Regeling vervallen per 08-10-2020

Subsidieregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie, ISK en Schakelklassen Dordrecht 2018

Geldend van 10-10-2017 t/m 07-10-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2017

Intitulé

Subsidieregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie, ISK en Schakelklassen Dordrecht 2018

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

gelet op het raadsbesluit d.d. 24 april 2012 betreffende harmonisering en integratie van peuterwerk en kinderopvang in Dordrecht;

gelet op de bepalingen in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 t/m 4 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende

Subsidieregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie, ISK en Schakelklassen Dordrecht 2018

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    doelgroepkind: een kind in de leeftijd vanaf 2 tot 4 jaar met a) één of meer ouders met een anderstalige achtergrond; b) ouders met een laag opleidingsniveau die volgens de 'gewichtenregeling primair onderwijs' als doelgroepkind worden aangemerkt; c) een taalachterstand en/of d) begeleiding van het Sociaal Wijkteam;

  • b.

    ISK (Internationale Schakelklas): vangt kinderen van 6 tot 13 jaar op die nog maar kort in Nederland zijn. De ISK is gesitueerd op obs Mondriaan, expertisecentrum NT2 (Nederlands als tweede taal). Een ISK groep heeft minimaal 8 kinderen. Doel van de ISK is om kinderen na een jaar intensief Nederlands als tweede taal door te laten stromen naar het reguliere basis- of voortgezet onderwijs;

  • c.

    kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang;

  • d.

    peuteropvang: een door het college zodanig erkende voorziening, gehuisvest in of nabij een basisschool, met een vaste samenwerkingsrelatie met de basisschool in het kader van de doorgaande lijn, waar kinderen van 2 tot 4 jaar worden opgevangen

  • e.

    schakelklassen: speciaal ingerichte groepen waarin activiteiten ter bevordering van de beheersing van de Nederlandse taal worden uitgevoerd die zijn gericht op betere doorstroming in het onderwijs in het kader van het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden;

  • f.

    schakelklas a: groep van minimaal 8 kinderen die op grond van hun taalniveau en leerpotentie een jaar lang in dezelfde groep les krijgen met extra nadruk op de verwerving van het Nederlands;

  • g.

    schakelklas b: groep van minimaal 8 kinderen die op grond van hun taalniveau en leerpotentie buitenschools extra begeleid worden bij de verwerving van het Nederlands;

  • h.

    VVE-peuteropvang: een door het college zodanig erkende voorziening, gehuisvest in of nabij een basisschool, met een vaste samenwerkingsrelatie met de basisschool in het kader van de doorgaande lijn, waar kinderen van 2 tot 4 jaar worden opgevangen en gebruik wordt gemaakt van VVE-programma's;

  • i.

    VVE-programma: voor de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van kinderen wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • j.

    Wet kinderopvang: Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 2 Subsidievormen

Het college kan subsidie verlenen aan:

  • a.

    een kindercentrum of een voorziening voor VVE-peuteropvang voor het werken met VVE-programma's (door scholing pedagogisch medewerkers, vervangingsuren pedagogisch medewerkers of aanschaf materialen te subsidiëren);

  • b.

    een kindercentrum of een voorziening voor VVE-peuteropvang voor de inzet van Hbo'ers in de VVE, ter verbetering van de pedagogische kwaliteit in de VVE-groepen (door coaching pedagogisch medewerkers, opbrengstgericht werken, coördinatie ouderbetrokkenheid of coördinatie doorgaande lijn te subsidiëren);

  • c.

    een kindercentrum of een voorziening voor VVE-peuteropvang voor de inzet van VVE-thuis voor peuters of vergelijkbare programma's, ter vergroting van de onderwijskansen van kinderen door het bevorderen van hun ontwikkeling, met het accent op het vergroten van de woordenschat en het bevorderen van een ondersteunend en stimulerend gezinsklimaat (door scholing, vervangingsuren pedagogisch medewerkers of aanschaf themaboekjes en werkmaterialen te subsidiëren);

  • d.

    een kindercentrum of een voorziening voor (VVE-)peuteropvang voor een bijdrage in de kosten van (VVE-)peuteropvang per uur;

  • e.

    obs Mondriaan voor het realiseren van Internationale Schakelklas(sen);

  • f.

    basisscholen die één of meer schakelklas(en) uitvoeren met als doel om kinderen minimaal de landelijk gemiddelde groei door te laten maken op taaltoetsen.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks voor 1 augustus subsidieplafonds vast voor het volgende subsidiejaar, onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de raad.

  • 2.

    Het college stelt subsidieplafonds vast voor de onderdelen:

    • a.

      reguliere peuteropvang;

    • b.

      VVE-peuteropvang.

