Verordening eigen bijdragen Maatschappelijke Opvang (MO) en Vrouwenopvang (VO)

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening eigen bijdragen Maatschappelijke Opvang (MO) en Vrouwenopvang (VO)

De RAAD van de gemeente Dordrecht;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013, kenmerk MO/1095451;

gelet op de artikelen 1 lid 1 aanhef en onder c, d en g sub 7, en de artikelen 8, 15 en 16 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Staatsblad 2006 nr. 351), artikel 4.7 en 4.8 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Staatsblad 2006 nr. 450), de artikelen 1 en 21 tot en met 30 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende

Verordening eigen bijdragen Maatschappelijke Opvang (MO) en Vrouwenopvang (VO)

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    w et: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);

  • b.

    c ollege: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Dordrecht;

  • c.

    o pvang: de onder d, e en f gedefinieerde voorzieningen;

  • d.

    24 uurs verblijf: voltijd doch tijdelijk verblijf Maatschappelijke Opvang of Vrouwenopvang: gedurende een volledig etmaal of langer, voor mensen die dakloos of thuisloos zijn, dan wel voor vrouwen met of zonder kinderen die gevlucht zijn voor geweld binnen afhankelijkheidsrelaties of dreiging daarvan;

  • e.

    b egeleid w onen: huisvestingswoonvorm waarbij MO/VO cliënten zelfstandig of in een kleine gemeenschap wonen en daarbij begeleiding en/of dagbesteding krijgen, waarvoor zij een eigen bijdrage aan een instelling voor opvang betalen;

  • f.

    c risisopvang: tijdelijke voltijd verblijf Maatschappelijke Opvang of Vrouwenopvang in een crisissituatie;

  • g.

    i nstelling: een organisatie die een voorziening voor Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang of Begeleid Wonen exploiteert met subsidie van centrumgemeente Dordrecht (zie n.);

  • h.

    c liënt: een natuurlijk persoon van 18 jaar of ouder die eventueel samen met minderjarige kinderen gebruikmaakt van een voorziening van een instelling voor Verblijfsopvang zoals gedefinieerd in deze verordening onder d, e en f;

  • i.

    b ijstandsnorm: de van toepassing zijnde norm exclusief vakantietoeslag op 1 januari dan wel 1 juli van het kalenderjaar, volgens de artikelen 20 tot en met 30 van de Wet werk en bijstand (Wwb);

  • j.

    i nkomen: inkomsten van de cliënt uit andere bronnen dan de bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb);

  • k.

    b ijzondere bijstand: de bijzondere bijstand zoals bedoeld in de Wet werk en bijstand en in de Richtlijnen Bijzondere Bijstand van de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) dan wel de Richtlijnen Bijzondere Bijstand van de Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Albasserwaard / Vijfheerenlanden (RSD AV);

  • l.

    n orm persoonlijke uitgaven: de van toepassing zijnde normbedragen ingevolge artikel 23 lid 1 van de Wet werk en bijstand bij verblijf in een inrichting (het zak- en kleedgeld), vermeerderd met de premie voor de (collectieve) ziektekostenverzekering (die de SDD dan wel de RSD AV desgewenst aanbiedt aan mensen met een uitkering op bijstandsniveau) en verminderd met de zorgtoeslag;

  • m.

    e igen bijdrage: de eigen bijdrage die de cliënt op grond van deze verordening verschuldigd is voor verblijf in een instelling zoals gedefinieerd in deze verordening;

  • n.

    c entrumgemeente: gemeente Dordrecht, zijnde de gemeente die van rijkswege een decentralisatie-uitkering ontvangt en daarmee bestuurlijk, beleidsmatig en financieel verantwoordelijk is voor de Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang in de verzorgingsregio;

  • o.

    v erzorgingsregio: Drechtsteden en Alblasserwaard-Vijfheerenlanden;

  • p.

    Sociale Dienst: de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) dan wel de Regionale Sociale Dienst en kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (RSD AV);

  • q.

    Bmo: Besluit Maatschappelijke Ondersteuning (2 oktober 2006);

  • r.

    b eschikking: een op schrift gestelde gemeentelijke beslissing over het al dan niet verlenen van toegang tot een instelling zoals genoemd onder g. (inclusief startdatum en hoogte van de eigen bijdrage voor verblijf).

Artikel 2

Reikwijdte

Deze verordening regelt de eigen bijdrage voor verblijf in de Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang en is van toepassing op alle instellingen die 24 uurs verblijfsopvang dan wel Begeleid Wonen aanbieden in de MO/VO verzorgingsregio van centrumgemeente Dordrecht, en die daarvoor subsidie ontvangen van de centrumgemeente.

Artikel 3

Eigen bijdragen voor verblijfsopvang

  • 3.1

    Er is een eigen bijdrage voor verblijf verschuldigd indien een cliënt langer dan één etmaal gebruik maakt van de volgende voorzieningen:

  • - 24 uurs c.q. voltijd verblijf Maatschappelijke Opvang (incl. crisisopvang);

  • - 24 uurs c.q. voltijd verblijf Vrouwenopvang (incl. crisisopvang);

  • - begeleid wonen (BW), niet zijnde begeleid zelfstandig wonen (BZW)

  • 3.2

    De eigen bijdrage is verschuldigd voor ieder etmaal dat de cliënt verblijft in de 24 uurs verblijfsopvang of begeleid wonen, maar bedraagt nooit meer dan de volledige kostprijs van de betreffende voorziening. Een deel van een etmaal wordt als heel etmaal berekend.

