Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012

Geldend van 22-12-2011 t/m 31-12-2012

Intitulé

VERORDENING op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012

De RAAD van de gemeente Dordrecht;

 

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 15 november 2011, Nr. SBC/687004;

 

overwegende,

dat het wenselijk is om een nieuwe, integrale Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting vast te stellen in verband met  wijziging van tarieven en aanpassingen op grond van voortschrijdend inzicht;

 

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

 

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt verstaan onder:

  • 1.

    a.   dag: een tijdvak van één etmaal of een gedeelte daarvan;

    b.   week: een tijdvak van zeven achtereenvolgende etmalen;

    c.    maand: een tijdvak van dertig achtereenvolgende etmalen;

    d.   jaar: het kalenderjaar lopend van 1 januari tot en met 31 december.

  • 2.

    Indien in de tarieventabel voor een belastbaar feit wel een weektarief maar geen dagtarief is opgenomen, wordt een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week.

  • 3.

    Indien in de tarieventabel voor een belastbaar feit wel een maandtarief maar geen dag- of weektarief is opgenomen, wordt een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze Verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven van degene die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft of ten behoeve van wie deze voorwerpen zich daar bevinden.

  • 2.

    Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt degene aan wie de vergunning is verleend aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ten aanzien van:

  • a.

    voorwerpen op de openbare weg bij kleinschalige niet-commerciële buurtactiviteiten;

  • b.

    voorwerpen welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;

  • c.

    voorwerpen welke uitsluitend in het belang van de volksgezondheid voorzien of welke uitsluitend worden gebezigd voor weldadige doelen die zijn voorzien van het keurmerk van het centraal bureau fondsenwerving;

  • d.

    voorwerpen of werken ten behoeve van eigendommen welke bij de gemeente of haar instellingen in gebruik zijn;

  • e.

    straatversiering, inclusief apparatuur ten behoeve van verlichting en/of geluidsweergave, mits niet permanent aangebracht en geen commerciële reclame of soortgelijke aanduidingen bevattend;

  • f.

    bloemen- en/of plantenbakken;

  • g.

    borden waarvan de grootste afmeting niet meer bedraagt dan 0,60 meter, uitsluitend vermeldende naam en/of beroep of bedrijf, aangebracht plat tegen de gevel van percelen waar het beroep of het bedrijf wordt uitgeoefend of waar de belastingplichtige woont;

  • h.

    borden tot verhuur of verkoop van de woningen of percelen waaraan deze borden zijn bevestigd;

  • i.

    wegwijzers, verkeersaanwijzingen en voorwerpen welke uitsluitend zijn aangebracht ter gelegenheid van voor het algemeen nut gehouden acties van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en andere overeenkomstige instellingen;

  • j.

    buizen of riolen, uitsluitend dienende tot afvoer van fecaliën of hemelwater;

  • k.

    balkons, luifels en erkers, voor zover deze niet voor reclame dienen;

  • l.

    voorwerpen en werken welke uit een oogpunt van monumentenzorg, op grond van enig overheidsbesluit in stand moeten worden gehouden.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3.

    Bij de toepassing van een per tijdseenheid vastgesteld tarief wordt de totale belastingschuld niet hoger vastgesteld dan het bedrag dat verschuldigd zou zijn bij toepassing van het tarief voor een opvolgende tijdseenheid.

  • 4.

    Na toepassing van de bepalingen van deze verordening worden aanslagen niet opgelegd bij een aanslagbedrag minder dan € 15,--.

  • 5.

    Voor de toepassing van het vierde lid wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1.

    In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderoverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2.

    In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    In de gevallen bedoeld in artikel 6, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van het belastingplicht.

  • 2.

    In de gevallen bedoeld in artikel 6, tweede lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien voor een belastbaar feit in de tarieventabel uitsluitend een jaartarief is opgenomen en de belastingplicht eindigt in de loop van het belastingtijdvak, dan is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als het aantal maanden dat de belastingplicht heeft bestaan.

