Regeling vervallen per 31-12-2022

Preventie- en handhavingsplan alcohol 2019 - 2022

Geldend van 26-03-2019 t/m 30-12-2022

Intitulé

Preventie- en handhavingsplan alcohol 2019 - 2022

1 Inleiding

1.1 Aanleiding en voorgeschiedenis

Op 1 januari 2014 is de Drank- en Horecawet (DHW) gewijzigd en is de leeftijdsgrens voor het bezit van alcoholhoudende drank verhoogd van 16 naar 18 jaar. Met deze wetswijziging werden gemeenten verplicht om een preventie- en handhavingsplan alcohol op te stellen. Op 14 maart 2014 heeft de gemeenteraad van Diemen het preventie- en handhavingsplan alcohol 2014 – 2016 vastgesteld. Omdat de resultaten van de GGD gezondheidsmonitor pas in 2017 beschikbaar kwamen, is dit beleid in 2017 en 2018 ongewijzigd voortgezet.

1.2 Juridisch kader

Artikel 43a van de Drank- en Horecawet regelt waaraan het preventie- en handhavingsplan moet voldoen. Hierin is het volgende geregeld:

  • De gemeenteraad stelt elke vier jaar een preventie- en handhavingsplan vast, gelijktijdig met de vaststelling van de nota gezondheidsbeleid (zoals bedoeld in artikel 13 van de Wet Publieke Gezondheid);

  • Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid gericht op alcoholpreventie, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet;

  • In het plan wordt in ieder geval aangegeven:

    • a.

      wat de doelstellingen zijn;

    • b.

      welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren te voorkomen;

    • c.

      de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties worden ondernomen;

    • d.

      welke resultaten minimaal behaald dienen te worden.


De gelijktijdige vaststelling met het gezondheidsbeleid dient voor de onderlinge afstemming van beide beleidsstukken. Tegelijkertijd met de vaststelling van dit preventie- en handhavingsplan wordt de gezondheidsnota met nog één jaar omdat de gemeente Diemen in 2020 een integrale nota gaat vaststellen voor het beleid in het sociale domein.

1.3 Opzet preventie- en handhavingsplan alcohol

Het preventie- en handhavingsplan alcohol bestaat uit twee delen, namelijk dit voorliggend beleidskader en een uitvoeringsprogramma. Hiervoor is gekozen vanwege de rolverdeling tussen gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad stelt vanuit haar kader stellende taak dit beleidskader vast. Het uitvoeringsprogramma wordt vervolgens door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld.

Het huidige alcoholgebruik in Diemen, gerelateerd beleid en de evaluatie van het huidige preventie- en handhavingsplan alcohol bepalen de richting van het beleidsuitgangspunten voor dit beleid. Deze bouwstenen zijn beschreven in hoofdstuk 2.

In hoofdstuk 3 is de doelstelling voor de komende jaren benoemd. Daarnaast zijn er zes resultaten benoemd die ertoe moeten leiden dat de doelstelling wordt behaald. Van deze resultaten is op hoofdlijnen beschreven welke acties worden ondernomen om die resultaten te behalen.

De concrete uitwerking van de acties om de gestelde resultaten te behalen, zijn terug te vinden in het uitvoeringsprogramma.

1.4 Totstandkoming beleid

Om tot nieuw beleid te komen, is eerst her bestaande beleid geëvalueerd. Na een interne evaluatie is het beleid met verschillende stakeholder geëvalueerd. Partijen zoals de Koninklijke Horeca Nederland, sportclubs, detailhandel, Arkin GGZ, jongerenraad Diemen en politie zijn om input gevraagd en we hebben een dialoogbijeenkomst gehouden. Tijdens die bijeenkomst zijn tevens de bouwstenen voor het nieuwe beleid aangedragen door de stakeholders. Deze input is verwerkt tot een conceptplan dat nog tweemaal aan de stakeholders is voorgelegd voor feedback, op- en aanmerkingen.

2 Huidige situatie

2.1 Belang van alcoholmatigingsbeleid

Het gebruik van alcohol is een belangrijke oorzaak van ziekte en sterfte. Verslaving, stress, overlast, (huiselijk) geweld zijn veelvoorkomend bij alcoholmisbruik. Ouders van en/of sleutelfiguren voor jongeren kunnen ten aanzien van alcoholgebruik een negatief voorbeeld zijn of negatieve grenzen stellen voor jongeren. Dat kan tot zorgelijke situaties leiden, aangezien de impact van alcohol extra schadelijk is voor het functioneren van de jongere. Hoe vroeger jongeren beginnen met alcohol des te groter de schade op latere leeftijd en de kans dat ze verslaafd raken. Daarom is het belangrijk om te voorkomen dat jeugdigen gaan gebruiken of om op z’n minst het gebruik zo lang mogelijk uit te stellen. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat kinderen van ouders die duidelijke grenzen stellen, later beginnen met drinken, minder zwaar drinken (ongeacht hun persoonlijkheid) en minder snel vriendschappen aangaan met drinkende vrienden. Kinderen van ouders die geen grenzen stellen, beginnen juist eerder met drinken.

2.2 Huidig alcoholgebruik

Uit de gezondheidsmonitor van de GGD blijkt dat 13% van de volwassenen in Diemen zware en/of overmatige drinker is (meting 2016). Dat komt neer op zo’n 2.500 inwoners. Daarmee drinken zij overigens evenveel als in de rest van de regio en Nederland. Het aantal overmatige drinkers is in Diemen ten opzichte van 2010 niet veranderd.

In Diemen Zuid is zo’n 15% zware en/of overmatige drinker. Daarmee behoort het tot een van de wijken met de hoogste percentages overmatige drinkers in de regio.

8% van de inwoners van Diemen heeft in 2015 wel eens onder invloed van drank auto gereden. Ook dit verschilt niet van de rest van de regio en is onveranderd ten opzichte van 2010. Mannen doen dit twee keer zoveel als vrouwen.

Inwoners van Nederlandse herkomst drinken vaker dan inwoners van niet-Nederlandse herkomst. Bij zware drinkers is dat 15% tegenover 2% en bij overmatig drinken 13% ten opzichte van 1%. Andere demografische factoren spelen volgens de gezondheidsmonitor geen rol bij het alcoholgebruik. Bij de gezondheidsmonitor van 2010 bleek daarentegen nog dat de hoog opgeleide vrouwen bovengemiddeld dronken.

Eén op de drie inwoners van Diemen die teveel drinken, is van plan dat te minderen. Dit biedt mogelijkheden voor het alcoholmatigingsbeleid.

Meer gegevens uit de gezondheidsmonitor zijn terug te vinden in de bijlagen.

