Beheersverordening algemene begraafplaats Druten 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Intitulé

Beheersverordening algemene begraafplaats Druten 2011

De raad van de gemeente Druten;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Druten d.d. 9 november 2010;overwegende dat het gewenst is om de op 20 september 2001 vastgestelde “Beheersverordening algemene begraafplaats Druten 2001” te wijzigen;gelet op het bepaalde in de artikelen 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;Besluit:

  • 1.

    De “Beheersverordening algemene begraafplaats Druten 2001” intrekken,

  • 2.

    De “Beheersverordening algemene begraafplaats Druten 2011” vaststellen.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. algemeen graf: een graf, uitgegeven voor de periode van 10 jaar, bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken. Sinds 14 februari 1992 worden deze graven niet meer uitgegeven;

b. algemene begraafplaats: in de wet bedoelde gemeentelijke begraafplaats van de gemeente Druten, gelegen aan de Koningstraat 93 te Druten, kadastraal bekend onder DTN03 D 1143;

c. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

d. asverstrooiing: verstrooiing van as op een daartoe aangewezen plaats;

e. asverstrooiingsplaats: gedeelte van de algemene begraafplaats waar de as van de overledene kan worden uitgestrooid;

f. begraafplaats: algemene begraafplaats Druten;

g. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

h. beheer begraafplaats: het beheer van de begraafplaats valt uiteen in administratief, financieel en technisch beheer;

i. belanghebbende: diegene die is aangewezen om als belangenbehartiger op te treden;

j. besluit: besluit op de lijkbezorging;

k. bijzetten: het bijzetten van een asbus in een (urnen)graf of in een urnennis of het bijzetten van een urn in of op een (urnen)graf of in een urnennis;

l. burgemeester en wethouders: burgemeester en wethouders van de gemeente Druten;

m. columbarium: urnenmuur met urnennissen, bedoeld om asbussen en urnen in te zetten en bijgezet te houden;

n. gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

o. graf: een graf, zijnde een particulier graf, eigen graf, kindergraf, graf voor niet-geïdentificeerden, graf voor kelder en/of graftombe en urnengraf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van één stoffelijk overschot voor de periode van 20 of 30 jaar;

p. grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

q. grafbeplanting: één jarige en/of winterharde beplanting, die door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht;

r. grafkelder: gemetselde of geplaatste kelder, waarbij afgeweken kan worden van de afmetingen die gelden voor graven, met dien verstande dat steeds wordt uitgegaan van een veelvoud van de afmetingen van één graf. Toestemming voor het (doen) plaatsen van grafkelders wordt slechts gegeven voor het daartoe aangewezen gedeelte van de begraafplaats;

s. grafrecht of recht: het uitsluitend recht om gedurende een bepaalde periode een lijk in het graf te doen begraven of begraven te houden, danwel de stoffelijke resten in een asbus of urn te doen bijzetten en bijgezet te houden;

t. graftombe: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet. Waarbij afgeweken kan worden van de afmetingen die gelden voor graven, met dien verstande dat steeds wordt uitgegaan van een veelvoud van de afmetingen van één graf. Toestemming voor het (doen) plaatsen van grafkelders wordt slechts gegeven voor het daartoe aangewezen gedeelte van de begraafplaats;

u. herinneringszuil: zuil bij de asverstrooiingsvelden, bedoeld voor het aanbrengen van gedenkplaatjes voor overledenen waarvan de as alhier verstrooid is;

v. kindergraf: een graf bedoeld voor het begraven van doodgeborenen of kinderen van 0 tot en met 12 jaar;

w. knekelveld: een vak waar de overblijfselen van stoffelijke overschotten na ruiming van graven worden begraven;

x. losse beplanting: potplanten, bloemen in vazen, losse bloemen en kransen;

y. lijkbezorgingsrechten: de volgens de “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten” en de daarbij behorende tarieventabel verschuldigde rechten;

z. onderhoud: het onderhoud valt uiteen in:

- algemeen onderhoud: onderhouden van paden, hagen, bomen, al het overige

plantsoen en van gemeentewege aangebrachte gazon op graven;

