Verordening regelende de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de vaste adviescommissie van de raad

Geldend van 05-09-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-08-2013

Intitulé

Verordening regelende de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de vaste adviescommissie van de raad

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    raad: de raad van de gemeente Dordrecht;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht;

  • c.

    adviescommissie: een raadscommissie bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • d.

    fractie: een fractie als bedoeld in het Reglement van Orde van de raad van de gemeente Dordrecht;

  • e.

    burgerraadslid: een lid van een in de raad vertegenwoordigde politieke groepering die staat op de kandidatenlijst voor de voorafgaande verkiezingen van de raad, die geen raadslid is en die tot lid of plaatsvervangend lid van een raadscommissie is benoemd;

  • f.

    portefeuillehouder: een lid van het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht;

  • g.

    presidium; het presidium van de raad;

  • h.

    hamerraad: een korte raadsvergadering, waarin alleen ingekomen stukken en hamerstukken aan de orde komen;

  • i.

    middagraad: de maandelijkse vergadering van de gemeenteraad die ’s middags begint en zo nodig ’s avonds wordt voortgezet;

  • j.

    Auditcommissie: de commissie als bedoeld in de Verordening op de Auditcommissie gemeente Dordrecht

  • k.

    CTOO: de commissie voor het toezicht op het openbaar onderwijs in Dordrecht;

  • l.

    agendacommissie: de commissie ex. artikel 83 van de Gemeentewet en omschreven in artikel 4 van het Reglement van orde van de raad;

  • m.

    griffie: griffie van de raad;

  • n.

    commissievoorzitter: voorzitter van de adviescommissie;

  • o.

    kamervoorzitters: voorzitters van de programmagewijze onderdeelvergaderingen van de adviescommissie.

  • p.

    Raadsinformatiesysteem: het digitale bestand van de agenda’s met bijbehorende stukken voor de vergaderingen van de raad en de door hem ingestelde organen;

  • q.

    externe voorzitter: de door de raad benoemde Kamervoorzitter als bedoeld in artikel 6 lid 4.  

  • n.

    Dordtse Kamers: het vergaderstelsel van de raad van Dordrecht, waarbij er op één avond meerdere (parallelle) vergaderingen plaatsvinden.

Hoofdstuk 2 Taak, bevoegdheid en werkwijze

Artikel 2

De adviescommissie heeft tot taak de besluitvorming van de raad voor te bereiden en voorts te overleggen met het college en met de burgemeester.

Artikel 3

  • 1.

    De adviescommissie vergadert wekelijks onder de naam De Dordtse Kamers, op basis van een door de agendacommissie voor de vergaderingen vastgestelde agenda waarbij wordt vergaderd in twee ronden van in principe drie parallel geplande programmakamers.

  • 2.

    Per ronde wordt per programmakamer één onderwerp als bespreekpunt geagendeerd, aangevuld met overige door fracties of portefeuillehouders aangedragen onderwerpen volgens een vooraf door de agendacommissie vastgesteld tijdschema en voor zover met korte behandeling kan worden volstaan.

  • 3.

    Tussen de twee ronden staat een combinatie van een schorsing voor een pauze en een korte raadsvergadering alsmede een collegecarrousel gepland.

  • 4.

    De agendacommissie maakt in de agendering een keuze uit gelijktijdig te agenderen programmakamers zoals vermeld in de bijlagen behorende bij deze verordening.

Artikel 4

De adviescommissie is bevoegd:

  • a.

    zich tot (een lid van) het college te wenden ter verkrijging van alle stukken waarvan zij de kennisneming nodig acht;

  • b.

    mondeling of schriftelijk in overleg te treden met (een lid van) het college;

  • c.

    tot het houden van hoorzittingen;

  • d.

    tot het afleggen van werkbezoeken;

  • e.

    zich te laten voorlichten door een commissie als bedoeld in artikel 84 van de gemeentewet;

  • f.

    externe deskundigen in te schakelen.