Artikel 4 Aanvrager

In aanvulling op het bepaalde in artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht kan een natuurlijk persoon ook een subsidie vanaf € 20.000,- aanvragen.

Artikel 5 Aanvraag van de subsidie

  • 1.

    Een aanvraag voor een schooljaarsubsidie dient uiterlijk op 1 juni in het jaar voorafgaande aan het schooljaar, waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, te zijn ingediend.

  • 2.

    De aanvraag dient tevens te voldoen aan het bepaalde in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht.

Artikel 6 Verantwoording van de subsidie

In aanvulling op de Algemene subsidieverordening Dordrecht registreert de subsidieaanvrager en legt hij verantwoording af over:

  • a.

    de in de respectievelijke artikelen 9 en 14 opgenomen aanvraaggegevens;

  • b.

    de wijze waarop invulling is gegeven aan de respectievelijke voorwaarden in de artikelen 10, 16 en 18.

AFDELING 1. SUBSIDIES VOOR VVE-KINDERDAGVERBLIJVEN EN VVE-PEUTEROPVANG

Artikel 7 Verdeelsleutel

  • 1.

    Indien het subsidieplafond, als bedoeld in artikel 3 eerste lid, onvoldoende is om alle aanvragen te honoreren, stelt het college een rangorde vast. Om in de rangorde te worden opgenomen, voldoet een aanvraag aan het bepaalde in artikel 9.

  • 2.

    Bij rangschikking van de aanvragen voor een subsidie als bedoeld in artikel 2 sub a t/m c, hebben aanvragers gevestigd in de wijken Oud Krispijn, Nieuw Krispijn, Wielwijk, Crabbehof, Staart, Reeland, Noordflank, Stadspolders en Sterrenburg I, voorrang op de overige aanvragen.

Artikel 8 Hoogte van de subsidie voor VVE-programma's, VVE/HBO-coaches en VVE-thuis voor peuters in kinderdagverblijven en peuteropvang

  • 1.

    De hoogte van de te verlenen subsidie voor uitvoering van VVE programma's, VVE/HBO-coaches en VVE-thuis voor peuters of vergelijkbare programma's is genormeerd en bedraagt maximaal € 10.800,- per groep per jaar.

  • 2.

    De subsidie kan worden ingezet voor VVE-(thuis)scholing, vervangingsuren pedagogisch medewerkers, aanschaf VVE-(thuis)materiaal, coaching pedagogisch medewerkers op de groep, opbrengstgericht werken, coördinatie ouderbetrokkenheid of coördinatie doorgaande lijn.

Artikel 9 Aanvraag van de subsidie

Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 2 sub a t/m c bevat naast de in artikel 7 Algemene subsidieverordening Dordrecht genoemde gegevens, in ieder geval:

  • a.

    de keuze voor het VVE-programma;

  • b.

    de wijze waarop aan ouderbetrokkenheid gewerkt wordt;

  • c.

    een opgave van het aantal VVE-groepen en het aantal (doelgroep) kinderen per VVE-groep;

  • d.

    een pedagogisch plan;

  • e.

    een opleidingsplan;

  • f.

    een tijdsplanning en begroting; per groep wordt inzichtelijk gemaakt hoe het normbedrag wordt ingezet.

Artikel 10 Subsidieverplichtingen

Onverminderd de verplichtingen uit de artikelen 13-14 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht voldoet de aanvrager van een subsidie als bedoeld in artikel 2 sub a t/m c, aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de basisvoorwaarden voor de kwaliteit van kinderopvang en de basisvoorwaarden voor de kwaliteit van voorschoolse educatie zoals opgenomen in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • b.

    te zijn geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP);

  • c.

    per kind zorg te dragen voor de digitale informatieoverdracht naar de basisschool met behulp van het overdrachtformulier peuter-kleuter Dordrecht;

  • d.

    een gericht ouderbeleid te voeren;

  • e.

    te werken met een kind-volgsysteem;

  • f.

    samen te werken met de Sociale Wijkteams;

  • g.

    een bijdrage te leveren aan monitoring door de gemeente Dordrecht en/of de Inspectie van het Onderwijs;

  • h.

    per kwartaal digitale gegevens aan het college aan te leveren over het aantal kinderen dat bereikt wordt met voor- en vroegschoolse educatie met behulp van een format.

AFDELING 2. SUBSIDIES VOOR UREN VVE- EN REGULIERE PEUTEROPVANG

Artikel 11 Verdeelsleutel

  • 1.

    Indien het subsidieplafond, als bedoeld in artikel 3 tweede lid, onvoldoende is om alle aanvragen te honoreren, stelt het college een rangorde vast. Om in de rangorde te worden opgenomen, voldoet een aanvraag aan het bepaalde in artikel 14.

  • 2.

