Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eijsden-Margraten houdende regels omtrent Vergunningen, Toezicht en Handhaving 2019 Wabo, APV en Bijzondere Wetten

Geldend van 25-10-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eijsden-Margraten houdende regels omtrent Vergunningen, Toezicht en Handhaving 2019 Wabo, APV en Bijzondere Wetten

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eijsden/Margraten

d.d. 24-7-2018

Afkortingen

AB

Algemeen Bestuur

RO

team Ruimtelijke Ordening

APV

Algemene Plaatselijke Verordening

RUDZL

Regionale Uitvoeringsdienst

AJZ

Algemeen juridische zaken

SBP

Strategie, Beleid en Projecten

B&B

Bed en Breakfast

SLA

Service Level Agreement

BOR

Besluit omgevingsrecht

SOP

Strategisch ontwikkelingsplan

DIV

Documentaire Informatievoorziening

VROM

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu

IenM

Infrastructuur en Milieu

VTH

Vergunningen, Toezicht en Handhaving

NVWA

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

PvA

Plan van Aanpak

1. Managementsamenvatting

Jaarlijks wordt een Uitvoeringsprogramma VTH door het college vastgesteld dat synchroon loopt met de planning– en controlcyclus. Vandaar dat het rapport in juli aan het college wordt aangeboden. Het jaarverslag 2018 zal in maart 2019 worden aangeboden. Hierin staan naast een evaluatie van het beleid en het uitvoeringsprogramma 2018 ook aanbevelingen tot aanpassing het voorliggende Uitvoeringsprogramma 2019. Een en ander is wettelijk verplicht en is tevens vastgelegd in het Integraal Omgevingsbeleidsplan VTH 2017-2021.

Om een volledig beeld te krijgen van de activiteiten binnen het taakveld VTH zijn in het Uitvoeringsprogramma ook de zaaktypen op het gebied van APV en Bijzondere Wetten opgenomen.

De reguliere taken van het taakveld VTH zijn in het Uitvoeringsprogramma 2019 weergegeven per zaaktype. In het Uitvoeringsprogramma wordt gewerkt met indicatoren, de zogenaamde input-, prestatie-, naleef- en leefomgevingsdoelstellingen. Hierdoor is het voor iedereen, zowel intern als extern, eenvoudiger en duidelijker wat de na te streven doelen zijn.

Hieronder worden de meest in het oog springende doelstellingen op het gebied van de Wabo voor 2019 omschreven:

In 2017 heeft een herstructurering plaatsgevonden en is de Afdeling Fysieke leefomgeving ontstaan. Een van de doelstelling is om de teams van VTH en RO samen te smelten om zodoende de klanten efficiënter en sneller te kunnen bedienen. Hiervoor is in 2018 een Strategisch ontwikkelingsplan opgesteld dat in 2019 zal worden geïmplementeerd. Het lopende verbetertraject (“Submarine”) kan dan worden afgesloten. Door de implementatie, die naast de reguliere werkzaamheden moet worden uitgevoerd, ontstaat een overdruk voor het taakveld VTH. Hiermee is rekening gehouden in het Strategisch ontwikkelingsplan.

Op het gebied van de Vergunningverlening heeft zich het aantal aanvragen om vergunning gestabiliseerd naar het niveau van 2016. Echter steeds vaker is er sprake van vergunningaanvragen die een grote impact hebben op de omgeving. Het aspect burgerparticipatie speelt steeds een grotere rol en steeds meer vergunningen kunnen niet zonder collegebesluit worden behandeld als gevolg van beleidsafwijkingen. Deze zaken kosten meer tijd dan de reguliere kengetallen aangeven. Daarnaast nadert de inwerkingtreding van de Omgevingswet in 2021 met rasse schreden. Dit bekent dat ook op dit gebied meer capaciteit nodig is om te komen tot een goede implementatie hiervan. Hierbij zal het vergunningsverleningsproces worden aangepast richting klantreismethodiek.

Het voortraject van het vergunningproces zal eenvoudiger worden gemaakt door het aantal producten te verminderen, hierdoor wordt het voor de klant duidelijker hoe hij een vooroverlegtraject kan starten.

Om te voorkomen dat vragen, meldingen en handhavingsverzoeken niet direct bij de goede behandelaar komen, zal met DIV en ICT het indieningstraject worden geoptimaliseerd.

Op het gebied van Toezicht en Handhaving gaat het digitaal toezicht het tweede jaar in. Het digitaal toezichtproces zal worden geoptimaliseerd en de milieudossiers zullen gedeeltelijk gedigitaliseerd worden. Het inrichtingenbestand wordt geactualiseerd door een KvK onderzoek en het bedrijventerrein Aan de Fremme wordt gedeeltelijk geïnventariseerd door het flexteam. Verder wordt het traject van de bestuurlijke boete verder uitgewerkt.

Opmerkelijk is de toename van het aantal meldingen en verzoeken om handhaving. Daarnaast krijgen de aspecten illegale bewoning en de brandveiligheid van campings extra prioriteit. In het kader van de aankomende nieuwe wetgeving op het gebied van de kwaliteitsborging in de bouw en de Omgevingswet is extra bijscholing noodzakelijk. Om deze veranderingen te kunnen uitvoeren is extra capaciteit noodzakelijk.

In 2019 wordt een intern kwaliteitsborgingssysteem voor VTH ingevoerd. Het invoeren van een kwaliteitsborgingssysteem betekent in de praktijk dat gewerkt wordt conform vastgestelde processen. Daarnaast wordt middels het systeem de ervaring, kennis en kunde van de medewerker op peil gehouden. Voor de burger ontstaat hierdoor een transparante en eenduidige aanpak van zijn vragen.Op het gebied van de APV en overige bijzondere wetten vindt in 2019 een administratieve controle plaats van de Drank- en Horecavergunningen, zodat een actueel bestand aanwezig is.

Het Reclamebeleid wordt geëvalueerd en indien nodig geactualiseerd.

Het programma 2019 en de beschikbare capaciteit en middelen zijn niet in evenwicht.