2.3 Huidig en gerelateerd beleid

2.3.1 Preventie- en handhavingsplan alcohol 2014 - 2016

In het vigerend preventie- en handhavingsplan is beschreven wat is ondernomen om het overmatig alcoholgebruik van met name jongeren terug te dringen door middel van een integrale met van cursussen, vroegsignalering en handhaving. In de evaluatie in paragraaf 2.4 wordt hier verder op ingegaan.

2.3.2 Gezondheidsnota

In 2013 heeft de gemeenteraad de ‘Gezondheidsnota 2013 – 2017’ vastgesteld. Deze is mede vanwege het wachten op de resultaten uit de gezondheidsmonitor verlengd. Tegelijkertijd met de vaststelling van dit preventie- en handhavingsplan wordt de gezondheidsnota met nog één jaar omdat de gemeente Diemen in 2020 een integrale nota gaat vaststellen voor het beleid in het sociale domein. De huidige gezondheidsnota richt zich op verschillende gezondheidsaspecten, variërend van psychosociale gezondheid tot gezonde leefomgeving en het terugdringen van gebruik van genotsmiddelen waaronder alcohol. Ten tijde van het vorige preventie- en handhavingsplan was deze nota één jaar oud. De doelen en voorgenomen acties uit beide plannen komen daarom grotendeels overeen.

2.3.3 Integraal handhavingsbeleid

De visie op handhaving, prioritering en handhavingsstrategie liggen vast in het ‘Integraal VTH beleid gemeente Diemen 2017 en 2018’ (hierna: VTH beleid). Dit beleid is gericht op het gehele spectrum van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Aanvankelijk was het beleid vastgesteld voor de periode 2015 – 2018, maar het is tussentijds gewijzigd waardoor het in 2017 voor twee jaar is vastgesteld. Jaarlijks wordt er een uitvoeringsprogramma opgesteld waarin de handhavingsstrategie wordt vertaald in concrete acties en inzet.

De prioritering voor verschillende overtredingen van de Drank- en Horecawet, die bij totstandkoming van het vorige preventie- en handhavingsbeleid zijn bepaald, zijn grotendeels overgenomen. In enkele gevallen is er bij vaststelling van het VTH beleid door actuele inzichten een andere prioriteit aan overtredingen toegekend.

2.3.4 Horecasanctiebeleid

In het preventie- en handhavingsplan alcohol en het integraal handhavingsbeleid is vooral bepaald hoe de gemeente toeziet en handhaaft. In het ‘Horecasanctiebeleid Diemen 2017’ is bepaald welke sancties na verschillende type overtredingen worden opgelegd. Dit varieert van eerst waarschuwen bij lichte overtredingen tot vrijwel directe sluiting wanneer een horecabedrijf geopend is nadat een vergunning is ingetrokken of geweigerd.

2.3.5 Drank en horecaverordening

Begin 2014, kort vóór vaststelling van het vigerende preventie- en handhavingsplan alcohol, heeft de gemeenteraad de ‘Drank en horecaverordening Diemen 2014’ (hierna: horecaverordening) vastgesteld. Hierin staan voornamelijk regels over alcoholverstrekking bij zogenaamde paracommerciële inrichtingen zoals sportclubs. Deze regels hebben betrekking op de schenktijden en het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard.

Bij vaststelling van de verordening hebben de sportverenigingen aangegeven dat strenge regels voor alcoholverstrekking overbodig zijn en zij zelf hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen door in hun bestuursreglementen afspraken te borgen over verantwoorde alcoholverstrekking. Voorlichting over verantwoord alcoholgebruik is ook een van de voorgenomen acties uit het geldende preventie- en handhavingsplan alcohol

2.3.6 Draaiboek evenementen

In het Draaiboek Evenementen van de gemeente Diemen is bepaald dat organisatoren hun bezoekers moeten attenderen op de actie Bob (bewust onbeschonken bestuurder). Daarnaast zet de gemeente erop in dat organisatoren bij evenementen door middel van polsbandjes de leeftijdsgrenzen handhaven.

2.3.7 Halt

De gemeente Diemen werkt samen met bureau Halt, onder andere voor jongeren die de Drank- en Horecawet overtreden. Hiervoor zijn gezamenlijke processen beschreven.

2.4 Evaluatie huidig preventie- en handhavingsplan

De doelstelling uit het ‘Preventie- en handhavingsplan alcohol 2014 – 2016’ luidde:

“Het terugbrengen van overmatig alcoholgebruik van met name jongeren door een integrale aanpak door middel van cursussen, vroegsignalering en handhaving.”

Uit de gezondheidsmonitor blijkt dat het aantal zware en overmatige drinkers ongeveer gelijk is gebleven. Wanneer we slechts naar die cijfers kijken, kan worden geconcludeerd dat de doelstelling niet is behaald. Echter is er wel een nuance aan te brengen ten aanzien van de cijfers. Het grootste deel van de zware en overmatige drinkers komt uit Diemen Zuid, daar waar de studentencampus zit welke de laatste jaren is gegroeid. Ondanks deze groei van het aantal studenten is het aandeel zware en overmatige drinkers gelijk gebleven. Bovendien wordt hierbij nog opgemerkt dat het aandeel overeenkomst met landelijke cijfers.

De belangrijkste conclusie uit de evaluatie en aanbevelingen voor het nieuwe beleid zijn de volgende:

  • 1.

    Door een verbeterd naleefgedrag onder alcoholverstrekkers, kan er gerichter toezicht worden gehouden en kan de toezichtlast voor alcoholverstrekkers met een goed naleefgedrag omlaag.

  • 2.

    Nadat afgelopen periode is ingezet op het bekendmaken van de regels rondom alcoholverstrekking, is het een logische vervolgstap om de komende periode in te zetten op de gedragsverandering van de drinkers (focus op preventie).

  • 3.

    Laat de gemeenteraad kaderstellend beleid opstellen waaraan het college, samen met stakeholders, nadere invulling geeft in een dynamisch uitvoeringsprogramma.

  • 4.

    Intensiveer de samenwerking met de paracommerciële instellingen om samen et werken aan een betere bewustwording over verantwoorde alcoholverstrekking.

Volledige verslaglegging van de evaluatie is terug te vinden in bijlage I.

3 Beleid 2019 – 2022

3.1 Doelstelling

De doelstelling voor de komende jaren luidt als volgt:

“In 2022 is het percentage overmatige en zware drinkers teruggedrongen door een integrale aanpak op het gebied van preventie, voorlichting en handhaving en gezamenlijk met stakeholders”

Ondanks dat het overmatig drankgebruik in Diemen niet afwijkt van de rest van Nederland, blijft het doel dit terug te dringen. Om de doelgroepen nog effectiever en efficiënter te bereiken, is samenwerking met stakeholders van groot belang. Daar waar de focus afgelopen periode nog lag op het verbeteren van het naleefgedrag van alcoholverstrekkers, ligt de focus de komende periode op het creëren van bewustwording bij de inwoners van Diemen.

