Beleidsregels voor het verwijderen van weesfietsen en buiten de stalling gestalde (brom)fietsen 2018

Geldend van 01-06-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor het verwijderen van weesfietsen en buiten de stalling gestalde (brom)fietsen 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem,

gelet op artikel 5:12 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Doetinchem 2016

besluit

tot het vaststellen van de volgende beleidsregels

Beleidsregels voor het verwijderen van weesfietsen en buiten de stalling gestalde (brom)fietsen 2018

1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Fiets: fiets of bromfiets.

Fietsendepot Doetinchem: het fietsendepot waar de verwijderde fietsen worden geregistreerd en bewaard.

Apv: Algemene plaatselijke verordening gemeente Doetinchem 2016.

Buiten de stalling gestalde fietsen: fietsen of bromfietsen die onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen staan, zowel gevaarlijk als ongevaarlijk.

Weesfietsen: fietsen of bromfietsen die in een aangewezen openbare (brom)fietsstallingsgebied langer dan 14 dagen gestald zijn.

Medewerker: de daartoe bevoegde toezichthouder werkzaam bij BUHA BV..

2. Algemeen

1. Regelmatig worden buiten de stalling gestalde fietsen verwijderd uit de door het college aangewezen gebieden (station Doetinchem, station Doetinchem de Huet, station Wehl en station Gaanderen). Regelmatig betekent een periode van 2 maanden. De frequentie wordt aangepast op de mate van overlast.

2. Minimaal 4 maal per jaar worden weesfietsen gelabeld en verwijderd uit het aangewezen gebied.

3. De verwijdering wordt op de voor de eigenaar minst bezwarende manier uitgevoerd. Dit betekent dat zo weinig mogelijk schade aan een fiets wordt veroorzaakt. Als de fiets bijvoorbeeld voorzien is van een kettingslot dat voor verwijdering moet worden doorgeknipt, dan wordt het slot doorgeknipt ter hoogte van de laatste schakel zodat de ketting hergebruikt kan worden. Het betekent ook dat goederen die bij de fiets zijn aangetroffen bewaard blijven en, als de rechtmatige eigenaar de fiets terugkrijgt, worden teruggegeven.

4. De kosten van toepassing van bestuursdwang worden niet op de overtreder verhaald.

3. Verwijdering buiten de stalling gestalde (brom)fietsen in aangewezen gebied (artikel 5:12 onderdeel a, van de Apv)

1. Fietsen die in een fietsenrek tussen andere fietsen staan, maar niet met een wiel in een standaard, worden aangemerkt als buiten de stalling gestalde fietsen wanneer een deel van de fiets uitsteekt buiten de rij fietsen.

2. Van spoedeisende bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:31 lid 1 Algemene wet bestuursrecht wordt alleen gebruik gemaakt wanneer de fiets op een wijze is geplaatst die tot gevaarlijke situaties kan leiden of de doorgang ernstig hindert. Voorbeelden hiervan zijn fietsen die op een blindengeleidestrook, een fietspad of op de voetpaden tussen de rijen fietsenrekken zijn geplaatst of liggen. Alvorens tot verwijdering over te gaan:

a. constateert een medewerker een overtreding;

b. stelt de medewerker per te verwijderen fiets een bestuursdwangbeschikking op;

c. wordt van elke te verwijderen fiets twee foto’s gemaakt (een van dichtbij en een overzichtsfoto). Uit de foto’s blijkt om welke fiets het gaat. Zo nodig worden extra foto’s gemaakt waaruit blijkt waarom de fiets met spoedeisende bestuursdwang is verwijderd.

d. hierna wordt de fiets onmiddellijk verwijderd.

3. Van bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:24 Algemene wet bestuursrecht wordt gebruik gemaakt bij fout gestalde fietsen in een daarvoor aangewezen gebied waarbij geen sprake is van gevaarlijk gestalde fietsen. Alvorens tot verwijdering over te gaan:

a. constateert de medewerker een overtreding;

b. stelt de medewerker per te verwijderen fiets een bestuursdwangbeschikking op;

c. plakt de medewerker op elke te verwijderen fiets de bestuursdwangbeschikking (label/sticker) waarop wordt meegedeeld dat een last onder bestuursdwang is aangezegd aan de overtreder en dat de fiets binnen 24 uur moet worden verwijderd;

d. verloopt in ieder geval 24 uur tussen het aanbrengen van de label/sticker en het verwijderen van de fiets waarop dit label/sticker is aangebracht;

e. wordt van elke te verwijderen fiets twee foto’s gemaakt (een van dichtbij en een overzichtsfoto). Uit de foto’s blijkt om welke fiets het gaat.

4. De medewerker noteert op het formulier ‘Inschrijving verwijderde fiets’ per fiets in ieder geval:

a. de datum en het tijdstip waarop het besluit is genomen en de sticker aan de te verwijderen fiets is bevestigd;

b. het tijdstip van verwijderen van de fiets;

c. de locatie waar de fiets is aangetroffen;

d. een beschrijving van de fiets en de aan/op de fiets aangetroffen goederen (merk, dames-, heren- of kinderfiets, type, kleur, of er een slot doorgeknipt moet worden en eventuele bijzonderheden).