Bij de uitvoering van het vastgestelde beleid, gebaseerd op de prognose van het aantal zaken die in 2018 zijn behandeld, ontstaat er een capaciteitstekort op het gebied van de Vergunningverlening (0,9 fte). Door de implementatie van het Strategisch ontwikkelingsplan Fysieke leefomgeving wordt dit tekort feitelijk opgeheven. Echter om de extra belasting door de implementatie, de nieuwe manier van werken en extra aandacht voor een snelle afhandeling van aanvragen te kunnen compenseren is een tijdelijke capaciteit noodzakelijk van 0,5 fte. De Directie heeft besloten dit in te vullen voor 2019 en 2020.

Het capaciteitstekort voor 2019 bij Toezicht en handhaving is begroot op 0.7 fte kwantitatief en 0,3 fte kwalitatief. Dit laatste is al onderkend in 2017 en 2018. In 2018 heeft de Directie besloten om het toenmalige kwantitatief tekort van 0,4 fte in te vullen en geen investering inzake de kwaliteit te doen. Rekening houdend met de wettelijke ontwikkelingen (Wet private kwaliteit in de bouw en de Omgevingswet) heeft de Directie besloten om voor 2019 en 2020 tijdelijk 1 fte toe te voegen aan het taakveld Toezicht en Handhaving zodat kwantitatief als kwalitatief invulling gegeven.

2. Inleiding

Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma 2019 van de taken en activiteiten op het gebied van Vergunningen, Toezicht en Handhaving (hierna: VTH).

Dit programma geeft een overzicht van de voorgenomen activiteiten van VTH met betrekking tot:

  • 1.

    de WABO-activiteiten (bouwen, slopen, strijdig gebruik, uitvoeren van een werk, milieu, monumenten, brandveilig gebruik),

  • 2.

    en APV en Bijzondere Wetten.

De activiteiten worden zaakgericht afgehandeld via de zaaksystemen Squit XO (Wabo) en/of Decos Join (APV en overige Wetten).

afbeelding binnen de regeling

In het kader van de beleidscyclus zoals opgenomen in het Integraal Omgevingsbeleidsplan VTH Wabo 2017-2021 van 18 juli 2017, dient jaarlijks een Uitvoeringsprogramma te worden opgesteld en in juni/juli aan het college worden aangeboden. Dit Uitvoeringsprogramma is, in het kader van de planning- en controlcyclus, een instrument om de doelstellingen voor het komende jaar vast te stellen. Hierbij worden tevens de benodigde capaciteit en financiële middelen aangegeven. Het programma vormt de leidraad bij de uitvoering van de activiteiten in het betreffende jaar.

Bijstelling van het Uitvoeringsprogramma 2019 kan plaatsvinden aan de hand van de aanbevelingen uit het jaarverslag 2018 en/of tussentijdse besluiten van het college.

Gedurende het lopende jaar zal in augustus een tussenbalans worden opgemaakt over de voortgang van de doelstellingen.

Op 14 april 2016 is de wet Verbetering Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) in werking getreden (Stb. 2016/139). Deze wijziging van de Wabo heeft onder andere tot doel het verbeteren van de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken. Een en ander is verwerkt in het Integraal Omgevingsbeleidsplan VTH Wabo 2017-2021.

Ten aanzien van de activiteiten op het gebied van de Wabo is de verplichting tot het opstellen van een jaarprogramma vastgelegd in het Besluit omgevingsrecht (Bor) van 1 juli 2017.

In het genoemde Integraal Omgevingsbeleidsplan zijn de doelstellingen en beleidsuitgangspunten geformuleerd. Deze moeten er toe leiden dat de gemeente Eijsden-Margraten op basis van (bestuurlijk) vastgestelde prioriteiten, planmatig en programmatisch, meetbaar en volgens vaste uitgangspunten en juridische randvoorwaarden haar VTH-taken uitvoert. Hierbij staat de missie van VTH van de gemeente Eijsden-Margraten centraal: ”het leveren van een bijdrage aan de kwaliteit van het leefmilieu c.q. de leefomgeving”.

Het beleid is in principe voor vier jaar vastgesteld maar kan worden bijgesteld bij onder andere nieuwe inzichten, wijziging in prioritering of wetswijzigingen.

Het Uitvoeringsprogramma dient ingevolge artikel 7.3 Bor door het college van B&W te worden vastgesteld en ter kennisname aan de Raad te worden voorgelegd. Volgens de planning vindt dit plaats in november (eventueel samen met de begroting). In het kader van het Interbestuurlijk Toezicht dient het vastgestelde Uitvoeringsprogramma tevens ter kennisname te worden voorgelegd aan de Provincie Limburg.

Prioritering – risicoanalyse

Als bevoegd gezag is het zonder inzet van voldoende capaciteit niet mogelijk alle taken op gebied van VTH volledig en kwalitatief goed uit te voeren. Hierbij worden echter bewuste lokale keuzes gemaakt en wordt gewerkt met een prioritering waarbij sommige taken niet worden uitgevoerd. Het is immers ook de taak van de initiatiefnemer zijn verantwoording hierin te nemen. Derhalve stelt de gemeente prioriteiten die gebaseerd zijn op een risicoanalyse.

Voor de VTH-taken is dit uitgewerkt in het voornoemde Integraal Omgevingsbeleidsplan.

Jaarlijks wordt bekeken of aan de hand van veranderingen die zich voordoen een nieuwe risicoanalyse noodzakelijk is met een nieuwe prioritering. Dit zal tot uitdrukking komen in het jaarverslag van de uitgevoerde activiteiten.

APV en overige Wetten

Het jaarlijks opstellen van een Uitvoeringsprogramma voor de taken op het gebied van APV en overige Wetten (o.a. Drank- en horecawetgeving, Wet kinderopvang, Wet milieubeheer) valt niet onder de wettelijke verplichting. Echter om een compleet beeld te krijgen zijn ook deze activiteiten van het Taakveld VTH in het Uitvoeringsprogramma opgenomen.

Indicatoren

In het programma worden verschillende soorten indicatoren gedefinieerd die de basis vormen voor de verantwoording. Deze indicatoren worden gemonitord via de zaaksysteem Squit XO en Decos Join en indien nodig via Excel registraties. Te onderscheiden zijn:

  • Inputdoelstellingen: deze doelstellingen hebben betrekking op de inzet van de organisatie uitgedrukt in uren;

  • Prestatiedoelstellingen: deze doelstellingen hebben betrekking op de te leveren prestaties van de organisatie, uitgedrukt in aantallen;

  • Naleefdoelstellingen: deze doelstellingen hebben betrekking op het naleven van afspraken, zowel intern als extern, uitgedrukt in percentages;

  • Leefomgevingsdoelstellingen: deze doelstellingen hebben betrekking op de gewenste kwaliteit van de fysiek woon- en leefomgeving.