Artikel 9 Termijnen van betaling

De precariobelasting moet worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van precariobelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011, vastgesteld op 14 december 2010, wordt ingetrokken op de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting 2012".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 december 2011.
De griffier,        De voorzitter,
 
M. van Hall        A.A.M. Brok
 
 
 
  

Bijlage Tarieventabel

TARIEVENTABEL

Behorende bij de Verordening precariobelasting 2012

Behorende bij artikel 5

 

 

1.      Bouwmaterialen

Het tarief voor het hebben van een loods, keet, container, afschutting, steiger of stelling, een heikar of heistelling, betonmolen, asfaltketel of enig ander werktuig ten dienste van bouwwerken en voor het plaatsen van bouwmaterialen en gereedschappen op de voor de openbare dienst bestemde grond bedraagt voor het aantal m²:

                                                                     week            maand                      

≤ 10 m2                                                       €      2,15        €      8,70

11 m2 t/m 25 m2                                           €      5,45        €    21,85

26 m2 t/m 50 m2                                           €    10,85        €    43,70

voor elke 50 m2 meer of gedeelte daarvan     €    10,85        €    43,70

 

 

2.      Terrassen

Het tarief voor het hebben van banken, stoelen, tafels, tochtschermen en dergelijke bedraagt voor het aantal m²:

                                                                                         maand                      

≤ 10 m2                                                                            €    15,20

11 m2 t/m 25 m2                                                                €    37,95

26 m2 t/m 50 m2                                                                €    75,90

voor elke 50 m2 meer of gedeelte daarvan                          €    75,90

 

 

3.      Spoorstaven

Het tarief voor het hebben van spoorstaven bedraagt

per strekkende meter per jaar:                                           €      7,50

 

 

4.      Goederen, inrichtingen en voorwerpen op, boven of in de kades

Het tarief voor het hebben van goederen of het hebben van een inrichting, werk of ander voorwerp op, boven of in de kades bedraagt voor het aantal m²:

                                                                     week            maand                      

        ≤ 10 m2                                               €      2,15        €      8,70

11 m2 t/m 25 m2                                           €      5,45        €    21,85

26 m2 t/m 50 m2                                           €    10,85        €    43,70

voor elke 50 m2 meer of gedeelte daarvan     €    10,85        €    43,70

 

 

5.      Steigers

Het tarief voor het hebben van een steiger, vlonder of plankier bedraagt

per m² per jaar:                                                                €     5,00

 

 

6.      Palen

Het tarief voor het hebben van stutten, schoren en palen

voor zover niet vallend onder 1 en 5 van deze

tarieventabel bedraagt per voorwerp per jaar:                     €     9,85

 

 

7.      Kraanbanen

Het tarief voor het hebben van een transportbaan,

 kraanbaan, loopbrug of dergelijke inrichting bedraagt per jaar:

- voor elke m² tot en met 200 m²:                                  €      14,65

- voor elke m² boven 200 m² tot en met 500 m²:            €         7,50

- voor elke m² boven 500 m²:                                        €         2,55

8.      Benzinepompen

  • a.

    Het tarief voor het hebben van een pomp ten dienste van de verstrekking van benzine of andere vloeibare brandstof, met inbegrip van de daarbij behorende leidingen bedraagt per pomp per jaar:                                                  €      282,00

  • b.

    Het tarief voor het hebben van een verplaatsbare pomp, uitsluitend ten dienste van de verstrekking van zogenaamde mengsmeringbrandstof bedraagt per pomp per jaar: €        95,25

  • c.

    Het tarief voor het hebben van een al dan niet verplaatsbare      luchtpomp, met inbegrip van de daarbij behorende leidingen      bedraagt per jaar:                                                   €        42,25

  • d.

    Het tarief voor het hebben van een tank voor het opslaan van niet voor handelsdoeleinden bestemde huisbrandolie en daarmee gelijk te stellen voor verwarmingsdoeleinden bestemde brandstoffen, met inbegrip van de daarbij behorende leidingen en vulput, bedraagt per m² van de grootste horizontale doorsnede per jaar:     €        20,20

  • e.

    Het tarief voor het hebben van een tank, met uitzondering van die bedoeld onder d, met inbegrip van de daarbij behorende leidingen en vulput, bedraagt per m² van de grootste horizontale doorsnede per jaar                €         28,50

  • f.

    Het tarief voor het hebben van een vulput, voor zover niet reeds belast op grond van onderdeel d of e bedraagt per jaar:            €         42,25

  • g.

