Regeling vervallen per 01-01-2013

Standplaatsenbeleid Dorpshart

Geldend van 30-04-2009 t/m heden

Intitulé

Standplaatsenbeleid Dorpshart

Het college van de gemeente Eemnes heeft het Standplaatsenbeleid Dorpshart vastgesteld.

Deel Inleiding

In het per 1 december 2005 in werking getreden standplaatsenbeleid is over dit beleid in relatie tot het nieuwe dorpshart het volgende opgenomen:

“Over enige jaren zal het nieuwe dorpshart gerealiseerd worden, c.q. zijn. Daarin zijn twee pleinen gepland. Het Winkelcentrum Torenzicht zal verdwijnen, de Braadkamp wordt anders. Deze veranderde situatie zal nopen tot aanpassing van het standplaatsenbeleid, met name voor wat betreft de aangewezen locaties. Een optie is om de standplaats van Torenzicht te verplaatsen naar het Dorpshart. De locatie Braadkamp kan anders worden ingevuld. Wellicht kan het aantal standplaatsen worden uitgebreid (zonder in marktvorming over te gaan).”

Dit heeft geleid tot het volgende voorstel over het nieuwe dorpshart:

“Te zijner tijd:

De standplaats van Torenzicht verplaatsen naar een plein in het nieuw te bouwen dorpshart.

De situering van de standplaats op de Braadkamp opnieuw bezien.

Bezien of het aantal standplaatsen in het Dorpshart kan worden uitgebreid.”

Deel Kader

Voor het nieuw te bouwen winkelcentrum is vooral van belang wat in het standplaatsenbeleid reeds is vermeld over de (on)mogelijkheden binnen het te voeren beleid:

“Voorts blijkt uit jurisprudentie waarop het beleid wel of niet kan worden gebaseerd. Met name is relevant dat het reguleren van de concurrentieverhoudingen door de rechter niet als een huishoudelijk belang (openbare orde) van de gemeente wordt aangemerkt.

Bepalend voor het weigeren van een vergunning is het verzorgingsniveau voor de consument. In beginsel is de concurrentiepositie van een gevestigde winkelier geen reden om een standplaatsvergunning te weigeren. Als uitzonderingssituatie wordt geaccepteerd de bescherming van winkeliers in een nieuw opgezet winkelcentrum gedurende een bepaalde (aanloop)periode. De consument heeft namelijk belang bij het opzetten van een voldoende voorzieningenniveau.

Ook als het voortbestaan van de enige winkel in het verzorgingsgebied in gevaar komt als vanaf een standplaats dezelfde goederen worden aangeboden, kan dit reden zijn de standplaatsvergunning te weigeren. Immers, als de winkel verdwijnt, zal er op de dagen dat de standplaats er niet is geen aanbod zijn van de desbetreffende goederen. Deze situatie zal wel moeten worden onderbouwd met de boekhouding van de winkelier. Ook een distributieplanologisch onderzoek kan gegevens ter zake aanleveren.”

Zoals hieruit blijkt is het mogelijk om een vergunning te weigeren in de situatie dat winkeliers in een nieuw opgezet winkelcentrum mogen worden beschermd met het oog op het consumentenbelang bij het opzetten van een voldoende voorzieningenniveau.

Deel Beoordeling

In Eemnes doet zich het geval voor dat een aantal reeds gevestigde winkeliers verplaatsen. De verplaatste, maar ook de nieuw te vestigen, winkeliers hebben behoorlijke aanloopkosten. Het is echter de vraag of deze dusdanig zijn dat het innemen van standplaatsen (eventueel in bepaalde branches) kan worden tegengegaan. Op basis van de beschikbare distributie planologische onderzoeken kan dit niet worden beoordeeld. Verdedigbaar is echter wel, dat gedurende een periode van 3 jaar, een zeer terughoudend beleid wordt gevoerd ten aanzien van het uitgeven van standplaatsen.

Voor nieuw te vestigen winkeliers zal de situatie pas kunnen worden bekeken als deze zich hebben aangediend. Pas aan de hand van de persoonlijke (financiële) situatie van de winkelier kan worden beoordeeld of een standplaats een bedreiging zal zijn voor de desbetreffende winkel.

Aspecten aanwezigheid standplaatsen:

Enkele aspecten die in aanmerking kunnen worden genomen:

o Geen standplaats op de dag van de weekmarkt (in casu is dat de donderdag).

o De winkels die in het nieuwe centrum worden gevestigd. Dit is nog onbekend. Vooralsnog wordt in ieder geval uitgegaan van 2 supermarkten, de bakker, de boekwinkel, de kapper, de slijter en het cafetaria.

o De standplaatsen blijven voorlopig gehandhaafd op Torenzicht totdat Dorpshart gereed is.

o Het kan zijn dat een standplaats juist een bezoekersaantrekkende werking heeft en daarom juist gewenst is bij een (nieuw) winkelcentrum.

o De locatie: waar eventuele standplaatsen in het nieuw te bouwen dorpscentrum kunnen worden geplaatst hangt af van diverse aspecten. Zo moet worden getoets aan de criteria die zijn neegelegd in de van toepassing zijnde APV-bepaling, o.a. verkeersveiligheid, (geluids/ stank)overlast, uiterlijk aanzien.

Deel Feitelijke situatie

Op Torenzicht wordt op dit moment standplaats ingenomen op maandagochtend (brood en koek) en dinsdag tot en met zaterdag de hele dag (3 x vis, 1x loempia’s en 1x bloemen en planten).

Op de Braadkamp wordt zaterdagmiddag een standplaats ingenomen (vis).

Op de dag van de weekmarkt (donderdag) staat er ook een standplaats op Torenzicht (vis). Op de weekmarkt is ook een viskraam aanwezig.

De huidige standplaatshouders zijn in de vergunning op de hoogte gesteld van de wijzigingen die op handen zijn.

Deel Beleid voor het Dorpshart

o De uitgangspunten van het Standplaatsenbeleid 2005 blijven gehandhaafd;

o Behoudens overgangsrechten worden twee in te nemen standplaatsen op een nader te bepalen locatie in het Dorpshart van Eemnes toegestaan;

o Er worden, in eerste instantie gedurende 3 jaar vanaf de opening van het nieuwe Dorpshart, geen nieuwe standplaatsen toegestaan voor branches die in het winkelcentrum zijn vertegenwoordigd;

o Voor Torenzicht en Eemhof wordt een uitsterfbeleid gehanteerd. De standplaats op Torenzicht wordt gehandhaafd zolang dit mogelijk is. Wanneer het Dorpshart gereed is wordt de standplaats daarheen verplaatst. Op Torenzicht worden dan geen nieuwe standplaatsen toegestaan;

o Op de dag van de weekmarkt (donderdag) kan geen standplaats in het Dorpshart worden ingenomen. Dit betekent dat de standplaats die thans op die dag op Torenzicht wordt ingenomen niet voor die dag kan worden verplaatst (dit moet uiteraard correct aan de betrokkene worden meegedeeld);

o Uitgegaan wordt van branchering, dat wil zeggen zo veel mogelijk elke dag een andere branche die een standplaats inneemt;

o Indien nodig wordt geanticipeerd op de te verdelen standplaatsen in het Dorpshart;

o Drie jaar na de ingebruikname van het Dorpshart wordt situatie te geëvalueerd.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 6 januari 2009.