De doelstellingen zijn afgestemd op de ervaringen van de afgelopen jaren.

A3-planning

De doelstellingen uit het uitvoeringsprogramma worden vertaald naar de A3 planning van het taakveld VTH. Per doelstelling worden één of meerdere verantwoordelijken aangegeven. In het Uitvoeringsprogramma 2019 wordt al bij verschillende paragraven de taakverantwoordelijke aangegeven. Zo ligt de verantwoordelijkheid voor het opstellen van het Uitvoeringsprogramma, het Jaarverslag en eventuele bijstelling van het Integraal Omgevingsbeleidsplan VTH bij de Beleidsadviseur.

Taakveld VTH

Het Taakveld VTH is ondergebracht in de Afdeling Fysieke Leefomgeving en wordt aangestuurd door één Coördinator (1 fte). In 2018 is een Strategisch ontwikkelingsplan (SOP) opgesteld voor de Afdeling Fysieke leefomgeving. Een onderdeel van het SOP is de samensmelting van de teams van VTH en RO met als doel zodoende de processen sneller en efficiënter te laten verlopen. Hierdoor wordt ook de personele samenstelling van het taakveld gewijzigd. Gelet op het feit dat het SOP nog niet is geïmplementeerd bij de totstandkoming van dit Uitvoeringsprogramma is bij de berekening van de beschikbare capaciteit uitgegaan van de (reguliere) bezetting in juni 2018.

Aan het onderdeel Vergunningen werken momenteel 6 fte en aan het onderdeel Toezicht en Handhaving werken 2,5 fte. De werkzaamheden worden ondersteund door twee administratieve medewerker (1,4 fte), twee aplicatiebeheerders (0,2 fte), twee juridische medewerkers (2 fte) en één beleidsadviseur (1 fte).

Het totaal aantal fte op het taakveld VTH bedraagt 14,1 fte.

Inhoud

In Hoofdstuk 1 is een managementsamenvatting opgenomen.

Hoofdstuk 2 bestaat uit de inleiding.

Hoofdstuk 3 omvat het programma op het gebied van de Wabo. In dit hoofdstuk komt achtereenvolgens het programma voor Vergunningen, Toezicht en Handhaving en Beleid aan de orde.

In Hoofdstuk 4 komt het programma op het gebied van de APV en Bijzondere Wetten aan bod.

In Hoofdstuk 5 worden de benodigde en beschikbare capaciteit in mensuren en de financiële middelen naast elkaar gezet.

3. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

3.1. Algemeen

3.1.1. Zaakgericht werken

Alle Wabo zaaktypen worden ingevoerd in het geautomatiseerde zaaksysteem Squit XO. Dit systeem is tevens een procesbewakingssysteem waarin alle processtappen worden geregistreerd. Hierin is tevens de legestarievenlijst verwerkt.

Squit XO is gekoppeld aan Decos-Join. In Decos-Join worden de documenten, die in Squit XO worden gegenereerd, opgeslagen. Decos-Join functioneert tevens als archiefsysteem.

Met de digitalisering van het Wabo-vergunningenproces in 2016 en de hieronder vermelde landelijke veranderingen zal ook het Squit XO proces aan veranderingen onderhevig zijn. Dit betekent dat een regelmatige bijscholing in het systeem noodzakelijk blijft.

Voor 2018 is besloten om het aantal personen dat met applicatiebeheer bezig is uit te breiden zodat de kwetsbaarheid op dit gebied geminimaliseerd wordt.

  • 1.

    Doelstelling: Er wordt jaarlijks een (bij)scholingsprogramma Squit XO opgesteld.

Nieuwe gebruikers krijgen een interne gebruikerscursus en ad hoc ondersteuning. Voor de technische ondersteuning zijn de applicatiebeheerders verantwoordelijk.

________________________________________

3.1.2. Optimalisering systemen

De koppeling tussen de systemen zorgt nog steeds voor problemen in de uitvoering. In 2017 bij de start van de digitalisering van de werkprocessen bij de vergunningverlening en in 2018 bij de start van het digitale toezicht zijn er grote vertragingen ontstaan bij de invoering door een het slecht functioneren van de koppelingen. Dit vergt geduld voor de medewerkers maar ook veel tijd bij het applicatiebeheer en de ICT-medewerkers. De outsourcing van de ICT taken speelt niet in het voordeel van deze problematiek.

Wil de digitalisering geheel slagen zal er sprake moeten zijn van een vlekkeloze koppeling die ook in stand blijft als er updates plaatsvinden. Gelet op de inspanningen die in 2018 op dit gebied zijn gedaan wordt voor 2019 uitgegaan van een optimaal en snelwerkend systeem.

De verantwoordelijkheden op dit gebied liggen bij de Coördinator en applicatiebeheerders.

Daarnaast wordt het traject voortgezet van de digitale dienstverlening. In 2018 is, na implementatie van het interne digitale VTH proces, gestart met het digitaal verstrekken van de vergunningen naar de aanvragers conform digitaal ingediend – digitaal verleend.

Verder wordt in 2019 het traject voortgezet om ook het proces dat plaatsvindt zichtbaar te maken voor de klant via een persoonlijke internet pagina of via een landelijke voorziening. In 2018 is hiervoor onder leiding van de projectgroep Dienstverlening, de inventarisatie gestart. VTH zal hierbij betrokken worden.

________________________________________

3.1.3. Monitoring

Om te bepalen of de doelstellingen worden gehaald is het noodzakelijk dat alle activiteiten die worden uitgevoerd kunnen worden gemonitord. Dit is ook een van de onderdelen om de interne kwaliteit te kunnen borgen.

Veel van deze zaken worden gemonitord via Squit XO. Daar waar dit ontoereikend is, zal extra monitoring moeten plaatsvinden via eigen Excel-registraties. Alle medewerkers zijn verantwoordelijk voor een juiste registratie binnen daarvoor van toepassing zijnde systemen. Dit geldt ook voor het opschonen en afhandelen van zaken die gearchiveerd kunnen worden.

