Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Geldend van 01-07-2005 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2005

Intitulé

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

De raad van de gemeente Echt-Susteren,

gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, artikel 8, tweede lid van de Woningwet, artikel 8.11, derde lid, en artikel 8.40 van de Wet milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentwet,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren

d.d. 10 mei 2005;

Mede gezien het advies van:

  • -

    de commissie Middelen d.d. 13 juni 2005

  • -

    het overleg van brandweercommandanten d.d. 22 januari 2002,

  • -

    het overleg van Ambtenaren Openbare veiligheid d.d. 7 januari 2002,

  • -

    de Bestuurscommissie Veiligheid d.d. 1 februari 2002 en,

  • -

    de directeur Sector Veiligheid van 6 februari 2002.

Overwegende dat burgemeester en wethouders krachtens artikel 1, vierde lid van de Brandweerwet de zorg hebben voor:

  • a.

    het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

  • b.

    het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

burgemeester en wethouders krachtens artikel 2 van de Wet rampen en zware ongevallen zijn belast met de voorbereiding van de bestrijding van rampen en zware ongevallen in de gemeente;

de brandveiligheidsverordening, de Woningwet annex bouwverordening, alsmede de Wet milieubeheer voorschriften met betrekking tot (onder meer) de brandveiligheid bevatten;

de uitvoering van werkzaamheden ter zake van deze onderwerpen (mede) tot taak van de brandweer behoort;

burgemeester en wethouders andere werkzaamheden dan hiervoor bedoeld, kunnen aanwijzen die de gemeentelijke brandweer verricht;

het voorts wenselijk is voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen;;

besluit:

Vast te stellen de navolgende “Verordening brandveiligheid en hulpverlening’

Artikel 1 : Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    repressieve taken:

    1e het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    2e het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    3e het uitvoeren van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen;

  • b.

    preventieve taken:

    1e het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    2e het uitvoeren van werkzaamheden terzake van het beperken van rampen en zware ongevallen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen.

    3e (het adviseren over en bijdragen aan) de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en standplaatsen;

    4e (het adviseren over en bijdragen aan) de uitvoering van de brandveiligheidsverordening;

  • c.

    gemeenschappelijke regeling:

    de gemeenschappelijke regeling Regio Noord- en Midden-Limburg;

  • d.

    regionale brandweer:

    de regionale brandweer Sector Veiligheid Regio Noord- en Midden-Limburg.

Artikel 2 : Gemeentelijke brandweer

De gemeente beschikt over een gemeentelijke brandweer.

Artikel 3 : Taken gemeentelijke brandweer

  • 1. De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de regionale brandweer opgedragen taken, uit:

    • a.

      de feitelijke uitvoering van de preventieve en repressieve taken;

    • b.

      andere dan de onder a. genoemde werkzaamheden, te weten:

      • 1e

        het beperken en bestrijden van milieu-incidenten;

      • 2e

        het reinigen van wegen en terreinen bij ongevallen;

      • 3e

        het bestrijden van wateroverlast bij natuurgeweld en/of incidenten;

      • 4e

        het verrichten van wacht- en bewakingsdiensten bij risicovolle situaties (hoogwater Maas, grote evenementen, etc.)

  • 2. Burgemeester en wethouders dragen met betrekking tot de uitvoering van deze taken zorg voor een goede afstemming met de regionale brandweer.

Artikel 4 : Beleidsplan

  • 1. Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad eenmaal per jaar een plan voor over de wijze waarop aan de inhoud van de in artikel 3 omschreven taken uitvoering zal worden gegeven.

  • 2. Dit plan omvat in elk geval:

    • a.

      een omschrijving van de financiële en personele middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de preventieve en repressieve taken;

    • b.

      een omschrijving van de gemeentelijke taken die zijn opgedragen aan de regionale brandweer of andere gemeentelijke brandweerkorpsen binnen de gemeenschappelijke regeling, alsmede van de taken die de gemeentelijke brandweer uitvoert voor de regionale brandweer of brandweerkorpsen van andere gemeenten.

Artikel 5 : Regionale taken

Naast de in artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985 genoemde taken, zijn de volgende taken aan de regionale brandweer opgedragen:

  • a.

    de alarmering van de gemeentelijke brandweer;

  • b.

    het regelen van de organisatie van de specialistische taken en het coördineren van de uitvoering van de specialistische taken;

  • c.

    het opstellen en beheren van een kwaliteitssysteem;

  • d.

    het zorgdragen voor de samenwerking met overige hulpverleningsdiensten;

  • e.

    het bevorderen van de afstemming van de gemeentelijke bedrijfsondersteunende plannen voor de brandweer en het verzorgen van bestuurlijke rapportages dienaangaande;

  • f.

    het beschikbaar stellen van oefenfaciliteiten aan de gemeentelijke brandweerkorpsen.

Artikel 6 : Personeel

Het personeel van de gemeentelijke brandweer bestaat uit:

  • a.

    3 officieren, waarvan:

    • ·

      één commandant;

    • ·

      twee postcommandanten (waarvan één tevens plaatsvervangend commandant);

      en tenminste:

  • b.

    12 onderofficieren;

  • c.

    57 (hoofd)brandwachten

  • d.

    3 preventiefunctionarissen

  • e.

    1 medewerker repressie en preparatie

Artikel 7 : Opleiding en oefening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn.

Artikel 8 : Instructie commandant

De commandant heeft de algemene leiding over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door burgemeester en wethouders vastgestelde instructies.

Artikel 9 : Materieel

  • 1. Het materieel van de gemeentelijke brandweer bestaat tenminste uit:

    • a.

      4 bluseenheden (TAS-LD/HD);

    • b.

      2 materieel/manschappen voertuigen;

    • c.

      1 dienstauto;

  • 2. Toegevoegd regionaal materieel i.v.m. toebedeelde specialistische taken:

    • a.

      1 hulpverleningsvoertuig (HV-1);

    • b.

      1 haakarmvoertuig, in combinatie met:

      • ·

        waterhaakarmbak (10 m3 water + LD-pomp);

      • ·

        hulpverleningshaakarmbak basis;

      • ·

        haakarmbak materiaaldienst

    • c.

      2 meetsets gevaarlijke stoffen t.b.v. de WVD (waarschuwings- en verkenningsdienst).

  • 3. Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht.

Artikel 10 : Bluswatervoorziening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 11 : Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening brandveiligheid en hulpverlening".

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2005.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. 30 juni 2005.

De raad voornoemd,

De griffier, de burgemeester,

M.Schoenmakers, mr. E. Schaftenaar.