspraken worden vastgelegd in het handhavings-arrangement dat tot doel heeft goede afspraken over de handhaving te maken (werkverdeling, samenwerking, bestuursrechtelijke of strafrechtelijke aanpak etc.).

Voor het toezicht op de naleving van bepaalde regelgeving is het van belang om ook buitenkantoortijden controles te verrichten (o.a. geluidscontroles, evenementen, horecacontroles).

De controleurs / handhavers Openbare Ruimte die tevens buitengewoon opsporingsambtenaar zijn, werken in roosterdienst en draaien zowel avond- (regulier tot 22.00 uur) als weekenddiensten. Daarnaast werken bepaalde inspecteurs in de avonddienst om bijvoorbeeld bepaalde klachten te kunnen afhandelen of bepaalde controles te kunnen uitvoeren. Dergelijke acties zullen snel een projectmatig karakter hebben en zijn opgeschaald tot een project met een integraal karakter.

Medewerkers van de gemeentewerf draaien om tourbeurt piketdienst en zijn de contactpersonen voor situaties buiten kantooruren. Het is vervolgens aan hen om af te wegen of en zo ja wie mogelijk moet worden ingeschakeld bij een bepaalde melding/ klacht. Het team Handhaving en OO&V heeft zich aangesloten bij de piketdienst van de Omgevingsdienst voor wat betreft milieu-incidenten. Indien de milieu-inspecteuren van het team Handhaving en OO&V niet bereikbaar of niet aanwezig zijn, zal de Omgevingsdienst worden ingeschakeld. Ook kan de Omgevingsdienst worden ingeschakeld indien de klacht te omvangrijk is voor de milieu-inspecteuren.

Voor de bouwincidenten wordt nog steeds gezocht naar een piketregeling. De Omgevingsdienst biedt deze regeling tot op heden niet aan. Wel wordt regelmatig gebruik gemaakt van de Omgevingsdienst voor het beoordelen van constructieve veiligheid, ook bij calamiteiten. Burgers kunnen het betreffende telefoonnummer vinden in de gemeentegids en op de gemeentelijke website (via de boodschappendienst).

De controleurs / handhavers Openbare Ruimte hebben geen geweldsmiddelen. Zij zijn voorzien van steekvesten en kunnen middels hun portofoon rechtstreeks via de noodknop de politie inschakelen.

Bij grootschalige of gevaarlijke acties waarbij gezamenlijk met de politie wordt opgetreden, lopen de Boa’s vaak in koppels met de politie. Aangezien de Boa’s geen geweldsmiddelen hebben, is de regeling Toetsing Geweldsbeheersing BOA (verder: RTGB) niet verplicht. Verwacht wordt dat dit binnen afzienbare tijd wel verplicht wordt. De regeling is in 2005 verplicht gesteld door het ministerie, voor buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) met geweldsbevoegdheden. Aan deze regeling is een toetsing verbonden. De boa moet ieder jaar dan verplicht aan deze toetsing voldoen. Voldoet hij/zij hier niet aan is de boa niet bevoegd om zijn geweldsbevoegdheid uit te voeren.

Mocht hij/zij dit wel doen, dan zijn zowel de boa als de werkgever aansprakelijk voor het mogelijk ontstane letsel of schade. Daarnaast is de werkgever op grond van de Arbowet verplicht zorg te dragen voor een veilige werkomgeving. Een cursus RTGB zou het gevoel van veiligheid van de Boa’s doen vergroten.

Alle inspecteurs van het team Handhaving en OO&V beschikken over een mobiele telefoon en een I-pad om digitaal toezicht te kunnen houden en te kunnen handhaven. De drie controleurs / handhavers Openbare Ruimte hebben allen een portofoon, waarmee zij zijn aangesloten op het C 2000 netwerk. Zij staan dus rechtstreeks met de politie in contact. Tijdens evenementen wordt gewerkt met een speciaal evenementenkanaal. Daarnaast beschikken de drie controleurs / handhavers Openbare Ruimte over een portofoon waarbij zij bij het regelen van het verkeer tijdens calamiteiten met andere verkeersregelaars in contact staan. De controleurs / handhavers Openbare Ruimte wonen zo veel mogelijk de politiebriefing bij om zo op de hoogte te blijven wat er in Diemen speelt, voor hun veiligheid en om de politie te ondersteunen in de ogen – en orenfunctie. Het gebruik van de portofoon staat overigens ter discussie in het kader van de Wet politiegegevens. De politie komt met een voorstel om binnen de kaders van de Wet politiegegevens de briefing anders in te richten en het portofoonverkeer te beperken, waarbij de veiligheid van de controleurs gegarandeerd wordt.

5.9 Middelen

In de begroting 2015 is een budget opgenomen voor de uitbreiding van het bestaande registratiesysteem Buiten Binnen waarmee mobiel handhaven mogelijk wordt gemaakt. De Boa’s van het team Handhaving en OO&V lopen in uniform en de overige handhavers van het team Handhaving en OO&V hebben een herkenbare jas. De aanschaf van de kledij komt ten laste van het jaarlijkse budget van het team Wijkbeheer.

De toezichthouders c.q. handhavers hebben een herkenbare elektrische auto, twee dienstfietsen en drie elektrische scooters. Ook wordt gebruik gemaakt van eigen, onherkenbare voertuigen. Om de handhaving verder te professionaliseren zijn de verplichte opleidingen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun functie uit het reguliere opleidingsbudget gehaald. Op deze wijze kunnen de handhavers ook in aanmerking komen voor andere opleidingen en cursussen om zo verder te professionaliseren en up to date te blijven.

Er zijn geen specifieke budgetten voor handhaving. Budgetten die voor toezicht en handhaving kunnen worden ingezet  alsmede de structurele loonkosten zitten bij andere kostenplaatsen:

·Kostenplaats 15000 (hele afdeling):

Budget voor inhuur, materialen, contributies, opleidingen, werkkleding e.d.  Niet onderverdeeld per team.

·Kostenplaatsen APV, Drank- en Horeca e.d.:

Alleen maar opgenomen voor het onderbrengen van inkomsten zoals leges en dwangsommen.

·Kostenplaats parkeren:

Kosten voor uitvoering wegsleepregeling (€ 3.300)

·Kostenplaats milieuzaken:

Kosten voor milieu, geluidhinder, adviezen etc.

·Kostenplaats bouw- en woningtoezicht:

Advieskosten bouwtoezicht (inhuurbudget van € 100.000).

Kosten uitzettingen (€ 3.470)

Het gebruik van Squit 2 Go (digitaal werken) bevindt zich in een pilotfase. Diemen loopt hierbij voor op de andere DUO+ gemeenten. Indien het werken met Squit 2 Go positief uitpakt, zullen de andere DUO+ gemeenten dit systeem ook aanschaffen. Het werken met Squit 2 Go en ook Buiten Binnen leidt tot een aanzienlijke administratieve lastenverlichting, waardoor toezichthouders en handhavers meer zichtbaar buiten zijn.

6Monitoring en evaluatie

6.1 Inleiding

Vanuit het principe van een lerende organisatie zal regelmatig moeten worden teruggekeken op zaken als de effectiviteit van de nalevingstrategie in de praktijk en de mate van doelbereiking. Ook vraagt het gemeentebestuur om verslaglegging over de resultaten van de inspanningen op het vlak van VTH. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de wijze van programmeren, monitoren en verslagleggen.

6.2 Handhaving als cyclisch proces

Programmatisch handhaven is een cyclisch proces. Het proces begint met het vastleggen van de doelen en condities voor de handhaving die vertaald worden in een duidelijke strategie en werkwijze. Na uitvoering is monitoring het sluitstuk van deze beleidscyclus. Met monitoring wordt het mogelijk om de resultaten van het handhavingsbeleid inzichtelijk te maken. Deze informatie is nodig om te kunnen beoordelen in hoeverre de gestelde doelen gerealiseerd zijn. De resultaten van de monitoring gebruikt de gemeente om haar beleid periodiek bij te stellen.

