Regeling vervallen per 23-09-2017

Verordening inzake speelautomaten(hallen) gemeente Drimmelen

Geldend van 09-03-2001 t/m 22-09-2017

Intitulé

Verordening inzake speelautomaten(hallen) gemeente Drimmelen

De raad van de gemeente Drimmelen;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 februari 2001;

Gelet op artikel 30c lid 2 van titel VA van de Wet op de Kansspelen, het Speelautomatenbesluit 2000 en artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT

Vast te stellen de navolgende verordening inzake speelautomaten(hallen) gemeente Drimmelen.

Verordening inzake speelautomaten(hallen) gemeente Drimmelen.

Titel 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De wet: de wet op de kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit: KB van 23 mei 2000;

  • c.

    Speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, electrisch of electronisch proces, waar bij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d.

    Behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de spelduur verlengd of het recht op gratis spelen verkregen wordt;

  • e.

    Kansspelautomaat: een speelautomaat, die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    Hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend:

    • 1.

      waar het café en het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan zelfstandige betekenis kan worden toegekend;

    • 2.

      waarvan de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder;

  • g.

    Laagdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank-en Horecawet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend, die geen hoogdrempelige inrichting is, of een inrichting waarin horeca-activiteiten worden verricht en waarvan de ondernemer inschrijfplichtig is en ingeschreven is bij het Bedrijfschap Horeca;

  • h.

    Speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen.

  • i.

    Ondernemer; de natuurlijke of rechtspersoon, die een speelautomatenhal exploiteert;

  • j.

    Beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speel-automatenhal is belast;

  • k.

    Openbare weg: alle voor het openbaar rij- en ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Titel 2 Speelautomaten

Artikel 2

  • 1. Voor een hoogdrempelige inrichting kan voor maximaal twee speelautomaten, waarvan maximaal 2 kansspelautomaten, een vergunning als bedoeld in artikel 30b eerste lid van de Wet op de kansspelen worden verleend.

  • 2. Voor een laagdrempelige inrichting kan voor maximaal 2 speelautomaten een vergunning als bedoeld in artikel 30b eerste lid van de Wet op de kansspelen verleend worden met dien verstande, dat kansspelautomaten in het geheel niet zijn toegestaan.

  • 3. Voor een laagdrempelige inrichting die voornamelijk bezocht worden door jeugdigen onder de 16 jaar kan geen vergunning voor speelautomaten als bedoeld in artikel 30b eerste lid van de Wet op de Kansspelen verleend worden.

Titel 3 Speelautomatenhallen

Artikel 3

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen en/of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan uitsluitend voor maximaal 1(één) speelautomatenhal een vergunning verlenen voor dat deel van de gemeente dat op de bij deze verordening behorende kaart is aangegeven.

Artikel 4

De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a.

    Een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • b.

    Een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophanden en Fabrieken;

  • c.

    Een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • d.

    Een verklaring omtrent het gedrag:

    • -

      van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degenen(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt (en)

    • -

      van de beheerder.

Artikel 5

De burgemeester beslist binnen drie maanden na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste drie maanden worden verdaagd.

Artikel 6

  • 1. Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in artikel 4 gestelde eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen twee weken, nadat hem dit is meegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te verbeteren.

  • 2. Indien de vergunningaanvrager van de in het voorafgaande lid bedoelde gelegenheid geen gebruik maakt, kan de burgemeester de aanvrager in zijn aanvraag niet ontvankelijk verklaren.

Artikel 7

  • 1. De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2. In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      De sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      Het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      Het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      De exploitatie van de hal.

Artikel 8

1.De vergunning wordt geweigerd, indien:

  • a.

    Het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

  • b.

    De speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

  • c.

    De beheerder (s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt. Hiervan kan de burgemeester ontheffing verlenen;

  • d.

    De ondernemer of de beheerder (s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen als bedoeld in Boek 1 Titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

  • e.

    Door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

  • f.

    De exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan c.q. leefmilieuverordening.

Artikel 9

  • 1. Indien een overeenkomstig artikel 7, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 4, onder d, genoemde bescheiden, een nieuwe vergunning aan te vragen binnen 14 dagen nadat de in artikel 4 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.

  • 2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvrage voor een nieuwe vergunning voor het vestigen dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvrage is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 10

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    Indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is verleend zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 8, onder e;

  • b.

    Indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • c.

    Indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

Artikel 11

  • 1. Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen drie maanden een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen één maand na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdige aanvrage niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 12

Overtreding van artikel 3 van deze verordening en van de krachtens dit artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee manden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 13

De opsporing van de in artikel 12 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 14

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker, te betreden verleend aan ambtenaren:

  • a.

    Die voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    Die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • c.

    Die en voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 15

Vergunningen die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend voor het exploiteren van een speelautomatenhal blijven van kracht totdat op een aanvrage, ingevolge artikel 3 van deze verordening, is beslist.

Artikel 16

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening inzake speelautomaten(hallen) gemeente Drimmelen”en treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt de “Verordening speelautomatenhallen gemeente Made en Drimmelen” d.d. 22 december 1988 met inbegrip van alle verordeningen tot wijziging daarvan.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van de gemeenteraad d.d. 23 februari 2001.
De raad voornoemd,
De secretaris
De voorzitter