3.2 Te realiseren resultaten en uitgangspunten uitvoeringsprogramma

Om de doelstelling te behalen worden hieronder een aantal subdoelstellingen benoemd. Per subdoelstelling worden richtinggevende kaders gesteld voor de uit te voeren acties. Deze richtinggevende kaders worden in het uitvoeringsprogramma van burgemeester en wethouders, in overleg met de stakeholders, nader ingevuld.

  • 1.

    De gemeente maakt in 2019 afspraken met paracommerciële instellingen over terugkerende voorlichting van bestuurders, vrijwilligers en leden over de effecten van alcoholgebruik en de regels voor alcoholverstrekking. De paracommerciële instellingen organiseren deze voorlichting met ondersteuning van gemeente. Doelstelling is om 100% van de besturen van de paracommerciële instellingen en 70% van de barvrijwilligers deel te laten nemen.

Tijdens de evaluatie is opgemerkt dat de samenstelling van het bestuur van verenigingen en stichtingen regelmatig wijzigt. Door deze wijzigingen moet er permanent worden geïnvesteerd in bewustwording over alcoholgebruik in de kantines/clubhuizen. Uit de inventarisatie van de bestuursreglementen is gebleken dat een aantal verenigingen hun bestuursreglement pas drie of vier jaar na de wetswijziging van 2014, waarop de leeftijdsgrens is verhoogd van 16 naar 18, heeft gewijzigd. Voor wat betreft de bewustwording kan hier nog winst worden behaald.

Naast wisseling van de bestuursleden, vinden er ook wisselingen plaats bij de barvrijwilligers. Het instrueren van hen moet daarom ook als doorlopend proces worden opgepakt. Omdat bij de sportverenigingen veel ouders en jongeren komen, liggen hier kansen om hen te bereiken met voorlichting over de effecten van alcoholgebruik.

De gemeente zal hierin voornamelijk een faciliterende rol vervullen en met de sportclubs/sportraad afspraken maken over de uitvoering.

  • 2.

    De acties op het gebied van (vroeg)signalering alcoholmisbruik worden voor de periode 2019 – 2022 gecontinueerd en de accenten van voorlichting worden verlegd naar studenten.

De aanpak vroegsignalering alcoholmisbruik is belegd bij Arkin GGZ. De afgelopen jaren is ingezet op training van hulpverleners en informatievoorziening aan potentiële cliënten en hun omgeving/mantelzorgers. Daarnaast is ingezet op het verzorgen van informatie, advies en ondersteuning aan verwijzers, gericht op verdere hulpverlening voor mensen met verslavingsproblematiek. De verslavingsconsulent is aanwezig in de huisartsenpraktijken in Diemen Noord en Zuid. Jaarlijks worden meerdere algemene casuïstiekbesprekingen gevoerd in het Brede Hoed team (consultatie en adviesfunctie). Dit alles wordt gecontinueerd voor de periode 2019 – 2022 met specifieke aandacht op kwetsbare groepen, zoals laagopgeleide mannen, ouderen en studenten.

De leeftijd waarop wordt gestart met het drinken van alcohol stijgt (landelijk beeld). De GGD heeft geconstateerd dat het starten met voorlichting op de basisschool te vroeg is. Sinds 2015 wordt daarom geen voorlichting meer gegeven over alcohol op basisscholen. De voorlichting zal zich voornamelijk gaan richten op studenten en pubers. In de subsidieafspraken met Arkin worden afspraken gemaakt over voorlichting op de campus (tevens in het Engels) en een inloopspreekuur over middelengebruik.

  • 3.

    De gemeente gaat een voorbeeldfunctie vervullen als het gaat om alcoholverstrekking door intern de dialoog aan te gaan over alcoholverstrekking bij activiteiten die door, namens of met substantiële bijdrage van de gemeente worden georganiseerd. Uitgangspunt hierbij is een alcoholmatigingsbeleid met het stimuleren van alternatieven voor alcohol.

De gemeente Diemen organiseert regelmatig bijeenkomsten en evenementen waarbij alcohol wordt geschonken (of verstrekt een substantiële subsidie om de bijeenkomst of evenement te organiseren). Om het goede voorbeeld te geven wordt de alcoholverstrekking bij deze activiteiten opnieuw tegen het licht gehouden. Daarbij wordt kritisch beoordeeld of alcoholverstrekking bij al die activiteiten gewenst en passend is. Voor de activiteiten waar na deze beoordeling nog alcohol geschonken wordt, vervult de gemeente (of de gesubsidieerde partners) een voorbeeldrol voor alcoholverstrekkers voor wat betreft maatregelen op het gebied van bewustwording en naleving. Tevens worden alternatieven voor alcohol gestimuleerd.

  • 4.

    Koninklijke Horeca Nederland (KHN) zal in haar nieuwsbrieven informatie verstrekken over regels rondom alcoholverstrekking en effecten van alcoholgebruik om daarmee hun achterban te bereiken. Bij overtredingen wordt bekeken of KHN een faciliterende rol kan vervullen.

De horecabranche kent een redelijk verloop. Bij het verlenen van nieuwe horecavergunningen worden ondernemers in het intakegesprek uitgebreid geïnformeerd over de geldende regels. Daarnaast ontvangen zij een map voor het bewaren van de vergunningen en met informatiesheets over de belangrijkste regels. De kracht van de boodschap zit hem in herhaling. Daarom worden afspraken met KHN gemaakt over het regelmatig onder aandacht brengen van belangrijke of gewijzigde regels en de effecten van alcoholgebruik.

KHN heeft aangegeven ook een faciliterende rol te willen vervullen na geconstateerde overtredingen. Omdat bestuurlijke handhaving hoofdzakelijk niet op sanctioneren is gericht maar op het verbeteren van naleefgedrag trekken gemeenten en KHN daar gezamenlijk in op. Dit houdt in dat er gezamenlijk gesprekken met (structurele) overtreders gevoerd worden over het verbeteren van het naleefgedrag. Daarnaast kan KHN ondersteunen bij het verbeteren van het naleefgedrag.

  • 5.

    Drankgebruik onder jongeren en jongvolwassenen op hangplekken (hierna wordt voor het gemak gesproken over ‘hangjongeren’) wordt integraal aangepakt met als doel het aantal locaties, waar op hangplekken wordt gedronken, in 2022 te halveren.

Bij de evaluatie is aangegeven dat er regelmatig sprake is van (hinderlijk) drankgebruik van hangjongeren. De meest opvallende locatie waar dat plaatsvindt is winkelcentrum Kruidenhof. Aanvullend op de effecten op de gezondheid is hier sprake van effecten op de leefomgeving waarvan derden direct hinder kunnen ondervinden. Omdat het drankgebruik hier ook de leefomgeving raakt, krijgt dit prioriteit in de handhaving (ten opzichte van drankgebruik in de horeca).

  • 6.