  • 3.3

    Het college is bevoegd tot vaststelling en inning van de eigen bijdrage. Het college kan met betrekking tot de vaststelling en de inning nadere regels stellen.

  • 3.4

    Het college stelt de hoogte van de eigen bijdrage vast op het wettelijk toegestane maximumbedrag, hierbij rekening houdende met het bepaalde in artikel 4.7 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Bmo), zijnde de norm voor persoonlijke uitgaven.

  • 3.5

    De eigen bijdrage is maximaal de werkelijke kostprijs voor verblijf binnen de instelling.

  • 3.6

    Indien bij gehuwden/geregistreerd partners of samenwonenden, één van beide partners gebruik maakt van de 24 uurs verblijfsopvang of begeleid wonen, wordt bij het bepalen van de bijstandsnorm de regelgeving in de Wet werk en bijstand voor "opname in een inrichting" gevolgd. De norm is dan de som van de normen die voor ieder van hen als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 3.7

    Uitgangspunt is dat de cliënt alle mogelijke moeite doet om voldoende inkomen te verwerven. De cliënt dient daarbij beroep te doen op aanvullende financiële mogelijkheden voor zover deze van toepassing zijn, zoals het aanvragen van kinderbijslag, kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag, huurtoeslag, zorgtoeslag of bijzondere bijstand voor woonlasten.

  • 3.8

    Indien de instelling bij 24 uurs verblijfsopvang dan wel begeleid wonen aan de cliënt geen voeding verstrekt, wordt de eigen bijdrage verminderd met een bedrag voor voeding, tenzij de cliënt naar het oordeel van het college verzuimt om voldoende inkomen te verwerven zoals genoemd in lid 3.6. Het bedrag voor voeding is gelijk aan het normbedrag dat het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) berekent.

  • 3.9

    Voor cliënten die gebruik maken van de crisisopvang en tegelijk nog kosten hebben voor een zelfstandige woonruimte, wordt de eigen bijdrage gedurende maximaal 6 maanden verminderd met een forfaitair bedrag voor dubbele woonlasten, zijnde 20% van de bijstandsnorm.

  • 3.10

    De hoogtes van de eigen bijdragen voor 24 uurs verblijfsopvang worden jaarlijks op 1 januari en 1 juli gewijzigd op basis van de dan geldende bijstandsnorm, de norm voor persoonlijke uitgaven (zak- en kleedgeld), de richtlijnen voor zorgverzekering en de normen van het Nibud (Nederlands instituut budgetvoorlichting).

  • 3.11.

    De hoogte van de eigen bijdrage voor begeleid wonen is gebaseerd op de volledige feitelijke woonlasten, ongeacht het inkomen van de cliënt en rekening houdend met het bepaalde in artikel 4.7 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Bmo). De hoogte van de eigen bijdrage voor Begeleid Wonen wordt jaarlijks op 1 januari verhoogd of verlaagd op basis van de feitelijke woonlasten (huur vermeerderd met directe woonlasten).

Artikel 4

Innen van de eigen bijdragen

  • 4.1

    Het college kan de instelling die de 24 uurs verblijfsopvang dan wel het begeleid wonen verzorgt, de bevoegdheid mandateren de verplichte eigen bijdrage van de cliënt vast te stellen en te innen.

  • 4.2

    De inning van de eigen bijdrage vindt als volgt plaats:

    • -

      bij mensen met een bijstandsuitkering of andere uitkering verstrekt door de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) dan wel de Regionale Sociale Dienst en kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (RSD AV), verzoekt de cliënt middels een ingevulde en ondertekende machtiging, de SDD dan wel de RSD AV de vastgestelde eigen bijdrage op de uitkering in mindering te brengen en deze te doen toekomen aan de instelling;

    • -

      bij mensen met een eigen inkomen int de instelling zelf de eigen bijdrage;

    • -

      bij mensen die een bijstandsuitkering of andere uitkering hebben van een sociale dienst buiten de MO/VO verzorgingsregio van centrumgemeente Dordrecht (dus anders dan de SDD dan wel de RSD AV), dient de instelling deze sociale dienst te verzoeken de eigen bijdrage te innen en deze te doen toekomen aan de instelling.

  • 4.3

    Instellingen verlenen slechts 24 uurs verblijfsopvang of begeleid wonen aan cliënten die zich tegenover hen verplichten tot het (waar nodig met terugwerkende kracht) betalen van de op grond van deze verordening vastgestelde eigen bijdrage. De instellingen zijn verplicht de vaste eigen bijdrage van de cliënten te innen, indien zij daarvoor zijn gemandateerd.