  • 2.

    Doelstelling:Er vindt monitoring plaats van de aantallen en soorten vergunningen, meldingen, controles, etc. en bijbehorende activiteiten.

Om te bewaken of de doelstellingen worden gehaald zal in augustus van het lopende jaar een tussenbalans worden opgesteld waarbij per doelstelling de status wordt aangegeven.

________________________________________

3.1.4. Wet private Kwaliteitsborging in de bouw (Wpkb)

In april 2016 heeft de ministerraad ingestemd met het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Het wetsvoorstel voorzag een gefaseerde inwerkingtreding van de nieuwe regels vanaf 2017. Op 4 juli 2017 is de behandeling door de Eerste Kamer, uitgesteld. De Wet is “on hold” gesteld in de Eerste Kamer waar “de wet een onvoldoende kreeg”. Zowel vanuit betrokken partijen als vanuit de Tweede Kamer wordt al een aantal maanden gevraagd om meer duidelijkheid. Op 29 juni 2018 heeft de Minister een brief aan de eerste Kamer gestuurd over de gestelde vragen. Er zijn met de betrokken partijen nieuwe afspraken gemaakt over de invoering en uitwerking van het nieuwe stelsel. Een van de afspraken is de invoering van het stelsel te koppelen aan de invoeringsdatum van de Omgevingswet (2021).

Kern van het wetsvoorstel is dat:

  • Kleine bouwwerken en verbouwingen vrij van toets Bouwbesluit 2012.

  • De bij de bouw betrokken partijen zijn verantwoordelijk voor de bouwkaliteit en niet de gemeente

  • De gemeente controleert of een aannemer werkt met een goedgekeurde methode voor kwaliteitsbewaking.

  • De toetsing aan het Bouwbesluit 2012 van nieuwbouw en verbouw bij de vergunningverlening door de gemeente vervalt en komt bij de private kwaliteitsborger te liggen.

  • Private partijen ontwikkelen methodes voor kwaliteitsbewaking om te zorgen dat aannemers zich houden aan de bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit 2012.

  • Een onafhankelijke publieke toelatingsorganisatie oordeelt of een voorgestelde methode voor kwaliteitsbewaking voldoet aan de eisen.

Terugkijkend naar de achterliggende doelstelling van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen gaat het er om dat de fouten bij de bouw drastisch worden teruggedrongen en dat gewerkt wordt conform opgestelde contracten, taken voor de uitvoerende bouwer. Dat doet het huidige voorstel van het ministerie onvoldoende, zo heeft de Tweede Kamer moeten concluderen. Het doel van de wet is de bouwconsument te beschermen. De bouwers moeten niet onder hun aansprakelijkheid uit kunnen komen als de bouw niet conform contract of regelgeving is. De nieuwe Minister heeft een uitdaging. Indien de amendementen en motie worden gevolgd zal een aanpassing van de beoogde Wet noodzakelijk zijn.

In de brief van 29 juni 2018 is aangegeven dat met de VNG nader afspraken worden gemaakt over de bevoegdheidsverdeling tussen en het bevoegd gezag en de kwaliteitsborgers. Onderdeel hiervan zijn in ieder geval:

  • Helderheid over de bevoegdheidsverdeling tussen het bevoegd gezag en de kwaliteitsborgers, waarbij het bevoegd gezag haar bestaande handhavende bevoegdheden behoudt.

  • Het opstellen van een informatieprotocol over de wijze waarop de onderlinge informatievoorziening tussen gemeenten en kwaliteitsborgers het beste kan worden vormgegeven.

  • Het nemen van voldoende tijd voor een zorgvuldige invoering en implementatie van de stelselwijziging. De invoeringstermijn die gekoppeld zal worden aan de invoeringsdatum van de Omgevingswet, geeft tijd en ruimte voor het oefenen met de nieuwe praktijk, het voorbereiden van professionals op hun nieuwe rol en het inrichten van de gemeentelijke organisatie op haar nieuwe taken. Ook biedt deze invoeringstermijn voldoende tijd voor het inrichten van de organisatie voor het toelaten van instrumenten van kwaliteitsborging, het werven en opleiden van voldoende kwaliteitsborgers om al het werk te kunnen doen.

  • Opstellen van een apart implementatieplan voor gemeenten, zodat gemeenten in de aanloop naar inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zo goed mogelijk zullen worden begeleid. Dit implementatieplan zal samen met de VNG worden vormgegeven en uitgevoerd. Gemeenten zullen proactief worden voorgelicht en ondersteund.

  • Ten aanzien van de met de invoering van het voorziene stelsel gepaard gaande ICT-aspecten voor gemeenten zal het Rijk een impactanalyse financieren om deze gevolgen helder in kaart te brengen. Indien uit de impactanalyse naar de ICT onverhoopt knelpunten naar voren zullen komen, zullen deze in onderling overleg worden opgelost.

De ontwikkelingen op dit gebeid zullen nauw worden gevolgd door de Beleidsadviseur.

________________________________________

3.1.5. Wet verbetering Vergunningverlening,Toezicht en Handhaving (VTH)

In 2016 is de Wet verbetering VTH in werking getreden. Hierdoor zal in beeld moeten worden gebracht wat de gemeente doet om de kwaliteit van de werkzaamheden op het gebied van VTH te waarborgen.

Oorspronkelijk was het voorstel om de zogenaamde Kwaliteitscriteria 2.1 verplicht te stellen. Maar het Rijk heeft besloten dat gemeenten en provincies zelf kunnen aangeven hoe ze de kwaliteit van de uitvoering willen waarborgen, waarbij gewerkt wordt volgens de mogelijkheden van "comply or explain" (onderschrijf of leg uit). De waarborging van de kwaliteit van de taken op het gebied van VTH is vastgelegd in het Integraal Omgevingsbeleidsplan VTH Wabo 2017-2021, vastgesteld op18 juli 2017.

In 2019 wordt gewerkt conform het Integraal Omgevingsbeleidsplan en wordt de daarmee samenhangende Wet verbetering kwaliteit VTH uitgevoerd. Hieronder zullen een aantal onderdelen van dit proces nader worden behandeld gezien de omvang van de uit te voeren taken.

