Regeling vervallen per 01-01-2024

Bomenverordening Gemeente Margraten 2010

Geldend van 05-12-2012 t/m 31-12-2023

Intitulé

Bomenverordening Gemeente Margraten 2010

De Raad van de gemeente Margraten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebied;

besluit:

vast te stellen:

1. Bomenverordening Gemeente Margraten 2010;

2. Bomenfonds Gemeente Margraten 2010.

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave 2

Bomenverordening gemeente Margraten 2010 3

Aanleiding en doel 3

Artikel 1: Begripsomschrijvingen 4

Artikel 2: Kaart en lijst beschermde bomen 4

Artikel 3: Kapverbod 5

Artikel 4: Criteria 5

Artikel 5: Procedure 5

Artikel 6: Ontheffingsvoorschriften 6

Artikel 7: Herplant-/instandhoudingplicht 6

Artikel 8: Afstand van de erfgrenslijn 6

Artikel 9: Schadevergoeding 6

Artikel 10: Bestrijding boomziekten 6

Artikel 11: Strafbepaling 7

Artikel 12: Slotbepaling 7

Artikelgewijze toelichting Bomenverordening gemeente Margraten 2010 8

Artikel 1: Begripsomschrijvingen 8

Artikel 2: Kaart en lijst beschermde bomen 9

Artikel 3: Kapverbod 9

Artikel 4: Criteria 10

Artikel 5: Procedure 10

Artikel 6: Ontheffingsvoorschriften 11

Artikel 7: Herplant-/instandhoudingsplicht 11

Artikel 8: Afstand van de erfgrenslijn 11

Artikel 9: Schadevergoeding 12

Artikel 10: Bestrijding boomziekten 12

Artikel 11: Strafbepaling 12

Artikel 12: Slotbepaling 12

Bomenverordening gemeente Margraten 2010

Aanleiding en doel

Gezien de wens tot deregulering en vereenvoudiging van het vergunningstelsel en de bescherming van waardevolle en monumentale bomen is op 8 april 2008 door de Raad van de gemeente Margraten de kadernota Bomenbeleid gemeente Margraten vastgesteld. Om de bescherming van bomen effectiever te kunnen regelen kiest Margraten voor een bomenverordening. De bomenverordening van de gemeente Margraten is ten dele gebaseerd op het model bomenverordening van de landelijke Bomenstichting.

Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat naast de Bomenverordening andere wet- en regelgeving op bomen en houtopstanden van toepassing kan zijn, bijvoorbeeld Flora- en Faunawet, Natuurbeschermingswet, Boswet, Europese natuurbeschermingsrichtlijnen, bestemmingsplan, bouw- en aanlegvergunning, monumentenvergunning en andere ruimtelijke wet- en regelgeving.

Bomenverordening gemeente Margraten 2010

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    boom: Een houtachtig, opgaand gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 20 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.

  • b.

    houtopstand: Eén of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een holle weg, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg, met de onder sub a genoemde minimale dwarsdoorsnede. Vlak- en lijnvormige landschapselementen waar bomen en struiken onderdeel van uitmaken.

  • c.

    beschermde boom: Boom of houtopstand opgenomen op de kaart en bijbehorende lijst beschermde bomen als bedoeld in artikel 2 van deze bomenverordening. Deze bijbehorende lijst wordt geacht een nadere toelichting te zijn op de kaart.

  • d.

    kaart: Een beleidskaart met daarop aangegeven de solitaire bomen, boomgroepen, boomstructuren en boomgebieden onderverdeeld naar de volgende beleidscategorieën: monumentale bomen en waardevolle bomen.

  • e.

    vellen: Rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen, knotten of andere vormsnoei; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de boom ten gevolge kunnen hebben.

  • f.

    boomwaarde: De financiële waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Beëdigde Taxateurs van Bomen.

  • g.

    bomen effect analyse: Een gestandaardiseerde beoordeling van mogelijke effecten van voorgenomen bouw of aanleg voor een houtopstand en/of individuele boom, op basis van landelijke richtlijnen van de Bomenstichting.

Artikel 2: Kaart en lijst beschermde bomen

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders heeft een kaart met bijbehorende lijst ‘beschermde bomen’ vastgesteld. Deze lijst bevat in ieder geval de bomen voorkomende in het landelijke Register van Monumentale Bomen van de landelijke Bomenstichting aangevuld met lokale waardevolle en/of toekomstige monumentale bomen en houtopstanden.

  • 2. Beschermde bomen dienen in hun oorspronkelijke beeld en conditie behouden te blijven.