    Het naleefgedrag van alle alcoholverstrekkers blijft op peil (ten opzichte van resultaten evaluatie 2018) of wordt waar nodig verbeterd, door middel van risicogericht toezicht.

Een integrale afweging op het gebied van toezicht en handhaving vindt plaats in het VTH-beleid. In dat beleid zijn de risico’s van een breed scala aan handhavingstaken bepaald. Het risico wordt bepaald door “kans maal effect”. De hoogte van het risico bepaalt de prioriteit voor het toezicht en de handhaving op die handhavingstaak. Hoe hoger het risico, des te hoger de prioriteit. De prioriteitenstelling geeft richting aan de inzet van mensen, middelen, de frequenties van toezicht en handhaving en de aspecten waarop tijdens handhavingsbezoeken wordt gelet.

In onderstaande tabel zijn de prioriteiten van de overtredingen van de Drank- en Horecawet benoemd. In bijlage IV is een nadere toelichting op deze prioritering terug te vinden.

Tabel 1: Prioriteiten en bijbehorende methoden DHW en alcohol

Prioriteit

Methode

Prioriteit 2: hoog

• Hinderlijk drankgebruik

Toezicht:

• Actief zoeken naar en opsporen van illegale activiteiten;

• In kaart brengen en houden van legale activiteiten, door waarneming ter plaatse en bureaucontrole.

Handhaving:

• Handhaving in projectvorm en steekproefsgewijs volgens het stappenplan, met dien verstande dat de situaties met grote veiligheidsrisico’s prioriteit krijgen.

• Een verbeurde dwangsom wordt te allen tijde geïnd, ook als op het moment van inning al een einde is gemaakt aan de illegale situatie.

Prioriteit 3: gemiddeld

• Afwezigheid leidinggevende / mogelijk schijnbeheer en alcoholverstrekking zonder vergunning

• Overtreding regels paracommercie

• Overtredingen leeftijdsgrenzen

Toezicht:

• Structureel steekproefsgewijs controleren.

Handhaving:

• Handhaving in projectvorm en steekproefsgewijs volgens het stappenplan.

• Omvang van de steekproef hangt af van de beschikbare capaciteit.

• Een verbeurde dwangsom wordt te allen tijde geïnd, ook als op het moment van inning al een einde is gemaakt aan de illegale situatie.

Prioriteit 4: laag

• Happy hours

• Overtredingen drankverstrekking (m.u.v. leeftijdsgrenzen)

• Administratieve overtredingen

Toezicht

• Incidenteel steekproefsgewijs controleren dan wel op piepsysteem controleren.

Handhaving:

• Handhaving vindt niet structureel steekproefsgewijs plaats, afhankelijk van de beschikbare capaciteit. Een verbeurde dwangsom wordt alleen geïnd als op het moment van inning geen einde is gemaakt aan de illegale situatie.

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een uitvoeringsprogramma vast. Daarin worden bovenstaande methoden vertaald naar aantallen controles.

De benodigde inzet voor toezicht op de Drank- en horecawet is mede afhankelijk van de preventieve maatregelen die alle stakeholders treffen op het gebied van alcoholmatiging en de effecten daarvan. Daarom worden die stakeholders betrokken voor de invulling, conform de uitgangspunten uit het VTH-beleid, van het uitvoeringsprogramma (voor zover het de DHW en alcoholgerelateerde overtredingen betreft).

Tijdens de periode van uitvoering van het vorige beleid zijn veel horecabedrijven gecontroleerd. Dit was in het kader van deze nieuwe toezichtstaak nodig om inzicht te krijgen in het naleefgedrag. Nu hierover meer inzicht is, kan er risicogerichter worden toegezien op basis van opgedane kennis.

3.3 Evaluatie beleid

Het preventie- en handhavingsplan wordt in het vierde kwartaal van 2022 geëvalueerd. In het uitvoeringsprogramma staat per te behalen resultaat beschreven hoe de monitoring en tussentijdse bijsturen plaatsvindt. Resultaten van die monitoring en effecten van de bijsturing, worden meegenomen bij de evaluatie.

Bijlage I Verslag evaluatie ‘Preventie – en handhavingsplan alcohol 2014 – 2016’

1 Inleiding

In 2014 heeft de gemeenteraad van Diemen het “Preventie- en handhavingsplan alcohol 2014 – 2016” (hierna: preventie- en handhavingsplan) vastgesteld. Omdat medio 2017 actuele informatie uit de GGD Gezondheidsmonitor beschikbaar zou komen, is begin 2017 besloten dit beleid met nog één jaar te verlengen.

Bij het vaststellen van de nota is bepaald om het beleid te evalueren. Ten behoeve van de evaluatie is de uitvoering gemonitord. In deze evaluatie worden conclusies getrokken over het behalen van de doelstelling en de te realiseren resultaten. Daarnaast wordt teruggekeken op de uitvoering.

2 Doelstelling

De doelstelling uit het preventie- en handhavingsplan luidt:

“Het terugbrengen van overmatig alcoholgebruik van met name jongeren door een integrale aanpak door middel van cursussen, vroegsignalering en handhaving.”

Uit de gezondheidsmonitor blijkt dat het aantal zware en overmatige drinkers ongeveer gelijk is gebleven. Wanneer we slechts naar die cijfers kijken, kan worden geconcludeerd dat de doelstelling niet is behaald. Echter is er wel een nuance aan te brengen ten aanzien van de cijfers. Het grootste deel van de zware en overmatige drinkers komt uit Diemen Zuid, daar waar de studentencampus zit welke de laatste jaren is gegroeid. Ondanks deze groei van het aantal studenten is het aandeel zware en overmatige drinkers gelijk gebleven. Bovendien wordt hierbij nog opgemerkt dat de percentages overeenkomen met landelijke cijfers.

3. Toelichting op evaluatie

De evaluatie van het beleid is in twee fasen uitgevoerd. In eerste instantie zijn intern gegevens over de resultaten en uitvoering in kaart gebracht. Aan de hand hiervan hebben we gesprekken gevoerd en een bijeenkomst gehouden met stakeholders zoals Koninklijke Horeca Nederland (KHN), vertegenwoordigers van de sportclubs en detailhandel, Arkin basis GGZ en de jongerenraad Diemen (of is bij afwezigheid anderszins input opgehaald).

In hoofdstuk vier van dit evaluatieverslag staat beschreven in welke mate de resultaten uit het preventie- en handhavingsplan zijn gerealiseerd. Hoofdstuk 5 beschrijft de uitvoering van het beleid over de afgelopen jaren. Deze beschrijving van de resultaten en de uitvoering zijn onderwerp van gesprek geweest in de bijeenkomst met de stakeholders. Hoofdstuk 6 beschrijft hoe de stakeholders terugkijken op het beleid. De conclusies en aanbevelingen voor het nieuwe beleid staan in hoofdstuk 7.

