Verordening Inburgering Drechtsteden

Geldend van 15-07-2010 t/m heden

Intitulé

VERORDENING INBURGERING DRECHTSTEDEN

De verordening is per 01-01-2013 ingetrokken, maar is van kracht voor de op dat moment lopende trajecten. Navolgend de geconsolideerde tekst van de verordening zoals vastgesteld op 1 6 juni 2010, met inbegrip van de volgende besluiten :

  • -

    wijziging van de verordening op 8 maart 2011;

  • -

    wijziging van de verordening op 8 mei 2012;

  • -

    gedeeltelijke INTREKKING van de verordening op 4 december 2012.

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN EN INFORMATIEVERSTREKKING

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Het Drechtstedenbestuur:

      Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Drechtsteden;

    • b.

      De Drechtraad:

      het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Drechtsteden als bedoeld in artikel 8 van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden;

    • c.

      Wet:

      Wet Inburgering;

  • 2.

    De in de wet en de daarop berustende regelingen gebruikte definities en begrippen zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 De Informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars

  • 1. Het Drechtstedenbestuur draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over:

    • a.

      de rechten en plichten voor de inburgeringsplichtige en vrijwillige inburgeraars uit hoofde van de wet;

    • b.

      het beleid en de rol van het openbaar lichaam Drechtsteden;

    • c.

      de betrokken (potentiële) partijen;

    • d.

      de financiële faciliteiten;

    • e.

      het inburgeringsaanbod in de Drechtsteden

    • f.

      het handhavingsbeleid van het openbaar lichaam Drechtsteden betreffende de vaststelling van de inburgeringsplicht en sanctioneren;

    • g.

      de vrijstellings- en ontheffingsmogelijkheden;

    • h.

      de toegang tot de voorzieningen.

  • 2. Informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtige en vrijwillige inburgeraars aan wie een voorziening wordt aangeboden vindt eveneens plaats tijdens de oproep zoals bedoeld in artikel 25 van de wet.

  • 3. Het Drechtstedenbestuur maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

    • a.

      de lokale serviceloketten van de in de Sociale Dienst Drechtsteden samenwerkende gemeenten;

    • b.

      de websites van de Drechtsteden en Sociale Dienst Drechtsteden, met verwijzing naar de landelijk relevante websites;

    • c.

      folders of brochures;

    • d.

      het beschikbaar stellen van de relevante informatie aan intermediaire organisaties.

  • 4. Informatieverstrekking vindt in elk geval plaats op verzoek van de inburgeringsplichtige en de vrijwillige inburgeraar.

HOOFDSTUK 2 DOELGROEPEN EN SAMENSTELLING VAN DE VOORZIENING OF TAALKENNISVOORZIENING

Artikel 3 Aanwijzen van doelgroepen

Het Drechtstedenbestuur wijst groepen inburgeringsplichtigen aan waaraan zij bij voorrang een voorziening kan aanbieden op basis van de volgende criteria:

  • a.

    de groep aan wie gemeenten een wettelijke verplichting hebben

  • b.

    het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt

  • c.

    vergroten van de kans op groei op de arbeidsmarkt.

Artikel 4 De samenstelling van de voorziening

  • 1. Het Drechtstedenbestuur stemt de voorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling in het kader van de Wet werk en bijstand of een uitkering op grond van een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen sociale zekerheidswet of sociale zekerheidsregeling wordt aangeboden, draagt het Drechtstedenbestuur er zorg voor dat de voorziening wordt afgestemd op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling en deze niet belemmert.

  • 3. Een voorziening of een taalkennisvoorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten:

    • a.

      Nederlandse taal;

    • b.

      kennis Nederlandse samenleving;

    • c.

      participatie in de samenleving door middel van werkervaring/werk;

    • d.

      persoonlijke effectiviteit;

    • e.

      computervaardigheden;

    • f.

      maatschappelijke begeleiding.

Artikel 5 De voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget

  • 1. Het Drechtstedenbestuur behandelt het verzoek van de inburgeringsplichtige om in aanmerking te komen voor een voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget bij wijze van uitzondering, als beschikbare trajecten niet passend zijn.