Hoofdstuk 3 samenstelling adviescommissie

Artikel 5

De adviescommissie bestaat uit de volgende leden:

  • a.

    alle raadsleden;

  • b.

    per fractie maximaal twee burgerraadsleden zoals bedoeld in artikel 9 van deze verordening; fracties van 3 of minder leden, die een kamervoorzitter leveren hebben recht op één extra burgerraadslid. Tot het aantreden van de nieuwe raad in 2014 wordt het huidige aantal burgerraadsleden niet aangepast. Ontstaat er tot het aantreden van de nieuwe raad in 2014 een vacature, dan is de regeling van twee, eventueel drie burgerraadsleden wel van       toepassing.

  • c.

    de kamervoorzitters die hun inzetbaarheid voor het voorzitterschap onderling verdelen over de programma’s.

Artikel 6

  • 1.

    De burgerraadsleden worden door de raad in de adviescommissie benoemd. Elke in de gemeenteraad vertegenwoordigde fractie draagt daarbij voor benoeming maximaal het in artikel 5 aangeven aantal burgerraadsleden voor.

  • 2.

    De commissievoorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd op voordracht van het presidium.

  • 3.

    De kamervoorzitters worden door de raad benoemd uit de in artikel 5a. en b. bedoelde leden van de adviescommissie op voordracht van de fracties.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in het derde lid kan de raad voor elk van de Dordtse Kamer als bedoeld in artikel 3, eerste lid, daarnaast een externe voorzitter benoemen die namens de voorzitter als bedoeld in het derde lid van dit artikel de Kamervergaderingen leidt. De externe voorzitter heeft alle bevoegdheden van de Kamervoorzitter, met dien verstande dat hij geen stem mag uitbrengen.

  • 5.

    De benoeming van een externe voorzitter als bedoeld in het vorige lid ontslaat de voorzitter als bedoeld in het derde lid van dit artikel niet van zijn verantwoordelijkheid als voorzitter.

  • 6.

    Waar in deze verordening na dit artikel de voorzitter staat, wordt daarmee tevens bedoeld de externe voorzitter, voor zover het artikel of artikellid of onderdeel daarvan betrekking heeft op een vergadering van een Dordtse Kamer of de Dordtse Kamers.

Artikel 7

  • 1.

    Bij verhindering en ontstentenis van de commissievoorzitter treedt één van de daartoe benoemde waarnemend raadsvoorzitters op als vervanger.

Artikel 8

  • 1.

    De benoeming van de burgerraadsleden in de adviescommissie heeft plaats in, of zo spoedig mogelijk na de eerste vergadering van een nieuwe zittingsperiode van de raad. De benoeming geschiedt, behoudens het bepaalde in het tweede en het derde lid, voor de duur, en bij tussentijdse benoeming voor de resterende duur van de lopende zittingsperiode.

  • 2.

    De leden worden telkens voor de zittingsduur van de raad benoemd.

  • 3.

    Hij die zijn raadslidmaatschap dan wel de hoedanigheid op grond waarvan hij burgerraadslid is verliest, treedt tegelijkertijd in de desbetreffende functie bij de adviescommissie af.

  • 4.

    De fracties kunnen hun voordracht van burgerraadsleden in de loop van een zittingsperiode wijzigen.

Artikel 9

  • 1.

    Een burgerraadslid dient op het tijdstip van de benoeming te voldoen aan dezelfde vereisten die gelden voor de toelating van raadsleden en bovendien voor te komen op de kandidatenlijst van zijn in de raad vertegenwoordigde fractie bij de laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen. De artikelen 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Alvorens het lidmaatschap van de adviescommissie te kunnen uitoefenen, leggen de burgerraadsleden een schriftelijke verklaring aan de burgemeester af, analoog aan het bepaalde in artikel 14 van de Gemeentewet.

  • 3.

    Burgerraadsleden hebben als zij in functie zijn als commissielid, dezelfde rechten en plichten als de in artikel 5a, genoemde personen met in achtname van het tussen de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet gemaakte onderscheid.

Artikel 10

  • 1.

    De commissievoorzitter en kamervoorzitters zijn belast met:      

    • a.

      het leiden van een plenaire vergadering respectievelijk de onderdeelvergaderingen;

    • b.

      het handhaven van de orde van de vergadering;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hen verder opdraagt.

  • 2.

    De leden voeren het woord na het van de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 3.