4. Te realiseren resultaten

Voor het behalen van de doelstelling zijn zeven te realiseren resultaten benoemd. In de onderstaande tabel is aangegeven welke resultaten zijn behaald.

Tabel 1: behaalde resultaten

Te realiseren resultaat

Behaald

Toelichting

1. Vrijwilligers van verenigingen zijn voorgelicht in de effecten van alcohol, in het bijzonder voor jongeren.

√?

Verenigingen zijn met name via de IkPas actie benaderd. In hoeverre dergelijke campagnes vrijwilligers van verenigingen bereikt is onduidelijk.

2. De gemeente heeft inzicht in de mate waarin subsidieafspraken kunnen bijdragen aan het alcoholmatigingsbeleid.

Er heeft een evaluatie plaatsgevonden van alcoholinterventies waaruit kan worden afgeleid dat er tevredenheid is over de bereikbaarheid en laagdrempeligheid van voorzieningen waarvoor subsidie is verstrekt. Zowel richting patiënten en professionals. De drempel middelengebruik bespreekbaar te maken is daardoor verlaagd. De gezondheidsmonitor laat ook een positieve ontwikkeling zien.

3. Sportverenigingen conformeren zich de doelstellingen van het alcoholmatigingsbeleid van hun sportbonden en de gemeente en treffen maatregelen om hieraan hun bijdrage te leveren (welke worden geborgd in hun bestuursreglement).

Inmiddels hebben alle paracommerciële instellingen een actueel bestuursreglement. In een aantal gevallen was dit pas ruim na de wetswijziging met verhoging van de leeftijdsgrenzen (1 januari 2014). In Bijlage 2 is weergegeven welke regels men stelt in de bestuursreglementen.

4. Alle alcoholverstrekkers zijn bekend met de regelgeving over alcoholverstrekking.

Alle alcoholverstrekkers beschikken over een barcodemap met daarin informatie over de belangrijkste regels en vergunningen. Daarnaast wordt tijdens de intakegesprekken voor een nieuwe vergunning en controles uitgebreid stil gestaan bij de belangrijkste regels.

5. Alle alcoholverstrekkers beschikken over de benodigde vergunningen (gemeente denkt mee over hoe de activiteiten te legaliseren) of staken de alcoholverstrekking.

Afgelopen jaren is een inhaalslag gemaakt met het verlenen van vergunningen. Onder de commerciële horeca zijn veel nieuwe ondernemers gevestigd, die allemaal over de benodigde vergunningen beschikken.

6. Verbeteren van het naleefgedrag van alcoholverstrekkers, ten aanzien van de regels over alcoholverstrekking en de lokale regels in het bijzonder (verbod op prijsacties in de horeca en schenktijden en te houden feesten en partijen bij paracommerciële instellingen).

De cijfers over het aantal overtredingen in 2015 en 2016 geven aan dat er een substantiële verbetering in het naleefgedrag is waar te nemen.

7. Verbeteren van het naleefgedrag van jongeren (voor wat betreft het voor handen hebben van alcohol).

Uit de gezondheidsmonitor zijn beperkte cijfers te halen. Uit de monitor blijkt dat het aantal jongeren van 15 en 16 jaar oud dat maandelijks drinkt is afgenomen van 12,4% in de periode 2015-2016 naar 11,8% in de periode 2016-2017.

Cijfers over toe- of afname van wekelijks drinken of bingedrinken zijn helaas niet uit de monitor te herleiden omdat deze slechts in één periode zijn gemeten. De monitor bevat tevens geen cijfers over het alcoholgebruik van 13 en 14-jarigen.

Op basis van, weliswaar beperkte informatie uit de controles op leeftijdsgrenzen, kan worden geconcludeerd dat het naleefgedrag is verbeterd.

5 Beschrijving uitvoering ‘Preventie- en handhavingsplan alcohol 2014 – 2016’

5.1 Uitvoering preventie

In het preventie- en handhavingsplan zijn de volgende vier preventieve acties opgenomen:

  • 1.

    Continueren (vroeg)signalering door (doelgroep: laagopgeleide mannen):

    • training hulpverleners;

    • inzet van een verslavingsconsulent;

    • multidisciplinaire cauïstiekbesprekingen.

  • 2.

    Continueren voorlichting alcoholgebruik op basisscholen en middelbare scholen en via het jongerenwerk (doelgroep: jeugd).

  • 3.

    Handhaving leeftijdsgrenzen (doelgroep: jeugd) (zie paragraaf 3.4).

  • 4.

    Voorlichting en handhaving sportverenigingen, gelet op de nieuwe regels omtrent paracommercie (doelgroep: jeugd).

1. Continueren aanpak (vroeg)signalering alcoholmisbruik

De aanpak vroegsignalering alcoholmisbruik is belegd bij Arkin/Jellinek. De afgelopen jaren is ingezet op training van hulpverleners en informatievoorziening aan potentiële cliënten en hun omgeving/mantelzorgers. Daarnaast op het verzorgen van informatie, advies en ondersteuning aan verwijzers, gericht op verdere hulpverlening voor mensen met verslavingsproblematiek. De verslavingsconsulent is aanwezig in de huisartsenpraktijken in Diemen Noord en Zuid. Jaarlijks worden meerdere algemene casuïstiekbesprekingen gevoerd. In 2017 zal, met input vanuit de gezondheidsmonitor, bekeken worden welke kwetsbare groepen specifieke aandacht behoeven.

2. Continueren voorlichting alcoholgebruik

De leeftijd waarop gestart wordt met het drinken van alcohol stijgt (landelijk beeld). De GGD heeft geconstateerd dat het starten met voorlichting op de basisschool te vroeg is. Sinds 2015 wordt daarom geen voorlichting meer gegeven over alcohol op basisscholen. Het jongerenwerk voor de oudere doelgroep is voornamelijk gericht op activering en participatie en minder op voorlichting. Wel komt het onderwerp ter sprake in de puberkring (voor pubers) en de pubercursus (voor ouders).

3. Handhaving leeftijdsgrenzen

De gemeente heeft een paracommerciële verordening vastgesteld waarover partners uitgebreid zijn geïnformeerd. Daarnaast is er een preventie- en handhavingsplan, op basis waarvan controles plaatsvinden.

4. Voorlichting en handhaving sportverenigingen

In samenspraak met de acht sportverenigingen met een eigen accommodatie zijn duidelijke afspraken gemaakt over alcoholgebruik (en roken).

5.2 Uitvoering communicatie

Omdat het bevorderen van naleefgedrag begint met kennis van regelgeving, zijn de volgende acties in het kader van communicatie bepaald:

  • 1.

    De volgende doelgroepen worden via een brief geïnformeerd over regels uit de Drank- en Horecawet welke voor hen gelden:

    • Reguliere horeca;

    • Paracommerciële inrichtingen (sportkantines, buurthuizen, etc.);

    • Detailhandel (slijterijen, supermarkten en winkeliersvereniging) en ambulante handel;

    • Instellingen zonder vergunning waar mogelijk wel incidenteel alcohol wordt verstrekt
(scholen en buurthuizen);

    • Medewerkers van de gemeente die activiteiten organiseren waar alcoholhoudende
dranken worden verstrekt.