3.1.5.a Werkprocessen

Zoals opgenomen in de implementatiewijzer van het Integraal Omgevingsbeleidsplan dienen de processen en werkwijzen te worden vastgelegd. Dit is noodzakelijk om een transparant beeld te bieden voor de burgers: het zichtbaar maken hoe de verschillende taken op welke wijze worden uitgevoerd.

Daarnaast ontstaat zodoende een handleiding voor de medewerkers met de werkwijzen per zaaktype, met als doel dat de processen door iedereen op dezelfde wijze worden uitgevoerd en het gebruik van

Squit XO uniform plaatsvindt. Hierbij is het ook belangrijk dat de verschillende discipline de juiste plaats krijgen in deze processen. Dit geldt vooral voor de plaats van juridische kennis die vaak te laat wordt ingeschakeld.

De werkprocessen zullen in het kader van de kwaliteitsborging constante aandacht moeten krijgen. In 2018 is de aandacht naar met name de processen van Toezicht & Handhaving gegaan. In 2019 krijgt dit een vervolg en zullen de zaaktypen op het gebied van Vergunning nadere aandacht krijgen. Dit mede gelet op de samenvoeging van Vergunningen en RO in 2019. Tevens zal hierbij worden gekeken naar de Omgevingswet. In dit kader zullen de vergunningsprocessen worden aangepast naar de klantreismethodiek. Hierbij vindt een actieve benadering vanuit de klantadviseurs plaats richting de klant. Bij het aanpassen van het proces zullen ook klanten actief worden betrokken. De opstelling van de processen zal onder begeleiding van de Beleidsadviseur en een in 2018 aangewezen medewerker per proces worden uitgevoerd.

3. Doelstelling: Procesbeschrijvingen, stroomschema’s en werkinstructies voor de Wabo zaaktypen op gebied van vergunningen worden vastgesteld.

________________________________________

3.1.5.b Borging van de kwaliteit

Het vastleggen van processen en dergelijke staat niet op zich. Er dient ook sprake te zijn van het bijhouden van wijzigingen en het bewaken van de uitvoering. Hiertoe dient een intern kwaliteitsborgingssysteem te worden opgezet. Dit actiepunt in 2018 voorgelegd aan de Directie, die op 23 april 2018 hiermee heeft ingestemd. Het Hoofd Fysieke Leefomgeving is aangewezen als de Directievertegenwoordiger in dit proces.

Daarnaast vormen in het kader van het kwaliteitsborgingssysteem de actualiteit van het omgevingsbeleidsplan (wordt nu al meegenomen in het jaarverslag VTH) en de ervaring, kennis en kunde van de medewerker, belangrijke aspecten. Het invoeren van een kwaliteitsborgingssysteem betekent in de praktijk dat gewerkt wordt conform vastgestelde processen. Hierop zullen audits worden uitgevoerd en hierover vindt rapportage naar het Afdelingshoofd plaats. De auditresultaten kunnen worden gebruikt in de Hrm-cyclus.

Een kwaliteitsborgingssysteem voor VTH kan de basis zijn voor het invoeren van een dergelijk systeem gemeentebreed.

Het kwaliteitsborgingssysteem brengt met zich mee dat er meer procesgericht gewerkt moet worden. De voordelen hiervan zijn:

  • Toename effectiviteit en efficiëntie

  • Hogere overdraagbaarheid

  • Betere beheersbaarheid

  • Groter lerend vermogen

In 2018 is een Plan van Aanpak opgesteld voor de invoering van het kwaliteitsborgingssysteem dat in 2019 zal worden geïmplementeerd. De verantwoordelijkheid en sturing in dit proces zal plaatsvinden door de Beleidscoördinator.

  • 4.

    Doelstelling:Opstellen en implementatie van een intern kwaliteitsborgingssysteem.

________________________________________

3.1.5.c Traject analyse en verbetering werkprocessen

In 2016 is een traject opgestart in het kader van de procesanalyse en verbeterrichting van het (Wabo)vergunningenproces en het toezicht en handhavingsproces, onder begeleiding van “Submarine”. De situatie in 2016 en een twintigtal verbetermogelijkheden zijn in beeld gebracht.

In onderstaand figuur zijn de actiepunten weergegeven waarbij zij zijn gerangschikt op basis van de moeilijkheidsgraad van implementatie (horizontaal) en impact op het verbeteringsproces (verticaal)

afbeelding binnen de regeling

In de afgelopen periode zijn een aantal van de actiepunten geheel of gedeeltelijk uitgevoerd (gereed 2, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 19, gedeeltelijk gereed 1, 3, 5, 6, 11, 15). Aan een gedeelte van de actiepunten moet nog invulling worden gegeven. Gezien de wijziging van de afdelingsstructuur door het samensmelten van team VTH en team RO, dienen de nog aan te pakken actiepunten anders worden benaderd. Door deze wijziging zijn ook een aantal actiepunten gedateerd en zal het verbeteringsproces feitelijk geactualiseerd moeten worden. Deze nieuwe benadering en actualisatie van de actiepunten zijn verwerkt in het Strategisch ontwikkelingsplan (SOP) van de Afdeling Fysieke leefomgeving dat in 2018 is opgesteld. Speciale aandacht wordt geschonken aan de positionering van de administratie VTH en de klantreismethodiek waarbij de klant centraal wordt gesteld.. Het traject “submarine“ kan hierdoor worden afgesloten. In 2019 krijgt dit haar vervolg door de implementatie van het vastgestelde SOP.

De verantwoordelijkheid van het SOP ligt bij het Afdelingshoofd.

________________________________________

3.1.6. Samenwerking Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

Sinds juli 2013 is de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg (RUDZL) in werking. Tot 2017 heeft de RUDZL gewerkt met een inputbegroting waarbij het werkprogramma voor de gemeente Eijsden-Margraten 1299 uren bedroeg (begroot op € 96.000,00).

Met ingang van 2017 is gestart met een outputbegroting. Er wordt gewerkt met basisbedragen voor de inrichtingen die vallen onder de basistaken en met uurtarieven. Nadere specificering van de dienstverlening vindt jaarlijks plaats, waarbij in detail wordt uitgewerkt wat de verwachting is aan te verlenen diensten aan de gemeente. Dit wordt vastgelegd in het werkprogramma dat zal worden vastgesteld door het college. Dit gebeurt op het eind van 2018-begin 2019.