    Bij rangschikking van de aanvragen voor een subsidie als bedoeld in artikel 2 sub d, hebben aanvragers gevestigd in de wijken Oud Krispijn, Nieuw-Krispijn, Wielwijk, Crabbehof, Staart, Reeland, Noordflank, Stadspolders en Sterrenburg I, voorrang op de overige aanvragen.

Artikel 12 Hoogte van de subsidie voor VVE- en reguliere peuteropvang

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks genormeerde uurtarieven vast voor:

    • a.

      2- en 3-jarige kinderen met VVE-indicatie en met recht op kinderopvangtoeslag;

    • b.

      2- en 3-jarige kinderen met VVE-indicatie en zonder recht op kinderopvangtoeslag;

    • c.

      2- en 3-jarige kinderen zonder VVE-indicatie en zonder recht op kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    Het college compenseert het verschil tussen het genormeerd uurtarief voor kinderen met VVE-indicatie, met recht op kinderopvangtoeslag en het maximum uurtarief volgens de Wet kinderopvang.

  • 3.

    Het college compenseert het verschil tussen het genormeerd uurtarief voor kinderen met en zonder VVE-indicatie, zonder recht op kinderopvangtoeslag en de voor hen geldende ouderbijdrage volgens de vastgestelde ouderbijdragen-tabel.

  • 4.

    Voor de subsidie geldt dat:

    • a.

      voor kinderen met VVE-indicatie de maximale hoogte van het aantal te subsidiëren uren per week 10 uur bedraagt en het maximale aantal te subsidiëren openingsweken per jaar 40 weken bedraagt;

    • b.

      voor kinderen zonder VVE-indicatie de maximale hoogte van het aantal te subsidiëren uren per week 5 uur bedraagt en het maximale aantal te subsidiëren openingsweken per jaar 40 weken bedraagt;

    • c.

      in de subsidieverlening het maximum aantal uren wordt vermeld waarvoor in dat jaar een subsidie kan worden verkregen.

Artikel 13 Ouderbijdrage

  • 1.

    Aan ouders van kinderen met VVE-indicatie en met recht op kinderopvang-toeslag wordt niet meer gevraagd dan de ouderbijdrage volgens de kinderopvangtoeslagtabel, die landelijk middels het Besluit kinderopvangtoeslag wordt vastgesteld.

  • 2.

    Aan ouders van kinderen met en zonder VVE-indicatie, en zonder recht op kinderopvangtoeslag wordt niet meer gevraagd dan de ouderbijdrage volgens de gemeentelijke ouderbijdragetabel, die is afgeleid van de kinderopvang-toeslagtabel.

Artikel 14 Aanvraag van de subsidie

Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 2 sub d bevat naast de in artikel 7 Algemene subsidieverordening Dordrecht genoemde gegevens, in ieder geval:

  • a.

    een inschatting van het aantal uren dat kinderen gebruik maken van de peuteropvang, onderverdeeld naar:

    - uren geleverd aan kinderen met VVE-indicatie en met recht op kinderopvangtoeslag;

    - uren geleverd aan kinderen met VVE-indicatie en zonder recht op kinderopvangtoeslag;

    - uren geleverd aan kinderen zonder VVE-indicatie en zonder recht op kinderopvangtoeslag.

  • b.

    een opgave van het uurtarief, tot een maximum als vermeld in artikel 12, waartegen het (VVE-)aanbod geleverd wordt;

  • c.

    het bedrag aan te innen ouderbijdrage, conform de onderverdeling als vermeld in artikel 13;

  • d.

    een opgave van het aantal groepen en het aantal (VVE-doelgroep) kinderen per groep;

  • e.

    de keuze voor het (VVE-)programma;

  • f.

    de wijze waarop aan ouderbetrokkenheid gewerkt wordt;

  • g.

    een pedagogisch plan;

  • h.

    een opleidingsplan;

  • i.

    een tijdplanning en begroting.

Artikel 15 Weigeringsgrond

Onverminderd artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht wordt de aanvraag geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de voorziening de kosten als bedoeld in artikel 13 bij de ouders van de kinderen in rekening kan brengen op basis van de Wet kinderopvang.

Artikel 16 Subsidieverplichtingen

Onverminderd de verplichtingen uit de artikelen 13-14 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht voldoet de aanvrager van een subsidie als bedoeld in artikel 2 sub d, aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de basisvoorwaarden voor de kwaliteit van kinderopvang en de basisvoorwaarden voor de kwaliteit van voorschoolse educatie zoals opgenomen in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • b.

    te zijn geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP);

  • c.

    per kind zorg te dragen voor de digitale informatieoverdracht naar de basisschool met behulp van het overdrachtformulier peuter-kleuter Dordrecht;

  • d.

    een ouderbijdrage te heffen;

  • e.

    met de samenwerkende basisschool of basisscholen een gezamenlijk (VVE )opleidingsplan op te stellen voor het personeel;

  • f.

    een gericht ouderbeleid te voeren;

  • g.

    te werken met een kind-volgsysteem;

  • h.

    samen te werken met de Sociale Wijkteams;

  • i.

    een bijdrage te leveren aan monitoring door de gemeente Dordrecht en/of de Inspectie van het Onderwijs;

  • j.

    per kwartaal digitale gegevens aan het college aan te leveren over het aantal kinderen dat bereikt wordt met voor- en vroegschoolse educatie met behulp van een format.

AFDELING 3. SUBSIDIE VOOR INTERNATIONALE SCHAKELKLAS EN SCHAKELKLASSEN

Artikel 17 Subsidie voor de personele inzet

  • 1.

    Er wordt alleen subsidie verstrekt voor de personele inzet van docenten of tolken.

  • 2.

    ISK: in de Internationale Schakelklas op obs Mondriaan behalen kinderen tussen 6-12 jaar een niveau Nederlands dat voldoende is om door te stromen naar een reguliere school voor primair onderwijs. Bij uitzondering kan dit jaar verlengd worden.

  • 3.

    Schakelklas: in de Schakelklassen zitten kinderen die de hele week of minimaal 15 uur per week ondersteund worden in de Nederlandse taal t.b.v. een succesvolle schoolloopbaan die aansluit bij hun capaciteiten.

  • 4.

    De subsidie voor de inzet van 1 FTE leerkracht basisonderwijs voor één groep is gebaseerd op het normbedrag dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hanteert voor 1 FTE leerkracht basisonderwijs.

  • 5.

    De subsidie voor de inzet van tolken ten behoeve van de (ISK) bedraagt € 3.000,- per schooljaar.

Artikel 18 Subsidieverplichtingen

  • a.

    In een schakelklas of ISK zitten minimaal 8 en maximaal 15 kinderen.

  • b.

    De schakelklas vormt een vervolg op VVE en kan worden ingericht vanaf groep 3.

  • c.

    Er zijn twee varianten mogelijk van de schakelklas:

    - de eerste variant is een schakelklas waarin kinderen minimaal 15 uur per week in een apartegroep al het onderwijs krijgen;

    - de tweede variant bestaat uit een groep kinderen die minimaal 2 uur reguliere leertijd krijgen bovenop de reguliere schooltijd.

  • d.

    De schakelklas binnen de reguliere schooltijd is bedoeld voor leerlingen met aantoonbare leerpotentie. Dit houdt in dat zij op de taaltoetsen C, D, of E scoren (dan wel IV of V) en een discrepantie laten zien tussen taal- en rekenprestaties en/of van wie de leerkracht vermoedt dat er meer in zit gedurende één schooljaar intensieve taalondersteuning, met eventueel de mogelijkheid voor nazorg het jaar na de schakelklas.

  • e.

    Aan de schakelklas als verlengde schooldagvariant kunnen leerlingen maximaal drie jaar achter elkaar deelnemen.

  • f.

    De scholen kiezen minimaal drie achtereenvolgende schooljaren voor een schakelklas in een vaste jaargroep, daarbij rekening houdend met andere interventies op de school gericht op het bestrijden van onderwijsachterstanden.

  • g.

    Scholen met een schakelklas doen jaarlijks mee aan de monitor van Sardes.

  • h.

    Scholen met een schakelklas betrekken ouders actief bij de ontwikkelingen van hun kind en wijzen ouders op hun rol en gezamenlijke verantwoordelijkheid.

  • i.

    Scholen met een schakelklas, leerkrachten en interne begeleiders, nemen twee keer per jaar deel aan stedelijke intervisiebijenkomsten en wisselen daarin hun kennis en ervaring uit.

  • j.

    Obs Mondriaan, uitvoerder van de ISK, fungeert als expertisecentrum NT2. Dit houdt o.a. in dat de overige schakelklaslocaties en andere scholen er terecht kunnen met vragen op het gebied van NT2.

HOOFDSTUK 2. SLOTBEPALINGEN

Artikel 19 Overgangs- en slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als "Subsidieregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie, ISK en Schakelklassen Dordrecht 2018".

  • 2.

    De "Subsidieregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie, ISK en Schakelklassen Dordrecht 2016" wordt ingetrokken.

  • 3.

    De "Subsidieregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie, ISK en Schakelklassen Dordrecht 2016" blijft van kracht voor de subsidies die op basis van deze regeling zijn verstrekt ten behoeve van de jaren 2016 en 2017.

  • 4.

    Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2017 en werkt terug tot 1 september 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 september 2017.

Het college van Burgemeester en Wethouders

de secretaris de burgemeester

M.M. van der Kraan A.W. Kolff