Artikel 5

Bijzondere omstandigheden

  • 5.1

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 7

Verwijzing naar wetten, richtlijnen en verordeningen

In het geval van wijziging van wetten, verordeningen en richtlijnen zoals vermeld in deze verordening, dan wel vervanging van deze wetten, verordeningen en richtlijnen door andere wetten, verordeningen en richtlijnen, worden alle verwijzingen in deze verordening naar wetten, verordeningen en richtlijnen, geacht te zijn naar de gewijzigde dan wel vervangen wetten, verordeningen en richtlijnen.

Artikel 8

Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening eigen bijdrage Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang gemeente Dordrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 november 2013.
De griffier, De voorzitter,
M. van Hall A.A.M. Brok

Nota-toelichting

Toelichting bij de Verordening eigen bijdrage Maatschappelijke Opvang (MO) en Vrouwenopvang (VO)

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Lid c. In deze verordening wordt geen onderscheid gemaakt tussen de Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang. Waar het begrip Maatschappelijke Opvang dan wel Verblijfsopvang wordt gebruikt, wordt zowel Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang als Crisisopvang binnen de Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang bedoeld.

Lid h. In aansluiting op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) is de verordening alleen van toepassing op natuurlijke personen van 18 jaar en ouder. Met de begripsbepaling van de cliënt is de verordening daarmee tot deze groep personen beperkt. Dit betekent niet dat personen jonger dan 18 jaar uitgesloten zijn van het gebruik van het aanbod van opvang door instellingen, maar voor hen geldt geen eigen bijdrage in de zin van deze verordening.

Lid q. Tekst Besluit maatschappelijke ondersteuning (Bmo), artikel 4.7

“Indien de gemeenteraad uitvoering heeft gegeven aan artikel 15, eerste lid, van de wet, mag de hoogte van de eigen bijdrage voor verblijf in een Maatschappelijke Opvang of Vrouwenopvang niet zodanig zijn dat de persoon die verblijft in een zodanige opvang, na afdracht van de eigen bijdrage van zijn netto inkomen minder overhoudt dan een bedrag dat overeenkomt met het bedrag, vermeld in artikel 23, eerste lid, van de Wet werk en bijstand vermeerderd met de standaardpremie, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de zorgtoeslag.”

Artikel 2. Reikwijdte

Welke instellingen vallen onder de eigen bijdrage regeling voor verblijf

De instellingen bedoeld onder artikel 1.d, e en f zijn die instellingen (niet natuurlijke personen) waar centrumgemeente Dordrecht een subsidierelatie mee is aangegaan ten behoeve van de Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang of het Begeleid Wonen*.

* Het onderscheid tussen Begeleid Wonen (BW) en Begeleid Zelfstandig Wonen (BZW) wordt bepaald door het al dan niet op eigen naam hebben van het huurcontract met een wooncorporatie. Bij het (voor deze MO/VO) Begeleid Wonen huren de cliënten een woning van de instelling en leren zij met begeleiding zelfstandig te leven én te huren. Het betalen van de ‘huur en directe woonlasten’ aan de instelling wordt aangemerkt als eigen bijdrage. Een cliënt MO/VO die in een ‘omklapwoning’ woont valt ook onder deze verordening en daarmee de eigen bijdrage regeling. Zodra het huurcontract op naam van de cliënt zelf staat, is er sprake van Begeleid Zelfstandig Wonen (BZW), valt deze buiten deze verordening en geldt niet langer de anticumulatieregeling (zie verderop in deze toelichting onder artikel 4).

Welke instellingen vallen niet onder de eigen bijdrage regeling voor verblijf

De wet laat de gemeente de keuze om de incidentele nachtopvang en dagopvang buiten de verordening te houden. In deze verordening wordt ervoor gekozen om de incidentele nachtopvang en dagopvang niet onder de eigen bijdrageregeling te brengen. Dat zou een onnodige beperking opleveren van de laagdrempelige toegang die juist voor deze voorzieningen essentieel is. Door de instelling mag aan gebruikers wel een vergoeding worden gevraagd voor de kosten die zij maken, maar dit wordt niet geacht een bijdrage te zijn in het kader van deze wet. Instellingen voor nachtopvang en dagopvang moeten indien zij een vergoeding vragen deze zichtbaar bij de ingang van de instelling aangeven zodat de cliënt hier kennis van kan nemen.

De noodopvang van Blijf van m’n lijf, waar cliënten maximaal 3 nachten verblijven, in afwachting van doorplaatsing naar opvang buiten de regio, wordt om gelijke redenen als hierboven vermeldt, eveneens buiten deze verordening gehouden. 

Eén verordening eigen bijdragen, ook voor regiogemeenten

Het volstaat wanneer binnen (voor deze) centrumgemeente Dordrecht een verordening eigen bijdrage MO/VO wordt vastgesteld, ook al zijn door haar gesubsidieerde instellingen gesitueerd in één of meerdere regiogemeenten. Regiogemeenten hoeven hier niet ook zelf nog een verordening voor op te stellen. Met desbetreffende regiogemeenten is kortgesloten dat het de voorkeur geniet – niet in de laatste plaats ten dienste van instellingen voor Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang – de regie hieromtrent en dus ook de behandeling van bezwaar en beroep bij centrumgemeente Dordrecht te laten.