  • 2. Het Drechtstedenbestuur keurt het voorstel van de inburgeringsplichtige voor het volgen van een (duaal) inburgeringsprogramma goed, indien dit programma:

    • -

      naar het oordeel van het Drechtstedenbestuur passend is om hem voor te bereiden op en toe te leiden naar het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II; en

    • -

      wordt verzorgd door een inburgeringsbedrijf dat in het bezit is van keurmerk inburgering

    • -

      gericht is op de arbeidsmarkt

  • 3. Het Drechtstedenbestuur keurt het voorstel van de inburgeringsplichtige voor het volgen van een taalkennisvoorziening goed, indien deze taalkennisvoorziening:

    • -

      naar het oordeel van het Drechtstedenbestuur passend is om hem de kennis van de Nederlandse taal te laten verwerven die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een mbo-opleiding op niveau 1 of 2; en

    • -

      wordt verzorgd door een inburgeringsbedrijf dat in het bezit is van keurmerk inburgering

  • 4. Als het Drechtstedenbestuur de voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget heeft vastgesteld, sluiten het Drechtstedenbestuur en de inburgeringsplichtige een overeenkomst met het inburgeringsbedrijf. 

Artikel 6 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in beginsel in één keer geïnd.

  • 2. Op verzoek van de inburgeringsplichtige wordt de eigen bijdrage in ten hoogste 5 maandelijkse termijnen geïnd.

  • 3. Voor een inburgeringsplichtige die een WWB uitkering geniet, wordt de eigen bijdrage verrekend met de uitkering.

HOOFDSTUK 3 HET VASTSTELLEN VAN EEN VOORZIENING OF TAALKENNISVOORZIENING

Artikel 7 De inhoud van de beschikking

  • 1. Het Drechtstedenbestuur stelt bij beschikking de verplichtingen vast van de inburgeringsplichtige aan wie een aanbod, als bedoeld in artikel 19 eerste en tweede lid van de wet, is gedaan.

  • 2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichtingen kunnen onder meer bestaan uit:

    • a.

      het deelnemen aan de voorziening of taalkennisvoorziening en het uitvoeren van de daaruit voorvloeiende werkzaamheden;

    • b.

      het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider en/of klantmanager van de Sociale Dienst Drechtsteden;

    • c.

      het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

    • d.

      voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het Drechtstedenbestuur wordt bepaald;

    • e.

      het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.

Artikel 8 Opleggen van verplichtingen

Het besluit tot vaststelling van de voorziening of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de voorziening of taalkennisvoorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling; en

  • e.

    in geval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

HOOFDSTUK 4 DE BESTUURLIJKE BOETE

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boete voor de verschillende overtredingen

  • 1. Het Drechtstedenbestuur legt de inburgeringsplichtige een boete op ter hoogte van:

    • a.

      € 150,= indien de inburgeringsplichtige geen gehoor geeft aan de oproep van het Drechtstedenbestuur, bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, genoemd in artikel 25, tweede lid van de wet;

    • b.

      € 500,= indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de inburgeringsvoorziening of de taalkennisvoorziening, genoemd in artikel 23, lid 1 van de wet;

    • c.

      € 500,= indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn het inburgeringexamen heeft behaald;

    • d.

      € 1.000,= indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het Drechtstedenbestuur op grond van artikel 31, eerste lid, onderdeel1, artikel 32 of artikel 33 van de wet verlengde termijn het inburgeringexamen of Staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II heeft behaald.

  • 2. Het Drechtstedenbestuur legt de inburgeringsplichtige die tevens een uitkeringsgerechtigde is op grond van artikel 37 van de wet een verlaging op van de uitkering op basis van de Verordening Werk en Inkomen Drechtsteden (hoofdstuk 4 afstemming) ingeval van een in artikel 9, lid 1, onderdeel a tot en met d genoemde gedraging.

Artikel 10 Afstemming van bestuurlijke boete

Het Drechtstedenbestuur kan afzien van het opleggen van een bestuurlijke boete.

  • 1.

    Het Drechtstedenbestuur ziet af van het opleggen van een bestuurlijke boete indien de inburgeringplichtige niets kan worden verweten.

  • 2.

    de hoogte van de bestuurlijke boete bedoeld in artikel 9 van deze verordening wordt afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten.

  • 3.

    Bij de afstemming bedoeld in het tweede lid wordt rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de overtreding heeft plaatsgevonden.

Artikel 11 Intrekking en terugvordering

Het Drechtstedenbestuur trekt tevens het aanbod voor inburgering in en gaat over tot het terugvorderen van de gemaakte cursuskosten indien:

  • a.

    De inburgeringsplichtige zich opnieuw schuldig maakt aan een in artikel 9, lid 1 a tot en met d genoemde gedraging binnen twaalf maanden na de bekendmaking van een besluit waarbij op grond van artikel 9, lid 1 of 2 een boete of verlaging is opgelegd;

  • b.