  • 2.

    Met instellingen met een verscheidenheid aan activiteiten worden gesprekken gevoerd over de mogelijkheden (legalisatie) en onmogelijkheden van drankverstrekking tijdens deze activiteiten;


  • 3.

    Regels over alcoholverstrekking komen op de website (Digitaal loket) en voor aanvullende vragen kan men terecht bij de horecacontactpersoon.

Alle verstrekkers zoals hierboven genoemd zijn geïnformeerd over de gewijzigde wetgeving op het gebied van alcoholverstrekking. Een groep die onvoldoende is geïnformeerd en later nog geïnformeerd wordt, zijn de evenementenorganisatoren (inclusief organisatoren buurtfeesten).

Met de instellingen zoals genoemd bij punt 2 (voornamelijk buurthuizen) zijn vergunningprocedures doorlopen om de alcoholverstrekking te legaliseren.

Op de website van de gemeente staat informatie over de drank- en horecavergunning en ontheffing voor bij evenementen. Regels, die gelden voor verstrekkers die niet over een vergunning hoeven te beschikken, zijn niet op de website terug te vinden. Voor de horeca is er één aanspreekpunt die de intakegesprekken voert, vragen beantwoord en de horeca-overleggen organiseert.

Daarnaast is er veel tijd geïnvesteerd in het onder de aandacht brengen van de regelgeving tijden de intakegesprekken om een nieuwe drank- en horecavergunning.

5.3 Uitvoering handhaving

In het preventie- en handhavingsplan is op basis van een risicoanalyse een prioritering in het toezicht bepaald. Die prioritering bepaalt het aantal controles bij de verschillende drankverstrekkers. In onderstaande tabel is weergegeven hoeveel controles jaarlijks gepland waren en hoeveel er daadwerkelijk zijn uitgevoerd.

Doordat de aantallen van te houden controles zijn vastgelegd in het preventie- en handhavingsplan, was er formeel gezien beperkt mogelijkheid tot bijsturen bij tussentijdse wijziging van inzichten. Desondanks hebben we, na opgedane ervaring met het toezicht op de Drank- en Horecawet in 2014 en 2015, voor 2016 en 2017 een aangepaste verdeling van de controles begroot.

Tabel 2: uitgevoerde controles

Type controle

Jaarlijks begroot ’14 – ‘15

2014 *

2015

Begroot 2016

2016

Begroot 2017

2017

Integrale controle

29

13

18

20

24

20

12

Basiscontrole horeca

0

0

18

28

28

11

11

Basiscontrole paracommerciële instelling

7

0

1

7

7

7

8

Basiscontrole supermarkt

0

-

4

10

10

10

4

Basiscontrole droge horeca (zonder alcohol)

0

-

10

8

8

8

1

Basiscontrole slijterij

3

0

2

3

3

3

1

Basiscontrole evenement

3

3

3

8

17

8

4

Hercontrole **

20

12

11

20

13

20

2

Leeftijdscontrole ***

20

7

22

5

8

5

7

Overtredingen leeftijdscontrole

-

0

3

-

2

-

Gerichte incidentele controle

20

2

2

0

0

0

0

Toetsen inrichtingseisen

5

8

8

-

-

-

-

Aantal waarschuwingsbrieven

8

-

14

-

-

-

-

Aantal lasten onder dwangsom en bestuursdwang

4

-

5

4

1

4

1

Aantal bestuurlijke boetes

2

-

1

2

0

2

0

Aantal bezwaarschriften

-

-

0

-

-

-

-

Aantal beroepschriften

-

-

0

-

-

-

-

Aantal verzoeken om voorlopige voorziening

-

-

0

-

-

-

-

* Cijfers 2014 hebben betrekking op de periode 1 juli – 31 december.

** Het aantal overtredingen na een hercontrole is nihil.

*** Leeftijdscontroles zijn allemaal uitgevoerd bij evenementen.

Toelichting op de cijfers over toezicht

Het aantal uitgevoerde controles in 2014 is achtergebleven op het begroot aantal controles. De reden hiervan is voornamelijk dat toezicht op de Drank- en Horecawet nieuw was voor de gemeente en is geïnvesteerd in implementatie en verankering van processen.

In 2015 is een inhaalslag gemaakt met controles. In dat jaar is tevens een inhaalslag gemaakt met het verlenen/verlengen van exploitatievergunningen. Daardoor zijn controles bij met name paracommerciële instellingen naar achteren geschoven. Anders zou direct handhavend opgetreden moeten worden, omdat de nieuwe exploitatievergunningen nog niet waren verleend. Het aantal uitgevoerde integrale controles (met andere handhavingspartners) is dat jaar achtergebleven op het aantal geplande controles. De reden daarvan is dat er minder controles per geplande controleavond uitgevoerd konden worden dan de 9 á 10 die waren gepland. In plaats daarvan zijn extra controles bij supermarkten en droge horeca opgepakt. De controles op leeftijdscontroles zijn voornamelijk uitgevoerd bij evenementen (kermis, Diemer Festijn, Loswalfestival en festivals in Diemerbos). Bij overtredingen moet vaak worden opgetreden in groepen. Dat leidt weer snel tot incidenten in het kader van openbare orde en veiligheid.

In 2016 zijn twee integrale controlerondes gehouden. Daarnaast is er tweemaal met een ROC-klas een ronde met basiscontroles gehouden. In 2016 is aansluiting gezocht bij HALT voor het doorzenden van minderjarigen die met alcohol betrapt worden. Over feesten van persoonlijke aard bij paracommerciële instellingen is in 2016 slechts één melding ingediend. Dit is een opvallend gegeven omdat bij het horecaoverleg wordt aangegeven dat dit vaak voorkomt (vanaf 2018 worden deze meldingen, na een oproep hiertoe in het horecaoverleg overigens vaker gedaan). In 2017 is het toezicht op de paracommerciële instellingen geïntensiveerd.

Het aantal benodigde waarschuwingen (voornamelijk voor overtredingen van administratieve aard) en opgelegde lasten en boetes is in 2016 afgenomen ten opzichte van 2015. Het aantal geconstateerde overtredingen bij een hercontrole is nihil. Uit deze cijfers kan worden opgemaakt dat het naleefgedrag goed is.

Kengetallen controles

Omdat het toezicht op de Drank- en Horecawet nieuw is voor gemeenten sinds de wetswijziging van 1 januari 2013, was er nog geen beeld van de tijdsbesteding van de controles. In het preventie- en handhavingsplan is een schatting gemaakt van het aantal uur. Op basis van de uitvoering kan nu nauwkeuriger worden gesteld hoeveel tijd de verschillende controles kosten. Dat is weer belangrijke input voor het nieuwe uitvoeringsprogramma. Onderstaande tabel geeft het aantal uur per type controle weer.

Tabel 3: kengetallen controles

Type controle (incl. voorbereiding)

Daadwerkelijk aantal uren

Geraamd aantal uren

Integrale controle

6

6

Basiscontrole horeca

3

5

Basiscontrole paracommerciële inst.

3

5

Basiscontrole slijterij

3

5

Basiscontrole evenement

2 (per dag)

5

Doorverwijzing HALT

6

-

Hercontrole

2

2,5

Leeftijdscontrole

-

5,5

Gerichte incidentele controle

6

3,5

6 Evaluatie stakeholders

In de bijeenkomst met de stakeholders zijn de volgende punten genoemd die op dit moment goed gaan:

  • Door controle van alcoholverstrekkers en overheid proberen jongeren nauwelijks nog alcohol te kopen.

  • Het verbeterde naleefgedrag wordt onderschreven. Daarnaast wordt benoemd dat er geen grote overtredingen zijn geconstateerd en dat overtredingen vaak na eerste aanschrijving door gemeente worden opgelost. Waar intern al de conclusie werd getrokken dat het met het naleefgedrag doorgaans wel goed zit, is dit in deze bijeenkomst beaamd.

De volgende verbeterpunten zijn aangedragen:

  • Vanuit de alcoholverstrekkers (voornamelijk horeca) wordt de vraag gesteld of de integrale controles, waarbij horecabedrijven steekproefsgewijs worden gecontroleerd door verschillende instellingen (naast gemeente ook bijvoorbeeld politie en belastingdienst), effectief zijn gebleken. Tevens pleiten zij voor gerichte controles op basis van concrete signalen.

  • Aanwezigen vragen zich af of er voldoende wordt gecontroleerd op alcohol bij de (hang)jeugd op straat. Daarbij worden een aantal concrete “hotspots” genoemd waar onder andere gebruik van alcohol (en drugs) tot overlast van de jongeren leidt. De controles hebben voornamelijk plaatsgevonden bij de alcoholverstrekkers. Controles op leeftijdsgrenzen hebben vooral plaatsgevonden op evenementen. De openbare ruimte is inderdaad onderbelicht geweest.

  • Het gevoel bestaat bij de reguliere horeca dat er vooral bij hen toezicht wordt gehouden. De gemeente is weliswaar bij de reguliere horeca begonnen met het toezicht maar is dat heeft zich daarna ook uitgebreid naar andere branches. Dit blijkt ook uit de cijfers uit paragraaf 5.3.

  • Partijen pleiten voor meer nadruk op het sturen op eigen verantwoordelijkheid en bewustwording over de schadelijkheid van alcohol.

  • De gemeente heeft over de afgelopen jaren nul meldingen ontvangen van paracommerciële instellingen dat zij een feest van persoonlijke aard gaan houden (dit is viermaal per jaar per instelling toegestaan). Daarentegen is bekend dat de bijeenkomsten wel worden gehouden (is ook op gehandhaafd). Vanuit de paracommerciële instellingen wordt aangegeven dat onvoldoende duidelijk is hoe men dit had moeten melden. De gemeente heeft daarover bij vaststelling van de horecaverordening wel gecommuniceerd. Herhaling van die informatie is echter wel achterwege gebleven.

  • De gemeente kan haar voorbeeldrol beter vervullen door terughoudender om te gaan met het verstrekken van alcohol bij openbare bijeenkomsten.

  • Verder wordt opgemerkt dat stakeholders weinig hebben gemerkt van het beleid. Communicatie over beleid en handhaving kan beter.

Aan aanwezigen is gevraagd welke rol zij zien om een bijdrage te leveren aan het beleid. Zij zien vooral een belangrijke rol weggelegd in het overdragen en delen van kennis over alcoholverstrekking. Mede vanwege het aantal nieuwe horecaondernemers en de wissende samenstellingen van besturen van paracommerciële instellingen ‘verdwijnt’ kennis over verantwoord alcoholgebruik. Partijen geven ook periodiek met de gemeente om tafel te willen over dit thema.

7 Conclusies en uitgangspunten voor de toekomst

Conclusie 1: Inzicht verkregen in naleefgedrag en verbetering daarvan

Afgelopen jaar is gewerkt aan het verkrijgen van inzicht in het naleefgedrag. Daar waar nodig is dat naleefgedrag, mede door bewustwording en handhaving, verbeterd. Vanwege het beperkte toezicht dat de NVWA voorheen uitvoerde, ontbrak dit inzicht. Uit het aantal controles is op te maken dat er een goed inzicht is verkregen. Het afnemend aantal geconstateerde overtredingen, toont een verbeterd naleefgedrag aan. Met dit verkregen inzicht en een doorgaans goed naleefgedrag kunnen we stellen dat de basis op orde is.

Aanbeveling 1: Gerichter toezicht

Vanuit het verkregen inzicht kunnen we het toezicht effectiever en efficiënter inrichten voor de toekomst. Daarbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Op basis van het verkregen inzicht kan gerichter worden toegezien bij overtreders en kan de toezichtlast voor verstrekkers met een goed naleefgedrag omlaag. Het aantal (steekproefsgewijze) basiscontroles kan hierdoor naar afnemen.

  • Het naleefgedrag van paracommerciële instellingen, voor wat betreft het houden van feesten en partijen, is onvoldoende bekend en krijgt een hogere prioriteit.

  • Het aantal controles op leeftijdscontroles en alcohol op straat bij (hang)jongeren zal toenemen.

Conclusie 2: nadruk lag afgelopen periode sterkt op kennis over regelgeving en handhaving

Kijkend naar de te behalen resultaten uit het beleid en de accenten in de uitvoering, is de conclusie dat de nadruk lag op het investeren in bekendheid over regels rondom alcoholgebruik- en verstrekking en de handhaving op die regels. Het resultaat is een prima naleefgedrag dat zeker voortgezet moet worden. Nog beter zou het zijn als jonge drinkers of overmatige drinkers respectievelijk niet of minder drinken uit eigen beweging.

Aanbeveling 2: verleg de focus van toezicht naar preventie

Gelet op conclusie 1 en 2 wordt aanbevolen om meer in te zetten op bewustwording en gedragsverandering om zo het alcoholgebruik terug te dringen. Dit sluit ook aan bij wat de stakeholders hebben aangegeven: meer sturen op eigen verantwoordelijkheid. Hier liggen ook kansen omdat één op de drie personen in Diemen die te veel drinkt heeft ook aangegeven dit te willen minderen. Tevens kan worden gekeken of er extra inspanning wordt geleverd in Diemen Zuid aangezien daar het aandeel overmatig en zware drinkers het grootst is.

Hierbij moet wel worden opgemerkt dat dit ook passen binnen de prioritering van alle thema’s uit de gezondheidsnota. Wanneer alcoholgebruik daarin niet een van de aandachtthema’s is, ligt het niet voor de hand om daar meer op in te zetten.

Conclusie 3: Statisch en eenzijdig beleid

Het beleid dat voor meerdere jaren geldt, kent hele gedetailleerde acties op uitvoeringsniveau waarop tussentijds moeilijk bij te sturen was. Hierbij wordt vooral gedoeld op de uitvoeringsacties in het toezicht. Daarnaast hebben stakeholders aangegeven weinig van het beleid te hebben ervaren, terwijl tijdens de bijeenkomst met de stakeholders wel een betrokkenheid bij het thema naar voren kwam en partijen zelfs een rol in de uitvoering willen vervullen.

Aanbeveling 3: Raad stelt kaders vast die worden uitgewerkt in gezamenlijk gedragen uitvoeringsprogramma

Om het beleid dynamischer te houden wordt aanbevolen om de gemeenteraad een kaderstellend preventie- en handhavingsplan alcohol te laten vaststellen dat wordt uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma dat door het college van burgemeester en wethouders wordt vastgesteld (of meerdere uitvoeringsprogramma’s, bijvoorbeeld jaarlijks). Dit sluit ook beter aan bij de rolverdeling tussen raad (kaderstellend) en college (uitvoerend). Daarbij wordt aanbevolen om stakeholders te betrekken bij het opstellen en herzien van het uitvoeringsprogramma en waar mogelijk zelfs een rol te geven in de uitvoering.

Conclusie 4: Bewustwording bij alcoholverstrekkers verdient continue aandacht

Zowel vertegenwoordigers van de paracommerciële instellingen als KHN geven aan dat er continue aandacht moet zijn voor informatie over de regels rondom alcoholverstrekking. Vanwege het verloop in horecaondernemers en wisselende samenstellingen van besturen van paracommerciële instellingen, gaat er kennis verloren.

Dat de bewustwording bij de paracommerciële instellingen aandacht verdient, blijkt tevens uit het feit dat een aantal van hen pas laat na de wetswijziging hun bestuursreglement hebben aangepast. Tevens is gebleken dat er door de paracommerciële instellingen geen meldingen zijn ingediend van feesten die men moet melden, terwijl bekend is dat die wel zijn gehouden.

Uit de inventarisatie van de bestuursreglementen (bijlage II) blijkt dat de paracommerciële instellingen ook verschillende maatregelen treffen, waarin ze mogelijk nog van elkaar kunnen leren. Waar de één zich beperkt door de standaardbepalingen uit het modelreglement van NOC * NSF, treft een ander aanvullende maatregelen.

Aanbeveling 4: Werk samen met partners aan kennisoverdracht en bewustwording

KHN heeft reeds aangeboden een rol te willen spelen met betrekking tot de kennisoverdracht over regels om zo bij te dragen aan een beter bewustzijn. Met de paracommerciële instellingen kunne andere afspraken worden gemaakt om dit gezamenlijk op te pakken.

Bijlage II Inventarisatie bestuursreglementen paracommercie

Paracommerciële instelling

Jaartal bestuursreglement

Aanvullende regels alcoholverstrekking

Aanvullende regels alcoholverstrekking jongeren

De Schakel

(burg. Bickerstraat 46A)

2018

• Geen alcohol drinken tijdens bardienst.

• Alcoholvrije drank wordt gepromoot.

• Barvrijwilligers zijn tenminste 18 jaar oud.

• Geen alcoholverstrekking als in de kantine meer dan 25% aanwezigen jonger is dan 18 jaar.

SV Diemen

(Sportlaan 13)

2014

• Geen alcohol aan trainers en leiders van jeugdteams tijden uitoefening van functie.

• Geen alcohol voor chauffeurs van teams en spelers.

• Geen alcohol drinken tijdens bardienst.

• Goedkoper aanbieden alcoholvrije drank.

• Publicitaire acties rondom verantwoord alcoholgebruik.

• Nadere criteria gesteld aan bijeenkomsten van persoonlijke aard.

• Barvrijwilligers zijn tenminste 18 jaar oud.

• Geen alcoholverstrekking als in de kantine meer dan 25% aanwezigen jonger is dan 18 jaar.

DKV Victoria

(Sportlaan 9)

2014

• Geen alcohol aan trainers en leiders (van jeugdteams) tijdens uitoefenen functie.

• Geen alcohol drinken tijdens bardienst.

• Nadere criteria gesteld aan bijeenkomsten van persoonlijke aard.

• Barvrijwilligers zijn zoveel mogelijk 18 jaar oud.

Manege de Eenhoorn

(Landlust 3)

2017

• Geen alcohol aan personen in functie.

• Stimulieren BOB-campagne.

• Geen alcohol tijdens bardienst.

Beperktere schenktijden

• Barvrijwilligers zijn tenminste 18 jaar oud.

SV Zeeburg

(Pr. Bernhardlaan 4)

2015

• Geen alcohol aan trainers en leiders (van jeugdteams) tijdens uitoefenen functie.

• Geen alcohol drinken tijdens bardienst.

• Nadere criteria gesteld aan bijeenkomsten van persoonlijke aard.

• Barvrijwilligers zijn zoveel mogelijk 18 jaar oud.

TIW Survivors

2017

• Geen alcohol aan trainers en leiders van jeugdteams tijden uitoefening van functie.

• Geen alcohol voor chauffeurs van teams en spelers.

• Geen alcohol drinken tijdens bardienst.

• Alcoholvrije drank wordt gepromoot.

• Geen alcohol tijdens jeugdevenement.

• Beperktere schenktijden.

• Barvrijwilligers zijn tenminste 18 jaar oud.

ATVD

2014

• Geen alcohol aan trainers en leiders van jeugdteams tijden uitoefening van functie.

• Geen alcohol voor chauffeurs van teams en spelers.

• Geen alcohol drinken tijdens bardienst.

• Alcoholvrije drank wordt gepromoot.

• Publicitaire acties rondom alcoholgebruik.

• Barvrijwilligers zijn tenminste 18 jaar oud.

• Geen alcoholverstrekking als in de kantine meer dan 25% aanwezigen jonger is dan 18 jaar.

* TVDZ is geen paracommerciële instelling maar heeft een commerciële uitbater van de horeca. Zij zijn daarom gebonden aan de regels voor een commercieel horecabedrijf en beschikken niet over een bestuursreglement.

Bijlage III Info alcoholgebruik uit gezondheidsmonitor “Gezondheid in beeld”

afbeelding binnen de regeling

Bron: https://www.ggd.amsterdam.nl/beleid-onderzoek/gezondheidsmonitors/amstelland-gm2016/

Bijlage IV Risico analyse overtredingen Drank- en Horecawet

afbeelding binnen de regeling