Mandaat- dan wel delegatiebesluit

Er is tussen gemeenten onderling geen mandaat- dan wel delegatiebesluit nodig wanneer cliënten uit een regiogemeente in een centrumgemeente in de opvang verblijven v.v. De gemeente Dordrecht die de verordening heeft opgesteld legt de eigen bijdrage op en laat aan de cliënt een beschikking verstrekken.

Artikel 3. Eigen bijdrage voor verblijfsopvang

 

Een eigen bijdrage is van toepassing voor die cliënt die langer dan een etmaal in een voorziening voor 24 uurs Verblijfsopvang verblijft, of verblijft in het Begeleid Wonen.

Vaststelling maximum eigen bijdrage

In de wijziging van het Besluit maatschappelijk ondersteuning is onder artikel 4.7 opgenomen dat een cliënt minimaal zak- en kleedgeld dient over te houden plus de nominale premie ziektekosten minus de zorgtoeslag en waar nodig geld voor voeding.

Kortom: maximum eigen bijdrage = Wwb minus zak- en kleedgeld en premie zorgverzekering minus zorgtoeslag; dan wel kostprijs (bij inkomen anders dan Wwb) waarbij gewaarborgd dat minimaal zak- en kleedgeld en premie zorgverzekering minus zorgtoeslag resteert.

Omdat het college de hoogte van de eigen bijdrage vaststelt op het wettelijk toegestane maximumbedrag, rekening houdend met het bepaalde in artikel 4.7 van het Besluit maatschappelijk ondersteuning, hoeft het college bij wijziging van normbedragen over de vaststelling van de eigen bijdrage geen nieuw besluit te nemen. Zonder nader collegebesluit worden de bedragen automatisch aangepast op basis van deze verordening.

Vaststelling hoogte eigen bijdrage

Het college verleent aan de instellingen, die de eigen bijdragen van de cliënten innen, het mandaat om met het in acht nemen van het bepaalde in deze verordening de hoogte van de eigen bijdrage van de individuele cliënten te bepalen.

Voor het bepalen van de uiteindelijke hoogte van de individuele eigen bijdrage is een rekenformule voorhanden. Het vaststellen van de hoogte van de eigen bijdrage door middel van deze rekenmodule wordt gemandateerd aan de instelling.

De instelling stelt de hoogte van de eigen bijdrage vast en documenteert deze in de beschikking (zie bijlage 2) waarin naast de toegang en ingangsdatum voor toegang, de hoogte van de eigen bijdrage is opgenomen.

Het staat instellingen overigens vrij de eigen bijdrage te standaardiseren per voorziening, in plaats van persoonsgebonden te houden, mits het bepaalde in deze verordening en in het bijzonder het bepaalde onder artikel 4.7 van het Bmo, in acht wordt genomen. De rekenformule wordt dan per voorziening toegepast, niet per cliënt.

Terugbetaling eigen bijdrage

Instellingen zijn eraan gehouden bij tussentijds vertrek van de cliënt het teveel aan ontvangen eigen bijdrage terug te betalen aan de cliënt.

Artikel 4. Innen van de eigen bijdragen

 

Het automatisch in mindering brengen van de eigen bijdrage

De Sociale Dienst Drechtsteden en de Regionale Sociale Dienst en kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden zullen bij mensen met een bijstandsuitkering de eigen bijdrage na ontvangst van een door de cliënt ondertekende machtiging, direct in mindering brengen op de uitkering en deze doen toekomen aan de instelling.

Let wel: bij inhouding door de SDD dan wel RSD AV moet rekening worden gehouden met het feit dat er minder of geen uitkering wordt verleend indien iemand inkomsten boven de norm heeft, er een sanctie wordt opgelegd, er schulden zijn aan de SDD dan wel RSD AV, welke met de uitkering verrekend dienen te worden, dan wel dat de uitkering moet worden opgeschort wanneer iemand zijn verplichtingen niet nakomt. Het kan dus voorkomen dat de uitkering niet toereikend is om alle betalingen te doen, al zal dit slechts in incidentele situaties het geval zijn. De SDD dan wel RSD AV meldt een verlaging, opschorting of beëindiging alleen aan de bijstandsontvanger en niet aan een derde aan wie de inhouding ten goede komt.

 

Anticumulatie

Cliënten die een eigen bijdrage voor de 24 uurs Verblijfsopvang of Begeleid Wonen betalen krijgen geen andere eigen bijdragen voor de AWBZ of WMO opgelegd wanneer zij aldus bekostigde begeleiding ontvangen van de instelling voor Maatschappelijke Opvang of Vrouwenopvang zelf. Wanneer de instelling naast onderdak en zorg gefinancierd vanuit de WMO, tevens AWBZ begeleiding biedt, dient zij deze AWBZ-productie middels meldcodes binnen twee weken te melden aan het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Het CAK draagt er dan zorg voor dat er geen andere eigen bijdragen worden geïnd tijdens de duur van de opvang. Een cliënt dient altijd toestemming te geven voor uitwisseling van gegevens.