Het werkprogramma 2018 is gebaseerd op de laatste wijzigingen van het Besluit omgevingsrecht van 1 juli 2017. Begin 2018 vielen 66 inrichtingen onder de basistaken en was het werkprogramma begroot op € 100.245,00.

In 2018 is een onderzoek uitgevoerd naar de rol van de RUD bij de uitvoering van de asbesttaken. De uitkomst zal worden meegenomen in het werkprogramma 2019 van de RUD.

Bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma VTH 2019 is niet bekend wat de omvang van het werkprogramma 2019 is. Er is dus ook niet duidelijk of er voldoende geld in de begroting is opgenomen om uitvoering te geven aan de taken van de RUD in 2019. Een en ander zal bij de eerste tussenrapportage van 2019 moeten worden meegenomen.

De opdrachten aan de RUDZL, buiten de uit te voeren controles, worden doorgegeven middels een opdrachtenformulier. Zodoende is duidelijk welke opdrachten, wanneer naar de RUDZL zijn gegaan, wanneer een antwoord wordt gegeven, e.d. In 2018 is onderzoek uitgevoerd hoe dit mogelijk eenvoudiger kan worden uitgevoerd. Een en ander is vastgelegd in de processen.

Jaarlijks wordt een conceptbegroting en meerjarenbegroting voorgelegd in april. De Raad kan voor 1 juni van betreffend jaar een zienswijze uitbrengen. Tevens wordt een jaarrekening ter kennisname voorgelegd. De behandeling van deze cyclus met het opstellen van de verschillende college- en raadsvoorstellen en het contact met de accountmanager met de RUD is een taak van de Beleidsadviseur.

________________________________________

3.1.7. Samenwerking Veiligheidsregio Zuid-Limburg

De Veiligheidsregio Zuid-Limburg treedt op als externe adviseur op het gebied van VTH. In het kader van de brandveiligheid worden Wabo-aanvragen beoordeeld en geeft de Veiligheidsregio een advies af op basis waarvan een aanvraag moet worden aangevuld en/of onder welke voorwaarden een vergunning kan worden verleend. In het kader van toezicht controleert de Veiligheidsregio gebruiksvergunningen/meldingen van de inrichtingen.

Per kwartaal vindt een overleg plaats over de voortgang van de werkzaamheden en worden eventuele knelpunten besproken. Eenmaal in de twee weken is er een vast afstemmingsmoment waarbij met een vaste medewerker van de Veiligheidsregio de lopende zaken en te verwachten zaken met betrekking tot VTH worden besproken met de medewerkers.

In het kader van de bezuinigingen heeft de Veiligheidsregio de taak gekregen om de reguliere werkzaamheden in te perken en de veiligheidsproblematiek anders te benaderen. Hiervoor worden in het kader van het project “Samen op weg met het risicoprofiel brandweer” diverse projecten opgestart.

________________________________________

3.1.8. Samenwerking in de regio

De gemeenten Vaals, Gulpen-Wittem en Eijsden-Margraten hebben besloten nauw te gaan samenwerken onder de noemer “lijn 50” . Onder andere op het gebied van de Omgevingswet.

In het Uitvoeringsprogramma 2018 is opgenomen dat onderzocht dient te worden hoe eventueel kan worden samen gewerkt op het gebied van VTH om de kwetsbaarheid te minimaliseren. Dit onderzoek is niet alleen beperkt tot de “lijn 50” gemeenten. In 2019 zal een eventuele samenwerking verder worden uitgevoerd.

In het kader van het Integraal Omgevingsbeleidsplan is ook de Kritieke Massa (de benodigde capaciteit met vereiste opleiding en voldoende vlieguren) op het gebied van VTH onder de loep genomen. Hieruit blijkt dat de gemeente op verschillende deskundigheidsgebieden erg kwetsbaar is. Mogelijk kan door samenwerking de kwetsbaarheid worden opgeheven.

Bij het opstellen van dit Uitvoeringsprogramma zijn de resultaten van dit onderzoek nog niet bekend. Uitgangspunt is dat het onderzoek een positief resultaat heeft. Als verantwoordelijke voor dit proces is de Coördinator aangewezen.

  • 5.

    Doelstelling: Uitvoering samenwerking op het gebied van VTH.

________________________________________

3.1.9. Omgevingswet

In 2014 is het wetsvoorstel Omgevingswet voorgelegd aan de Tweede kamer. Deze wet omvat de regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving. In april 2016 is de Omgevingswet gepubliceerd in het Staatsblad.

De Omgevingswet zorgt voor een minder complexe regelgeving door het samenvoegen van 26 wetten in 1 wet en het verlagen van het aantal ministeriële regelingen en algemene maatregelen van bestuur. Dit zorgt voor een kortere procedureduur bij het aanvragen en wijzigen van omgevingsplannen. Daarnaast houdt de wet rekening met regionale verschillen, wordt het gemakkelijker om vergunningen aan te vragen door middel van 1 (digitaal) loket en zijn er minder onderzoekslasten voor bedrijven.

Deze wijziging betekent een enorme verandering voor de werkwijze binnen de gemeente en vergt dan ook een uitgebreide voorbereiding.

In oktober 2017 heeft de Minister aangegeven dat de datum van inwerkingtreding is verschoven naar 1 januari 2021. De einddatum van de transitie blijft staan op 2029.

De Omgevingswet is een van de onderwerpen die samen met “de lijn 50 gemeenten” is opgepakt. Medio 2018 is een plan van aanpak vastgesteld onder leiding van een gezamenlijke projectgroep Omgevingswet. Uitgangspunt is dat het plan van aanpak in 2019 wordt uitgerold. Zo zullen verschillende onderdelen zoals onder andere ICT, organisatie, participatie, visie en milieu worden opgepakt in 2019 . Per onderdeel worden verschillende projectgroepen samengesteld. VTH wordt hierbij betrokken. In eerste instantie op beleidsniveau (Beleidsadviseur) en later in 2020 ook op uitvoeringsniveau. In de planning wordt derhalve capaciteit hiervoor gereserveerd.

