Algemene subsidieregeling SNN 2019

Geldend van 05-04-2019 t/m 06-07-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Algemene subsidieregeling SNN 2019

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 2 april 2019, kenmerk 5.1/2019000925, team Bestuur en Concernzaken, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Regeling van Gedeputeerde Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) (Algemene subsidieregeling SNN 2019)

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

gelet op:

  • artikel 1.3, vijfde lid, en artikel 5.1, onder a, van de Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2017;

  • titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUITEN:

de Algemene subsidieregeling (ASR) SNN 2019 vast te stellen.

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Gedeputeerde Staten voornoemd,

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

Uitgegeven: 4 april 2019

Algemene subsidieregeling SNN 2019

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de aan de Gemeenschappelijke Regeling (GR) van het SNN deelnemende provincies;

  • d.

    VWEU: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 1.2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze regeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies ten aanzien waarvan Gedeputeerde Staten de taken en bevoegdheden aan het bestuur van het SNN hebben opgedragen en waarvoor tevens gelijkluidende subsidieregelingen, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de GR SNN, zijn vastgesteld, tenzij Provinciale Staten anders hebben bepaald.

  • 2.

    Deze regeling is niet van toepassing op de Subsidieregeling Versneller Innovatieve Ambities 2018 plus (VIA 2018+) en op de Verordening Ruimtelijk Economisch Programma(REP)-SNN.

  • 3.

    Met uitzondering van de artikelen 1.3, leden 1, 2, en 5, en de artikelen 1.4 en 1.5 is de Algemene subsidieverordening provincie Drenthe niet van toepassing op de subsidieverstrekking als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 1.3 Doeltreffendheid

In afwijking van artikel 4:24 van de Awb wordt periodiek voor Gedeputeerde Staten een verslag gepubliceerd over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidies die zijn verstrekt.

Artikel 1.4 Formulieren en modellen

  • 1.

    Ten behoeve van de subsidieverstrekking kunnen formulieren en modellen vastgesteld worden.

  • 2.

    Een aanvraag gaat vergezeld van de in het formulier aangegeven bescheiden.

Hoofdstuk 2 Subsidieverlening

Paragraaf 2.1 Het aanvragen van een subsidie

Artikel 2.1 Algemene bepalingen over de indiening van de aanvraag

  • 1.

    Aanvragen kunnen elektronisch worden ingediend bij het Dagelijks Bestuur van het SNN.

  • 2.

    Voor zover de aanvrager voor dezelfde begrote uitgaven tevens andere subsidie heeft aangevraagd of zal aanvragen, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag.

  • 3.

    Wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Awb in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, geldt de dag waarop de aanvulling is ontvangen met betrekking tot de verdeling als de datum van ontvangst.

Paragraaf 2.2 De beslissing op de aanvraag

Artikel 2.2 Beslistermijn

Tenzij in nadere regels anders is bepaald, wordt een beschikking tot subsidieverlening gegeven:

  • a.

    binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel;

  • b.

    binnen 13 weken na afloop van de periode waarin of de uiterlijke datum waarop aanvragen kunnen worden ingediend, indien sprake is van verdeling van de subsidie op grond van een tendersysteem;

  • c.

    binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel binnen 22 weken na afloop van de periode waarin of de uiterlijke datum waarop aanvragen kunnen worden ingediend, indien sprake is van verdeling van de subsidie op grond van een tendersysteem, in het geval dat:

  • sprake is van cofinanciering in het kader van een door de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of de Commissie van de Europese Gemeenschappen goedgekeurd programma;

  • over de aanvraag extern advies wordt ingewonnen; of

  • een nader onderzoek is ingesteld.

Artikel 2.3 Algemene weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb wordt een subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de aanvrager doelstellingen nastreeft of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang, de goede zeden of de openbare orde;

  • b.

    de subsidie naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur van het SNN een steunmaatregel vormt in de zin van artikel 107, eerste lid, van het VWEU, die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt;

  • c.

    de subsidie door de Europese Commissie is aangemerkt als onverenigbaar met de interne markt;

  • d.

    ten aanzien van de subsidieaanvrager een uitstaand bevel tot terugvordering bestaat volgend op een eerdere beschikking van de Europese Commissie, waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard;

  • e.

    de kosten van de activiteit niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb kan een subsidie worden geweigerd indien:

  • a.

    de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen in de onderneming gezien de rentabiliteit en de aard van de onderneming niet aanvaardbaar is of indien gerede twijfel bestaat omtrent het voortbestaan van de onderneming;

  • b.

    de gevraagde financiële bijdrage niet in een redelijke verhouding staat tot het beoogde projectresultaat;

  • c.

    er een gegronde reden bestaat dat het project in financiële, organisatorische, technische of economische zin niet haalbaar is.

Artikel 2.4 Niet-subsidiabele kosten

  • 1.