  • 3. De kaart en ‘lijst beschermde bomen’ omvat in ieder geval een voor een ieder goed herkenbare omschrijving, de standplaats, de soortaanduiding, gegevens eigenaar, gegevens eigendom en het kadastrale perceelsnummer.

  • 4. De eigenaar van een beschermde boom is verplicht het college van burgemeester en wethouders onmiddellijk mededeling te doen van:

    • a.

      eigendomsoverdracht van een beschermde boom alsmede de vestiging van zakelijke rechten betreffende beschermde boom;

    • b.

      het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de beschermde boom;

    • c.

      de dreiging dat de beschermde boom geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan.

  • 5. Besluiten inzake de totstandkoming dan wel de herziening van de kaart en de ‘lijst beschermde bomen’ worden openbaar gemaakt door kennisgeving op internet en in een huis-aan-huis blad. De eigenaren van beschermde bomen ontvangen een besluit tot plaatsing van hun boom op de kaart en de lijst beschermde bomen.

  • 6. Het college van burgemeester en wethouder beheert een bomenfonds, waaruit het college een bijdrage kan verlenen in de kosten van maatregelen, die noodzakelijk zijn voor het duurzaam in stand houden van beschermde bomen, die als monumentaal zijn aangemerkt.

Artikel 3: Kapverbod

  • 1. Het is ten allen tijde verboden zonder ontheffing van het college van burgemeester en wethouders beschermde bomen te vellen of te doen vellen.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde verbod behoudens ontheffing geldt eveneens voor:

    • a.

      houtopstand is aangelegd op basis van een inzake herplant- en instandhoudingplicht op grond van artikelen 6 of 7 van deze verordening;

    • b.

      houtopstand is aangelegd op grond van een overeenkomst met een publiekrechtelijk

      bestuursorgaan;

    • c.

      houtopstand, welke is aangelegd ingevolge van een aanlegvergunning, projectbesluit, ontheffing, herziening of wijziging of vrijstelling van een bestemmingsplan, of als gevolg van een verleende ontheffing van het bestemmingsplan of gelijksoortig plan.

  • 3. Het in lid 1 en lid 2 gestelde verbod geldt niet voor:

    • a.

      houtopstanden die moet worden geveld krachtens een aanschrijving van het college van burgemeester en wethouders, zulks onverminderd het bepaalde in de artikelen 6 en 7 van deze verordening;

    • b.

      reguliere onderhoudswerkzaamheden aan houtopstand, zoals dunning en het periodiek knotten of kandelaberen als cultuurmaatregel bij daarvoor geschikte boomsoorten, zijnde een noodzakelijke beheermaatregel bij knotbomen, gekandelaberde bomen of lei- en vormbomen.

Artikel 4: Criteria

Nadat de alternatieven voor velling uitputtend zijn onderzocht wordt een ontheffing voor het vellen van een beschermde boom slechts bij uitzondering verleent, indien:

  • a.

    een zwaarwegend maatschappelijk belang opweegt tegen het duurzaam behoud van de beschermde boom, die een monumentale status heeft;

  • b.

    een algemeen maatschappelijk belang opweegt tegen het duurzaam behoud van de beschermde boom, die een waardevolle status heeft en voor de houtopstanden van art. 3 lid 2 a, b en c;

  • c.

    naar boomdeskundige maatstaven instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of ernstige schade.

Artikel 5: Procedure

  • 1. Onverminderd het bepaalde inzake een aanvraag in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht moet de ontheffing gemotiveerd worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de beschermde houtopstand te beschikken onder verwijzing naar de locatie van de beschermde houtopstand op de kaart en lijst beschermde bomen of met situatieschets en twee digitale foto’s.

  • 2. Voor de ontheffingsaanvraag dient gebruik te worden gemaakt van het door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde formulier.

  • 3. Van een aanvraag van een ontheffing wordt overeenkomstig afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht (Awb) onverwijld na ontvangst kennis gegeven in een huis-aan-huisblad en op de gemeentelijke internetpagina. Een ieder kan gedurende 4 weken na de bekendmaking zijn zienswijze geven.

  • 4. De beslissing op een aanvraag van een ontheffing tot vellen kan worden opgeschort als de aanvraag is ingediend in samenhang met de realisatie van een ander vergunning- of ontheffingsplichtig werk, zolang op die andere aanvraag niet is beslist.