    De inburgeringsplichtige tussentijds stopt met het traject zonder geldige redenen of door detentie ten gevolge van een misdrijf.

HOOFDSTUK 5 HET AANBIEDEN VAN EEN VOORZIENING AAN VRIJWILLIGE INBURGERAARS

Artikel 12 Aanwijzen van de doelgroepen

Het Drechtstedenbestuur wijst een groep vrijwillige inburgeraars aan waaraan zij een voorziening aan kan bieden, op basis van het criterium het vergroten van de kans op groei op de arbeidsmarkt en op verzoek van de werkgever, aansluitend op de volgorde genoemd in hst.2 art.3.

Artikel 13 De samenstelling van de voorziening

  • 1. Het Drechtstedenbestuur bepaalt in overleg met de vrijwillige inburgeraar, uitgezonderd geestelijke bedienaren, de samenstelling van de voorziening. De voorziening wordt afgestemd op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de arbeidspositie van de vrijwillige inburgeraar.

  • 2. Een voorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten:

    • a.

      Nederlandse taal;

    • b.

      kennis Nederlandse samenleving;

    • c.

      participatie in de samenleving door middel van werkervaring of maatschappelijke stage;

    • d.

      persoonlijke effectiviteit;

    • e.

      computervaardigheden;

    • f.

      maatschappelijke begeleiding.

Artikel 14 De voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget

  • 1. Het Drechtstedenbestuur kan een aanvraag tot een voorziening in het kader van een persoonlijk inburgeringbudget toekennen.

  • 2. Het Drechtstedenbestuur kent de aanvraag tot een persoonlijk inburgeringbudget ten behoeve van een duaal inburgeringtraject gericht op de arbeidsmarkt of taalkennisvoorziening toe, indien het beschikbare aanbod niet passend is en het inburgeringbedrijf voldoet aan de voorwaarden waar de overige contractpartners inburgering aan moeten voldoen.

  • 3. Indien het Drechtstedenbestuur de voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringbudget heeft vastgesteld, sluiten het Drechtstedenbestuur en de vrijwillige inburgeraar een overeenkomst.

Artikel 15 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 5 termijnen betaald.

  • 2. Het Drechtstedenbestuur legt in de overeenkomst de termijnen van betaling vast.

Artikel 16 Opleggen van verplichtingen

Het Drechtstedenbestuur kan in de overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar, bedoeld in artikel 24d, tweede lid, van de wet een of meer van de volgende verplichtingen opnemen:

  • a.

    het deelnemen aan de voorziening;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat in de overeenkomst wordt neergelegd;

  • e.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de overeenkomst kan worden voldaan;

Artikel 17 De inhoud van de overeenkomst

De overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar, bedoeld in artikel 24d, tweede lid, van wet bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de voorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de vrijwillige inburgeraar;

  • c.

    de datum waarop aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn deelgenomen;

  • d.

    de sancties die kunnen worden toegepast wanneer de verplichtingen niet worden nagekomen, en indien van toepassing:

  • e.

    de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage.

Artikel 18 De hoogte van de bestuurlijke boete voor verschillende overtredingen

Artikel 9 is van overeenkomstige toepassing op vrijwillige inburgeraars, mits niet op een eerder moment afwijkende rechten en plichten in een inburgeringsovereenkomst zijn vastgelegd.

Artikel 19 Afstemming van de bestuurlijke boete

Artikel 10 is van overeenkomstige toepassing op vrijwillige inburgeraars, mits niet op een eerder moment afwijkende rechten en plichten in een inburgeringsovereenkomst zijn vastgelegd.

Artikel 20 Intrekking en terugvordering

Artikel 11 is van overeenkomstige toepassing op vrijwillige inburgeraars, mits niet op een eerder moment afwijkende rechten en plichten in een inburgeringsovereenkomst zijn vastgelegd.

Artikel 21 Het vaststellen van de identiteit van de vrijwillige inburgeraar

Het Drechtstedenbestuur stelt de identiteit van de vrijwillige inburgeraar vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 22 Hardheidsclausule

Het Drechtstedenbestuur kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien de toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 23 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie.

  • 2. Bij het inwerking treden van deze verordening wordt de volgende verordening ingetrokken: ‘verordening inburgering Drechtsteden’ van 21 maart 2007.

Artikel 24 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als “Verordening Inburgering Drechtsteden”.