3.1.10. Dorpsbouwmeester

Per 1 januari 2019 start een nieuwe Dorpsbouwmeester zijn werkzaamheden voor de toetsing aan de Welstandsnota. Het is uiteraard van belang dat de Dorpsbouwmeester op de hoogte is van de gemeentelijke welstandsnota en de visies voor de verschillende gebieden. Daarnaast is het ook noodzakelijk dat het college kennis maakt met de nieuwe Dorpsbouwmeester. Een en ander onder verantwoordelijkheid van de Coördinator.

  • 6.

    Doelstelling: Introductie nieuwe dorpsbouwmeester met gemeentelijk beleid en bestuur.

________________________________________

3.2. Vergunningen

3.2.1 Algemeen

De core business van Vergunningen bestaat uit:

  • -

    Het verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van vergunningen;

  • -

    Het afhandelen van meldingen;

  • -

    Het verlenen van ontheffingen;

  • -

    Het behandelen en beantwoorden van principe-, welstand en informatieverzoeken.

De activiteiten op het gebied van vergunningen zijn te verdelen over een aantal zaaktypen zoals deze zijn opgenomen in Squit XO. De belangrijkste zaaktypen zijn:

  • -

    De omgevingsvergunning;

  • -

    Het informatieverzoek;

  • -

    Het principeverzoek;

  • -

    Het welstandsverzoek;

  • -

    De melding brandveilig gebruik;

  • -

    De melding Activiteitenbesluit;

Een overzicht van de aantallen te verwachten Wabo-zaken en hiermee samenhangende activiteiten (op jaarbasis) is weergegeven in bijlage 1.

De verwachtingen voor 2019 zijn gebaseerd op de resultaten uit het eerste kwartaal van 2018. Indien bij het opstellen van het jaarverslag 2018 blijkt dat deze verwachting dient te worden bijgesteld en dat mogelijk hiervoor extra investeringen noodzakelijk zijn zal dit tijdens de eerste tussenrapportage van 2019 worden meegenomen.

In 2018 is een Strategisch ontwikkelingsplan (SOP) voor de Afdeling Fysieke leefomgeving opgesteld waarin onder andere de samenvoeging tussen Vergunningen en RO is opgenomen. In 2019 zal het SOP worden geïmplementeerd. Hierdoor zal een andere structuur ontstaan waarbij een verdeling van de verschillende taken plaatsvindt op basis van de zwaarte/omvang van een ingekomen aanvraag. Speelt hierbij bijvoorbeeld het onderdeel “afwijking van het bestemmingsplan” een grote rol dan zal ook de verantwoordelijkheid verschuiven richting de RO-specialisten. De RO-specialisten zijn dus geen toetsers meer die buiten het hoofdproces staan, zoals voorheen, maar worden de trekkers van de hoofdzaak. Wachttijden op adviezen zoals in het verleden zijn hiermee geminimaliseerd.

Daarnaast zal de positie van de juridisch medewerker een nadrukkelijkere rol gaan spelen in een vroeg stadium van het vergunningsproces om de kans op juridische problemen te minimaliseren.

Deze veranderingen zijn uitgevoerd om zorg te dragen dat de klanten beter en efficiënter worden geholpen en de kwaliteit wordt gewaarborgd.

3.2.2 Zaaktype omgevingsvergunningen en vooroverleg omgevingsvergunning

Het proces van de vergunningverlening is sinds 2018 geheel gedegitaliseerd waarbij als laatste stap ook de vergunningen digitaal worden verleend richting de klant. Dit laatste zal in 2019 nog verder geoptimaliseerd moeten worden (zie ook samenhang met 3.1.4.a. werkprocessen).

De focus in het kader van de vergunningverlening ligt op een snelle vergunningverlening met voldoende kwaliteit. De verantwoordelijkheid voor de termijnen ligt bij de vergunningverleners.

In 2018 is een opdracht verleend aan de Omgevingsdienst Nederland voor de uitvoering van de toets Bouwbesluit en de toets van de constructieve gegevens. Door het inschakelen van deze dienst is ook bij ziekte en/of afwezigheid gewaarborgd dat de werkzaamheden doorgang vinden. De kwetsbaarheid op dit gebied neemt hierdoor af, echter het verlenen van “snelle” vergunningen is hierdoor beperkter. Om dit te compenseren worden toetsingen bij eenvoudige bouwcategorieën zoveel mogelijk in huis door de vergunningverleners zelf uitgevoerd. Hiervoor is echter bijscholing noodzakelijk.

Bij het uitblijven van de Wet private kwaliteitsborging zal deze samenwerking (bij een positieve evaluatie) mogelijk worden voortgezet in 2019. De evaluatie zal plaatsvinden in het najaar van 2018.

Om zorg te dragen dat ontvankelijke aanvragen worden ingediend, wordt ingezet op een goed vooroverleg. Hierbij wordt geadviseerd om digitale een “aanvraag vooroverleg omgevingsvergunning” in te dienen die tevens voorkomt dat andere producten zoals een “principeverzoek “of een “welstandsaanvraag” noodzakelijk zijn. Deze wirwar aan producten is voor de klant onoverzichtelijke en het voordeel van een “aanvraag vooroverleg” is dat deze snel zonder extra veel werk is om te zetten naar een (ontvankelijke) definitieve aanvraag voor omgevingsvergunning. Voor de interne behandeling levert dit voordelen op en het werkpakket wordt overzichtelijker.

Door de “aanvraag vooroverleg” goed te bespreken is het indienen van een ontvankelijke aanvraag veel gemakkelijker en kan de behandeltermijnen in de wettelijke procedure zo kort mogelijk worden gehouden.

  • 7.

    Doelstelling: De termijn waarbinnen een reguliere vergunning (zonder verlenging) wordt verleend is gemiddeld 40 dagen.

  • 8.

    Doelstelling: Het aantal zaaktypen voorafgaand aan een officiële aanvraag wordt beperkt.

________________________________________

Gelet op het proces van burgerparticipatie zullen aanvragen voor omgevingsvergunningen, die een grote impact hebben op de omgeving, in een vroeg stadium in het proces, nadere aandacht moeten krijgen. Zoals hierboven aangegeven wordt gestimuleerd om een concept-aanvraag in te dienen. Hiermee kunnen we inspelen op de mogelijke gevolgen van de aanvraag en kunnen we het bestuur en de burgers hiervan vroegtijdig op de hoogte brengen.