6.3Programmering

De in hoofdstuk 2 geformuleerde strategische doelen, de prioriteiten en de jaarlijkse operationele doelen en de prioriteiten vormen het kader voor programmering van de VTH-activiteiten. Deze programmering komt tot uiting in het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma VTH, dat bestuurlijk wordt vastgesteld. In dit programma wordt aangegeven welke activiteiten in het betreffende uitvoeringsjaar worden uitgevoerd.

Aan de hand van de doelen en budgetten uit de programmabegroting, de omgevingsanalyse, de gestelde prioriteiten, de incidentele bestuurlijke prioriteiten en het naleefgedrag wordt het jaarlijkse programma gevuld.

Daarbij wordt zoveel mogelijk aangegeven wat de beoogde productie is in termen van aantal te verlenen vergunningen, uit te voeren controles en aantal afgehandelde klachten en meldingen.

In het uitvoeringsprogramma VTH worden de volgende elementen opgenomen:

  • -

    een inschatting van het soort en aantal vergunningen en meldingen;

  • -

    de voorgenomen uit te voeren handhavingsactiviteiten voor het komende jaar;

  • -

    de te realiseren productie in termen van controles c.q. handhavingsacties;

  • -

    de relatie met de gestelde ambities en doelen (paragraaf 2.1 en 4.4) en prioriteiten.

6.4 Monitoring

Monitoring is het stelselmatig en systematisch verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens om na te gaan of en in hoeverre het gevoerde beleid effect heeft en/of de gestelde doel- en taakstellingen zijn of worden gehaald. Om verantwoording te kunnen afleggen over de inspanningen en resultaten zijn verschillende gegevens nodig. Deze gegevens moeten periodiek opvraagbaar zijn voor zowel managementdoeleinden (voortgang van de uitvoering) als voor periodieke verantwoording naar het gemeentebestuur en de gemeenteraad.

Om de resultaten van de handhaving zichtbaar te maken wordt nu voornamelijk gerapporteerd over aantallen uitgevoerde controles, hercontroles, klachten en bestuursrechtelijk optreden. Het grote nadeel van de methode is dat deze wel iets zegt over de inspanningen die de overheidsorganisatie heeft verricht, maar niet wat die inspanningen hebben opgeleverd (effecten). Tevens zegt dit niets over welke overtredingen zijn geconstateerd.

De resultaten van de handhaving zullen kunnen worden uitgedrukt in tijd en hoe lang deactie duurde vanaf het eerste contact tot het moment dat de overtreding ongedaan is gemaakt. In de jaarverslagen zal hier op worden ingegaan. Er wordt gewerkt met Squit XO om de voortgang van de taken op het gebied van toezicht en handhaving voor de disciplines bouwen, milieu, brandveiligheid en horeca inzichtelijk te maken. Voor de discipline openbare ruimte wordt gebruik gemaakt van het systeem Buiten Binnen c.q. Op Orde. Ook hierin is de voortgang goed bij te houden en kan managementinformatie snel en eenvoudig gegenereerd worden. Beide systemen ondersteunen het digitaal werken, waardoor de toezichthouders en handhavers meer op straat zichtbaar zijn.

6.5 Evaluatie en verslaglegging

Evaluatie en verslaglegging met een goede verantwoording over de uitvoering van de activiteiten kan zowel de effectiviteit als de efficiëntie van de uitgevoerde taken worden beoordeeld en kan indien noodzakelijk tijdig worden bijgestuurd. Jaarlijks wordt door het college verantwoording afgelegd over de uitvoering van de taken en het behalen van de beleidsdoelstellingen. Deze verantwoording vindt plaats door het vaststellen van een jaarverslag VTH. In dit verslag wordt gerapporteerd over de in het uitvoeringsprogramma geplande en werkelijk uitgevoerde activiteiten. Ook wordt in dit verslag de beleidsevaluatie van het VTH beleid opgenomen. Hiermee wordt de beleidscyclus van de Big8 gesloten. Het evaluatieverslag wordt ter kennisname aangeboden aan de gemeenteraad.

Dit is in lijn met de structuur van de horizontale verantwoording die de rijksoverheid nastreeft. Daarnaast worden het evaluatieverslag aan de interne- en externe partners ter kennisname aangeboden

7. BIJLAGEN:

  • 1.

    Evaluatie integraal handhavingsbeleid Ruimtelijke Ontwikkeling 2011-2014

  • 2.

    Landelijke Handhavingsstrategie

  • 3.

    Prioriteiten en Risicoanalyse

  • 4.

    Processchema vergunningverlening

  • 5.

    Processchema toezicht en handhaving

Bijlage 1: Evaluatie integraal handhavingsbeleid Ruimtelijke Ontwikkeling 2011-2014

Het integraal handhavingsbeleid Ruimtelijke Ontwikkeling 2011-2014 is in december 2014/januari 2015 op ambtelijk en bestuurlijk niveau geëvalueerd. De belangrijkste punten die voor verbetering in aanmerking komen zijn hieronder weergegeven.

Bestuurlijk:

1.Duidelijke communicatie naar buiten.

Als er programmatisch op een onderwerp wordt gehandhaafd (bijvoorbeeld illegaal gestort afval, hondenoverlast, fietswrakken) is het goed om dit vooraf bekend te maken. Er kan dan worden uitgelegd waarom wordt gehandhaafd, wat het gevolg daarvan is etc. De recente aanpak in het kader van het hondenbeleid kan daarbij als voorbeeld dienen. Het is ook goed om er achteraf over te communiceren: wat heeft het opgeleverd en wat hebben we bereikt.

2.Betere communicatie met de raad.

Vanuit de raad is geklaagd over het feit dat niet steeds handhavingverslagen met de gemeenteraad zijn besproken. Ook zijn de verslagen niet steeds consequent vastgesteld. Daarvoor zijn goede redenen aan te voeren (heeft vooral te maken met stellen van prioriteiten), maar de klacht is terecht. We zullen hier voortaan zorgvuldiger mee omgaan. Tegelijkertijd zullen we ook proberen vaker stil te staan bij de zaken die heel goed gaan. Het team Handhaving en OO&V wil graag eens laten zien hoe we met de digitale middelen steeds efficiënter kunnen handhaven.

3.Duidelijke bestuurlijke taakstelling vanuit het beleidsveld.

Als er beleid wordt geformuleerd waarvan de uitvoering staat of valt met voldoende toezicht en handhaving, is het ook goed om tegelijkertijd nadrukkelijk te formuleren op welke wijze dit wordt geregeld. En ook op welke manier dit moet bijdragen aan het behalen van de beleidsdoelstellingen. Bijvoorbeeld: is bij parkeerbeleid de handhaving gericht op het zoveel mogelijk laten naleven van de regels, het innen van zoveel mogelijk parkeerbelasting of het bewerkstelligen van een aanvaardbare parkeerdruk in een gebied? Dat laatste kan bijvoorbeeld betekenen dat de handhaving beperkt is in een gebied met lage parkeerdruk. Zo zijn meer voorbeelden te noemen.

Als beleid wordt vastgesteld dat veel toezicht en handhaving vereist, moet ook tegelijkertijd worden vastgesteld hoe dat wordt georganiseerd. Nu wordt vooral na het vaststellen van beleid en regelgeving bepaald (via het handhavingsbeleid) welke prioriteiten moeten worden gesteld.

4.Snel reageren op klachten.

Als bewoners klagen willen ze snel actie zien of willen ze horen wanneer iets wordt opgepakt of waarom iets niet wordt opgepakt. In het algemeen doen wij nog veel schriftelijk af, wat veel tijd kost. Het is misschien verstandiger als zaken gewoon meer mondeling, telefonisch of per email worden afgedaan door de toezichthouders/handhavers zelf. De applicaties waarmee sinds kort wordt gewerkt maken dat ook mogelijk, zonder dat dit ten koste van registratie en dossieropbouw gaat.

5.Meer toezicht/handhaving herkenbaar op straat.