Let op: voor cliënten in de Vrouwenopvang wordt geen berichtenverkeer met het CAK gevoerd. Dit alles in verband met de veiligheid van deze cliënten. Het ministerie van VWS heeft hier landelijk akkoord op gegeven. Onterechte facturatie vanuit het CAK zal achteraf moeten worden verrekend. In het verzorgingsgebied Drechtsteden / Alblasserwaard / Vijfheerenlanden bestaan op dit moment geen zogenoemde ‘geheime’ verblijfsplaatsen. Uit veiligheidsoverweging blijft bovengenoemde regel evenwel gehanteerd.

Artikel 5. Bijzondere omstandigheden

Het college kan besluiten om de eigen bijdrage te verminderen, als zij op basis van de persoonlijke omstandigheden de hoogte van de eigen bijdrage onredelijk vindt. Een cliënt kan hiertoe een verzoek indienen bij centrumgemeente Dordrecht.

Aanverwante zaken

 

Toegangsbeschikking

De beslissing om een persoon toe te laten tot de 24 uurs Verblijfsopvang of het Begeleid Wonen is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat de cliënt een beschikking dient te ontvangen voor toegang tot de Maatschappelijke Opvang dan wel Vrouwenopvang. Het afgeven van de (standaard) beschikking met daarin de toegang, startdatum en hoogte van de eigen bijdrage is gemandateerd aan de instellingen. De gemeente Dordrecht levert hier een format voor aan, zie bijlage 2. De cliënt verplicht zich door het verblijven in de instelling tot het betalen van de eigen bijdrage.

Wanneer een cliënt niet wordt toegelaten tot de 24 uurs Verblijfsopvang of het Begeleid Wonen, dient toch een beschikking te worden afgegeven, zie bijlage 3. De cliënt heeft de mogelijkheid om bij centrumgemeente Dordrecht tegen deze beschikking in bezwaar te gaan.

Mede op grond van een tweetal uitspraken van de Centrale Raad van Beroep, te weten LJN BM3583 en BMO0956, publicatie 22/04/2010 en 07/05/2010 - hetgeen tot gevolg heeft dat centrumgemeenten een besluit moeten nemen over toegang tot de Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang en dat dit een appelabel besluit (AWB) is -, mandateert het college van centrumgemeente Dordrecht aan de instellingen – naast het vaststellen van de (individuele) eigen bijdrage voor verblijf -, dus tevens de bevoegdheid tot al dan niet toelating tot een voorziening voor 24 uurs Verblijfsopvang of Begeleid Wonen, zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, sub c van de Wet maatschappelijke ondersteuning. * voor toegangs- c.q. afwijzingscriteria, zie bijlage 1.

 

Bezwaar en beroep

De beschikking die de instelling afgeeft voor al dan niet de toegang, startdatum en de hoogte van de eigen bijdrage is een besluit in het kader van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat de cliënt de mogelijkheid heeft om binnen 6 weken bij de gemeente Dordrecht, dus niet bij de instelling, tegen deze beschikking bezwaar aan te tekenen. Mocht de instelling toch een bezwaarschrift ontvangen, dan moet dat worden doorgezonden naar de gemeente (doorzendplicht).

 

De eigen bijdrage moet betaald. Tegen de hoogte ervan kan men bezwaar aantekenen. Het maken van bezwaar heeft evenwel geen opschortende werking. Het hele bedrag moet dus betaald en kan na bezwaar wellicht minder worden.

Registratie

Alle positief en negatief afgegeven beschikkingen worden door de instelling geregistreerd en zijn opvraagbaar voor de gemeente Dordrecht. Welke gegevens geregistreerd dienen te worden en op welke wijze centrumgemeente Dordrecht hierover geïnformeerd wordt, zal in de subsidiebeschikking worden opgenomen.

Evaluatie en bijstelling

In het derde kwartaal van 2014 zal beoordeling moeten plaatsvinden hoe voorliggende verordening zich op dat moment verhoudt tot de drie decentralisaties en de nieuwe Wmo in aanloop naar 2015, en desgewenst bijgesteld.

Subsidieverlening

Bij de subsidieverlening voor de Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang wordt bij het bepalen van het benodigde subsidiebedrag, middels een door de instelling verstrekte begroting, vooraf de verwachte werkelijk te innen eigen bijdrage op basis van deze verordening in beeld gebracht. De instelling mag daarbij de kosten voor administratie, incasso en oninbaarheid in mindering brengen, tot maximaal 15% van het totaal berekende te innen bedrag aan eigen bijdragen. Instellingen zijn verplicht het dervingrisico zo laag mogelijk te houden.

BIJLAGE 1

Standaard landelijke toegangscriteria voor verblijf in de Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang, op basis van onder andere de Handreiking Landelijke Toegankelijkheid

MO

De toegang tot verblijf in een instelling voor Maatschappelijke Opvang wordt

voorbehouden aan een persoon die:

  • 1.

    de Nederlandse nationaliteit heeft, of als vreemdeling rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en I, van de Vreemdelingenwet 2000;

  • 2.

    feitelijk of residentieel dakloos is, al dan niet voorafgaand aan opname in een (psychiatrische) kliniek of aan detentie;

  • 3.