  • 5. Van het besluit tot verlening of weigering van een ontheffing wordt onverwijld kennisgeving gedaan in een huis-aan-huisblad en op de gemeentelijke internetpagina onder gelijktijdige verzending aan aanvrager. Bij deze kennisgeving wordt de concrete datum van verzending aan de aanvrager genoemd als begin van de bezwaartermijn van 6 weken van artikel 7:1 Awb.

  • 6. De ontheffing tot vellen als bedoeld in deze verordening vervalt indien daarvan niet binnen maximaal één jaar na het onherroepelijk zijn van de ontheffing gebruik is gemaakt, tenzij hiervan bij besluit gemotiveerd is afgeweken.

Artikel 6: Ontheffingsvoorschriften

  • 1. Aan de ontheffing wordt het standaard voorschrift verbonden dat niet tot vellen mag worden overgegaan de dag nadat de bezwaartermijn is afgelopen. Indien gedurende de bezwaartermijn een bezwaar is ingediend, wordt de ontheffing pas van kracht één week nadat op dat bezwaar is beslist.

  • 2. Tot de aan de ontheffing te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het college van burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen moet worden herplant en op welke wijze en binnen welke termijn niet-geslaagde beplanting moet worden vervangen.

  • 3. Aan de ontheffing kan het voorschrift verbonden worden dat de boomwaarde van te vellen boom of houtopstand wordt gestort in het gemeentelijk herplantfonds.

  • 4. Tot aan de ontheffing te verbinden voorschriften kunnen behoren aanwijzingen ter bescherming van in en rond de houtopstand voorkomende flora en fauna.

Artikel 7: Herplant-/instandhoudingplicht

  • 1. Indien een boom of houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, zonder ontheffing van het college van burgemeester en wethouders, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het college van burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de boom of houtopstanden bevond, dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn van deze verordening.

  • 2. Wordt een verplichting als bedoeld in lid 1 opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald op welke wijze en binnen welke termijn niet-geslaagde beplanting moet worden vervangen.

  • 3. Indien een boom of houtopstand waarop het verbod als bedoeld in deze verordening van toepassing is, in het voortbestaan ernstig worden bedreigd kan het college van burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de boom of houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn, voorzieningen te treffen waardoor die bedreiging wordt weggenomen of een bomen effect analyse op te stellen.

  • 4. Indien herplant ter plaatse niet mogelijk is, kan de verplichting opgelegd worden dat de boomwaarde van te vellen boom of houtopstand wordt gestort in het gemeentelijk herplantfonds.

  • 5. Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 8: Afstand van de erfgrenslijn

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op nihil voor bomen, heesters en heggen in het geval van publiek eigendom.

Artikel 9: Schadevergoeding

Het college van burgemeester en wethouders beslissen op een verzoek om schadevergoeding bij weigering van een ontheffing tot vellen op grond van artikel 17, juncto artikel 13 lid 4 van de Boswet.

Artikel 10: Bestrijding boomziekten

  • 1. 1) Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college van burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a.

      conform richtlijnen van de gemeente de gevelde houtopstand direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen;

    • b.

      de houtopstand ter plaatse te vellen.

  • 2. 2) Het is verboden gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.

  • 3. 3) Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het onder lid 2 van dit artikel gestelde verbod.

  • 4. 4) Het niet voldoen aan de in het lid 1 bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden verricht.

Artikel 11: Strafbepaling

  • 1. Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 2 lid 5, artikel 5 lid 4, artikel 10 van deze verordening is gegeven, onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in artikel 6 of artikel 7 van deze verordening is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te handelen.

  • 2. Hij die handelt in strijd met artikel 3 van deze verordening, dan wel een voorschrift onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in het vorige lid niet nakomt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechtelijke veroordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de monetaire boomwaarde.

  • 3. De op grond van dit artikel ingestelde strafvervolging laat onverlet de mogelijkheid tot het instellen door het college van burgemeester en wethouders van een privaatrechtelijke vordering tot schadevergoeding wegens schade aan bomen of houtopstanden.

Artikel 12: Slotbepaling

  • 1. De kapvergunningaanvragen die zijn ingediend voor de in inwerkingtreding van deze verordening, vallen onder de A.P.V. die van kracht was voorafgaande aan deze verordening.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Bomenverordening gemeente Margraten 2010”.

  • 3. Deze verordening treedt in werking, de dag nadat deze is bekendgemaakt.

