Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Ede omtrent de brandveiligheid ‘Brandbeveiligingsverordening Ede 2019’

Geldend van 13-04-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Ede omtrent de brandveiligheid ‘Brandbeveiligingsverordening Ede 2019’

De raad van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van burgmeester en wethouders, zaaknummer 87606;

gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio’s;

besluit vast te stellen de: Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Ede omtrent de brandveiligheid Brandbeveiligingsverordening Ede 2019.

Artikel 1. Bestuurlijke boete

In geval van overtreding van de krachtens artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s gestelde regels kan het college een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste de geldboete, bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s.

Artikel 2. Inwerkingtreding en intrekking oude verordening

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De Brandbeveiligingsverordening 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 3. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Brandbeveiligingsverordening Ede 2019.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 21 maart 2019,

De raad voornoemd,

de griffier, G.H. Hagelstein

de voorzitter, mr. L.J. Verhulst

Toelichting

Algemeen

Op 1 januari 2018 is het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen in werking getreden. Dit besluit komt voort uit de wens, verwoord bij de memorie van toelichting bij de Wet veiligheidsregio’s (Kamerstuk 31 117 nr. 3), om te komen tot een landelijke uniforme regeling. Dit besluit regelt de onderwerpen die tot de inwerkingtreding van dit besluit hun regeling vonden in de gemeentelijke brandbeveiligingsverordening, die voornamelijk betrekking heeft op voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaatsen voor zover die die geen bouwwerken zijn. In de Brandbeveiligingsverordening 2012 is dit aangeduid als inrichtingen en in het veld ook als niet-bouwwerken. Met het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen wordt in het onderwerp van de in de brandbeveiligingsverordening neergelegde regels voorzien. Voor een lokale regeling van een onderwerp dat nationaal uitputtend is geregeld, is geen ruimte. De verplichting om als gemeente een brandbeveiligingsverordening te hebben, staat echter nog in de Wet veiligheidsregio’s. Mogelijk komt deze te vervallen bij een invlechting van dit besluit in het regelcomplex van de Omgevingswet. Zolang de wet Veiligheidsregio’s niet is aangepast, kan de gemeentelijke brandbeveiligingsverordening niet (geheel) worden ingetrokken. De raad is echter ingevolge artikel 64, tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s nog steeds bevoegd om bij verordening te bepalen dat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor overtreding van de regels, gesteld krachtens artikel 3 van de Wet veiligheidsregio’s. Het blijft dus mogelijk een bestuurlijke boete op te leggen.

Artikel 1.

In artikel 1 is de bevoegdheid neergelegd een bestuurlijke boete op te leggen ter handhaving van de regels gesteld krachtens artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s. De hoogte van deze boete is maximaal gelijk aan een geldboete van de derde categorie.