    18 jaar of ouder is;

  • 4.

    (uitgezonderd de Hoop in verband met landelijke dekking) regiobinding heeft (zie Handreiking Landelijke Toegankelijkheid MO);

  • 5.

    behoort tot de MO/VO doelgroep;

  • 6.

    niet over alternatieven beschikt die de situatie van feitelijke of residentiële dakloosheid kunnen opheffen;

 

De toegang tot verblijf in een instelling voor Vrouwenopvang wordt

voorbehouden aan een persoon die:

  • 1.

    de Nederlandse nationaliteit heef, of als vreemdeling rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en I, van de Vreemdelingenwet 2000;

  • 2.

    slachtoffer is van huiselijk geweld, en vanwege aspecten van veiligheid de thuissituatie moet verlaten, of indien sprake is van kindermishandeling;

  • 3.

    18 jaar of ouder is, al dan niet met kinderen;

  • 4.

    geen mogelijkheden heeft om zelf, al dan niet met gebruikmaking van het eigen sociale netwerk, een veilige situatie te creëren.

 

Afwijzingscriteria voor verblijf in de Maatschappelijke Opvang

 

Afwijzing MO op grond van het regiobindingsvereiste

Een afwijzing van een MO cliënt op grond van het “regiobindingsvereiste” is

mogelijk. Als de instelling het criterium van regiobinding uitvoert is het wel van belang dat de instelling gezien de zorgplicht van de gemeente zorgt dat iemand de opvang krijgt die hij/zij nodig heeft. Cliënten zonder regiobinding moeten worden teruggeleid naar de regio van herkomst. Tijdelijke opvang in de regio kan nodig zijn voordat de regio van herkomst bekend is en daar opvang is geregeld.

 

Afwijzingen personen uit het buitenland MO

Er zijn twee groepen die niet onder de criteria voor gebruikmaking van MO vallen en/of tot de OGGZ doelgroep behoren. Ten eerste is dat de groep asielzoekers (uit landen van buiten de EU). Ten tweede is dat de groep arbeidsmigranten uit Europese lidstaten. Een deel van de mensen binnen deze laatste groep heeft te maken met problemen zoals dakloosheid en verslaving, en kan daardoor ook overlast veroorzaken.

 

1. Asielzoekers

Voor wat betreft asielzoekers heeft de gemeente in bepaalde gevallen een zorgplicht. Indien een asielzoeker geen geldige verblijfstitel heeft, hoeft de gemeente geen toegang tot MO te verlenen. Indien de asielzoeker rechtmatig verblijf houdt (geldige verblijfstitel in Nederland) dan kan de cliënt aanspraak hebben op MO. Hiervoor geldt dat de cliënt aan de overige criteria moet voldoen uitgezonderd regiobinding en dat er een aanspraak is toegekend krachtens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers of krachtens een ander wettelijk voorschrift als bedoeld in artikel 11, tweede lid van de Vreemdelingenwet 2000. MO wordt niet aangemerkt als medisch noodzakelijke zorg, zoals genoemd in artikel 10 van de Vreemdelingenwet 2000.

 

2. Arbeidsmigranten uit EU

Arbeidsmigranten kunnen door gemeenten worden geweigerd door bij de instellingen een “noodzakelijkheidscriterium” op te laten nemen. Een dergelijk criterium maakt duidelijk dat opvang alleen bedoeld is voor de “meest kwetsbare personen in de samenleving”. Voornoemde criteria kunnen burgers weren die de MO als een goedkoop verblijfsadres beschouwen en daarom een aanvraag voor toelating doen.

 

Gelet op de wetwijziging Wmo, namelijk dat de toegang tot de maatschappelijke opvang voor vreemdelingen die rechtmatig in Nederland verblijf houden, in bepaalde gevallen wordt uitgesloten, onderstaand het gewijzigde wetartikel 8 uit de Wmo alsmede Artikel 24 uit de Richtlijn EG.

 

Artikel 8:

1. Een vreemdeling kan voor het verlenen van een individuele voorziening, vrouwenopvang of het verstrekken van een uitkering als bedoeld in artikel 19a slechts in aanmerking komen indien hij rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000.

2. Een vreemdeling kan voor het verlenen van maatschappelijke opvang slechts in aanmerking komen indien hij rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000, met uitzondering van de gevallen, bedoeld in artikel 24, tweede lid, van Richtlijn 2004/38/EG.

3. In afwijking van het eerste of het tweede lid kunnen in bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te noemen gevallen, zo nodig in afwijking van artikel 10 van de Vreemdelingenwet 2000, bij of krachtens die maatregel aan te geven categorieën niet rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen, geheel of gedeeltelijk in aanmerking komen voor bij die maatregel aan te geven voorzieningen of voor een uitkering als bedoeld in artikel 19a. Het in aanmerking komen voor een voorziening of uitkering als bedoeld in artikel 19a geeft een vreemdeling geen recht op rechtmatig verblijf.

