Beleidsregels Gelrepas

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Gelrepas

Beleidsregels voor toekenning van de Gelrepas gemeente Duiven

Artikel 1 Definities

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      adres: adres als bedoeld in Artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

    • b.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven;

    • c.

      minimabeleid: inkomensondersteunende maatregelen in het kader van de armoedebestrijding;

    • d.

      wet: Wet werk en bijstand.

Artikel 2 Minimabeleid

  • 1. Het college kan in het kader van het minimabeleid de Gelrepas verstrekken.

  • 2. Voor de Gelrepas komt slechts degene in aanmerking die deel uitmaakt van de kring van rechthebbenden als bedoeld in Artikel 4 en voldoet aan de in Artikel 5 opgenomen voorwaarden.

Artikel 3 De Gelrepas

  • 1. De Gelrepas is een persoonsgebonden pas die recht geeft op bepaalde voorzieningen.

  • 2. Het college stelt jaarlijks vast welke voorzieningen voor de houder van de Gelrepas beschikbaar zijn.

  • 3. De Gelrepas wordt kosteloos verstrekt. Bij verlies of diefstal van de Gelrepas kan de rechthebbende éénmaal per kalenderjaar in aanmerking komen voor een duplicaat.

Artikel 4 Kring van rechthebbenden

Tot de kring van rechthebbenden behoort de Nederlander, dan wel de op basis van Artikel 11 van de Wet met een Nederlander gelijkgestelde vreemdeling, van 18 jaar of ouder die een adres binnen de gemeente Duiven heeft.

In afwijking van het eerste lid behoort hij niet tot de kring van rechthebbenden, indien hij deelneemt aan onderwijs of beroepsopleiding waarvoor hij aanspraak kan maken op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

Artikel 5 Voorwaarden

  • 1. Wil de belanghebbende die behoort tot de kring van rechthebbenden in aanmerking komen voor de Gelrepas, dan dient hij:

    • a.

      indien sprake is van een gezin, te beschikken over een inkomen lager dan of gelijk aan 110% van de voor hem van toepassing zijnde bijstandsnorm als bedoeld in Artikel 21 en 22 van de Wet;

    • b.

      indien sprake is van een alleenstaande of alleenstaande ouder jonger dan 65 jaar, te beschikken over een inkomen lager dan of gelijk aan 110% van de voor hem van toepassing zijnde bijstandsnorm als bedoeld in Artikel 20 van de Wet inclusief de maximale toeslag als bedoeld in Artikel 25, tweede lid van de Wet; dan wel

    • c.

      indien sprake is van een alleenstaande of alleenstaande ouder van 65 jaar of ouder, te beschikken over een inkomen lager dan of gelijk aan 110% van de voor hem van toepassing zijnde bijstandsnorm als bedoeld in Artikel 22 van de Wet.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid dient het vermogen van belanghebbende op de peildatum lager dan of gelijk te zijn aan de voor hem van toepassing zijnde vermogensgrens als bedoeld in Artikel 34, derde lid van de wet.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1. De Gelrepas dient schriftelijk te worden aangevraagd door middel van een door het college vast te stellen aanvraagformulier en onder bijvoeging van de in het aanvraagformulier gevraagde bewijsstukken.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan het college bij nadere regels voor bepaalde groepen van belanghebbenden, van wie bij eerdere aanvraag is vastgesteld dat zij tot de kring van rechthebbenden behoren, ambtshalve toekennen, zonder dat er sprake is van een aanvraag.

Artikel 7 Verstrekking

De Gelrepas wordt verstrekt, nadat het recht is vastgesteld en heeft betrekking op:

  • a.

    het lopende kalenderjaar, indien de aanvraag voor 1 december van het lopende kalenderjaar is ingediend;

  • b.

    het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de aanvraag is gedaan, indien de aanvraag op of na 1 december van het lopende kalenderjaar is ingediend.

Artikel 8 Beëindiging

Indien bij onderzoek blijkt dat de belanghebbende niet meer tot de kring van rechthebbenden behoort dan wel niet meer aan de voorwaarden van Artikel 5 voldoet, wordt de Gelrepas ingetrokken aan het einde van het kalenderjaar.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Citeerwijze en inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Gelrepas Gemeente Duiven.

  • 2. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2012.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 4

Op basis van de in dit Artikel weergegeven criteria wordt de kring van rechthebbenden nader ingekaderd. In totaal is een drietal criteria te onderscheiden:

Nederlander, dan wel een daarmee op basis van Artikel 11 Wwb gelijkgestelde vreemdeling: onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen en toeristen worden op basis van deze omschrijving uitgesloten;

Een adres binnen de gemeente Duiven: alleen inwoners van de gemeente Duiven komen voor de Gelrepas in aanmerking.

18 jaar of ouder: alleen meerderjarigen kunnen aanmerking komen voor de Gelrepas. Voor minderjarigen vanaf 4 jaar geldt, dat zij via hun ouders gebruik kunnen maken van de geboden voorzieningen.

Een groep is uitgesloten van de kring van rechthebbenden voor de Gelrepas. Het gaat hierbij om de studerenden met aanspraak op studiefinanciering of een tegemoetkoming in het kader van de WTOS. Deze groep is uitgesloten daar er reeds binnen een ander kader (Wet studiefinanciering 2000/WTOS) zorg wordt gedragen voor inkomensondersteunende voorzieningen.

Artikel 6

De Gelrepas wordt toegekend voor één kalenderjaar (zie verder Artikel 7). Zo iemand uit de kring van rechthebbenden doorlopend gebruik wil maken van de Gelrepas, zal hij steeds voor afloop van het kalenderjaar schriftelijk een aanvraag moeten indienen voor het daaropvolgende kalenderjaar. Het college kan op basis van het tweede lid echter besluiten bepaalde groepen personen aan te wijzen, voor wie de verplichting tot aanvragen niet geldt. Gedacht moet dan worden aan groepen voor wie het telkenmale schriftelijk aanvragen een extra belasting vormt, terwijl de mogelijkheid dat een mutatie zich voordoet op basis waarvan zij op een bepaald moment niet meer tot de kring van rechthebbenden behoren, nihil is. Te denken valt onder meer aan de personen waarvan bekend is dat zij behoren tot de kring van rechthebbenden. In deze gevallen kent het college de Gelrepas ambtshalve toe.

Artikel 7

De datum van aanvraag bepaalt de verstrekkingsperiode. Wanneer vóór 1 december van het lopende kalenderjaar aangevraagd wordt, dan wordt de Gelrepas verstrekt voor het lopende kalenderjaar.

Ligt de aanvraagdatum ná 1 december dan wordt de Gelrepas eerst voor het daaropvolgende jaar toegekend.

In beginsel (zie de uitzondering in Artikel 6, tweede lid) wordt iedereen behorend tot de kring van rechthebbenden binnen een kalenderjaar verzocht schriftelijk een nieuwe aanvraag in te dienen voor het daaropvolgende kalenderjaar. Deze oproep dient tevens om te onderzoeken of betrokkene nog tot de kring van rechthebbenden behoort.

Artikel 8

Wanneer men gedurende het kalenderjaar waar de Gelrepas betrekking op heeft niet meer tot de doelgroep behoort in verband met wijziging van het inkomen en/of vermogen, behoudt men het recht op de Gelrepas tot en met 31 december van dat kalenderjaar.