Verordening commissie bezwaarschriften tegen raadsbesluiten 2005

Geldend van 01-10-2005 t/m heden

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften tegen raadsbesluiten 2005

De raad van de gemeente Doesburg;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en wethouders van 29 september 2005;

gelet op de bepalingen van de Algemene Wet Bestuursrecht en de Gemeentewet;

gehoord de commissie BO op 15 september 2005;

besluit:

vast te stellen de volgende “Verordening commissie bezwaarschriften tegen raadsbesluiten 2005”

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: de raad van de gemeente Doesburg.

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften gericht tegen raadsbesluiten.

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders.

  • d.

    bezwaarschrift: een bezwaarschrift gericht tegen een besluit van de raad van de gemeente Doesburg.

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1. Er is een commissie van advies ter zake van beslissing op bezwaren tegen besluiten in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht van de raad.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      personeelsaangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste vijf leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de gemeenteraad op voorstel van het college.

  • 2. De gemeenteraad benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 3. Bij afwezigheid of ontstentenis van de voorzitter neemt een plaatsvervanger het voorzitterschap waar. Benoeming Vindt overeenkomstig het eerste lid plaats.

  • 4. De voorzitter en diens plaatsvervanger kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2. De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 3. De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 4. De aftredende voorzitter en plaatsvervangend voorzitter en de aftredende leden en plaatsvervangende leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst, als bedoeld in artikel 6.14 van de Wet Algemene Bestuursrecht, wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene Wet Bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2.1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6.6., wat betreft het aan de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6.17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7.4., tweede lid;

  • e.

    artikel 7.6., vierde lid.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing over artikel 7.3 van de Algemene Wet Bestuursrecht.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen een week na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet deelnemen aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Algemene Wet Bestuursrecht vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden, niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, de belanghebbenden en het verwerend orgaan toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. b. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter. c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen. Het advies wordt ook ter kennis gebracht van belanghebbenden.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de Algemene Wet Bestuursrecht, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden bericht.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2005.

  • 2. Op de in het eerste lid genoemde dag vervalt de Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften door de raad der gemeente Doesburg 1994.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften tegen raadsbesluiten 2005.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Doesburg van 29 september 2005.
De griffier, de voorzitter,
W. Stoppels, H.G. Overweg,