4. In de in het derde lid genoemde maatregel kan worden bepaald dat het college van burgemeester en wethouders zorg draagt voor het verlenen van bij die maatregel aangewezen voorzieningen.

http://www.eerstekamer.nl/behandeling/20130606/publicatie_wet/document3/f=/vja8b49g6yzw.pdf  

 

Nb. Art 24 Richtlijn EG:

2. In afwijking van lid 1 is het gastland niet verplicht een recht op sociale bijstand toe te kennen, gedurende de eerste drie maanden van verblijf of, in voorkomend geval de in artikel 14 , lid 4, onder b bedoelde langere periode, noch is het verplicht om vóór de verwerving van het duurzame verblijfsrecht steun voor levensonderhoud toe te kennen voor studies, inclusief beroepsopleiding, in de vorm van een studiebeurs of -lening, aan andere personen dan werknemers of zelfstandigen, of personen die deze status hebben behouden, en hun familieleden.

 

--------------------------------------------------

BIJLAGE 2: Beschikking eigen bijdrage MO/VO

[Naam instelling]

[Adres]

[Postbus]

[Postcode]

[Telefoon]

[Bank-/gironummer]

BESCHIKKING

 

Besluit van   d.d.

Kenmerk

Datum

Betreft Besceigen bijdrage toegang

Naam [ naam cliënt of familienaam cliëntsysteem]

 

 

U hebt verzocht om [onderdak en/of begeleiding en/of voeding] bij [naam instelling] in de gemeente [naam gemeente]. De instelling heeft besloten u de gevraagde opvang te bieden.

Deze brief is de beschikking waarmee de hoogte van uw eigen bijdrage voor de opvang wordt vastgesteld.

 

Omdat u 18 jaar of ouder bent en meer dan één etmaal gebruik maakt van een voorziening [mo/vo] moet u op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) een eigen bijdrage betalen.

Voor verblijf in de voorziening [mo/vo] betaalt u een eigen bijdrage van € [...,..] per[periode, bijv. een maand/vier weken]. U betaalt per periode nooit méér dan deze bijdrage.

 

Toelichting

[Naam voorziening] stelt de hoogte van uw eigen bijdrage vast op basis van voorschriften van de centrumgemeente Dordrecht. De opvangvoorziening int deze eigen bijdrage. Heeft u een bijstandsuitkering (WWB), dan wordt uw eigen bijdrage door (naam sociale dient noemen) aan de hand van een door u ondertekende en afgegeven machtiging ingehouden op deze uitkering.

 

De eigen bijdrage wordt ieder jaar met ingang van januari en juli aangepast. U wordt daarvan op de hoogte gesteld voor de ingang van de nieuwe betaaltermijn.

Indien uw gegevens wijzigen en de hoogte van uw eigen bijdrage daardoor verandert, ontvangt u een nieuwe beschikking.

 

Informatie over de berekening van uw eigen bijdrage leest u in de bijlage bij deze beschikking.

 

Factuur eigen bijdrage

Binnenkort ontvangt u een factuur van [Naam voorziening]. Op deze factuur staat het bedrag dat u moet betalen. Heeft u een bijstandsuitkering (WWB), dan staat op de factuur het bedrag dat uw gemeente in die periode heeft ingehouden op uw uitkering.

 

Ontvangt u in de voorziening  [mo/vo] ook AWBZ-zorg, zoals Begeleiding, Verpleging of Persoonlijke Verzorging, dan hoeft u hiervoor geen eigen bijdrage te betalen. Indien u toch een factuur krijgt van het Centraal Administratie Kantoor (CAK), dan moet u dit bij ons melden en kunt u hiertegen bezwaar maken.

 

Gegevens wijzigen of bezwaar maken

Zijn uw gegevens in deze beschikking niet juist? Dan kunt u bij [Naam voorziening] een verzoek indienen om uw gegevens te veranderen.

 

Bent u het niet eens met de vaststelling van uw eigen bijdrage in deze beschikking?

Dan kunt u binnen 6 weken bij centrumgemeente Dordrecht bezwaar maken. U leest hierover meer in het bijgevoegd tekstbericht ‘informatie procedure bezwaar maken’.

 

Meer informatie

Heeft u vragen over deze beschikking? Neem dan contact op met [uw voorziening mo/vo] via het telefoonnummer :[..-.......]. Dit nummer is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van [..]   uur to [..]  uur. U kunt ons ook schriftelijk bereiken via [email- dan wel postadres]

 

 

Houdt u voor een snellere afhandeling alstublieft het kenmerk van deze beschikking bij de hand als u belt of e-mailt/schrijft. Dit kenmerk staat bovenaan deze beschikking.

 

 

Het college van Burgemeester en Wethouders van centrumgemeente Dordrecht,

namens dezen,

 

 

[naam]

Directeur van [naam instelling]

 

 

In drievoud – namens de directeur - ondertekend bij afgifte van de beschikking op [datum]

 

  • 1.

    één exemplaar wordt aan de cliënt uitgereikt;

  • 2.

    één exemplaar wordt door de instelling aan de desbetreffende sociale dienst verzonden, gelijk met de door de cliënt ingevulde en ondertekende machtiging de eigen bijdrage op de uitkering in mindering te brengen en deze te doen toekomen aan de instelling;

  • 3.