  • Aldus vastgesteld tijdens de openbare raadsvergadering van 15 juni 2010

  • De Griffier, De Voorzitter,

  • T.H.M. Theeven J.H.M. Bronckers

Artikelgewijze toelichting Bomenverordening gemeente Margraten 2010

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Boom: Afbakening van het begrip boom is van belang in verband met het aangeven van de ondergrens van de bescherming. Een minimale diktemaat is de meest gangbare en meest heldere vorm van afbakening. Andere vormen, zoals het vrijgeven van bepaalde boomsoorten (erven, tuinen of wijken) of leeftijdscategorieën, leiden sneller tot misverstanden en vergissingen. Om dezelfde reden wordt het werken met omtrekmaten ontraden, omdat niet iedereen het verschil meteen (her)kent tussen doorsnede en omtrek.

  • 2.

    Houtopstand: Een kernbegrip van deze verordening. Door dit begrip wordt duidelijk dat de bescherming in sommige gevallen betrekking heeft op meer dan bomen alleen.

  • 3.

    Boomvormer: Een boomvormer is een houtig, opgaand gewas met

  • 4.

    ontwikkeling van één of meer hoofdtakken. Een boomvormer kan uitgroeien tot een boom, een meerstammige boom of een boomachtige struik. In het alledaagse spraakgebruik heeft een boom één of slechts enkele stammen. In de natuur bestaat er echter een geleidelijke overgang: heester - struik - struikachtige boom - (meerstammige) boom.

  • 5.

    Hakhout: Eén of meer bomen of boomvormers, die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen. Hakhout werd vroeger geteeld ten behoeve van de houtopbrengst (geriefhout). Na het afzetten (afzagen) liep de opstand opnieuw uit en ging dus als element niet verloren. Nog voorkomend hakhout is nu in de meeste gevallen uitgegroeid tot zwaar hout en voor het afzetten ervan bestaat nagenoeg geen economische noodzaak/belangstelling meer. De bestaande hakhoutopstanden worden door de Gemeente Margraten als waardevol landschapselement beschouwt.

  • 6.

    Houtwal: Lijnvormige bosaanplant hoofdzakelijk bestaande uit inheemse heesters, struiken en boomvormers.

  • 7.

    (lint) Begroeiing: Vanwege de grote ecologische waarde van dergelijke begroeiingen (bijv. een meidoorn- of mispelhaag) is bescherming hiervan een noodzaak. Er staat "begroeiing" in plaats van beplanting om ook spontaan opgeslagen groen bescherming te bieden.

  • 8.

    Bosplantsoen: Aanplant van jong bos, bestaande uit hoofdzakelijk heesters, struiken en boomvormers.

  • 9.

    Struweel: Een begroeiing van hoofdzakelijk inheemse soorten heesters en struiken.

  • 10.

    Heg: Een lintvormige aanplant van heesters of struiken, al dan niet in een vorm gesnoeid, met een minimale lengte van 3 meter.

  • 11.

    Beschermde boom: Het kernbegrip van deze verordening, waarop het kapverbod en de ontheffingplicht van toepassing is. Een boom of houtopstand is beschermd indien deze is aangewezen en vastgelegd op de Kaart en is opgenomen in de bijbehorende lijst beschermde bomen.

  • 12.

    Kaart: Een beleidskaart biedt het voordeel dat snel te zien is wat waar beschermd is.Een kaart werkt daarom efficiënter dan enkel een lijst. De bijbehorende lijst dient als nadere toelichting op de kaart. Dat betekent dat in geval van een verschil tussen kaart en lijst, de lijst geraadpleegd dient te worden om erachter te komen wat de motivering van de bescherming is en daarmee de omvang van de bescherming.

  • 13.

    Vellen: Elke wijze van het te gronde richten van een houtopstand ongeacht of dit gedeeltelijk is, bijvoorbeeld bij kappen, of volledig, zoals bij rooien (inclusief stobbe verwijderen). Ook ingrepen die een ingrijpende wijziging betekenen, zoals kandelaberen, knotten of het snoeien van meer dan 20 procent van het kroonvolume, vallen onder vellen. Dit om het ernstig beschadigen of ontsieren van een boomkroon tegen te kunnen gaan. Het in stand houden door periodieke snoei van de door kandelaberen of knotten ontstane kroonvorm is niet ontheffingplichtig. De eerste keer kandelaberen, rigoureuze vormsnoei of knotten is wel ontheffingplichtig. Het verwijderen van hoofdwortels, waarvan kan worden aangenomen dat daardoor de houtopstand ernstige schade oploopt, valt eveneens onder het begrip vellen. Door de verordening ook van toepassing te laten zijn op het ernstig beschadigen of ontsieren van samengestelde verschijningsvormen, worden grootschalige ingrepen in houtopstand eveneens ontheffingplichtig.