Onze boa’s voor de openbare buitenruimte (3 personen) zijn herkenbaar aan hun uniform. Dat heeft vooral voordelen en soms nadelen (als handhaving alleen mogelijk is bij heterdaad). De overige toezichthouders/handhavers hebben een gemeentelijke jas, maar zijn minder herkenbaar. Dat is ook niet nodig als je op de bouw toezicht houdt of een bedrijf controleert.

Zoals hiervoor al is aangegeven bieden de nieuwe communicatiemiddelen (buiten werken met mobiele apparatuur) de mogelijkheid om meer buiten te werken en minder tijd te moeten besteden aan administratieve taken binnen. Dat systeem willen we verder optimaliseren.

6.Verhouding aantal BOA’s openbare ruimte in relatie tot groei van wijken

Gelet op de nieuw te realiseren woonwijken, bestaat de vraag of het aantal BOA’s niet moet worden uitgebreid. In het handhavingsprogramma moet hiervoor een afweging worden gemaakt.

7.Maak een onderscheid tussen bedrijven en particulieren ten aanzien van de hoogte van de op te leggen dwangsommen.

Ambtelijk:

  • ·

    Voeg het beleid toe omtrent het intrekken van vergunningen en de periode wanneer vergunningen kunnen worden ingetrokken;

  • ·

    Benadruk in het beleid meer het toezicht;

  • ·

    De ontwikkelingen privatisering van het toezicht en de omgevingswet moeten worden opgenomen in het nieuwe beleid;

  • ·

    Voeg de diverse vormen van toezicht toe (aangekondigd en onaangekondigde bezoeken);

  • ·

    Onderzoek of in de prioriteiten bouwen zonder vergunning (in zijn algemeenheid) moet worden toegevoegd. Soms valt een bouwwerk niet exact onder een specifieke prioriteit.

  • ·

    Beoordeel of voldaan moet worden aan de landelijke handhavingsstrategie;

  • ·

    Gebruiksbesluit is inmiddels ingetrokken en moet vervangen worden door Bouwbesluit 2012;

  • ·

    Voeg als sanctie toe de Bestuurlijke Strafbeschikking voor milieu en draag zorg voor een mandatering van deze bevoegdheid door de omgevingsdienst;

  • ·

    Voeg onder het kopje integrale handhaving toe dat dit ook betekent het verminderen van de toezichtslast voor bewoners en bedrijven;

  • ·

    Maak duidelijk wanneer van strafrecht gebruik wordt gemaakt en wanneer van bestuursrecht gebruik wordt gemaakt (milieu);

  • ·

    In de gemiddelde categorie ook een dwangsom innen als op het inningsmoment een einde is gemaakt aan de overtreding.

  • ·

    Voeg de handhavingsstrategie voor het strafrecht toe;

  • ·

    Voeg onder handhavingsstrategie een vierde stap toe: controle en innen dwangsom;

  • ·

    Voeg een extra categorie onder hoge prioriteit toe: bewoning bedrijventerrein;

  • ·

    Kleine inhoudelijke opmerkingen c.q. taalkundige opmerkingen.

Voorts heeft de Provincie in het kader van het interbestuurlijk toezicht de volgende opmerkingen gemaakt:

  • ·

    Alle documenten voor het proces toezicht en handhaving zijn aanwezig (Big 8)

  • ·

    Behoud de integrale controles;

  • ·

    Inzichtelijk maken relatie van de toezichts- en handhavingsproducten;

  • ·

    Maak een duidelijk onderscheid tussen de taken van de omgevingsdienst en de gemeente;

  • ·

    De middelen die voor handhaving nodig zijn in het beleid, dan wel uitvoeringsprogramma, inzichtelijke maken en vastleggen in de begroting;

  • ·

    Nalevingsstrategieën bundelen en laten vaststellen door het college, de doelgroepenanalyse uitvoeren aan de hand van de tafel van elf en inzichtelijk maken voor welke doelgroep welke nalevingsstrategie wordt gehanteerd en voeg de preventiestrategie toe;

  • ·

    Uitvoeringsprogramma door omgevingsdienst laten vaststellen en toezenden naar de raad;

  • ·

    Personeel periodiek rouleren, zodat deze niet voortdurend worden doorbelast met het toezicht op dezelfde inrichtingen;

  • ·

    De voortgang en resultaten monitoren met behulp van een geautomatiseerd systeem;

  • ·

    Asbest meenemen in risicoanalyse milieu en openbare ruimte;

  • ·

    Ketentoezicht asbest/bodem meenemen als aandachtspunt;

  • ·

    De taken op het gebied van toezicht en handhaving omgevingsrecht worden adequaat uitgevoerd.

Bijlage 2: Landelijke Handhavingsstrategie

Bijlage 3: Prioriteiten en Risico-analyse

HELE HOGE PRIORITEIT

NUMMER

Specificatie

Handhavingstaak

1

Alle categorieën constructieve veiligheid met uitzondering van zeer eenvoudige constructies

Strijd met het Bouwbesluit /Woningwet

2

Alle categorieën brandveiligheid

Strijd met het Bouwbesluit /Woningwet

3

Externe veiligheid

Strijd met Bevi, Revi

4

Vuurwerk

Strijd met Vuurwerkbesluit / Wet Milieubeheer

5

Brandgevaarlijke opslag / explosiegevaar

Strijd met Wet milieubeheer / Activiteitenbesluit

6

Meldingen illegale lozingen en incidenten

Strijd met Wet milieubeheer / ASV/Besluit lozen buiten inrichtingen

7

Ter beschikking stellen consumentenvuurwerk tijdens verkoopdagen

Strijd met Vuurwerkbesluit / APV

8

Vuur onderhouden bij gebouwen

Strijd met Wetboek van Strafrecht

9

Grote evenementen

Strijd met APV

10

Veiligheid of gezondheid bij bouwen, slopen, gebruik bouwwerk

Strijd met de Bouwverordening / Bouwbesluit/ Woningwet

11

Verkeersonveiligheid door bouwwerken

Strijd met Wabo / Geen of in afwijking van een omgevingsvergunning

12

Mishandeling ambtenaar in functie

Strijd met Wetboek van Strafrecht

HOGE PRIORITEIT

NUMMER

SPECIFICATIE

HANDHAVINGSTAAK

1

Kamerbewoning

Strijd met het Bouwbesluit

2

Geen omgevingsvergunning gebruik/ geen melding brandveilig gebruik

Strijd met Wabo

3

Afwijking omgevingsvergunning gebruik

Strijd met Wabo

4

Overbevolking in woonruimte, bewoning bedrijventerrein

Strijd met Bouwbesluit /strijd bestemmingsplan

5

Wijziging monument / beschermd dorpsgezicht

Strijd met Wabo / Geen of afwijking omgevingsvergunning

6

Woongebouw overige veiligheid

Strijd met het Bouwbesluit

7

Ziekenhuis / zorgcentra overige veiligheid

Strijd met het Bouwbesluit

8

Sporthal / zwembad overige veiligheid

Strijd met het Bouwbesluit

9

Restaurant / café / horeca overige

Strijd met het Bouwbesluit

10

(Kinder)dagverblijven overige veiligheid

Strijd met het Bouwbesluit

11

Scholen overige veiligheid

Strijd met het Bouwbesluit

12

Interne constructieve wijziging gebouwen

Strijd met Wabo / Geen of afwijking omgevingsvergunning

13

Bedrijven overige veiligheid

Strijd met het Bouwbesluit

14

Kantoren overige veiligheid

Strijd met het Bouwbesluit

15

Winkels overige veiligheid

Strijd met het Bouwbesluit

16

Risicovol asbest (ketentoezicht)

Strijd met de Bouwverordening/ Wet milieubeheer/ Wet bodembescherming / Asbestverwijderingsbesluit

