Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening bijdrageregeling Meedoen met de samenleving

Geldend van 29-01-2014 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Verordening bijdrageregeling Meedoen met de samenleving

Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân;

gelet op

Wet werk en bijstand: artikel 8, eerste lid onderdeel g en tweede lid onderdeel d; artikel 35 vijfde lid;

overwegende, dat het van belang wordt geacht om aan personen met een hem/haar ten laste komend kind en die woonachtig zijn in de aan de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân deelnemende gemeenten financieel te ondersteunen in de kosten van maatschappelijke participatie;

besluit vast te stellen de:

Verordening bijdrageregeling Meedoen met de samenleving

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.

Artikel 1. Begripsbepalingen.

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      WWB: de Wet werk en bijstand (WWB)

    • b.

      Dienst: de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân.

Hoofdstuk 2. Doelstelling en doelgroep.

Artikel 2. Doelstelling en doelgroep:

  • 1. De bijdrageregeling Meedoen met de samenleving heeft tot doel om de personen die tot de doelgroep behoren tegemoet te komen in de kosten van sociale, culturele en sportieve activiteiten. Op deze wijze wordt voorkomen dat om redenen van financiële aard niet wordt deelgenomen aan deze activiteiten.

  • 2. Tot de doelgroep behoort:

    • a.

      het ten laste komend kind zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid onderdeel e van de WWB;

    • b.

      de alleenstaande of het gezin zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid onderdeel a en c van de WWB.

  • 3. De in het tweede lid genoemde personen hebben domicilie in één van de bij de Dienst aangesloten gemeenten en staan daar als zodanig ingeschreven in de Gemeentelijke basisadministratie.

  • 4. Niet voor een bijdrage komt in aanmerking:

    • a.

      de persoon aan wie rechtens de vrijheid is ontnomen;

    • b.

      de persoon die zich onttrekt aan de ten uitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel;

    • c.

      vreemdelingen anders dan bedoeld in artikel 11, tweede lid van de WWB

    • d.

      personen die een toelage ontvangen op grond van de WTOS, met uitzondering van 18-minners, of studiefinanciering op grond van de WSF 2000.

Hoofdstuk 3. Voorwaarden voor het recht op een bijdrage.

Artikel 3. Voorwaarden

Een bijdrage wordt verleend indien:

  • 1.

    het (gezamenlijk) inkomen van de alleenstaande of het gezin op de datum van de aanvraag niet hoger is dan het in artikel 4 bedoelde norminkomen;

  • 2.

    het (gezamenlijk) vermogen op de datum van de aanvraag niet meer bedraagt dan het vermogen, zoals bedoeld in artikel 34 van de WWB waarbij spaargelden opgebouwd tijdens de periode waarin bijstand is ontvangen mee in aanmerking worden genomen en het vermogen in de eigen woning buiten beschouwing wordt gelaten.

  • 3.

    in het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft niet eerder een bijdrage is verstrekt op grond van deze verordening.

Artikel 4. Inkomen

  • 1. De hoogte van het norminkomen, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt uitgedrukt in een percentage van de voor de belanghebbende(n) geldende bijstandsnorm, zoals genoemd in artikel 5 aanhef en onder c. van de WWB.

  • 2. De hoogte van het norminkomen kan per aan de Dienst deelnemende gemeente verschillen. Bij raadsbesluit van de aan de Dienst deelnemende gemeente is het norminkomen vastgesteld. Een samenvatting van deze raadsbesluiten is in een overzicht als bijlage aan deze verordening toegevoegd.

  • 3. Bij de vaststelling van het inkomen wordt in aanmerking genomen het inkomen zoals dit wordt genoemd in artikel 31, 32 en 33 van de WWB.

Artikel 5. De kosten

Een bijdrage is mogelijk als bijdrage in de kosten voor sociale, culturele en sportieve activiteiten die bijdragen aan de maatschappelijke participatie van de personen van de doelgroep.

Hoofdstuk 4. De bijdrage en de aanvraag.

Artikel 6. De bijdrage.

De hoogte van de bijdrage verschilt per aan de Dienst deelnemende gemeente. Bij afzonderlijk raadsbesluit van de aan de Dienst deelnemende gemeenten is de bijdrage vastgesteld. Een samenvatting van deze raadsbesluiten is in een overzicht als bijlage aan deze verordening toegevoegd.

Artikel 7. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor het verkrijgen van een bijdrage van de kosten voor sociale, culturele en sportieve activiteiten wordt bij de Dienst ingediend door middel van een daarvoor bestemd aanvraagformulier en onder overlegging van de op het aanvraagformulier genoemde bescheiden.

  • 2. Op het aanvraagformulier wordt gemeld voor welke vorm van maatschappelijke participatie een aanspraak op de bijdrage wordt gedaan.

  • 3. De aanvraag voor de bijdrage dient te zijn ingediend op uiterlijk de laatste dag van het kalenderjaar waarvoor de bijdrage bestemd is.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen.

Artikel 8. Inlichtingen en onderzoek

  • 1. De aanvrager is verplicht aan het dagelijks bestuur die inlichtingen en bewijsstukken te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

  • 2. Het dagelijks bestuur is bevoegd om degene die de aanvraag heeft ingediend zich te laten identificeren middels een geldig identiteitsbewijs.

  • 3. Het dagelijks bestuur heeft de bevoegdheid om te onderzoeken of:

    • a.

      de verstrekte inlichtingen juist zijn

    • b.

      de verstrekte bijdrage is besteed aan het doel waarvoor de bijdrage bestemd is.

Artikel 9. Intrekken en terugvordering

  • 1. Het dagelijks bestuur kan een beschikking, waarbij op grond van deze verordening een bijdrage is toegekend, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

    • a.

      niet is voldaan aan de voorwaarden zoals deze in deze verordening zijn opgenomen;

    • b.

      op grond van onjuiste inlichtingen een bijdrage is toegekend.

  • 2. Als een beschikking waarbij een bijdrage is toegekend is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde bijdrage geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

Artikel 10. Onvoorziene gevallen

Het dagelijks bestuur kan in die gevallen waarin deze verordening niet voorziet op grond van individuele bijzondere omstandigheden afwijkend beslissen.

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bijdrageregeling Meedoen met de samenleving.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 13. Intrekking

Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt ingetrokken de verordening WWB bijdrageregeling Meedoen met de samenleving, zoals vastgesteld op 9 januari 2013.

ALDUS vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het openbaar lichaam Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân in zijn openbare vergadering van 9 januari 2014.

De voorzitter,

B.Tol

De secretaris,

ir. G.C.A. Olijerhoek

Bijlage bij de Verordening Bijdrageregeling Meedoen met de samenleving

 

Overzicht per gemeente  per 1 januari 2014

Gemeente

Norminkomen

Artikel 4

Bijdrage per alleenstaande of gezin

Artikel 6

Bijdrage per het ten laste komend kind

Artikel 6

het Bildt

110%

€ 100,--

€  75,--

Ferwerderadiel

110%

€ 100,--

€  75,--

Franekeradeel

110%

€ 100,--

€  75,--

Harlingen

110%

€ 250,--

€ 100,--

Leeuwarderadeel

110%

€ 100,--

€  75,--

Menameradiel

110%

€ 100,--

€  75,--

Terschelling

110%

€ 250,--

€ 100,--

Vlieland

110%

€ 250,--

€ 100,--