    één exemplaar wordt bewaard binnen de instelling van MO/VO.

 

-----------------------------------------------

BIJLAGE 3: Beschikking (negatief) eigen bijdrage MO/VO

 

 

[Naam instelling]

[Adres]

[Postbus]

[Postcode]

[Telefoon]

[Bank-/gironummer]

 

BESCHIKKING

 

Besluit van "[Naam instelling/naam gemeente] d.d. [.. maand 20..]

Kenmerk

Datum

Betreft Beschikking afwijzing [Maatschappelijke opvang/Vrouwenopvang]toegang

Naam [naam cliënt of familienaam cliëntsysteem]

 

U hebt verzocht om [onderdak en/of begeleiding en/of voeding] bij [naam instelling] in de gemeente [naam gemeente]. De [naam instelling/naam gemeente] heeft dit verzoek aangemerkt als een verzoek om een beschikking/besluit te nemen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Wij nemen met deze beschikking een negatief besluit op uw aanvraag. Dit betekent dat u niet in aanmerking komt voor verblijf van het type [12-uurs verblijf / crisisopvang/begeleid wonen] in de opvangvoorziening .

 

Motivatie: [hier aangeven welke overwegingen hebben geleid tot het afwijzende besluit]

 

Gegevens wijzigen of bezwaar maken

Zijn uw gegevens op deze beschikking niet juist? Dan kunt u bij [naam instelling] een verzoek indienen om uw gegevens te veranderen.

 

Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u bij centrumgemeente Dordrecht bezwaar maken. U leest hierover meer in het bijgevoegd tekstbericht ‘informatie procedure bezwaar maken’.

 

Meer informatie

Heeft u vragen over deze beschikking? Neem dan contact op met [naam instelling] via het telefoonnummer :[..-.......]. Dit nummer is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van [..]   uur to [..]  uur. U kunt ons ook schriftelijk bereiken via [email- dan wel postadres]

 

Houdt u voor een snellere afhandeling alstublieft het kenmerk van deze beschikking bij de hand als u belt of e-mailt. Dit kenmerk staat bovenaan deze beschikking.

 

Aldus in tweevoud opgemaakt en getekend, waarvan een exemplaar voor de cliënt en een exemplaar voor [Naam Instelling]

 

Datum ondertekening [Naam instelling]

 

…………………………………

 

Handtekening [Naam instelling]

 

…………………………………

INFORMATIE PROCEDURE BEZWAAR MAKEN

 

Bezwaar maken

Als u het niet eens bent met het besluit dat u van de instelling c.q. de gemeente Dordrecht heeft ontvangen, dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht (kortweg Awb) bezwaar maken bij de gemeente Dordrecht.

De Awb geeft regels waaraan de gemeente Dordrecht zich moet houden bij het nemen van een besluit. De Awb geeft ook regels voor het indienen van een bezwaarschrift tegen een besluit van de gemeente Dordrecht.

 

Hoe maakt u bezwaar?

U kunt bezwaar maken bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht. Uw bezwaarschrift moet aan de volgende eisen voldoen:

 

  • -

    Ondertekening: u moet zelf uw handtekening zetten.

  • -

    Motivering: u vermeldt datum en nummer of kenmerk van het besluit waarmee u het niet eens bent en beschrijft waarom u het er niet mee eens bent (het meesturen van een kopie van het besluit bevorderd een snelle behandeling).

  • -

    Indiening binnen zes weken na de datum waarop het besluit aan u is verzonden. De datum staat vermeld in de brief waarin het besluit aan u werd meegedeeld.

 

Adresgegevens

U kunt uw bezwaarschrift richten aan:

 

College van Burgemeester en Wethouders

Postbus 8, 3300 AA Dordrecht

--------------------------------------------

 

BIJLAGE 4: machtiging inning eigen bijdrage MO/VO

 

 

[Naam instelling]

[Adres]

[Postbus]

[Postcode]

[Telefoon]

[Bank-/gironummer]

 

 

[Naam Sociale Dienst]

[Afdeling]

[T.a.v. intermediair instelling]

[Adresgegevens]

 

 

Geachte heer/mevrouw,

 

Ondergetekende,

 

Naam :

Geboortedatum :

Geboorteplaats :

Woonadres : [adres verblijfsvoorziening]

Burgerservicenummer:

 

verleent u volmacht tot inhouding van de eigen bijdrage voor verblijf groot [€ .., -] per maand.

 

Hij/zij verzoekt u de desbetreffende gelden over te schrijven op:

 

Bankrekening : [………]

Ten name van : [naam instelling]

Adres : [adres instelling]

O.v.v : [eigen bijdrage (naam volmachtverlener)]

 

 

Dit is een onherroepelijke machtiging en hij/zij verklaart daarom, dat hij/zij afziet van het recht van intrekking voor de duur dat hij/zij gebruik maakt van de faciliteiten voor verblijf van bovengenoemde instelling.

 

 

Als ingangsdatum van de machtiging geldt: [datum]

 

 

Datum: [ ..-..-….]

 

 

Handtekening volmachtverlener: