Regeling vervallen per 23-04-2022

Nadere regels Deelfietsen Dordrecht

Geldend van 01-10-2017 t/m 22-04-2022

Intitulé

Nadere regels Deelfietsen Dordrecht

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

gelet op de artikelen 125 en 149 van de Gemeentewet, artikel 5 van de Wegenwet en artikel 5.21 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de volgende artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht:

• artikel 1:1 tot en met 1:8;

• artikel 2:10A en 2:10B;

• artikel 2:19;

• artikel 2:51;

• artikel 2:52;

• artikel 4:13;

• artikel 5:12;

overwegende dat het wenselijk is om eenduidig te bepalen op welke wijze deelfietssystemen in de openbare ruimte van de gemeente Dordrecht geplaatst mogen worden;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende

Nadere regels Deelfietsen Dordrecht

Afdeling I ALGEMEEN

1. Begripsbepalingen

  • a.

    De in artikel 1 van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht opgenomen begrippen en omschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels. Voorts wordt voor de toepassing van deze nadere regels verstaan onder:

- aanvrager:

de aanbieder/exploitant van deelfietsen;

- APV:

de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht;

- deelfiets

een leenfiets die door eenieder gratis of tegen een (geringe) vergoeding kan worden gebruikt;

- deelfietsstation:

de haltevoorziening/het dockingstation voor de deelfietsen en aanverwante infrastructuur, inclusief de plaatsen voor de deelfietsen, exclusief het bord dat het deelfietsstation aanduidt;

- legesverordening:

de Verordening op de heffing en invordering van leges (Legesverordening) van de gemeente Dordrecht;

- vergunning:

een vergunning als bedoeld in artikel 2:10A van de APV voor het plaatsen van een of meerdere deelfietsstations.

  • b.

    Deze begrippen kunnen zonder verlies van de inhoudelijke betekenis in zowel enkelvoud als meervoud in deze nadere regels worden gebruikt.

  • c.

    Tenzij in deze nadere regels anders is bepaald, geldt dat:

    • I.

      elke verwijzing naar artikelen en bijlagen de verwijzing inhoudt naar de artikelen en bijlagen van deze nadere regels;

    • II.

      elke verwijzing naar wet- en regelgeving de verwijzing inhoudt naar wet- en regelgeving die daarvoor in de plaats treedt;

    • III.

      kopjes bij artikelen en bijlagen slechts het gemak dienen en geen enkele werking ten aanzien van uitleg van deze nadere regels en beleidsregels hebben.

  • d.

    De bijlagen maken onlosmakelijk deel uit van deze nadere regels en beleidsregels en hebben dezelfde rechtskracht als ware zij expliciet opgenomen in het lichaam van deze nadere regels en beleidsregels zelf.

2. Toepassingsgebied

Het bepaalde in deze nadere regels en beleidsregels is van toepassing op het gehele grondgebied van de gemeente Dordrecht.

Afdeling II NADERE REGELS VERGUNNINGVERLENING

3. Aanvraag en verlenen vergunning

  • a.

    Voor het plaatsen van een of meerdere deelfietsstations dient op grond van artikel 2:10A van de APV een vergunning aangevraagd te worden. Voor de behandeling van een aanvraag voor een vergunning zijn op grond van de legesverordening leges verschuldigd.

  • b.

    Een aanvraag voor een vergunning waarbij een of meerdere plaatsen worden aangewezen voor deelfietsstations kan alleen worden ingediend door de aanvrager.

  • c.

    Een vergunning wordt verleend voor de duur van maximaal één jaar.

4. Eisen aanvraag

De aanvraag dient te vermelden welke locatie voor het plaatsen van een deelfietsstation wordt beoogd en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:

  • naam- en adresgegevens van de aanvrager, inclusief Kamer van Koophandel-nummer;

  • een foto van het deelfietsstation en de deelfietsen;

  • de afmetingen van het deelfietsstation en de deelfietsen;

  • een foto en topografische tekening van de beoogde locatie, waarop de exacte plek van het deelfietsstation is aangegeven.

5. Behoeftebepaling deelfiets(en)

De aanvrager maakt bij de aanvraag aannemelijk dat op de beoogde locatie bij gebruikers daadwerkelijk behoefte bestaat aan (uitbreiding van) een deelfietsstation.

6. Plaatsing en beheer deelfietsstation

De aanvrager is verantwoordelijk voor realisatie, beheer, onderhoud en exploitatie van het deelfietsstation en de deelfietsen. De aanvrager stemt de realisatie van het deelfietsstation af met de gemeente. De bestrating wordt aangepast en hersteld door of namens de gemeente op kosten van de aanvrager. Wanneer deelfietsen niet in het deelfietsstation teruggeplaatst worden, zorgt de aanvrager binnen 48 uur voor adequate distributie van de deelfietsen.

7. Kosten inrichting en beheer deelfietsstation

De kosten voor inrichting, beheer, onderhoud en exploitatie van het deelfietsstation en de deelfietsen komen voor rekening van de aanvrager. De kosten ter bescherming van het deelfietsstation komen eveneens voor rekening van de aanvrager.

8. Bereikbaarheid

De aanvrager van het deelfietsstation is 24 uur per dag en zeven dagen per week bereikbaar voor gebruikers, hulpdiensten en gemeente in het geval van vragen, storingen en calamiteiten. De telefoonnummers van de storingsdienst en de helpdesk staan vermeld op het deelfietsstation en op de deelfietsen.

9. Openbaarheid deelfietsstation

Het deelfietsstation is 24 uur per dag en zeven dagen per week openbaar toegankelijk, in die zin dat dit voor iedereen te gebruiken is. De aanvrager zorgt zoveel mogelijk voor actuele informatie voor de gebruikers over de aanwezigheid en beschikbaarheid van de deelfietsen en het deelfietsstation via algemeen beschikbare kanalen zoals deze gebruikelijk zijn in de markt voor deelfietsen.

10. Interoperabiliteit

De deelfietsen en het deelfietsstation zijn interoperabel conform de landelijke en internationale afspraken en geschikt voor laagdrempelig gebruik.

11. Groene stroom

De aanvrager mag alleen gegarandeerde groene stroom (laten) aanleveren of genereren.

12. Aansprakelijkheid

De aanvrager is aansprakelijk voor alle schade die door het gebruik van het deelfietsstation en de deelfietsen aan de gemeente en derden wordt veroorzaakt. De gemeente is op geen enkele manier aansprakelijk voor eventuele schade die door (gebruik van) het deelfietsstation of de deelfietsen wordt veroorzaakt. De aanvrager vrijwaart de gemeente via een separate vrijwaringsovereenkomst voor deze schade.

13. Handhaving

Het college ziet, met inachtneming van de APV, toe op het juiste gebruik van de deelfietsstations en deelfietsen waaronder mede te verstaan het ordelijk op de aangewezen plaatsen stallen van deelfietsen en kan indien nodig handhavend optreden.

14. Informatie over gebruik deelfietsstation

De aanvrager geeft telkens op verzoek van het college inzicht in het feitelijk gebruik van het deelfietsstation.

Afdeling III SLOTBEPALINGEN

15. Slotbepalingen

  • a.

    Deze nadere regels treden in werking op 1 oktober 2017.

  • b.

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als "Nadere regels Deelfietsen Dordrecht".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 augustus 2017.

Het college van Burgemeester en Wethouders

de secretaris de burgemeester

M. van der Kraan P.A.C.M. van der Velden