  • 14.

    Kandelaberen: is het op latere leeftijd sterk inkorten (meer dan 50% van de lengte) van de gesteltakken van een boom, waardoor er alleen nog takstompen overblijven. Kandelaberen is een maatregel waarbij de boom verminkt wordt en kan verzwakken. Kandelaberen kan een vorm van vormsnoei zijn en onderdeel vormen van een periodieke beheermaatregel om een bepaalde boomvorm te handhaven. De eerste keer kandelaberen van beschermde bomen is ontheffingsplichtig.

  • 15.

    Knotten: is het periodiek geheel of gedeeltelijk verwijderen van uitgelopen takhout tot op de oude snoeiplaats. Een knotboom ontstaat door de boom op een bepaalde hoogte af te zagen. Knotten kan een vorm van vormsnoei zijn en onderdeel vormen van een periodieke beheermaatregel om een bepaalde boomvorm te handhaven.

  • 16.

    Boomwaarde: De richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen en houtige gewassen (www.boomtaxateur.nl) voor de monetaire boomwaarde worden jaarlijks vastgesteld aan de hand van de prijsindexcijfers van het CBS, marktprijsgemiddelden en andere kengetallen. De richtlijnen gelden als de meest deskundige methodiek voor de wijze van vaststellen van de geldwaarde van bomen en zijn in de rechtspraak erkend. Het spreekt overigens voor zich dat bomen ook vele andere waarden dan monetaire waarde kunnen vertegenwoordigen.

  • 17.

    Bomen effect analyse: Waardevolle houtopstanden worden regelmatig (ernstig) beschadigdof vernietigd door bouw en aanleg van huizen, wegen, rioleringen of kabels en leidingen. Vaak gebeurt dit ongewenst en onbedoeld, omdat er te laat is gekeken naar de gevolgen voor de bomen, waardoor ze niet ingepast of (onherstelbaar) beschadigd raken. De bomen effect analyse (BEA) is de landelijke richtlijn van de Bomenstichting voor een nauwgezette en onafhankelijke beoordeling, voorafgaand aan de voorgenomen bouw of aanleg. Deze standaardisering waarborgt de boomtechnische kwaliteit en garandeert een goede beoordeling van alle effecten en mogelijke alternatieven. Een BEA dient uitgevoerd te worden door een deskundig boomverzorger of boomtechnisch adviseur. De resultaten van deze beoordeling kunnen vervolgens worden meegenomen in de besluitvorming rond bouw of aanleg.

Artikel 2: Kaart en lijst beschermde bomen

  • 1. De lijst met beschermde bomen bevat bijzondere beschermwaardige bomen en andere houtopstanden. De lijst kan ook houtopstanden bevatten met een kleinere dwarsdoorsnede dan in artikel 1 genoemd. Op deze wijze kan (landschappelijk) waardevolle houtopstand, zoals beeldbepalende graften, holle wegen of een nieuw aangeplante herdenkingsboom met een kleinere diktemaat toch bescherming genieten.

  • Duurzaam behoud van houtopstand op de lijst van beschermde bomen heeft een hoge prioriteit. De houtopstand is extra beschermd doordat alleen bij hoge uitzondering een ontheffing wordt verleend.

  • 3. Naast de in lid 3 genoemde gegevens per houtopstand kan een redengevende beschrijving worden toegevoegd. De redengevende beschrijving is een zorgvuldige motivering van de reden(en) waarom de desbetreffende houtopstand is aangewezen als beschermde boom. Een nauwgezette omschrijving voorkomt niet alleen juridische complicaties, maar creëert tevens draagvlak voor het duurzaam in stand houden van deze beschermde bomen. De beschrijving geeft meer inzicht en duidelijkheid omtrent de natuur-, milieu-, cultuurhistorische- en andere waarden en eventuele bijzondere functies van de houtopstand. Daarnaast is de redengevende beschrijving een toetsingskader voor een aanvraag van een ontheffing, waardoor een besluit beter gemotiveerd en afgewogen kan worden. Verder wordt hier aangegeven waaraan een lokale beschermde bomenlijst minimaal moet voldoen. Het is belangrijk om de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde en het kadastraal perceelsnummer te weten. Daarnaast zijn boomsoort en stamomvang belangrijke gegevens om vast te leggen.

  • 5. Eigenaren van aangewezen beschermde bomen ontvangen een besluit tot plaatsing op de lijst van beschermde bomen waartegen bezwaar en beroep openstaat. Het ligt voor de hand dat ook informeel overleg en inspraak vooraf met de eigenaren wordt betracht.

Artikel 3: Kapverbod

  • 1. Gekozen is voor een beperkt en concreet kapverbod voor aangewezen beschermde bomen (let op : onder beschermde boom valt ook houtopstand) geplaatst op kaart en bijbehorende lijst beschermde bomen. Er is bewust gekozen voor een ontheffingenstelsel in plaats van een vergunningenstelsel om aan te geven dat in beginsel een ontheffing slechts bij hoge uitzondering wordt verleend. Ook bij interpretatieverschillen, bij gerede twijfel of bij tegenstrijdige deskundigenadviezen en vergelijkbare randgevallen geldt dat de ontheffing niet wordt verleend. Een ontheffing is dus een uitdrukking van een juridisch voorzorgbeginsel. Dit in tegenstelling tot een vergunning die bij twijfelgevallen in beginsel wel verleend wordt.

  • Dode houtopstand: Er wordt voor het kapverbod geen onderscheid gemaakt tussen vitale en afgestorven houtopstand. Hiermee kan voorkomen worden dat een kwaadwillende boomeigenaar er voor zorgt dat een gezonde boom dood gaat of `bij vergissing´ een gezonde boom kapt. Het kan tevens wenselijk zijn om dode bomen te bewaren vanwege hun ecologisch waardevolle functies of omdat er wettelijk beschermde diersoorten in nestelen.

  • 2. De drie genoemde categorieën houtopstanden vallen eveneens onder het kapverbod om de dagelijkse praktijk van het groen- en bomenbeheer niet te frustreren. Houtopstand aangeplant in het kader van een herplantplicht of instandhoudingplicht mag natuurlijk niet weer vrijelijk gekapt kunnen worden. Hetzelfde geldt voor houtopstand, die in het kader van een overeenkomst met gemeente of provincie aangeplant of in het kader van ruimtelijk projecten is aangelegd.

  • 3. a. Indien sprake is van acute boomziekten moet het kapverbod buiten werking gesteld zijn.

  • b.In geval sprake is van het voor de eerste maal knotten of kandelaberen van bomen die op de lijst beschermde bomen staan, of deel uitmaken van de bomen als vermeld in art. 3 lid 2 geldt dat deze handelingen ontheffingsplichtig zijn.

Artikel 4: Criteria

Dit artikel bevat de criteria, die in ieder besluit inzake een aanvraag tot vellen genoemd moeten worden. Stilzwijgend wordt ervan uitgegaan dat (te) zieke of gevaarlijke bomen altijd voor ontheffing in aanmerking zullen komen. De Burgemeester kan toestemming geven tot direct vellen, indien sprake is acuut gevaar of vergelijkbaar spoedeisend belang. Direct vellen als gevolg van grote gevaarzetting of vergelijkbaar spoedeisend belang van openbare orde of veiligheid is bedoeld aan te sluiten bij de bevoegdheden van de Burgemeester op grond van de artikelen 173 en 175 van de Gemeentewet. Indien bouw of aanleg ter plaatse van de beschermde houtopstand de reden tot de ontheffingaanvraag is, moet allereerst duidelijk zijn dat met de realisatie van bouw of aanleg een zwaarwegend of algemeen maatschappelijk belang gemoeid is. Individuele particuliere belangen of kleine maatschappelijke belangen kunnen dus niet tot velling van een beschermde houtopstand leiden. Vervolgens moet in alle gevallen voorafgaand aan een eventuele ontheffing de alternatieven voor (her)inrichting of andere aanpassing van de plannen voldoende onderzocht zijn en dan onmogelijk of zeer onwenselijk zijn aangemerkt.

Het onderscheid tussen a. en b. beoogt om beschermde bomen met een monumentale status een extra goede bescherming te bieden en de overige beschermde bomen een iets lichtere bescherming.

Indien gevaarzetting (voorkomen van letsel of ernstige schade) reden tot de ontheffingsaanvraag is, moeten voorafgaand aan een eventuele ontheffing de (boomverzorging) alternatieven voor kap voldoende onderzocht zijn en als onmogelijk of zeer onwenselijk zijn aangemerkt.

Artikel 5: Procedure

  • 1. Schriftelijke of digitale aanvraag is vanzelfsprekend noodzakelijk. Een situatieschets, op te stellen door de aanvrager, blijkt in de praktijk nodig aangezien men anders een tweede maal de ontheffing voor een andere houtopstand zou kunnen gebruiken. Een situatieschets, in het geval van artikel 3 lid 2 genoemde gevallen, is verplicht om misverstand over de exacte boom/houtopstand te voorkomen. Indien de aanvraag het gevolg is van een geplande verandering van de situatie is zowel een tekening nodig van de bestaande situatie als van de toekomstige situatie. Op het aanvraagformulier moet dit zijn aangegeven.

