Richtlijn vormgeving en invulling voorhangprocedure artikel 169 lid 4 Gemeentewet (Voorhangprocedure 2013)

Geldend van 10-10-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 08-10-2013

Intitulé

Richtlijn vormgeving en invulling voorhangprocedure artikel 169 lid 4 Gemeentewet (Voorhangprocedure 2013)

De raad van de gemeente Dinkelland;

gezien het voorstel van het presidium van 10 september 2013;

gelet op de artikelen 108, 147 en 169 van de Gemeentewet;

Besluit

Vast te stellen de navolgende

Richtlijn vormgeving en invulling voorhangprocedure artikel 169 lid 4 Gemeentewet

I. De voorhangprocedure

De voorhangprocedure, zoals bedoeld in deze richtlijn, heeft als doel de raad in de gelegenheid te stellen wensen en bedenkingen te uiten alvorens het college gebruik maakt van zijn bevoegdheid besluiten te nemen tot privaatrechtelijke rechtshandelingen (kopen, verkopen, huren, verhuren, schenken, overeenkomsten sluiten) indien de raad daar zelf om verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente (voorhangprocedure geregeld in art. 169 lid 4).

II. Uitgangspunten voor toepassing van de voorhangprocedure als bedoeld in art. 169 lid 4 Gemeentewet

  • 1. Er wordt toepassing gegeven aan de voorhangprocedure als de raad (na toepassing van de actieve informatieplicht door het college, zoals bedoeld in artikel 169 lid 2, of op basis van externe signalen of eigen waarneming) daarom verzoekt of als het te nemen collegebesluit (naar het oordeel van het college) ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente.

  • 2. Bij het toepassen van de voorhangprocedure geldt altijd dat de raad zo efficiënt en effectief mogelijk uitvoering kan geven aan zijn rollen, taken en bevoegdheden.

  • 3. Tenzij de raad er zelf om verzoekt, hoeft het college geen toepassing te geven aan de voorhangprocedure indien:

    • a.

      er met het uitvoeren van het te nemen collegebesluit een uitgave is gemoeid van minder dan € 150.000 en er naar het oordeel van het college geen sprake is van uitzonderlijke maatschappelijke en/of politieke aspecten;

    • b.

      het collegebesluit dient ter uitvoering van een tevoren genomen raadsbesluit (bijvoorbeeld: begroting, voorjaarsbericht, najaarsbericht, afzonderlijke kredietverstrekking, bestemmingsplan of grondexploitatie) en de uitvoering van het collegebesluit binnen de juridische en financiële kaders van dit raadsbesluit valt.

  • 4. Ten aanzien van de onder 3 bedoelde besluiten geeft het college door middel van een, naar keuze van het college, openbaar of niet-openbaar raadsbericht uitvoering aan zijn actieve informatieplicht jegens de raad.

III. Praktische invulling van de voorhangprocedure

Aan de voorhangprocedure wordt binnen de volgende vier scenario’s praktische uitvoering gegeven.

Basisscenario:

Het college licht de fractievoorzitters mondeling en in beslotenheid in over een voorgenomen privaatrechtelijk collegebesluit; de fractievoorzitters nemen kennis van het voornemen en geven (impliciet) aan geen aanleiding te zien voor wensen en bedenkingen vanuit de raad, waaraan het college de conclusie mag verbinden dat hij heeft voldaan aan de voorhangprocedure en het voorgenomen besluit aldus kan uitvoeren; de fractievoorzitters hebben – tenzij in specifieke gevallen anders wordt afgesproken- de vrijheid de verkregen informatie te delen met hun raadsfractie.

Scenario 2:

Het college licht de fractievoorzitters mondeling en in beslotenheid in over een voorgenomen privaatrechtelijk collegebesluit; de fractievoorzitters nemen kennis van het voornemen, en één of meer van hen geven aan ruggenspraak te willen houden met de eigen fractie om daar het gevoelen te peilen; de fractievoorzitters spreken in dat geval een termijn af voor terugkoppeling naar het college; deze terugkoppeling kan resulteren in afwikkeling volgens het basisscenario of in afwikkeling volgens scenario 3.

Scenario 3:

Het college licht de fractievoorzitters mondeling en in beslotenheid in over een voorgenomen privaatrechtelijk besluit; de fractievoorzitters nemen kennis van het voornemen en één of meer van hen geeft aan (al dan niet na toepassing van scenario 2) van oordeel te zijn dat het voorgenomen collegebesluit aan de raad moet worden voorgelegd om de raad expliciet gelegenheid te geven over het voorgenomen besluit te debatteren en daarover wensen en bedenkingen te uiten; vervolgens wordt de raad voorgesteld, onder toepassing van art. 23 Gemeentewet (de raad beslist zelf of er in beslotenheid wordt vergaderd), een besloten raadsvergadering te houden waarin hij gelegenheid krijgt zich in termen van wensen en bedenkingen uit te spreken over het voorgenomen collegebesluit.

Scenario 4:

Het college stelt vast dat het voorgenomen besluit zonder enig bezwaar in openbaarheid aan de orde kan worden gesteld en brengt door middel van een raadsvoorstel de raad in de positie zich in een openbare raadsvergadering in termen van wensen en bedenkingen uit te kunnen spreken over het voorgenomen collegebesluit.

IV. Beslotenheid en openbaarheid

  • 1. Als bij één of meer fractievoorzitters bij een concreet door het college voorgelegd onderwerp de behoefte bestaat te kiezen voor scenario 3 dan wordt scenario 3 toegepast; in dat geval wordt de raad in de positie gebracht dat hij zich in een besloten raadsvergadering kan uitspreken over het onderwerp; de raad besluit overigens altijd zelf en in openbaarheid of er in beslotenheid wordt vergaderd.

  • 2. Als bij één of meer fractievoorzitters bij een concreet door het college voorgelegd onderwerp de behoefte bestaat te kiezen voor scenario 4 dan wordt in gezamenlijkheid bekeken of er bezwaren zijn het onderwerp in openbaarheid aan de orde te stellen, de opvattingen van het college als primair verantwoordelijk bestuursorgaan, worden daarbij zorgvuldig gewogen; het presidium leidt de ermee samenhangende procedure.

V. Verantwoording college aan de raad

Het college legt na de uitvoering van via de voorhangprocedure tot stand gekomen besluiten binnen de reguliere planning & control-cyclus (financiële en politieke) verantwoording af aan de raad.

VI. Interne werking, inwerkingtreding

  • 1. Deze richtlijn heeft uitsluitend interne werking en bindt de raad of het college nimmer aan derden.

  • 2. Deze richtlijn treedt na vaststelling onmiddellijk in werking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van 8 oktober 2013.
De griffier, De voorzitter,
Mr. O.J.R.J. Huitema Mr. R.S. Cazemier