    De leden van het college, de ambtenaren en de personen in dienst van door de gemeente gesubsidieerde lichamen als bedoeld in artikel 15 voeren het woord na verkregen toestemming van de voorzitter dan wel op uitdrukkelijk verzoek van de voorzitter.

  • 4.

    Zodra de voorzitter van oordeel is dat de beraadslaging over een onderwerp kan worden gesloten, doet hij daartoe een voorstel aan de adviescommissie met inbegrip van een conclusie.

  • 5.

    De voorzitter formuleert zo nodig de vraagpunten waarover de vergadering moet beslissen.

  • 6.

    De voorzitter doet mededeling van de uitslag van de stemming als bedoeld in artikel 23.

  • 7.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een bepaalde tijd schorsen en indien na heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen adviescommissie

Artikel 11

  • 1.

    De adviescommissie vergadert op grond van een jaarlijks door het presidium vastgesteld vergaderschema en voorts zo dikwijls als de agendacommissie het nodig acht.

  • 2.

    De leden, de portefeuillehouders en de gemeentesecretaris ontvangen alle aan de raad en/of de adviescommissie gerichte stukken overeenkomstig de beslissing van de raad. Per geagendeerd onderwerp kan één lid per fractie het woord voeren, voor zover de agendacommissie in specifieke gevallen niet anders heeft beslist.

Artikel 12

  • 1.

    De griffier stuurt de leden, de portefeuillehouders en de gemeentesecretaris namens de agendacommissie ten minste 5 dagen voor de vergadering van de adviescommissie een schriftelijke agenda onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

  • 2.

    De schriftelijke agenda wordt ten minste 12 dagen voor de vergadering vooraf gegaan door een voorlopige agenda, bedoeld in artikel 13, eerste lid.

  • 3.

    De bij de schriftelijke agenda behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tenminste tegelijkertijd met deze agenda maar in principe 12 dagen voor de vergadering aan de leden ter beschikking gesteld.

  • 4.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden ter beschikking gesteld.

Artikel 13

  • 1.

    Voordat de agenda, zoals bedoeld in artikel 12, eerste lid, wordt verzonden, stelt de agendacommissie 14 dagen voor de vergadering de voorlopige agenda van de commissievergadering op.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van de agendacommissie in overleg met de commissievoorzitter tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3.

    De agendacommissie stelt de agenda 7 dagen voor de vergadering vast. Op voorstel vanuit een fractie, op advies vanuit de adviescommissie of van één van de voorzitters kan de agendacommissie bij de definitieve vaststelling van de agenda onderwerpen aan de voorlopige agenda toevoegen of van die agenda afvoeren.

  • 4.

    Als er na de vaststelling van de agenda een verzoek van het college of derden komt om een onderwerp niet te laten doorgaan, wordt dit door de griffier per mail voorgelegd aan de leden van de agendacommissie.

  • 5.

    Als er na het vaststellen van de agenda een blok uitvalt, wordt er geen nieuw onderwerp aan de agenda toegevoegd. Wel mag de griffier met de blokken schuiven, zodat het lege blok waar mogelijk naar het eind van de vergadering wordt geplaatst.

  • 6.

    De voorzitter van de adviescommissie kan tot op de avond van de vergadering besluiten de volgorde van behandeling van geagendeerde agendapunten te wijzigen. Hij doet dat alleen in bijzondere gevallen en na overleg met de voorzitter van de agendacommissie en de griffier.

Artikel 14

De griffie maakt de agenda van de vergaderingen uiterlijk 5 dagen voor de vergadering bekend via het raadsinformatiesysteem.

Artikel 15

  • 1.

    Voor deelname aan de behandeling van in de adviescommissie op basis van collegestukken geagendeerde onderwerpen worden de daarvoor verantwoordelijke portefeuillehouder en de ambtelijk verantwoordelijke medewerker geacht standaard te zijn uitgenodigd.

  • 2.

    De agendacommissie of de commissievoorzitter kunnen één of meerdere portefeuillehouders uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslaging deel te nemen over onderwerpen die op initiatief vanuit de adviescommissie zijn geagendeerd. De genodigden kunnen zich laten bijstaan door één van de voor het onderwerp ambtelijk verantwoordelijke medewerkers.

  • 3.

    De agendacommissie of de commissievoorzitter kunnen ambtenaren uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn om inlichtingen te verstrekken en/of presentaties te verzorgen.

  • 4.

    De agendacommissie of de commissievoorzitter kunnen personen in dienst van door de gemeente gesubsidieerde lichamen of andere personen uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn om inlichtingen te verstrekken en/of presentaties te verzorgen.

  • 5.

    Voor de behandeling van korte mondelinge vragen van commissieleden, mededelingen en informatieoverdracht door portefeuillehouders alsmede voor korte mondelinge consultatie van de adviescommissie wordt op iedere commissieavond een daarvoor bestemde collegecarrousel ingepland.

  • 6.

    De informatie die wordt uitgewisseld tijdens de collegecarrousel kan niet in de plaats treden van informatie die op grond van de passieve en actieve informatieplicht via raadsinformatiebrieven aan de raad kenbaar dient te worden gemaakt.

Artikel 16

  • 1.

    Stukken, die dienen ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda, worden gelijktijdig met het bekend maken van de agenda voor een ieder ter inzage gelegd en raadpleegbaar gemaakt. Van de ter inzagelegging wordt melding gemaakt in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 17. Indien na het verzenden van de agenda stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de commissieleden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het stadskantoor gebracht.

  • 3.

    Indien voor stukken op grond van artikel 25, eerste dan wel tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de daarvoor verantwoordelijk gestelde griffiemedewerker de leden van de adviescommissie inzage.

Artikel 17

  • 1.

    De vergadering wordt op de voor aankondiging in de gemeente gebruikelijke wijze en rekening houdend met de in artikel 12 en 13 gestelde termijnen ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:      

    • a.

      de datum, aanvangstijd, plaats en agendapunten van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien.

Artikel 18

Bij binnenkomst in de vergaderlocatie tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 19

  • 1.

    De voorzitter opent de kamergewijze of plenaire vergadering op het vastgestelde tijdstip, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties vertegenwoordigd is door een woordvoerder, de voorzitter niet meegerekend, en deze de presentielijst hebben getekend.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de commissievoorzitter in het geval van een plenaire vergadering, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering.

  • 3.

    Wanneer een kwartier na het voor de behandeling van het onderwerp vastgestelde tijdstip niet het aantal vereiste woordvoerders van een onderdeelvergadering aanwezig is, wordt de behandeling door de kamervoorzitter verdaagd naar een nader door de agendacommissie te bepalen behandelmoment.

Artikel 20

  • 1.

    De vergaderingen van de adviescommissie worden in het openbaar gehouden. De deuren worden gesloten wanneer ten minste vier woordvoerders daarom verzoeken of de agendacommissie de commissievoorzitter of de kamervoorzitter het nodig oordeelt.

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 23, derde en vierde lid, van de Gemeentewet met betrekking tot een besluit om met gesloten deuren te vergaderen en de verslaglegging daarvan is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de raad wordt gelezen de adviescommissie.

Hoofdstuk 5 beraadslaging en stemming

Artikel 21

  • 1.

    De commissieleden kunnen op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstellen afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kunnen de commissieleden beslissen de beraadslaging voor een door de commissie te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslaging wordt hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 22

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissieleden anders beslissen.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslissen de commissieleden of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de adviescommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de aan de beraadslaging deelnemende leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies wordt het meerderheidsstandpunt en eventuele minderheidsstandpunten samengevat opgenomen.

Artikel 23

  • 1.

    Voor het tot stand komen van een beslissing wordt de meerderheid vereist van de door de fracties vertegenwoordigde stemmen. Het verzoek van ten minste twee fracties is voldoende om een onderwerp als bespreekpunt voor de raad te agenderen of door te verwijzen naar de agendacommissie of een vervolgbehandeling.

  • 2.

    Elke fractie krachtens de presentielijst aanwezig, heeft zoveel stemmen als zij leden heeft in de raad.

  • 3.

    Zo nodig wordt bij handopsteken van de woordvoerende leden gestemd.

Hoofdstuk 6 geheimhouding

Artikel 24

  • 1.

    Het bepaalde in artikel 86 van de Gemeentewet betreffende de geheimhouding is van overeenkomstige toepassing op de onderdeelvergaderingen

  • 2.

    De adviescommissie kan op de in de artikelen 22 en 23 beschreven wijze omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken welke aan de commissie worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. Zij wordt, zowel door de leden die bij de behandeling aanwezig waren als door de leden die op andere wijze van het verhandelde kennis nemen, in acht genomen totdat de adviescommissie haar opheft.

  • 3.

    De voorzitter kan omtrent de inhoud van de stukken als bedoeld in het voorgaande lid, voorlopige geheimhouding opleggen. Hij geeft hiervan terstond kennis aan de adviescommissie.

  • 4.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 82 van de Gemeentewet hebben de leden van de raad te allen tijde inzage in de stukken waaromtrent door de adviescommissie of een onderdeelvergadering van de commissie en/of de voorzitter (voorlopige) geheimhouding is opgelegd.

  • 5.

    Geheime stukken liggen voor de raads- en commissieleden ter inzage.

  • 6.

    Vertrouwelijke stukken worden in een gesloten envelop naar de fractievoorzitters gestuurd. Daarnaast gaat er één exemplaar naar de fractiekamers. Verder liggen deze stukken ter inzage op de griffie.

  • 7.

    Verspreiding van geheime en vertrouwelijke stukken vindt, anders dan bedoeld in het 5e en 6e lid,,  in welke vorm dan ook niet plaats. Raads- en commissieleden zijn gehouden het geheime of vertrouwelijke karakter van deze stukken niet te schenden.

Hoofdstuk 7 spreekrecht voor burgers

Artikel 25

  • 1.

    Burgers kunnen tijdens de vergaderavond van de adviescommissie in sprekerskamers op het sprekersplein het woord voeren over geagendeerde en niet geagendeerde onderwerpen met inachtneming van het bepaalde in artikel 26.

  • 2.

    Tot de in lid 1. bedoelde burgers worden ook gerekend vertegenwoordigers van instellingen, organisaties en bedrijven.

Artikel 26

  • 1.

    Insprekers dienen zich vóór 16.00 uur op de maandag voor de eerstvolgende commissievergadering bij de griffie - onder vermelding van het onderwerp en persoonlijke gegevens - aan te melden. De griffie zorgt dat de voorzitter(s), de commissieleden, de portefeuillehouder en de agendacommissie vóór de vergadering geïnformeerd worden over de aangemelde insprekers. Tijdens de vergadering laat de dienstdoende commissiesecretaris een lijst rondgaan, waarop de insprekers hun naam en adres kunnen invullen voor latere toezending van de notulen van de vergadering.

  • 2.

    Insprekers krijgen in de sprekerskamer circa vijf minuten gelegenheid het woord te voeren, gevolgd door het gesprek met de commissie. In totaal wordt voor de sprekerskamer maximaal 45 minuten tijd gepland. Op voorstel van de kamervoorzitter of gespreksleider kan echter aan de hand van het opgegeven aantal sprekers door de agendacommissie worden besloten dat een andere spreek- en/of gesprekstijd in acht zal worden genomen.

  • 3.

    Sprekerskamers over geagendeerde onderwerpen worden vervolgd met de kamergewijze behandeling van het onderwerp door de adviescommissie Portefeuillehouders worden geacht voor deze sprekerskamers als toehoorder te zijn uitgenodigd teneinde in de aansluitende behandeling antwoord te kunnen geven op vragen vanuit de commissie. Bij aanvang memoreert de kamervoorzitter in het kort de hoofdlijnen van het voorstel, zo mogelijk de overwegingen van het college naar aanleiding van de inspraakreacties en de besluitvorming van het college over het voorstel.

  • 4.

    Sprekerskamers over niet-geagendeerde onderwerpen worden na aanmelding door de agendacommissie gepland op één van de eerstvolgende vergaderavonden van de adviescommissie, behalve wanneer sprake is van onderwerpen als bedoeld in lid 6.

  • 5.

    Wanneer een voorstel al eerder onderwerp van inspraak geweest is en er bestuurlijke besluitvorming over de inspraakreacties heeft plaatsgevonden, worden de reacties en de besluiten daarover opgenomen in het voorstel aan de adviescommissie. Het spreekrecht beperkt zich in zo'n geval tot de politieke besluiten over het onderwerp.

  • 6.

