Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden

Geldend van 11-06-2009 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden

De RAAD van de gemeente Dordrecht;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 14 april 2009, Nr. SBH/2009/888;

gelet op artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden (Telecommunicatieverordening Dordrecht)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

aanbieder:

aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de wet;

b.

college:

college van burgemeester en wethouders;

c.

gedoogplichtige:

degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet;

d.

handboek:

door het college vastgestelde "Handboek voor het leggen, hebben, onderhouden en verwijderen van Kabels & Leidingen";

e.

huisaansluiting:

het gedeelte van een kabel van minder dan tien meter in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1, onder k, van de wet;

f.

instemmingsbesluit:

besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder b, van de wet;

g.

kabels:

kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet;

h.

melding:

melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet;

i.

openbaar elektronisch communicatienetwerk:

telecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de wet;

j.

openbare gronden:

openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de wet;

k.

voorzieningen:

ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 5.15 van de wet, en kabels;

l.

werkzaamheden:

werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;

m.

werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

- het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;

- reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan tien meter en niet vallend onder artikel 3 eerste lid;

- het maken van huisaansluitingen;

n.

wet:

Telecommunicatiewet.

Artikel 2 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang aan het college met een door het college vastgesteld formulier. Wanneer er voor de werkzaamheden sprake is van een werk van complexe aard of van een tracé lengte groter dan 5000 meter, dan geldt een termijn voor melding van dertien weken voor de aanvang van de werkzaamheden.

  • 2. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 3. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal drie werkdagen voorafgaande aan de werkzaamheden.

Artikel 3 Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden via het door de burgemeester vastgesteld formulier benoemd in artikel 2.

Artikel 4 Gegevensverstrekking

  • 1. Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert;

    • b.

      debiteurnummer als grondroerder, zoals geregistreerd bij het Kadaster;

    • c.

      een opgave van het aantal kabels en/of buizen;

    • d.

      de kleur van de buizen die direct met kabels worden gevuld of ingeblazen;

    • e.

      een opgave van het aantal buizen en de kleur daarvan dat leeg wordt aangebracht;

    • f.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • g.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • 1e

        een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

      • 2e

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;

      • 3e

        een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;

      • 4e

        de doorsnede van de kabel en indien van toepassing de kabelgoot;

      • 5e

        de lengte en breedte van de kabelsleuf;

      • 6e

        de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de gewenste situering en afmetingen daarvan;

      • 7e

        voorgenomen datum en tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

      • 8e

        naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;

      • 9e

        de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

      • 10e

        de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;

      • 11e

        alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 lid 2 en 3 van de wet genoemde belangen;

  • 2. Het college kan nadere regels stellen over de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5 Aanvullende verplichtingen

  • 1. Het college stelt regels omtrent:

    • a.

      het informeren van omwonenden en bedrijven over de uit te voeren werkzaamheden;

    • b.

      de wijze van aanleveren van de gegevens omtrent de ligging van de kabels aan het college;

    • c.

      het aanbieden van een overzicht van de niet in gebruik zijnde kabels.

  • 2. Het college stelt regels op voor de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen medegebruik van voorzieningen.

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1. Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 2. Indien binnen drie jaar na groot onderhoud of bij herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college voorwaarden stellen aan het herstel.

Artikel 7 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals buizen bedoeld voor het inblazen van kabels, mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van dit aanbod gebruik te maken.

  • 4. Indien de openbare gronden na oordeel van het college onvoldoende ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen in overleg met het college, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12 van de wet.

Artikel 8 Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 9 Zakelijk karakter instemmingsbesluit

Indien een openbaar elektronisch communicatienetwerk wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder, is de nieuwe aanbieder verplicht binnen twee weken een verzoek tot wijziging tenaamstelling van een instemmingsbesluit in te dienen.

Artikel 10 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college of de burgemeester aan te wijzen personen.

Artikel 11 Intrekking oude verordening

De Telecommunicatieverordening Dordrecht van 3 oktober 2000 wordt per <DE DATUM VAN DE DAG DIE VOLGT OP DE DAG VAN DE BEKENDMAKING INVULLEN> ingetrokken en werkt terug tot 1 januari 2009.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treeft in werking op <DE DATUM VAN DE DAG DIE VOLGT OP DE DAG VAN DE BEKENDMAKING INVULLEN> en werkt terug tot 1 januari 2009.

Artikel 13 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als "Telecommunicatieverordening Dordrecht".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 mei 2009.