17

Afvalwater bij inrichtingen

Strijd met Wet milieubeheer / Activiteitenbesluit

18

Afval bij inrichtingen

Strijd met Wet milieubeheer / Activiteitenbesluit

19

Bodem bij inrichtingen

Strijd met Wet milieubeheer / Activiteitenbesluit

20

Energie

Strijd met Wet milieubeheer / Activiteitenbesluit

21

Geluid bij bedrijven / horeca

Strijd met Wet geluidhinder /Activiteitenbesluit

22

Geluid bij evenementen

Strijd met Wet geluidhinder /AMvB’s

23

Bodem bij niet-inrichtingen

Strijd met Wet Bodembescherming

24

Verkeersbesluiten voor werken

Strijd met Wegenverkeerswet / BABW

25

Parkeren bij scholen

Strijd met RVV/Wet Mulder

26

Werken op of aan de weg / CROW

Strijd met Wegenverkeerswet

27

Verbod afvalstoffen anders dan afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Strijd met ASV

28

Verbod afvalstoffen anders dan via aangewezen inzamelmiddel aanbieden

Strijd met ASV

29

Verbodafvalstoffen op andere dagen en tijden aan te bieden

Strijd met ASV

30

Verbod afvalstof in bodem aan te brengen / houden

Strijd met ASV

31

Verbod opslag afvalstoffen

Strijd met ASV

32

Samenscholing

Strijd met APV

33

Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten / gebouwen

Strijd met APV

34

Openlijk gebruik en handel

Strijd met APV

35

Hinderlijk gebruik van drank en softdrugs

Strijd met APV

36

Betreden gesloten woning of lokaal

Strijd met APV/Wetboek van Strafrecht

37

Vernieling

Strijd met Wetboek van Strafrecht

38

Belediging ambtenaar in functie

Strijd met Wetboek van Strafrecht

39

Bedreiging met geweld

Strijd met Wetboek van Strafrecht

40

Verbod vuur te stoken

Strijd met APV/Wetboek van Strafrecht

41

Bezigen consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling

Strijd met APV

42

Objecten onder hoogspanningsleiding

Strijd met APV

43

Blauwe zone

Strijd met RVV/Wet Mulder

44

Parkeren van grote voertuigen

Strijd met APV

45

Parkeren in strijd met parkeerverbod

Strijd met RVV/Wet Mulder

46

Parkeren langs gele strepen

Strijd met RVV/Wet Mulder

47

Parkeren buiten de vakken

Strijd met RVV/Wet Mulder

48

Evenementen

Strijd met APV, Brandbeveiligingsverordening

49

Exploitatie (horeca)

Strijd met APV

50

Horeca

Strijd met DHW

51

Ordeverstoring in horeca

Strijd met APV

52

Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen

Strijd met APV

53

Verbreken zegels vanwege bevoegd gezag

Strijd met Wetboek van Strafrecht

54

Staat bouwwerk, open erf of terrein

Strijd met de Bouwverordening

55

Verbod op het ter inzameling aanbieden door anderen dan de gebruikers

Strijd met ASV

56

Gevaarlijke honden

Strijd met APV

57

Aanhitsen dier

Strijd met Wetboek van Strafrecht

58

Veiligheid op het ijs

Strijd met APV

59

Afwijken van vergunning /melding

Strijd met Wet milieubeheer / Activiteitenbesluit / Wabo

60

Natte koeltorens

Strijd met Wet milieubeheer /Activiteitenbesluit

61

Overtredingen uit de gemiddelde of lage prioriteit die de openbare ruimte ernstig verstoren of ontsieren en waar meerdere personen last van hebben dan wel een ernstige belemmering van de doorgang tot gevolg hebben.

Strijd met APV

GEMIDDELDE PRIORITEIT

NUMMER

Specificatie

Handhavingstaak

1

Strijdig gebruik

Strijd met bestemmingsplan

2

Bijgebouwen voorzijde of zijkant naar openbaar gebied gekeerd

Strijd met Wabo / Geen of afwijking omgevingsvergunning

3

Uitbreiding gebouwen voorzijde of zijkant naar openbaar gebied gekeerd

Strijd met Wabo / Geen of afwijking omgevingsvergunning

4

Gevelwijziging voorzijde of zijkant naar openbaar gebied gekeerd

Strijd met Wabo / Geen of afwijking omgevingsvergunning

5

Gebouwen niet zijnde brandveiligheid, constructieve veiligheid en overige veiligheid

Strijd met het Bouwbesluit

6

Uitbreiding / bijgebouw bij gebouwen

Strijd met Wabo / Geen of afwijking omgevingsvergunning

7

Handelsreclame /reclame

Strijd met Wabo / Geen of afwijking omgevingsvergunning /APV

8

Hinder / Stank/Geur

Strijd met de Bouwverordening/APV/Activiteitenbesluit

9

Aanlegwerkzaamheden

Strijd met bestemmingsplan /Strijd met Wabo / Geen of in afwijking van omgevingsvergunning

10

Woningen overige veiligheid

Strijd met het Bouwbesluit

11

Geluid bij bouwen, slopen of wegwerkzaamheden

Strijd met Wet geluidhinder / AMvB’s/APV

12

Afvalwater bij niet-inrichtingen

Strijd met Waterwet /Wet milieubeheer/ Besluit lozen buiten inrichtingen

13

Lucht bij inrichtingen

Strijd met Wet milieubeheer / Activiteitenbesluit

14

Zonder vergunning / melding

Strijd met Wet milieubeheer / Activiteitenbesluit /Wabo

15

Verkeersbesluiten vergunning

Strijd met Wegenverkeerswet / BABW

16

Verkeer regelen na ongeval

Strijd met Wegenverkeerswet / BABW/Hulpverlening

17

Verkeer regelen bij verkeersbesluiten / vergunningen

Strijd met Wegenverkeerswet / BABW

18

Verkeer regelen bij ad-hoc werkzaamheden

Strijd met Wegenverkeerswet / BABW

19

Maken, veranderen, beschadigen van een (uit)weg

Strijd met Wabo /APV

20

Niet de rijbaan gebruiken

Strijd met RVV/Wet Mulder

21

Niet opvolgen aanwijzing verkeerregelaar

Strijd met Wetboek van Strafrecht / Wegenverkeerswet

22

Verkeersveiligheid in gevaar brengen

Strijd met Wegenverkeerswet / Wetboek van Strafrecht

23

art 2 Wet aansprakelijkheid Motorvoertuigen

Strijd met Wet aansprakelijkheid Motorvoertuigen

24

Verbod straatafval achter te laten

Strijd met ASV

25

Verbod afvalstoffen te doorzoeken of te verspreiden

Strijd met ASV

26

Verbod vervoeren, laden, lossen afvalmateriaal

Strijd met ASV

27

Verbod tot ontdoen autowrak

Strijd met ASV /APV

28

Betogingen op openbare plaatsen

Strijd met APV

29

Baldadigheid

Strijd met Wetboek van Strafrecht

30

Opschudding veroorzaken

Strijd met Wetboek van Strafrecht

31

Schennis eerbaarheid

Strijd met Wetboek van Strafrecht

32

Openbare dronkenschap

Strijd met Wetboek van Strafrecht / APV

33

Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp

Strijd met APV

34

Verkoop van schadelijke waren

Strijd met Warenwet /APV

35

Fietswrakken

Strijd met APV

36

Fietsen aan gemeentelijke eigendommen

Strijd met APV

37

Defecte voertuigen

Strijd met APV

38

De weg anders gebruiken dan publieke functie ervan

Strijd met APV

39

Caravans

Strijd met APV

40

Campers

Strijd met APV

41

Aanhangwagens

Strijd met APV

42

Aantasting groenvoorziening door voertuigen

Strijd met APV

43

Illegaal gebruik ontheffing

Strijd met APV/RVV

44

Hondenverontreiniging

Strijd met APV

45

Loslopende honden

Strijd met APV

46

Standplaatsen

Strijd met APV

47

Snuffelmarkten / braderieën

Strijd met APV

48

Weekmarkt

Strijd met Marktverordening

49

Sluitingstijden

Strijd met Winkeltijdenwet /APV

50

Terrassen

Strijd met APV

51

Collectieve / incidentele festiviteiten

Strijd met APV

52

Uitstallingen / objecten

Strijd met Wabo /APV

53

Avondwinkels

Strijd met Winkeltijdenverordening

54

Straatprostitutie / Escort

Strijd met APV

55

Seksinrichtingen

Strijd met APV

56

Tentoonstellen erotische / pornografische goederen en afbeeldingen

Strijd met APV

57

Veiligheid op het water

Strijd met APV

58

Overlast aan vaartuigen

Strijd met APV

59

Verbod ligplaats in te nemen

Strijd met APV / bestemmingsplan

60

Voorwerpen op, in of boven het water

Strijd met APV

61

Wrakken in openbare wateren

Strijd met Waterwet / APV

62

Illegaal in gebruik genomen gemeentegrond

Strijd met Bestemmingsplan / Wabo

63

Rust verstoren in openbaar vervoer

Strijd met Wet personenvervoer

64

Slapen op of aan de weg

Strijd met APV

65

Overige geluidshinder

Strijd met APV

66

Houden van hinderlijke of schadelijke dieren

Strijd met APV

67

Verontreiniging door andere dieren

Strijd met APV

68

Alle categorieën constructieve veiligheid, eenvoudige constructies

Strijd met de Woningwet / Bouwbesluit

69

Ernstige mate in strijd met welstandseisen

Strijd met de Woningwet

70

Bouwafval

Strijd met de Bouwverordening

71

Plakken en kladden

Strijd met APV

72

Huisnummering

Strijd met Verordening naamgeving en nummering

73

Schenken aan minderjarigen

Strijd met DHW

74

Straatartiest

Strijd met APV

75

Kappen of snoeien van bomen zonder of in afwijking van een vergunning

Strijd met Bomenverordening / Wabo

76

Erfafscheiding voorzijde of zijkant naar openbaar gebied gekeerd

Strijd met Wabo / Geen of afwijking omgevingsvergunning

77

Natuurlijke behoefte doen

Strijd met APV

78

Wegwerpen reclamebiljetten en ander foldermateriaal

Strijd met APV

LAGE PRIORITEIT

NUMMER

Specificatie

Handhavingstaak

1

Voeren van duiven, eenden en zwanen

Strijd met APV

2

Winkelwagens

Strijd met APV

3

Fietsen tegen gebouwen

Strijd met APV

4

Fietsen buiten de stalling

Strijd met APV

5

Dakkapellen

Strijd met Wabo / Geen of afwijking omgevingsvergunning

6

Schotelantennes

Strijd met Wabo /Geen of afwijking omgevingsvergunning

7

Interne wijziging gebouwen

Strijd met Wabo /Geen of afwijking omgevingsvergunning

8

Erfafscheiding overig

Strijd met Wabo /Geen of afwijking omgevingsvergunning

9

Gevelwijziging overig

Strijd met Wabo /Geen of afwijking omgevingsvergunning

10

Administratief

Strijd met Wet milieubeheer / Activiteitenbesluit

11

Lucht bij niet-inrichtingen

Strijd met Besluit luchtkwaliteit

12

Hinderlijke beplanting of voorwerp

Strijd met APV

13

Geen helm dragen

Strijd met RVV/Wet Mulder

14

Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

Strijd met ASV

15

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijk afval aan anderen

Strijd met ASV

16

Verbod bedrijfsafval aan te bieden aan inzameldienst

Strijd met ASV

17

Naleving Wet Openbare Manifestaties

Strijd met Wet Openbare Manifestaties

18

Stalken openbare weg

Strijd met Wetboek van Strafrecht

19

Verstoring rust op zon- en feestdagen bij godsdienstbijeenkomst

Strijd met Zondagswet

20

Inbreekwerktuigen en geprepareerde tassen

Strijd met APV

21

Vervoer plakgereedschap

Strijd met APV

22

Eigen onroerende zaak in brand steken

Strijd met Wetboek van Strafrecht

23

Voertuigen van autobedrijf

Strijd met APV

24

Te koop aanbieden van voertuigen

Strijd met APV

25

Parkeren van reclamevoertuigen

Strijd met APV

26

Overhangend groen

Strijd met APV

27

Flyeren

Strijd met APV

28

Venten

Strijd met APV

29

Collecteren

Strijd met APV

30

Kledinginzameling

Strijd met APV

31

Vermakelijkheden zondag voor 13:00 uur

Strijd met Zondagswet

32

Heling

Strijd met Wetboek van Strafrecht

33

Verstrooien van as

Strijd met APV

34

Opslaan voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen

Strijd met APV

35

Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder

Strijd met APV

36

Besluit Personenvervoer (taxiregelingen)

Strijd met Besluit Personenvervoer

37

Naaktrecreatie

Strijd met Wetboek van Strafrecht

38

Verschaffen gegevens nachtregister

Strijd met APV

39

Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen

Strijd met APV

40

Dieren onbevoegd laten lopen

Strijd met APV

41

Onbevoegd in bezaaide grond

Strijd met APV

42

Voorzieningen voor verkeer en verlichting

Strijd met APV

43

Betreden verboden terrein

Strijd met Wetboek van Strafrecht

44

Doen van valse aangifte

Strijd met Wetboek van Strafrecht

45

Valsheid in geschrifte

Strijd met Wetboek van Strafrecht

46

Gebruik vals reisdocument

Strijd met Wetboek van Strafrecht

47

Overtreding Visserijwet

Strijd met Visserijwet

strijd met het BOUWBESLUIT

Categorie

FYSIEK

KWALITEIT

FINANCIEEL

NATUUR

VOLKSGEZONDHEID

IMAGO

NEGATIEF EFFECT

KANS

N X K= RISICO

PRIORITEIT

Alle categorieën constructieve veiligheid, met uitzondering van zeer eenvoudige constructies

5

5

4

4

3

5

4,3

5

22

hele hoge prioriteit

Alle categorieën constructieve veiligheid eenvoudige constructies

4

4

3

2

2

3

2,8

3

8

gemiddelde prioriteit

Alle categorieën brandveiligheid

5

5

5

4

3

5

4,3

5

22

HELE HOGE PRIORITEIT

Woongebouw overige veiligheid

4

3

4

2

4

3

3,3

4

13

hoge prioriteit

Ziekenhuis / zorgcentra overige veiligheid

4

3

4

2

4

3

3,3

4

13

hoge prioriteit

Sporthal / zwembad overige veiligheid

4

3

4

2

4

3

3,3

4

13

hoge prioriteit

Restaurant / café / horeca

4

3

4

2

4

3

3,3

4

13

hoge prioriteit

(Kinder)dagverblijven overige veiligheid

4

3

4

2

5

5

3,8

4

15

hoge prioriteit

Scholen overige veiligheid

4

3

4

2

5

5

3,8

4

15

hoge prioriteit

Bedrijven overige veiligheid

4

3

4

2

4

3

3,3

4

13

hoge prioriteit

Kantoren overige veiligheid

4

3

4

2

4

3

3,3

4

13

hoge prioriteit

Winkels overige veiligheid

4

3

4

2

4

3

3,3

4

13

hoge prioriteit

Woningen overige veiligheid

4

3

4

2

4

3

3,3

3

9

Gemiddelde prioriteit

Gebouwen, gezondheid

3

2

4

2

3

2

2.7

3

8

gemiddelde prioriteit

Gebouwen, energiezuinigheid

3

2

4

2

3

2

2.7

3

8

gemiddelde prioriteit

Gebouwen, bruikbaarheid

3

2

4

2

3

2

2.7

3

8

gemiddelde prioriteit

GEEN OF AFWIJKING OMGEVINGSVERGUNNING (PLANOLOGISCH & WELSTAND)

Categorie

FYSIEK

KWALITEIT

FINANCIEEL

NATUUR

VOLKSGEZONDHEID

IMAGO

NEGATIEF EFFECT

KANS

N x K=

RISICO

PRIORITEIT

Wijziging monument / beschermd dorpsgezicht

2

3

4

4

1

5

3,2

4

12

hoge prioriteit

Interne constructieve wijziging gebouwen

5

3

3

3

1

4

3,2

4

12

hoge prioriteit

Bijgebouwen voorzijde

2

3

1

1

1

3

1,8

4

7

gemiddelde prioriteit

Uitbreiding / bijgebouw bij gebouwen

2

3

1

1

1

3

1,8

4

7

gemiddelde prioriteit

Erfafscheiding voorzijde

1

3

2

3

1

3

2,2

4

9

gemiddelde prioriteit

Reclame

1

3

2

3

1

3

2,2

4

9

gemiddelde prioriteit

Uitbreiding gebouwen voorzijde

3

3

2

1

1

3

2,2

4

9

gemiddelde prioriteit

Dakkapel voorzijde

3

3

2

4

1

4

2,5

4

10

gemiddelde prioriteit

Gevelwijziging voorzijde

3

3

2

4

1

4

2,5

4

10

gemiddelde prioriteit

Schotelantennes

1

2

1

4

1

2

1,8

3

5

Lage prioriteit

Dakkapel overig

1

2

2

3

1

2

1,8

3

5

lage prioriteit

Overige interne wijziging gebouwen

2

1

1

1

1

1

1,2

4

5

lage prioriteit

Erfafscheiding overig

1

2

1

3

1

1

1,5

3

5

Lage prioriteit

Gevelwijziging overig

1

2

1

2

1

1

1,3

2

3

lage prioriteit

STRIJD MET HET BOUWBESLUIT

Categorie

FYSIEK

KWALITEIT

FINANCIEEL

NATUUR

VOLKSGEZONDHEID

IMAGO

NEGATIEF EFFECT

KANS

N x K = RISICO

PRIORITEIT

Brandgevaar

5

5

4

5

5

5

4,8

5

24

hele hoge prioriteit

Kamerbewoning

5

5

4

4

4

5

4,8

5

24

hele hoge prioriteit

Geen omgevingsvergunning brandveilig gebruik/ geen gebruiksmelding

5

5

4

4

4

5

4,8

5

24

hele hoge prioriteit

Afwijking omgevingsvergunning brandveilig gebruik/ melding brandveilig gebruik

5

5

4

4

4

5

4,8

4

19

hoge prioriteit

STRIJD MET BESTEMMINGSPLAN

Categorie

FYSIEK

KWALITEIT

FINANCIEEL

NATUUR

VOLKSGEZONDHEID

IMAGO

NEGATIEF EFFECT

KANS

N x K= RISICO

PRIORITEIT

Strijdig gebruik

4

4

2

3

2

4

3,2

3

10

gemiddelde prioriteit

Aanlegwerkzaamheden

1

4

3

4

1

3

3

8

gemiddelde prioriteit

STRIJD MET DE BOUWVERORDENING/ WONINGWET/BESTEMMINGSPLAN/ASBESTVERWIJDERINGSBESLUIT/BOUWBESLUIT /Actviteitenbesluit

Categorie

FYSIEK

KWALITEIT

FINANCIEEL

NATUUR

VOLKSGEZONDHEID

IMAGO

NEGATIEF EFFECT

KANS

N x K= RISICO

PRIORITEIT

Overbevolking, bewoning bedrijventerrein

4

5

4

3

4

5

4,2

5

21

hele hoge prioriteit

Hinder / Stank /geur

3

3

2

2

3

2

2,5

3

8

gemiddelde prioriteit

Risicovol asbest

5

4

4

4

4

5

4,3

4

18

hoge prioriteit

Asbest overig

1

3

3

2

2

3

2,3

2

5

lage prioriteit

Staat bouwwerk, open erf of terrein

5

4

4

3

3

4

3,8

5

19

Hoge prioriteit

Veiligheid of gezondheid bij bouwen, slopen, gebruik bouwwerk

5

5

4

4

4

5

4,5

5

22

Hele Hoge prioriteit

Slopen

3

4

3

3

3

3

3,2

3

10

Gemiddelde prioriteit

Bouwafval

3

4

3

4

2

3

3,2

3

10

gemiddelde prioriteit

NIET VOLDOEN AAN de huisvestingswet /gemeentelijke basisadministratie

Categorie

FYSIEK

KWALITEIT

FINANCIEEL

NATUUR

VOLKSGEZONDHEID

IMAGO

NEGATIEF EFFECT

KANS

N X K= RISICO

PRIORITEIT

Onrechtmatige bewoning

4

4

3

4

3

5

3,8

3

11

gemiddelde prioriteit

Strijd met woningwet

Categorie

FYSIEK

KWALITEIT

FINANCIEEL

NATUUR

VOLKSGEZONDHEID

IMAGO

NEGATIEF EFFECT

KANS

N X K= RISICO

PRIORITEIT

Ernstige mate in strijd met welstandseisen

2

4

2

4

2

4

2,6

4

11

gemiddelde prioriteit

Milieu

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

Gemiddeld Negatief effect

Kans

NE X K

PRIOriteit

Energie

1

2

4

4

2

4

2,5

5

13

HOGe prioriteit

Afvalwater bij inrichtingen

4

4

4

4

5

3

4

4

16

HOge prioriteit

Afvalwater bij niet-inrichtingen

3

3

4

4

5

4

3,8

3

11

GEMIDDELDe prioriteit

Geluid bij evenementen

1

2

1

3

4

4

2,5

5

13

HOGE prioriteit

Geluid bij bedrijven / horeca

1

2

1

3

4

4

2,5

5

13

hoge prioriteit

Geluid bij bouwen slopen of verkeer

1

2

1

2

2

4

2

4

8

GEMIDDELDe prioriteit

Lucht bij inrichtingen

4

5

4

3

4

3

3,8

3

11

GEMIDDELDe prioriteit

Lucht bij niet-inrichtingen

2

2

3

2

2

2

2,2

2

4

lage prioriteit

Afval bij inrichtingen

3

3

4

4

4

4

3,6

4

14

HOge prioriteit

Bodem bij inrichtingen

4

4

5

5

5

3

4,3

3

13

HOge prioriteit

Bodem bij niet-inrichtingen

3

3

5

5

4

3

3,8

4

15

hoge prioriteit

Externe veiligheid

5

5

5

5

5

5

5

4

20

hele HOGe prioriteit

Vuurwerk

5

5

5

5

5

5

5

4

20

HELe HOGe prioriteit

Administratief

3

2

2

1

1

2

1,8

3

5

lage prioriteit

Brandgevaarlijke opslag / explosiegevaar

5

5

5

5

3

5

3,8

5

23

hele HOGe prioriteit

Afwijking van vergunning/melding

2

2

2

3

3

3

2,5

2

5

lage prioriteit

Zonder vergunning / melding

3

3

2

3

3

3

2,8

4

11

GEMIDDELDe prioriteit

vERKEERSVEILIGHEID

cATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

Negeatief effect

Kans

NE x K = RISICO

PRIORITEIT

Verkeersbesluiten voor werken

3

0

4

0

0

4

2,2

5

13

hoge prioriteit

Verkeersbesluiten vergunning

2

0

4

0

0

3

1,5

5

8

gemiddelde prioriteit

Verkeer regelen na ongeval

4

3

3

1

1

1

2,2

3

7

gemiddelde prioriteit

Verkeer regelen bij verkeersbesluiten / vergunningen

2

2

2

3

0

3

2

3

6

gemiddelde prioriteit

Verkeer regelen bij ad-hoc werkzaamheden

4

2

2

3

0

3

2,3

4

9

gemiddelde prioriteit

Parkeren bij scholen

3

4

2

4

0

3

2,7

5

14

hoge prioriteit

Werken op of aan de weg / CROW

4

3

4

3

0

3

2,8

5

14

hoge prioriteit

Hinderlijke beplanting of voorwerp

2

2

1

2

0

1

1,3

2

3

lage prioriteit

Maken, veranderen, beschadigen van een (uit)weg

2

3

3

4

0

2

2,3

3

7

gemiddelde prioriteit

Niet de rijbaan gebruiken

3

4

3

4

0

4

3

2

6

gemiddelde prioriteit

Geen helm dragen

4

0

1

0

0

0

0,8

3

2

lage prioriteit

Niet opvolgen aanwijzing verkeerregelaar

4

4

2

0

0

4

2,3

3

7

gemiddelde prioriteit

Verkeersveiligheid in gevaar brengen

4

4

4

0

0

2

2,3

3

7

gemiddelde prioriteit

art 2 Wet aansprakelijkheid Motorvoertuigen

0

3

4

4

0

3

2,3

3

7

gemiddelde prioriteit

afval

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

nEGATIEF EFFECT

KANS

NE X KANS = RISICO

PRIORITEIT

Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

0

1

2

1

1

3

1,3

3

4

lage prioriteit

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijk afval aan anderen

0

1

2

1

1

3

1,3

3

4

lage prioriteit

Verbod op het ter inzameling aanbieden door anderen dan de gebruikers

0

1

3

2

1

5

2

5

10

gemiddelde prioriteit

Verbod anders dan afzonderlijk ter inzameling aanbieden

3

1

3

1

1

5

2,3

5

12

hoge prioriteit

Verbod anders dan via aangewezen inzamelmiddel aanbieden

0

3

3

5

2

5

3

5

15

hoge prioriteit

Verbod op andere dagen en tijden aan te bieden

0

3

3

5

1

5

2,8

5

14

hoge prioriteit

Verbod bedrijfsafval aan te bieden aan inzameldienst

0

0

3

0

0

3

1

3

3

lage prioriteit

Verbod afvalstof in bodem aan te brengen / houden

2

4

5

5

3

5

3

5

15

hoge prioriteit

Verbod straatafval achter te laten

0

2

3

3

1

4

2,2

4

9

gemiddelde prioriteit

Verbod afvalstoffen te doorzoeken of te verspreiden

0

2

3

3

1

3

2

4

8

gemiddelde prioriteit

Wegwerpen reclamebiljetten en ander foldermateriaal

0

1

1

3

0

2

1,2

4

5

lage prioriteit

Verbod vervoeren, laden, lossen afvalmateriaal

2

2

3

3

1

3

2,3

4

9

gemiddelde prioriteit

Verbod opslag afvalstoffen

2

2

3

4

3

5

3,2

4

13

hoge prioriteit

Verbod tot ontdoen autowrak

0

3

3

4

2

5

2,8

4

11

gemiddelde prioriteit

Meldingen illegale lozingen en incidenten

3

5

5

5

5

5

4,7

5

24

hele hoge prioriteit

OVERLAST / HINDER

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

KANS

NE X K = RISICO

PRIORITEIT

Samenscholing

3

4

3

2

0

5

2,8

5

14

hoge prioriteit

Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten / gebouwen

2

4

2

1

0

5

2,3

5

12

hoge prioriteit

Openlijk gebruik en handel

2

5

2

2

2

5

3

4

12

hoge prioriteit

Hinderlijk gebruik van drank en softdrugs

2

5

2

2

1

5

2,8

5

14

hoge prioriteit

Betreden gesloten woning of lokaal

2

5

2

2

0

5

2,7

5

14

hoge prioriteit

Betogingen op openbare plaatsen

2

4

3

2

0

4

2,5

3

8

gemiddelde prioriteit

Vernieling

2

5

4

3

0

5

3,2

4

13

hoge prioriteit

Baldadigheid

0

4

2

2

0

5

2,2

5

11

gemiddelde prioriteit

Naleving Wet Openbare Manifestaties

1

4

2

0

0

4

1,7

3

5

lage prioriteit

Opschudding veroorzaken

2

4

3

0

0

4

2,2

3

7

gemiddelde prioriteit

Schennis eerbaarheid

2

5

0

1

0

4

2

5

10

gemiddelde prioriteit

Belediging ambtenaar in functie

2

4

3

0

0

5

2,3

5

12

hoge prioriteit

Bedreiging met geweld

3

4

4

0

0

5

2,7

5

14

hoge prioriteit

Mishandeling ambtenaar in functie

3

4

4

0

0

5

2,7

5

14

hoge prioriteit

Aanhitsen dier

3

4

0

0

0

3

1,7

3

5

lage prioriteit

Openbare dronkenschap

1

4

1

0

0

3

1,5

4

6

gemiddelde prioriteit

Stalken openbare weg

2

3

0

0

0

4

1,5

3

5

lage prioriteit

Verstoring rust op zon- en feestdagen bij godsdienstbijeenkomst

0

1

1

0

0

3

0,8

2

2

lage prioriteit

vEILIGHEID

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

KANS

NE X KANS

PRIORITEIT

Verbod vuur te stoken

1

3

4

4

3

4

3,2

4

13

hoge prioriteit

Ter beschikking stellen consumentenvuurwerk tijdens verkoopdagen

5

5

5

4

5

5

4,8

5

24

hele hoge prioriteit

Bezigen consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling

4

4

4

3

2

5

3,7

5

19

hoge prioriteit

Inbreekwerktuigen en geprepareerde tassen

0

4

0

0

0

4

1,3

3

4

lage prioriteit

Vervoer plakgereedschap

0

3

0

0

0

2

0,8

2

2

lage prioriteit

Objecten onder hoogspanningslijn

4

5

5

3

0

5

3,7

4

15

hoge prioriteit

Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp

2

4

3

4

0

4

2,8

4

11

gemiddelde prioriteit

Veiligheid op het ijs

2

2

2

1

0

2

1,5

3

5

lage prioriteit

Eigen onroerende zaak in brand steken

1

3

0

1

3

3

1,8

3

5

lage prioriteit

Vuurwapen afschieten, vuur onderhouden bij gebouwen

5

4

4

4

3

4

4

5

20

hele hoge prioriteit

Verkoop van schadelijke waren

2

1

2

0

4

3

2

4

6

gemiddelde prioriteit

PARKEEREXCESSEN

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

KANS

NE X KANS = RISICO

PRIORITEIT

Blauwe zone

1

2

4

2

0

5

2,3

5

12

hoge prioriteit

Fietsen buiten de stalling

1

2

1

4

0

3

1,8

5

9

gemiddelde prioriteit

Fietswrakken

0

2

1

4

0

3

1,7

4

7

gemiddelde prioriteit

Fietsen aan gemeentelijke eigendommen

1

2

2

3

0

3

1,8

4

7

gemiddelde prioriteit

Fietsen tegen gebouwen

1

2

1

4

0

3

1,8

4

7

gemiddelde prioriteit

Defecte voertuigen

0

3

0

4

0

3

1,7

5

9

gemiddelde prioriteit

Autowrakken

0

3

0

4

2

4

2,2

5

11

gemiddelde prioriteit

Parkeren van grote voertuigen

2

4

3

3

1

4

2,8

5

14

hoge prioriteit

Caravans

2

3

1

3

0

4

2,2

4

9

gemiddelde prioriteit

Campers

0

2

0

3

0

4

1,5

4

6

gemiddelde prioriteit

Aanhangwagens

0

2

0

3

0

4

1,5

4

6

Gemiddelde prioriteit

Voertuigen van autobedrijf

0

0

0

3

1

4

1,3

4

5

lage prioriteit

Te koop aanbieden van voertuigen

0

1

0

4

0

4

1,5

3

5

lage prioriteit

Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen

2

4

3

3

1

4

2,8

5

14

hoge prioriteit

Parkeren van reclamevoertuigen

1

2

0

3

0

4

1,7

3

5

lage prioriteit

Aantasting groenvoorziening door voertuigen

0

2

4

5

0

4

2,5

3

8

gemiddelde prioriteit

Parkeren in strijd met parkeerverbod

2

2

2

4

0

4

2,3

5

12

hoge prioriteit

Parkeren langs gele strepen

2

3

1

4

0

4

2,3

5

12

hoge prioriteit

Parkeren buiten de vakken

2

3

1

4

0

4

2,3

5

12

hoge prioriteit

Illegaal gebruik ontheffing

0

1

3

3

0

4

1,8

4

7

gemiddelde prioriteit

VELLEN VAN HOUTOPSTANDEN

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

KANS

NEGATIEF EFFECT X KANS

PRIORITEIT

Kappen of snoeien van bomen zonder vergunning

2

3

4

4

1

3

2,8

5

14

hoge prioriteit

Kappen of snoeien van bomen in afwijking van vergunning

1

0

3

4

1

3

2

3

6

gemiddelde prioriteit

Overhangend groen

2

2

0

3

0

3

1,7

3

5

lage prioriteit

OVERLAST VAN HONDEN

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

KANS

NE X K = RISICO

PRIORITEIT

Hondenverontreiniging

0

0

3

3

2

4

2

5

10

gemiddelde prioriteit

Loslopende honden

2

4

3

0

0

4

2,2

5

11

gemiddelde prioriteit

Gevaarlijke honden

4

5

3

0

0

4

2,7

4

11

gemiddelde prioriteit

ECONOMISCHE ACTIVITEITEN

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

KANS

NE X K = RISICO

PRIORITEIT

Flyeren

0

0

2

1

0

2

0,8

3

2

lage prioriteit

Straatartiest

0

2

0

0

0

2

0,6

4

2

lage prioriteit

Venten

0

0

0

0

1

1

0,3

4

1

lage prioriteit

Standplaatsen

0

1

2

1

2

2

1,3

5

7

gemiddelde prioriteit

Collecteren

0

1

0

0

0

1

0,3

3

1

lage prioriteit

Kledinginzameling

0

1

2

1

0

3

1,2

3

4

lage prioriteit

Snuffelmarkten / braderieën

2

2

3

1

2

3

2

4

8

gemiddelde prioriteit

Weekmarkt

2

2

3

1

2

3

2,2

5

11

gemiddelde prioriteit

Evenementen

4

4

4

2

2

4

3,3

5

17

hoge prioriteit

Grote evenementen

5

5

5

2

2

5

4

5

20

hele hoge prioriteit

Vermakelijkheden zondag voor 13:00 uur

0

0

0

0

0

1

0,2

3

1

lage prioriteit

Heling

0

1

2

0

0

3

1

4

4

lage prioriteit

HORECA

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

KANS

NE X K = RISICO

PRIORITEIT

Exploitatie

2

3

2

3

3

4

2,8

5

14

hoge prioriteit

Sluitingstijden

0

2

0

3

1

4

1,7

4

7

gemiddelde prioriteit

Terrassen

2

2

3

3

0

4

2,5

4

10

gemiddelde prioriteit

Kansspelen

0

2

0

0

0

4

1

3

3

lage prioriteit

Collectieve / incidentele festiviteiten

0

3

2

3

0

4

2

4

8

gemiddelde prioriteit

Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf

0

3

0

0

0

3

1

2

2

lage prioriteit

Ordeverstoring

3

4

2

3

0

5

2,8

5

14

hoge prioriteit

BODEM-, WEG EN MILIEUVERONTREINIGING

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

KANS

NE X K = RISICO

PRIORITEIT

Verstrooien van as

0

0

0

0

1

1

0,3

2

1

lage prioriteit

ONTSIERING EN STANKOVERLAST

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

KANS

NE X K = RISICO

PRIORITEIT

Winkelwagens

1

1

2

3

0

2

1,5

4

6

gemiddelde prioriteit

Handelsreclame

2

2

3

4

0

3

2,3

4

9

gemiddelde prioriteit

Uitstallingen / objecten

2

2

3

3

0

2

2

5

10

gemiddelde prioriteit

Plakken en kladden

0

2

2

3

0

3

1,7

3

5

lage prioriteit

Natuurlijke behoefte doen

0

2

3

3

2

3

1,8

2

4

lage prioriteit

Opslaan voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen

1

3

3

4

2

4

2,8

3

8

lage prioriteit

WINKELTIJDENWET

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

KANS

NE X K = RISICO

PRIORITEIT

Sluitingstijden

0

3

0

2

0

3

1,3

4

5

lage prioriteit

Avondwinkels

0

3

0

2

0

3

1,3

5

7

gemiddelde prioriteit

SEKSINRICHTINGEN

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

KANS

NE X K = RISICO

PRIO

Straatprostitutie

2

5

2

4

1

4

3

3

9

gemiddelde prioriteit

Seksinrichtingen, escort

0

3

0

3

2

4

1,7

5

9

gemiddelde prioriteit

Tentoonstellen erotische / pornografische goederen en afbeeldingen

2

1

2

4

0

4

2,2

4

9

gemiddelde prioriteit

Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder

2

2

0

0

2

3

1,5

3

5

lage prioriteit

OPENBAAR WATER

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

K

NE X K = RISICO

PRIORITEIT

Veiligheid op het water

4

4

3

4

1

3

3,2

3

10

gemiddelde prioriteit

Overlast aan vaartuigen

3

3

3

0

0

3

2

3

6

gemiddelde prioriteit

Verbod ligplaats in te nemen

0

2

4

4

0

3

2,2

3

7

gemiddelde prioriteit

Voorwerpen op, in of boven het water

2

2

3

4

2

3

2,7

4

11

gemiddelde prioriteit

Wrakken in openbare wateren

2

3

4

4

2

3

3

3

9

gemiddelde prioriteit

iLLEGAAL IN GEBRUIK GENOMEN GEMEENTEGROND

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

K

NE X K = RISICO

PRIORITEIT

Illegaal in gebruik genomen gemeentegrond

1

1

3

4

0

3

2

5

10

gemiddelde prioriteit

PERSONENVERVOER

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

KANS

NE X K = RISICO

PRIORITEIT

Besluit Personenvervoer (taxiregelingen)

2

2

3

0

0

2

1,5

3

5

lage prioriteit

Rust verstoren in openbaar vervoer

3

4

4

0

0

4

2,5

3

8

gemiddelde prioriteit

OVERIGE ASPECTEN

CATEGORIE

Fysiek

kwaliteit

financieel

natuur

volksgezondheid

imago

NEGATIEF EFFECT

KANS

NE X K = RISICO

PRIORITEIT

Slapen op of aan de weg

0

4

3

4

0

3

2,3

3

7

gemiddelde prioriteit

Naaktrecreatie

0

3

0

4

0

4

1,8

2

4

lage prioriteit

Verschaffen gegevens nachtregister

0

0

4

0

0

1

0,6

2

1

lage prioriteit

Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen

0

4

3

4

0

3

2,3

2

5

lage prioriteit

Overige geluidshinder

1

2

2

0

0

3

1,3

5

7

gemiddelde prioriteit

Voeren van duiven, eenden en zwanen

0

0

3

4

2

3

2

4

8

gemiddelde prioriteit

Houden van hinderlijke of schadelijke dieren

2

2

2

4

3

3

2,7

4

11

gemiddelde prioriteit

Verontreiniging door andere dieren

1

0

3

3

2

3

2

4

8

gemiddelde prioriteit

Dieren onbevoegd laten lopen

0

0

3

4

0

3

1,7

3

5

lage prioriteit

Onbevoegd in bezaaide grond

0

0

4

4

0

3

1,8

2

4

lage prioriteit

Voorzieningen voor verkeer en verlichting

3

2

3

0

0

3

1,8

2

4

lage prioriteit

Betreden verboden terrein

1

3

3

1

0

3

1,8

3

5

lage prioriteit

Verbreken zegels vanwege bevoegd gezag

2

4

3

0

0

5

2,3

5

12

hoge prioriteit

Doen van valse aangifte

0

0

4

0

0

3

1,2

3

4

lage prioriteit

Valsheid in geschrifte

0

0

4

0

0

3

1,2

3

4

lage prioriteit

Gebruik vals reisdocument

0

0

3

0

0

3

1

3

3

lage prioriteit

Overtreding voorschrift krachtens gemeentewet

3

4

4

0

0

4

2,5

5

13

hoge prioriteit

Overtreding visserijwet

2

2

4

4

2

3

2,7

2

5

lage prioriteit

Bijlage 4: Processchema vergunningverlening

Bijlage 5: Processchema toezicht en handhaving