    Van spreekrecht op het sprekersplein kan geen gebruik worden gemaakt:

    • a.

      bij de behandeling van bezwaarschriften die krachtens een wettelijke regeling tegen een besluit zijn ingediend;

    • b.

      wanneer sprake is van een beroepsprocedure of een bij de rechter of ombudsman aanhangig gemaakt juridisch geschil respectievelijk ingediende klacht tussen de inspreker of de door hem vertegenwoordigde partij enerzijds en de gemeente anderzijds;

    • c.

      over zaken waarvoor de gemeentelijke klachtenprocedure open staat, inclusief aantijgingen en/of bejegeningen aan het adres van bestuurders, raadsleden en/of ambtenaren;

    • d.

      voor individuele en niet tot een algemeen belang herleidbaar persoonlijk belang;

    • e.

      indien over hetzelfde onderwerp eerder is ingesproken en daaraan geen nieuwe feiten kunnen worden toegevoegd.

  • 7.

    Burgers nemen geen deel aan de commissiebehandeling aansluitend aan het sprekersplein, en aan de inname van standpunten.

  • 8.

    De kamervoorzitter vat na de beraadslaging van de adviescommissie de mening van de leden van de adviescommissie samen en deelt de insprekers mee of en hoe het onderwerp verder zal worden behandeld.

  • 9.

    De burgers die zich op de presentielijst hebben aangemeld, krijgen de notulen van de vergadering toegestuurd.

Hoofdstuk 8 ondersteuning adviescommissie en vastlegging

Artikel 27

De griffier wijst ten behoeve van de ondersteuning van de adviescommissie griffiemedewerkers als commissiesecretaris aan en verdeelt de zorg voor de in de bijlagen onderscheiden programma’s onder hen.

Artikel 28

  • 1.

    De dienstdoende commissiesecretaris neemt het genomen besluit op in het Raadsinformatiesysteem.

  • 2.

    De commissiesecretaris draagt zorg voor vastlegging van het besprokene in een verslag en/of geluidsopname, zulks naar de voorkeur van de adviescommissie.

  • 3.

    Ontwerpverslagen van de (onderdeel)vergaderingen worden meteen na het beschikbaar komen in het Raadsinformatiesysteem geplaatst met het watermerk “nog niet vastgesteld”. Zodra het verslag is vastgesteld, wordt het nog niet vastgestelde exemplaar in het Raadsinformatiesysteem vervangen door het vastgestelde exemplaar. Als bij de vaststelling van het verslag een wijziging wordt aangebracht, wordt dat aan het einde van het aangepaste verslag vermeld, waarbij op de plek van de wijziging een voetnoot wordt aangebracht inhoudende dat er ten aanzien van dit deel van de tekst bij de vaststelling een wijziging is aangebracht.

  • 4.

    Toezeggingen en afspraken worden vastgelegd in het Raadsinformatiesysteem en opgenomen op de  doorlopende verzamellijst van toezeggingen welke periodiek wordt geactualiseerd en op voortgang in de nakoming wordt besproken door de agendacommissie.

  • 5.

    Commissieverslagen worden vastgesteld in een raadsvergadering als bedoeld in art.8 lid 1 onder b. van het Reglement van orde. Opmerkingen over de notulen worden in beginsel via een tekstvoorstel op de dag vóór de vergadering van de vaststelling bij de griffier ingeleverd. De griffie zorgt ervoor dat ingediende tekstvoorstellen op de vergadertafel liggen.

Hoofdstuk 9 toehoorders en de pers

Artikel 29

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen de openbare, plenaire of onderdeelvergaderingen van de adviescommissie bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitters zijn bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kunnen door de  commissievoorzitter voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 30

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de dienstdoende voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 31 Gebruik mobiele telefoons en andere communicatiemiddelen

Het gebruik van mobiele telefoons en andere communicatiemiddelen mag in de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, niet voor overlast voor de vergadering zorgen.

 

Hoofdstuk 10 slotbepalingen

Artikel 32

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op de dag van vaststelling door de gemeenteraad en kan worden aangehaald als “Commissieverordening”.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de commissieverordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 mei 2007.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 mei 2012.

de griffier,                                                                de voorzitter,
M.J.W.T. Hendrickx                                                    A.A.M. Brok