De wnd. griffier
De wnd. voorzitter

Toelichting Telecommunicatieverordening Dordrecht

Inleiding

Op 1 februari 2007 is in werking getreden een wijziging van de Telecommunicatiewet (Stb. 2007,17). De wijzingen betreffen met name hoofdstuk 5 van de wet: De aanleg, instandhouding en opruiming van kabels. In dit hoofdstuk is onder meer geregeld de gedoogplicht van de gemeente voor telecommunicatiekabels in de openbare gronden met het adagium 'leggen om niet, verleggen om niet' De wetswijziging is er mede op gericht de belangen van gemeenten als beheerder van de openbare gronden en de telecombedrijven meer in evenwicht te brengen.

Voor het leggen van een leiding is een vergunning, in geval van een kabel ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk een instemmingsbesluit, nodig van het college. Hiervoor wordt de aanvrager leges in rekening gebracht.

Het telecommunicatiebedrijf heeft op basis van artikel 5.4, lid 1 van de Telecommunicatiewet, voorafgaand aan de start van de werkzaamheden voor het leggen, instandhouding of verwijderen van kabels in de openbare grond een instemmingsbesluit van het college nodig. Lid 2 en 3 bepalen welke voorschriften het college aan het instemmingsbesluit kunnen verbinden.

Lid 4 en 5 leggen de verplichting op aan de gemeenteraad tot het bij verordening regels vast te stellen omtrent:

  • a.

    het tijdstip, voorafgaand aan het verrichten van de werkzaamheden, waarop de melding uiterlijk moet zijn gedaan;

  • b.

    de gegevens die bij de melding moeten worden verstrekt, waaronder het uitvoeringsplan;

  • c.

    de wijze van uitvoering van de werkzaamheden bij aanleg, instandhouding en opruiming;

  • d.

    het bevorderen van medegebruik van voorzieningen;

  • e.

    het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken;

  • f.

    de wijze van melding en uitvoering van spoedeisende werkzaamheden in verband met ernstige belemmeringen of storing van de communicatie.

In de verordening wordt onderscheid gemaakt tussen werkzaamheden van al dan niet ingrijpende aard.

Bij het opstellen van de Telecommunicatieverordening Dordrecht is gebruik gemaakt van de modelverordening van de VNG.

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten

De Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten, ook wel genoemd de grondroerdersregeling voorziet in een verplichte registratie van kabels en buizen en een verplichte informatie-uitwisseling bij graafwerkzaamheden om op deze wijze schade aan kabels en buizen te voorkomen bij de uitvoering van deze werkzaamheden. De wet vervangt de (vrijwillige) registratie van ondergrondse netten door het deelnemerschap aan KLIC.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

De begripsomschrijvingen zijn voor zover nodig aan de nieuwe nummering van de Telecommunicatiewet aangepast.

Kanttekeningen:

·Openbaar telecommunicatie elektronisch communicatienetwerk

De gedoogplicht van de gemeente geldt slechts voor openbare elektronische communicatienetwerken, in artikel 1.1 h van de Telecommunicatiewet gedefinieerd als een ‘elektronisch communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede begrepen een netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma’s voor zover dit aan het publiek geschiedt.

Kabels en voorzieningen

Onder kabels verstaat de Telecommunicatiewet het geheel van voorzieningen ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, dus de ondersteuningswerken (buizen), maar ook de benodigde kasten en dergelijke.

In de begripsomschrijving zijn de voorzieningen apart genoemd.

Voorzieningen, niet in gebruik voor een openbaar elektronisch communicatienetwerk, vallen volgens artikel 5.15 van de wet ook onder de gedoogplicht met dien verstande dat de gedoogplicht eindigt, indien niet na 10 jaar de ondersteuningswerken deel zijn gaan uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk (artikel 5.2, lid 8 van de wet).

Werkzaamheden van niet-ingrijpende aard

Met het apart definiëren van dergelijke werkzaamheden wordt gevolg gegeven aan artikel 5.4, lid 5, van de Telecommunicatiewet. Binnen de begripsbepaling zijn enige voorbeelden opgenomen van niet ingrijpende werkzaamheden. Het staat de gemeente vrij de omschrijving van werkzaamheden van niet ingrijpende aard zelf anders in te vullen. Het is immers een uitzondering op de standaard meldplicht van artikel 4 van de modelverordening en daarom een limitatieve opsomming.