- bijzonder onderhoud: onderhoud van graven en urnennissen:

het schoonhouden, onderhoud, herstel -zoals tengevolge van weersinvloeden of

van toevallige of opzettelijke beschadiging- het ophalen van verzakkingen en

vernieuwing van grafkelders, grafzerken, gedenktekens, alsmede het aanbrengen,

onderhouden en vernieuwen van beplantingen en de verzorging van losse

bloemen;

aa. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

bb. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen en/of urnen;

cc. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en/of bijgezet houden van maximaal 2 asbussen of urnen (voorzover de maatvoering toereikend is);

dd. rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een eigen graf, een eigen urnengraf of een eigen urnennis;

ee. stoffelijk overschot: lijk als bedoeld in de wet;

ff. uitvoeringsbesluit: het Uitvoeringsbesluit grafbedekking algemene begraafplaats Druten 2011;

gg. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

hh. urnengraf: een graf waarvoor, na een daartoe strekkende aanvraag, aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en het bijgezet houden van een urn in of op het graf of een asbus in een graf;

ii. urnenkelder: grafkelder ten behoeve van de plaatsing van urnen;

jj. urnennis: een nis in een urnenmuur waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen en urnen;

kk. werkdagen: maandag tot en met vrijdag;

ll. wet: de Wet op de lijkbezorging.

 

Artikel 2 Uitbreiding begrip particulier graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier urnengraf en particuliere urnennis.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaats

  • 1 De begraafplaats is dagelijks kosteloos opengesteld voor bezoekers tussen zonsopgang en zonsondergang.

  • 2 Voor het verrichten van werkzaamheden anders dan genoemd in artikel 10, is de begraafplaats, in overleg met de betreffende beheerder, op werkdagen opengesteld van 07.30 uur tot 17.00 uur.

  • 3 Voor de toepassing van deze verordening worden met zondagen gelijkgesteld Goede Vrijdag, Tweede Paasdag, Koninginnedag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Nieuwjaarsdag, en tevens de door het ministerie gelijkgestelde feestdagen.

  • 4 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1 Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats willen verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust, piëteit en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2 De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden:

    a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    b. sneller dan 10 km per uur.

  • 4 Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

  • 5 Het is aan anderen dan het dienstdoende personeel van de begraafplaats verboden vanaf een half uur voor tot een half uur na het begraven of het bijzetten op de begraafplaats werkzaamheden te verrichten of materialen e.d. te vervoeren.

  • 6 De asverstrooivelden mogen niet worden betreden met uitzondering van uitvoering van onderhoudswerkzaamheden en tijdens het verstrooiien van as.

  • 7 Op hetzelfde tijdstip mag slechts één begraving, plaatsing van een urn of asbus of asverstrooiing geschieden. De volgorde wordt geregeld door de beheerder.

  • 8 Begravingen gaan voor alle andere werkzaamheden (opgravingen, urnbijzettingen, herbegravingen en ruimingen).

Artikel 5 Opgravingen en ruimen

Dit dient te geschieden door een daartoe gespecialiseerd- en geoutilleerd bedrijf. Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

 

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 6 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1 Degene die wil doen begraven, geeft daarvan minimaal twee werkdagen voorafgaande aan die dag waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder.

  • 2 Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, dan moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3 Degene die een asbus of een urn wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan minimaal drie weken voorafgaande aan de dag waarop de bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder.

  • 4 Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door, in opdracht van of met toestemming van de beheerder.

  • 5 De nabestaanden kunnen de werkzaamheden genoemd onder lid 4 onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten. Zij dienen hun wens daartoe minimaal twee werkdagen voorafgaande aan de werkzaamheden mondeling of schriftelijk aan de beheerder kenbaar te maken.

  • 6 De nabestaanden dienen bij de bovengenoemde werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 7 Over te leggen stukken

  • 1 Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder

  • 2 Voor de begraving of de bezorging van as op- of in een particulier graf moet schriftelijk toestemming worden aangevraagd.

  • 3 De rechthebbende of de belanghebbende van de asbus of de urn dient hiertoe een ondertekend schriftelijk verzoek in bij de administratief beheerder.

  • 4 Toestemming van de administratief beheerder wordt alleen verleend nadat de rechthebbende of belanghebbende van het betreffende graf schriftelijk toestemming heeft verleend om de asbus of urn bij te zetten.

    De verkregen toestemming van de gemeente moet daarna door de rechthebbende overgelegd worden aan de beheerder op de algemene begraafplaats.

  • 5 Voor het bijzetten van een urn in het columbarium en voor het verstrooiien van as op het asverstrooiingsveld is schriftelijke toestemming van de beheerder vereist.

  • 6 Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn. Deze verlengingstermijn dient een zodanige periode te hebben dat de resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 7 De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 8 De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 8 Toestemming wordt schriftelijk verleend ten behoeve van:

a. de uitgifte van een graf;

b. de reservering van een graf;

c. verlengen grafrechten;

d. op- en herbegraven;

e. de overschrijving van grafrechten;

f. het bijzetten van een urn of asbus;

g. verstrooiing van as.

Artikel 9 Voorwaarden bij toestemming

  • 1 De schriftelijke toestemming voor de verlening van de grafrechten kan slechts ten name staan van één rechthebbende.

  • 2 Aan krachtens deze verordening te verlenen toestemmingen kunnen voorwaarden worden verbonden. Bij niet-nakoming van de opgelegde voorwaarden wordt geacht zonder toestemming te zijn gehandeld.

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

Voor het begraven van stoffelijke overschotten, het bijzetten van asbussen en/of urnen en het verstrooien van as, is de begraafplaats opengesteld van maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 16.00 uur en op zaterdag van 08.30 uur tot 14.00 uur.

Hoofdstuk 4 Indeling, termijnen en uitgifte van de graven

Artikel 11 Soorten graven en de mogelijkheid tot asbezorging

  • 1 Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    a. particuliere graven en particuliere urnengraven;

    b. particuliere urnennissen;

    De mogelijkheid tot:

    c. asverstrooiing op een strooiveld

  • 2 Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 12 Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 13 Indeling van de begraafplaats in vakken

  • 1 De begraafplaats is ingedeeld met vakken voor:

    a. particuliere graven;

    b. particuliere kindergraven;

    c. particuliere urnengraven;

    d. particuliere graven voor niet-geïdentificeerden;

    e. particuliere graven voor voormalige bewoners van ’s Heeren Loo (voorheen Huize Boldershof, daarna Stichting Waalborg);

    f. particuliere graven met grafkelders en graftombes;

    g. twee asverstrooiingsvelden;

    h. een columbarium

    i. een afscheidsplaats;

    j. bergingsplaatsen (knekelvelden) voor de overblijfselen van stoffelijke overschotten na ruiming van graven.

  • 2 De aanduiding van de vakken en gedeelten geschiedt door burgemeester en wethouders.

Artikel 14 Aantal overledenen in particuliere graven

  • 1 Na ontvangst van een daartoe strekkende aanvraag kunnen burgemeester en wethouders vergunning verlenen tot het bijzetten van:

    - maximaal twee asbussen in een particulier graf;

    - maximaal twee urnen in of op een particulier graf;

    - maximaal vier asbussen in een particulier urnengraf;

    - maximaal twee urnen in of op een particulier urnengraf;

    - maximaal twee asbussen in een urnennis. De mogelijkheid wordt geboden om naast

    de toegewezen urnennis een extra urnennis te reserveren;

    - maximaal één urn in een urnennis. De mogelijkheid wordt geboden om naast de

    toegewezen urnennis een extra urnennis te reserveren;

  • 2 Het aantal bij te zetten asbussen of urnen in of op een graf of urnennis, is afhankelijk van de maatvoering van de asbussen, urnen en graven of urnennissen.

  • 3 Bijzetting vindt slechts plaats na verkregen toestemming van de rechthebbende op het in het eerste lid genoemde graf of urnennis.

  • 4 De urn wordt geplaatst bij het hoofdeinde van het graf en wordt door en vanwege de rechthebbende verankerd.

  • 5 Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het gestelde in deze verordening eisen stellen aan het bijzetten van asbussen en urnen.

Artikel 15 Volgorde van uitgifte graven

  • 1 De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2 Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, mits dit door de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 16 Termijnen particulier graven en urnennissen

  • 1 Het college verleent, na ontvangst van een schriftelijke aanvraag daartoe, voor de tijd van 20 of 30 jaar het recht op gebruik van een particulier graf. Dit recht wordt verleend voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat.

  • 2 Het college verleent na ontvangst van een schriftelijke aanvraag daartoe, het recht op een urnennis in het columbarium voor de tijd van 10 of 20 jaar.

  • 3 De termijn van uitgifte grafrechten of de reservering van uitgifte begint te lopen op de datum waarop het particulier graf of urnennis, is uitgegeven of gereserveerd.

  • 4 Het in het eerste en de tweede lid van dit artikel bedoelde recht wordt op schriftelijke aanvraag van de rechthebbende verlengd, telkens met een termijn van 5, 10 of 20 jaar.

  • 5 De aanvraag voor verlenging van de grafrechten dient vóór het verstrijken van de lopende termijn te worden ingediend.

Artikel 17 Niet-geïdentificeerden

  • 1 Van gemeentewege wordt een gedenkteken geplaatst bij het graf van niet-geïdentificeerden met daarop vermelding van de datum van begraving.

  • 2 Over de graven van niet-geïdentificeerden wordt geen recht geheven.

  • 3 De rapportage en documenten over de niet-geïdentificeerde overledene c.q. stoffelijke resten worden opgeslagen in het gemeentelijk archief.

  • 4 In het geval de identiteit van een overledene later alsnog bekend wordt, dan worden de gemaakte kosten zo mogelijk verhaald op de erfgenamen.

Artikel 18 Asverstrooiing

  • 1 Asverstrooiing geschiedt op een door burgemeester en wethouders aangewezen plaats.

  • 2 Op hetzelfde tijdstip mag slechts één asverstrooiing plaatsvinden.

  • 3 Verstrooiing geschiedt door of vanwege de nabestaanden c.q. de rechthebbende, in het bijzijn van een nader door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar.

  • 4 Mogelijkheid wordt geboden tot plaatsing van een gedenkplaatje op de daarvoor bestemde herinneringszuil.

  • 5 Op het verstrooien van as buiten de algemene begraafplaats is de Algemene Plaatselijke Verordening van toepassing.

Artikel 19 Grafkelder

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen onder door hen te stellen voorwaarden en overeenkomstig een door hen vooraf goed te keuren ontwerptekening, toestaan, dat in graven grafkelders worden gebouwd of geplaatst, in het vak genoemd in artikel 13, lid 1f.

  • 2 In een urnengraf wordt door of vanwege de gemeente een urnenkelder geplaatst.

  • 3 Het is niet toegestaan een urnenkelder te plaatsen boven een kist in een particulier graf.

  • 4 Het is niet toegestaan een urnenkelder te plaatsen in het vak genoemd in artikel 13, lid 1f.

Artikel 20 Overschrijving van verleende rechten

  • 1 Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2 Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particulier graf worden over geschreven op naam van een natuurlijk- of rechtspersoon. De aanvraag daartoe moet binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende worden gedaan.

  • 3 Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particulier graf te doen vervallen.

  • 4 Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particulier graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 21 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particulier graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 22 Vervallen rechten

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen om een rechthebbende op een graf van zijn rechten op dat graf vervallen te verklaren.

Artikel 23 Lijkbezorgingsrechten

Op alle handelingen en verrichtingen ingevolge deze verordening is de “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten” van toepassing.

Hoofdstuk 5 Grafbekkingen

Artikel 24 Vergunning grafbedekking

  • 1 Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2 Door of namens de rechthebbende van een particulier graf dient een vergunning voor het hebben van een grafbedekking te worden aangevraagd.

  • 3 Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4 Het college kan de vergunning weigeren indien:

    a. niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

    b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 25 Plaatsen grafbedekking

  • 1 In opdracht van en op kosten van de rechthebbende kan met toestemming van de beheerder grafbedekking geplaatst worden.

     

  • 2 Graven waarop geen of een gedeeltelijke grafbedekking is aangebracht, zullen één jaar nadat daarin een ter aarde bestelling heeft plaatsgevonden, van gemeentewege als gazon worden ingericht en wel vanaf het pad tot 70 centimeter vóór de staande steen.

  • 3 Op verzoek kunnen graven waarop geen of een gedeeltelijke grafbedekking is aangebracht van gemeentewege worden ingezaaid met gras.

Artikel 26 Algemeen onderhoud begraafplaats

Het algemeen onderhoud van de begraafplaats geschiedt door of vanwege de gemeente.

Artikel 27 Bijzonder onderhoud begraafplaats

Het bijzonder onderhoud geschiedt door en/of voor rekening van de rechthebbende of belanghebbende.

Artikel 28 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1 De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2 Indien de rechthebbende of de belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking laten verwijderen.

  • 3 Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de belanghebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4 De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de belanghebbende door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de belanghebbende niet bekend is, maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5 Het college kan de rechthebbende of de belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.

  • 6 Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

Artikel 29 Verwaarlozing niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 30 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1 De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.

  • 2 Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd, per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en in het informatiebord bij de ingang van de begraafplaats.

  • 3 Indien de rechthebbende na bekendmaking volgens lid 2 niet binnen de gestelde termijn van een jaar heeft gereageerd, vervalt de grafbedekking aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 31 Verwijderen grafbedekking

  • 1 De rechthebbende draagt zorg voor het, met toestemming van burgemeester en wethouders, (doen) verwijderen van de grafbedekking in verband met werkzaamheden in of om het graf.

  • 2 De rechthebbende is aansprakelijk voor eventuele schade die voortvloeit uit werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De rechthebbende dient te gedogen, dat grafbedekking tijdelijk door of vanwege de gemeente wordt weggenomen of verplaatst, voor zolang dit ter begraving in de nabijheid of om andere redenen noodzakelijk is. Eventuele schade hierdoor ontstaan komt ten laste van de gemeente.

Artikel 32 Verantwoordelijkheid voor verwijdering grafbedekking en voorwerpen na aanzegging

  • 1 1. De op de graven geplaatste grafbedekking en/of voorwerpen moeten op eerste aanzegging van burgemeester en wethouders en binnen 4 weken door en voor rekening van de vergunninghouder worden verwijderd, indien:

    a. zij zijn aangebracht in strijd met de bepalingen van deze verordening of de verleende vergunning;

    b. de vergunninghouder, na door burgemeester en wethouders schriftelijk te zijn gewaarschuwd, in gebreke blijft in het onderhoud overeenkomstig de bepalingen van deze verordening te voorzien.

    De vergunninghouder wordt geacht in gebreke te zijn, indien hij niet binnen 3 maanden aan de waarschuwing van burgemeester en wethouders heeft voldaan.

  • 2 Bij nalatigheid vindt verwijdering van gemeentewege plaats. De grafbedekking en/of voorwerpen vervallen in dit geval aan de gemeente.

  • 3 De kosten van het verwijderen van de zaken die onder lid 2 vallen worden verhaald op de rechthebbende of de belanghebbende.

Artikel 33 Verantwoordelijkheid voor grafbedekking en voorwerpen op of nabij graven of urnennis

  • 1 Alle beschadigingen, welke bij het verrichten van de in deze verordening bedoelde werkzaamheden mochten worden aangebracht aan de begraafplaats of de graftekens, moeten door de aanbrenger onmiddellijk en op zijn kosten worden hersteld.

  • 2 Afval moet uiterlijk aan het eind van iedere werkdag of zodra de werkzaamheden zijn beëindigd, worden verwijderd.

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 34 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1 Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt.

  • 2 Indien het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming bekend. Dit gebeurt door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats wordt een kennisgeving op het mededelingenbord geplaatst.

  • 3 De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 4 De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven op een (aangewezen) knekelveld en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats.

  • 5  

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders.

  • 6 De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven.

  • 7 De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Artikel 35 Opgraven en herbegraven en/of verplaatsing

  • 1 Het opgraven, verplaatsen en/of herbegraven van stoffelijke overschotten, asbussen of urnen geschiedt, met inachtneming van de bij of krachtens de wet gestelde regels, op schriftelijk verzoek van de rechthebbende of belanghebbende. Hiervoor wordt schriftelijk toestemming verleend.

  • 2 Het opgraven, verplaatsen en/of herbegraven van stoffelijke overschotten, asbussen of urnen geschiedt, namens de rechthebbende/belanghebbende door een daartoe gespecialiseerd- en geoutilleerd bedrijf, onder toezicht van de beheerder.

Hoofdstuk 7 In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 36 Lijst Monumentale graven

  • 1 Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2 Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3 Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 8 Inrichting register

Artikel 37 Voorschriften

  • 1 Het college stelt voorschriften vast voor het register van het begraven van lijken en de asbezorging.

  • 2 Het register wordt bijgehouden door de beheerder van de algemene begraafplaats.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 38 Overgangsbepaling

  • 1 Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheersverordening algemene begraafplaats Druten 2001 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening algemene begraafplaats Druten 2001 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 39 Strafbepaling

  • 1 Overtreding van een van de bij deze verordening vastgestelde verbodsbepalingen, niet-nakoming van een ingevolge deze verordening opgelegde verplichting en niet naleving van een of meer voorschriften aan een ontheffing of toestemming verbonden, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie

  • 2 Overtreding van artikel 4. van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 40 Uitvoeringsbesluit grafbedekking algemene begraafplaats Druten 2011

Nadere regels die betrekking hebben op deze verordening t.a.v. grafbedekking zijn opgenomen in het “Uitvoeringsbesluit grafbedekking algemene begraafplaats”.

Artikel 41 Afwijking

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 42 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De “Beheersverordening algemene begraafplaats Druten 2001”, vastgesteld bij raadsbesluit van 27 september 2000 wordt ingetrokken per 1-1-2011.

  • 2 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

  • 3 Deze verordening wordt aangehaald als "Beheersverordening algemene begraafplaats Druten 2011".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 december 2010;
de raadsgriffier,        de voorzitter,
drs. J.W. Meerbeek. drs. L.J.E.M. van Riswijk.
 

Toelichting 1 Uitvoeringsbesluit grafdekking algemene begraafplaats Druten 2011

Download het uitvoeringsbesluit (of kijk op www.druten.nl)