  • Aanvragers kunnen slechts zijn: eigenaren van of zakelijk gerechtigden tot een houtopstand.

  • Zakelijk gerechtigden zijn in beginsel degenen die een notariële akte kunnen overleggen inzake een recht van erfpacht, pacht, opstal, erfdienstbaarheid, vruchtgebruik of pootrecht betreffende de houtopstand.

  • Huurders hebben een persoonlijk en geen zakelijk recht. Zij moeten dus de schriftelijke toestemming voor kapaanvraag overleggen van de verhuurder, die eigenaar van de houtopstand is. De eigenaar van een houtopstand kan bij (huur)overeenkomst of bij machtiging zijn huurders het recht tot ontheffingaanvraag verlenen.

  • Publiekrechtelijke bevoegdheden. Ook de gemeente zelf, waterschappen, hoogheemraadschappen of andere publiekrechtelijke instanties (provincie, Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer, Ministeries, enz.) kunnen aanvrager zijn. Zij volgen dezelfde procedure als andere aanvragers.

  • 3. Bekendmaking en kennisgeving. Een advertentie van de aanvraag onmiddellijk na ontvangst (datum postkamer) in een huis-aan-huisblad blijkt in de praktijk de beste manier om tijdig een inzicht te krijgen in alle betrokken belangen zodat een zorgvuldig voorbereide belangenafweging kan worden gemaakt. Wel moet een aanvraag volledig zijn. Indien een onvolledige aanvraag niet tijdig is aangevuld, vervalt hij. Belangrijk is ook het gelijktijdig kennis geven van een besluit en het verzenden aan aanvrager en belanghebbenden. Dit om belanghebbenden en aanvrager een gelijkwaardige rechtspositie te geven met gelijklopende termijnen. Dit vergt wel een goede interne afstemming van ambtelijke ondersteuning. Het is verstandig eerst zeker te zijn van de datum van publicatie van een besluit in een huis-aan-huisblad alvorens tot verzending aan de aanvrager over te gaan. Het is essentieel om de concrete datum vanaf welk moment de periode van zienswijze of bezwaar ingaat expliciet te noemen in het blad en op de website.

  • 6. Dit artikel blijkt nodig te zijn om misbruik van oude kapontheffingen tegen te gaan. Bij meerjarigeprojecten is het soms voorzienbaar en nodig om af te wijken. In het geval het een ontheffing voor het vellen van meer dan één boom betreft, is de ontheffing voor alle bomen slechts één jaar geldig, ook als in fasen geveld wordt of één boom of enkele bomen al geveld zijn.

Artikel 6: Ontheffingsvoorschriften

  • 1. Standaardvoorschrift van niet-gebruik. Dit artikel is bedoeld om te vermijden dat de boom al feitelijk gekapt is voordat derden kennis van de kapontheffing hebben kunnen nemen. Aansluiting is gezocht met formuleringen en systematiek uit de rechtspraak en de afstemming van de bouwvergunning op de milieuvergunning. De opschortende werking van dit standaardvoorschrift is niet van toepassing tijdens de beroepstermijn. Dit is gedaan om oneigenlijk gebruik door bezwaarmakers te voorkomen. Bezwaarmakers moeten om tussentijdse kap te verkomen tijdens de beroepstermijn tegelijkertijd met het indienen van een beroepsschrift een verzoek tot voorlopige voorziening indienen bij de afdeling bestuursrechtspraak van de rechtbank. Ter voorkoming van directe kap na het ongegrond verklaren van de bezwaren, is een termijn van één week vastgesteld waarin niet gekapt mag worden en de bezwaarmakers de mogelijkheid hebben een beroepschrift en een verzoek tot voorlopige voorziening in te dienen.

  • 2. Herplantplicht. De voorschriften moeten concreet en precies worden uitgewerkt, bijvoorbeeld naar locatie, boomsoort of grootte. Uit de rechtspraak naar aanleiding van de herplantplicht blijkt dat beleidsmatige uitwerking van aard en omvang van de herplantplicht noodzakelijk is.