4. Verwijdering weesfietsen uit aangewezen gebied (artikel 5:12 onderdeel b, van de Apv)

1. Alvorens op basis van artikel 5:24 Algemene wet bestuursrecht tot verwijdering over te gaan:

a. constateert de medewerker een overtreding; (of sprake is van een overtreding wordt geconstateerd aan de hand van een aan de fiets bevestigd label/sticker waarop de datum van bevestiging van dit label is aangegeven.)

b. stelt de medewerker per te verwijderen fiets een bestuursdwangbeschikking op;

c. plakt de medewerker op elke te verwijderen fiets de bestuursdwangbeschikking (label/sticker) waarop wordt meegedeeld dat een last onder bestuursdwang is aangezegd aan de overtreder en dat de fiets binnen 48 uur moet worden verwijderd;

d. verloopt in ieder geval 48 uur tussen het aanbrengen van de sticker en het verwijderen van de fiets waarop deze sticker is aangebracht.

2. De medewerker noteert op het formulier ‘Inschrijving verwijderde fiets’ per fiets in ieder geval:

a. de datum en het tijdstip waarop het besluit is genomen en de sticker aan de te verwijderen fiets is bevestigd;

b. het tijdstip van verwijderen van de fiets;

c. de locatie waar de fiets is aangetroffen;

d. een beschrijving van de fiets (merk, dames-, heren- of kinderfiets, type, kleur, of er een slot doorgeknipt moet worden en eventuele bijzonderheden).

5. Fietsendepot Doetinchem

Een ruimte bij BUHA B.V. gevestigd aan de Havenstraat 80 te Doetinchem wordt als Fietsendepot Doetinchem aangewezen voor verwijderde fietsen. Verwijderde fietsen worden direct na verwijdering afgevoerd naar het fietsendepot Doetinchem. De fietsen worden na registratie in een afzonderlijk gedeelte van het fietsendepot Doetinchem opgeslagen.

6. Afhalen van verwijderde fietsen

1. Bewaartermijn fietsen

a. Verwijderde fietsen worden bij het Fietsendepot Doetinchem geregistreerd, gecheckt op diefstal en minimaal 13 weken opgeslagen. Na afloop van deze termijn staan de verwijderde en niet opgehaalde fietsen die als niet-gestolen zijn aangemerkt ter beschikking van BUHA B.V.. Het staat BUHA B.V. vrij om de fietsen te verkopen ter dekking van de gemaakte onkosten.

b. Fietsen waarvan niet kan worden nagegaan of deze gestolen zijn (bijvoorbeeld bij afwezigheid van framenummer) en waarvoor de eigenaar zich niet heeft gemeld, worden na het bewaartermijn vernietigd;

c. In een register wordt bijgehouden wanneer welke fietsen zijn overgedragen.

2. De eigenaar kan zijn fiets alleen op afspraak afhalen. Meer informatie over het zoeken van de fiets en de contactgegevens van het fietsendepot Doetinchem om de fiets op te halen zijn te vinden op de website www.doetinchem.nl 

3. De eigenaar heeft zijn fiets via de website gevonden en weet zo dat de fiets gestald is bij het fietsendepot Doetinchem. Als blijkt dat het meegebrachte fietssleuteltje op het slot past dan wordt er van uitgegaan dat diegene de rechtmatige eigenaar is. Als diegene niet het passende fietssleuteltje bij zich heeft, maar wel anderszins kan aantonen, bijvoorbeeld met behulp van een factuur, dat hij of zij de rechtmatige eigenaar is, dan kan de fiets toch worden teruggegeven. Diegene dient zich dan te legitimeren.

4. De medewerker registreert wanneer de fiets is meegegeven. De eigenaar van de fiets ontvangt bij teruggave een brief waarin staat waarom de fiets is verwijderd, gegevens van de fiets en wanneer de fiets is opgehaald. Het originele exemplaar is voor de eigenaar, het archiefexemplaar wordt bewaard.

5. De medewerker noteert de NAW gegevens van de persoon die de fiets ophaalt.

6. Als bij de verwijdering goederen zijn aangetroffen en/of een slot is doorgeknipt dan krijgt de eigenaar behalve de fiets ook eventueel aangetroffen goederen en het (doorgeknipte) slot terug.

7. Inwerkingtreding

1. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking op de website www.officielebekendmakingen.nl 

8. Citeertitel

De officiële titel van de beleidsregels is “Beleidsregels voor het verwijderen van weesfietsen en buiten de stalling gestalde (brom)fietsen 2018”. De beleidsregels kunnen worden aangehaald als “beperken fietsenoverlast”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 22 mei 2018

College van burgemeester en wethouders

De secretaris, de burgemeester,

Ondertekening