    Het tarief voor het hebben van een lichtmast bedraagt per jaar:                                                   €         18,75

 

 

9.      Leidingen

Het tarief voor het hebben van kabels, buizen en andere leidingen bedraagt per strekkende meter per jaar:                                      €           2,55

 

 

10.    Reclamevoorwerpen

a.   Het tarief voor het hebben van onverlichte reclamevoorwerpen aan een gevel, niet vallend onder c, d of e, voor elk voor reclame gebezigd vlak bedraagt per jaar:

-  bij een oppervlakte van minder dan 0,5 m²            €            9,25

-  bij een oppervlakte van 0,5 m² of meer,

   doch minder dan 1 m²                                          €          13,85

-  bij een oppervlakte van 1 m² of meer, per m²:       €          20,60

b.   Het tarief voor het hebben van verlichte reclamevoorwerpen aan een gevel, niet vallend onder c, d of e, voor elk voor reclame gebezigd vlak bedraagt per jaar:

-  bij een oppervlakte van minder dan 0,5 m²            €          12,20

-  bij een oppervlakte van 0,5 m² of meer,

   doch minder dan 1 m²                                          €          18,35

-  bij een oppervlakte van 1 m² of meer, per m²        €          27,60

c.    Het tarief voor het hebben van neonbuizen en dergelijke lichtapparaten als reclamevoorwerp of als onderdeel daarvan bedraagt per jaar:

-  bij een gezamenlijke lengte van minder dan 5

   strekkende meter, per strekkende meter:               €            5,00

-  bij een gezamenlijke lengte van 5 meter of meer,

   per strekkende meter                                            €            7,60

d.   Het tarief voor het hebben van een zonnescherm,

      markies of zonnezeil, waarop reclame voorkomt

      bedraagt per jaar per stuk:                                       €           19,60

e.   Het tarief voor het hebben van een vlag, spandoek,

      vaandel of wimpel waarop reclame voorkomt

      bedraagt per jaar per stuk:                                       €            29,35

 

 

11.    Verkoopautomaten

Het tarief voor het hebben van een automatisch verkooptoestel, of een dergelijk ander toestel, onverschillig of deze uit één of meer etages of secties bestaat, bedraagt per stuk per jaar:                      €            47,80

 

 

12.    Marktkramen

Het tarief voor het op de marktterreinen plaatsen van

kramen, tafels, stallen, karren en andere voor uitstalling

van goederen te gebruiken voorwerpen met het doel

deze te verhuren bedraagt voor elke kraam per dag:         €               0,30

met een maximum voor alle door één kraamverhuurder

te plaatsen kramen tezamen per jaar:                              €         1.408,00

 

 

13.    Uitstalling van goederen, het plaatsen van reclamevoorwerpen die niet aan een gevel zijn aangebracht

Het tarief voor uitstalling van goederen en het hebben

van reclamevoorwerpen die niet aan de gevel zijn

aangebracht bedraagt per jaar per m² of gedeelte

daarvan:                                                                       €               71,50

met een minimum van 2 m².

 

 

14.    Opslag van materialen en emballage, niet vallend onder onderdeel 4 en 13, standplaatsen buiten de markt voor niet-commerciële doelen, niet vallend onder onderdeel 16

Het tarief voor de opslag van materialen en emballage, niet vallend onder onderdeel 4 en 13 en voor standplaatsen buiten de markt voor niet-commerciële doelen, niet vallend onder onderdeel 16, bedraagt voor het aantal m²:

                                                      week            maand            jaar   

≤ 10 m2                                     €      9,85        €    16,20        €  123,00

11 m2 t/m 25 m2                         €    24,70        €    40,50        €  308,00

26 m2 t/m 50 m2                         €    49,45        €    81,00        €  615,00

voor elke 50 m2

meer of gedeelte daarvan     €    49,45        €    81,00        €  615,00

 

 

15.    Standplaatsen

a. Het tarief voor een circus, luchtacrobatiek en ander groot vermaak bedraagt:

- per dag:                                                         €            83,00

- per week:                                                       €          248,00

b.   Het tarief voor een kindercircus en ander kindervermaak bedraagt:

- per dag:                                                         €            41,35

- per week:                                                       €          124,00

c.    Het tarief voor overige standplaatsen voor voorstellingen, tentoonstellingen en dergelijke bedraagt:

- per dag:                                                         €           124,00

- per week:                                                       €           372,00

 

Nota-toelichting

TOELICHTING

Behorende bij de Verordening precariobelasting 2012

 

 

Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

 

De tarieven worden jaarlijks aangepast aan het kosteninflatiepercentage. Voor 2012 betekent dit een verhoging van 2,55%.