Artikel 7: Herplant-/instandhoudingsplicht

  • 1. Voorschriften. Herplantvoorschriften moeten concreet en eenduidig zijn en mogen zeer gedetailleerd soort, locatie en plantwijze voorschrijven mits dit in het gangbare beleid past. De wijze waarop de zelfstandige herplant- en instandhoudingsplicht wordt uitgevoerd, vraagt dus om beleidsmatige uitwerking. Deze uitwerking kan deel uitmaken van een breder opgezet handhavingsbeleid. Factoren die daarbij een rol spelen, zijn de ernst van de overtreding, de mate van (on)verantwoordelijkheid die aan de overtreder kan worden toegekend en de feitelijke mogelijkheden tot uitvoering van een herplant. Financiële herplant wordt vooral toegepast bij bouwactiviteiten. Hiervan is sprake als bij bouwplannen een eventuele herplantverplichting in eerste instantie niet kan worden voldaan. Indien sprake is van natuur geweld of afsterven van een boom door ouderdom, ziekte en/of aantasting, zal bij particuliere bomen geen herplantplicht worden opgelegd indien de boom niet een buitengewone en monumentale functie heeft.

  • 5. Financiële herplant. Burgemeester en wethouders bepalen de hoogte van de financiële bijdrage na taxatie door een onafhankelijk taxateur van bomen aangesloten bij de N.V.T.B (www.boomtaxateur.nl).

Artikel 8: Afstand van de erfgrenslijn

De leden één en twee van artikel 42 Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek geeft het bekende verwijderingrecht voor een buur voor bomen binnen twee meter en heesters en hagen binnen een halve meter van de erfgrenslijn. Maar in artikel 5:42 lid 2 is toegevoegd: "tenzij ingevolge een verordening of een plaatselijke gewoonte een kleinere afstand is toegelaten". Daarom is in deze verordening dit artikel toegevoegd dat de erfgrensafstand aanzienlijk verkleint voor zover het publieke bomen, heesters of heggen betreft. Dit bespaart de gemeente ook veel tijd, geld en geschillen. Met "nihil" voor heggen en heesters is bedoeld deze natuurlijke wijze van erfbegrenzing te beschermen en tot de normale standaard te maken.

Artikel 9: Schadevergoeding

De Boswet schrijft voor dat een gemeentelijke verordening dit artikel moet bevatten, hoewel uit de rechtspraak geen enkel geval van een schade-uitkering op grond van dit artikel bekend is. Rechters lijken niet snel ( onredelijk) nadeel aanwezig te achten indien een ontheffing om te vellen geweigerd wordt.

Artikel 10: Bestrijding boomziekten

Dit artikel is bedoeld om besmettelijke boomziekten zoals de iepziekte adequaat te kunnen bestrijden. Belangrijk is dat verspreiding van potentieel broedhout en de besmetting wordt voorkomen.

In het vierde lid is een bijzondere bestuursdwang bevoegdheid in aanvulling op de algemene gemeentelijke bestuursdwang bevoegdheid opgenomen, vanwege de ernst van de zaak en noodzaak snel te kunnen handelen met name voor een afdeling "Groen".

Artikel 11: Strafbepaling

  • 1. 1) De op grond van dit artikel ingestelde strafvervolging laat onverlet de mogelijkheid van het instellen door Burgemeester en wethouders van een privaatrechtelijke vordering tot schadevergoeding wegens schade aan bomen of houtopstand.

  • Ratio. De strafmaatbepalingen zijn de basis voor aangifte bij de politie en eventuele strafvervolging door justitie. De bepalingen zijn overeenkomstig de grenzen van de Gemeentewet vastgesteld. Soms kan de rechter overgaan tot bijzondere maatregelen, zoals publicatie van een vonnis of voordeeltoekenning (d.w.z. dat justitie afziet van strafvervolging indien verdachte de schade vergoedt).

  • Samenloop. Ook een samengaan met andere delicten (vernieling van eigendom, belediging van personen, enz.) is vaak aanleiding om een illegale kap of beschadiging door justitie aan te laten pakken.

  • 4. De op grond van dit artikel ingestelde strafvervolging laat onverlet de mogelijkheid tot het instellen door Burgemeester en wethouders van een privaatrechtelijke vordering tot schadevergoeding wegens schade aan publieke bomen of houtopstanden.

  • Schadevergoeding. De ingestelde strafvervolging staat het instellen van een privaatrechtelijke schadevordering als gevolg van waardevermindering of verlies van de boom niet in de weg. Wel blijken rechters en officieren in de praktijk terughoudend in het tweemaal juridisch aanpakken van hetzelfde feit.

Artikel 12: Slotbepaling

Geen toelichting nodig.