    In ieder geval niet subsidiabel zijn:

  • a.

    kosten die niet rechtstreeks aan de activiteit toe te rekenen zijn;

  • b.

    kosten die niet in redelijke verhouding staan tot de gestelde doelen of redelijkerwijs te verwachten prestaties;

  • c.

    verrekenbare of compensabele inkomstenbelasting;

  • d.

    boetes, financiële sancties en hiermee samenhangende kosten.

  • 2.

    Het bedrag van de subsidie wordt verlaagd indien de normen van de Europese Commissie daartoe nopen. Als voor een activiteit al subsidie door een ander bestuursorgaan, door de Europese Commissie, door private organisaties of personen is verstrekt, wordt de te verstrekken subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan het totaal van de voor subsidie in aanmerking komende kosten. Het totaal aan overheidsbijdragen kan niet meer bedragen dan volgens het Europees steunkader is toegestaan.

Paragraaf 2.3 Voorwaarden en verplichtingen

Artikel 2.5 Meldings- en mededelingsplicht

De subsidieontvanger doet onverwijld schriftelijk melding:

  • a.

    zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan;

  • b.

    van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot surseance van betaling, tot faillietverklaring, het voornemen tot ontbinding van de rechtspersoon of van andere omstandigheden die voor de subsidieverlening van belang kunnen zijn;

  • c.

    indien relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden optreden;

  • d.

    van het wijzigen van de statuten voor zover het betreft de rechtsvorm van de rechtspersoon, de (rechts)persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon;

  • e.

    indien na het indienen van de subsidieaanvraag voor dezelfde activiteit subsidie wordt verstrekt door een ander bestuursorgaan of de Europese Commissie;

  • f.

    indien, ingeval verantwoording plaatsvindt op basis van werkelijke uitgaven en inkomsten, er aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten;

  • g.

    van andere relevante wijzigingen in het kader van de subsidieverstrekking.

Artikel 2.6 Verplichtingen

In de subsidieregeling of de beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen als bedoeld in de artikelen 4:38 en 4:39 van de Awb worden opgelegd, die onder meer betrekking kunnen hebben op:

  • a.

    de kennis en ervaring van personeel van de subsidieontvanger, voor zover dat personeel betrokken is bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten;

  • b.

    de wijze waarop gebruikers, vrijwilligers en beroepskrachten worden betrokken bij het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid van de subsidieontvanger;

  • c.

    duurzaamheid en het op een maatschappelijk verantwoorde wijze uitvoering geven aan de gesubsidieerde activiteiten, namelijk met aandacht voor de drie p's: people (mensen binnen en buiten de onderneming), planet (binnen de grenzen van het (leef)milieu) en prosperity (de voortbrenging en economische effecten van goederen en diensten op een duurzame wijze);

  • d.

    de aard, de deugdelijkheid, de inrichting, het beheer en de toegankelijkheid van voorzieningen;

  • e.

    de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de voorzieningen voor mensen met een beperking;

  • f.

    het zorgdragen voor voorzieningen en het treffen van overige maatregelen waardoor de veiligheid van bewoners, bezoekers of derden zoveel als redelijkerwijs voorzienbaar is, is gewaarborgd;

  • g.

    het meewerken aan het tot stand komen van een overeenkomst indien het naar het oordeel van Gedeputeerde Staten noodzakelijk is om rechten met betrekking tot intellectuele eigendom ter zake van de gesubsidieerde activiteiten aan de provincie over te dragen;

  • h.

    de inrichting van de administratie van de subsidieontvanger, waaronder het bijhouden van een urenregistratie;

  • i.

    het naleven van de wet- en regelgeving op het gebied van het aanbestedingsrecht als de subsidie wordt gebruikt voor het verstrekken van een opdracht door de subsidieontvanger;

  • j.

    het naleven van de wet- en regelgeving op het gebied van het staatssteunrecht als de subsidie door de subsidieontvanger aan anderen wordt verstrekt en sprake is of kan zijn van staatssteun.

Artikel 2.7 Medewerking controle

De subsidieontvanger verleent medewerking aan door of vanwege het Dagelijks Bestuur van het SNN gevorderde controle van de administratie of een ander onderzoek naar gegevens die in het kader van de subsidieverstrekking van belang kunnen worden geacht. Hij verleent daartoe inzage in zijn administratie en verstrekt de inlichtingen die voor de beoordeling van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de besteding van de subsidie, dan wel anderszins van belang kunnen zijn.

Hoofdstuk 3 Subsidievaststelling

Artikel 3.1 Beslistermijn

  • 1.

    Indien een aanvraag tot subsidievaststelling aan alle vereisten voldoet, wordt binnen 22 weken na ontvangst van deze aanvraag beslist.

  • 2.

    Subsidies die ambtshalve worden vastgesteld, worden vastgesteld binnen 22 weken na de datum waarop de activiteit moet zijn verricht.

  • 3.

    Het subsidiebedrag wordt binnen 30 dagen na de subsidievaststelling betaald.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 4.1 Toezichthouders

Toezichthouders beschikken niet over de bevoegdheden die zijn vermeld in artikel 5:19 van de Awb.

Artikel 4.2 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

  • 2.

    Deze regeling werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: ASR SNN 2019.

Ondertekening