Artikel 2: Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

De algemene melding voor de uitvoering van werkzaamheden dient, in samenhang met artikel 6, lid 1, van de verordening, te geschieden acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden. Sommige meldingen hebben betrekking op tracés van langer dan 5000 meter. Het college beoordeelt de plaats van de te leggen kabel en heeft bij deze tracés een langere tijd nodig. Wanneer een melding complex wordt door bijvoorbeeld de aanwezigheid van een kunstwerk of waterpartij die gepasseerd dient te worden en waar er onvoldoende informatie of mogelijkheden zijn kan het college een langere tijd nodig hebben om instemming te beoordelen en verlenen.

Het derde lid geeft de mogelijkheid van een eenvoudige melding van drie dagen voor de aanvang van de werkzaamheden.

Artikel 3: Ernstige belemmeringen en storingen

In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet voldaan. In dit geval kan worden volstaan aan een melding aan het college. Ernstige belemmeringen of storingen in de communicatie zijn niet nader omschreven, wel wordt in de toelichting op de wet als voorbeeld gegeven de situatie van een kabelbreuk. Het college zal moeten beoordelen of een ernstige belemmering of storing in de communicatie voor één individuele aansluiting voldoende reden is om als spoedeisend te worden aangemerkt.

Artikel 4: Gegevensverstrekking

Dit artikel is een invulling van artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet.

Artikel 5: Aanvullende verplichtingen

In het tweede lid wijst dit artikel er wellicht ten overvloede op dat de aanbieder verplicht is de werkprocessen te volgen die beschrijven zijn in het Handboek.

Artikel 6: Voorschriften en beperkingen bij instemming

Het eerste lid geeft als aanvulling dat het college naast voorschriften over tijdstip plaats en dergelijke met betrekking tot de uitvoering ook voorschriften opstellen over de uitstraling, vormgeving, kleur, situering en afmetingen van voorzieningen als kasten, handholes en dergelijke behorende bij het netwerk.

Het tweede lid heeft betrekking op de situatie dat er een kabel dient te worden gelegd in openbare gronden die recent zijn geherstructureerd, bijvoorbeeld herstraat. In dat geval heeft het college de mogelijkheid extra voorschriften te stellen boven de gebruikelijk gehanteerde voorschriften.

Artikel 7: (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

Zoals aangeven kunnen de voorschriften bij het instemmingsbesluit het medegebruik van voorzieningen bevorderen. Het medegebruik beperkt het graven in de openbare gronden en strekt daarmee tot voordeel van de gemeente. Het medegebruik kan aan de orde komen in het vooroverleg over het af te geven instemmingsbesluit. In lid 3 is de verplichting voor de aanbieder opgenomen van vooraangelegde voorzieningen, indien daartoe een redelijk aanbod wordt gedaan. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanbieder.

Het college kan nader regels stellen omtrent de plaats en de wijze van uitvoering. De tweede en vierde lid behandelt de situatie indien de gemeentelijke leidingprofielen geen ruimte biedt voor de aanleg van kabels.

Het vierde lid behandelt de situatie indien het college acht dat het bijleggen van kabels op een locatie ongewenst is als navolging van haar publiekrechtelijke taak.

Artikel 8: Melding wijziging voorzieningen

De rechter heeft uitgesproken dat de werking van het instemmingsbesluit eindigt zodra de werkzaamheden waarvoor instemming is gevraagd zijn, beëindigd. Dit betekent dat het college geen verplichtingen op basis van het instemmingsbesluit aan de aanbieder kan opleggen nadat deze zijn werkzaamheden heeft beëindigd. Echter het instemmingsbesluit dient voor de gemeente ook om een registratie up-to-date te houden van de in het openbaar gebied liggende kabels en de beheerders/eigenaren daarvan.

Artikel 9: Zakelijk karakter instemmingsbesluit

Dit artikel is opgenomen om helderheid te verschaffen en actie aan een nieuwe aanbieder op te leggen.

Artikel 10: Toezichthouders

Dit artikel vormt de basis om met toezichthouders controle uit te voeren. Het gaat hier om bestuursrechtelijke handhaving. Bijsturen van foute situaties kan met dwangsommen en bestuursdwang.

Artikel 11: Intrekking oude verordening

De oude verordening moet worden ingetrokken zodat de nieuwe verordening in werking kan treden. De voorgaande modelverordening dateert van 3 oktober 2000.

Artikel 12: Inwerkingtreding

De nog lopende instemmingbesluiten voor kabel(s) die nog niet of niet volledig zijn gelegd blijven van kracht met dien verstande dat deze conform het instemmingsbesluit worden afgewikkeld.

Artikel 13: Citeerartikel

Door toevoeging van de naam van de gemeente aan de citeertitel is het voor eenieder die de verordening opvraagt duidelijk dat dit de verordening betreft van die met name genoemde gemeente.