Deze manier van aanpak ligt in de lijn met de gedachte achter de Omgevingswet. Burgerparticipatie is een belangrijk aspect hiervan. Dit geldt ook voor de andere manier van werken voor een vergunningbehandelaar.

Echter deze nieuwe manier van werken betekent ook extra inzet van capaciteit. Dit is gebleken in de afgelopen jaren. Dit soort plannen dienen te worden voorgelegd aan het college, aan commissies en/of de Raad en er zijn voorlichtingsavonden voor de burgers noodzakelijk. Dit heeft tot gevolg dat de proceduretermijnen langer worden en verlengingen noodzakelijk zijn. Bijkomend probleem is dat de behandeling van de overige aanvragen hierdoor ook in de knel kan komen.

Voor 2019 wordt verwacht dat circa 5 projecten met een dergelijke grote impact voorkomen. In de urenbegroting voor 2019 zal dit apart worden opgenomen.

________________________________________

Daarnaast is een tendens waarneembaar dat het aantal vergunningen dat als gevolg van beleids- en/of welstandsafwijkingen niet in mandaat kan worden afgehandeld, toeneemt. Hierdoor ontstaat een vertraging in het proces omdat het proces dan via het college verloopt, waardoor het vaak nodig is om de beslistermijn te verlengen.

Echter voorkomen dient te worden dat termijnverlengingen ontstaan als gevolg van achterblijvende interne advisering. De verantwoordelijk behandelaar dient te zorgen dat hij/zij tijdig het advies krijgt. Het aantal termijnverlengingen en de reden waarom dit gebeurt zal worden gemonitord en worden besproken met de betreffende zaakverantwoordelijke en in het bouwplanoverleg. Dit gebeurd door de Coördinator.

  • 9.

    Doelstelling: Het aantal termijnverlengingen als gevolg van interne advisering is < 5.

________________________________________

In navolging op beide voorgaande items dient uiteraard te worden voorkomen dat (reguliere) vergunningen van rechtswege worden verleend. Indien een vergunning van rechtswege wordt verleend zal dit worden medegedeeld aan het college en vindt een onderzoek plaats door de Coördinator naar de gang van zaken. Tevens wordt dit geëvalueerd om herhaling te voorkomen.

  • 10.

    Doelstelling: < 1% van de vergunningen wordt van rechtswege verleend.

________________________________________

Indien sprake is van een uitgebreide procedure wordt de vergunning niet van rechtswege verleend. Er geldt echter een termijn van orde van 180 dagen. Het kan voorkomen dat de procedure langer loopt als gevolg van mogelijke uitgebreide impact (zie hierboven). Echter in normale situaties dient de doorlooptijd van 180 dagen zoveel als mogelijk te worden gerespecteerd en dient een besluit binnen 14 dagen te worden genomen als geen zienswijzen zijn ingediend.

  • 11.

    Doelstelling: Indien geen zienswijze is ingediend wordt een besluit binnen 14 dagen genomen.

________________________________________

3.2.3 Zaaktypen informatieverzoeken

Een belangrijk onderdeel van de dienstverlening is het beantwoorden van informatieverzoeken van burgers inzake de mogelijkheden om een bouwplan of wijziging te mogen uitvoeren. De aard van de informatie verzoeken valt binnen de range van zeer eenvoudig tot complex en er komen ca. 800 vragen per jaar binnen. De informatieverzoeken vallen onder de verantwoordelijkheid van de vergunningverleners.

Om het aantal informatieverzoeken in goede banen te leiden zijn in 2018 een aantal zaken gewijzigd, die hier invloed op moeten hebben:

  • -

    de website aangepast met een rubriek “meest gestelde vragen”;

  • -

    de positie van de administratie VTH is aangepast en eenvoudige vragen worden door hun beantwoord;

  • -

    er wordt leges geheven op de beantwoording van vragen van commerciële aard.

Onduidelijk is wat de effecten van deze veranderingen zijn en het is dan ook zaak dit nader te evalueren. Dit gebeurd onder verantwoordelijkheid van de Coördinator.

  • 12.

    Doelstelling: Evaluatie wijzigingen website, positie administratie en leges in relatie tot het aantal en soort informatieverzoeken.

Eenvoudige vragen zijn snel en simpel te beantwoorden. Bij complexe vragen, waarbij de burgers vaak zelf nog geen concreet plan hebben, is dit niet het geval. Indien de vragen niet direct door de VTH -Administratie beantwoord kunnen worden is van belang dat de behandelaar zo snel mogelijk contact opneemt met de klant. Zodoende wordt de klant voorzien van eerste antwoord en weet hij dat zijn melding in behandeling is. De registratie van de contactmomenten wordt in Squit XO vastgelegd.

  • 13.

    Doelstelling: Eerste contact tussen specialist en klant vindt plaats binnen 3 werkdagen, na registratie in Squit XO.

Vaak komt het voor dat een vraag door de organisatie zwerft alvorens bij VTH terecht te komen. Dit komt omdat er verschillende kanalen zijn hoe een informatieverzoek kan binnenkomen. Veel vragen komen binnen via mail, vragenformulieren, per telefoon en via externe websides. Vaak komen de vragen rechtstreeks in het Decos Join systeem en moeten ze voor behandeling worden omgezet naar Squit XO. Door deze kanalen te stroomlijnen en aan te passen dient een andere mogelijkheid dan de richting naar VTH, te worden uitgesloten. Daarnaast is het belangrijk om binnen de organisatie duidelijkheid te scheppen welk taakveld welke vragen behandeld zodat menselijk fouten worden geminimaliseerd. Over dit aspect zal nauwe samenwerking noodzakelijk zijn tussen de verschillende afdelingen.

Dit geldt niet alleen voor informatieverzoeken maar ook voor klachten/ meldingen en verzoeken tot handhaving die voor Toezicht en Handhaving bestemd zijn (zie 3.3.13. en 3.3.14). Het stroomlijnen van dit proces is afdeling overschrijdend en valt derhalve onder de verantwoordelijkheid van de Coördinator.

  • 14.

    Doelstelling: Stroomlijnen binnenkomst van informatieverzoeken, klachten/meldingen en verzoeken tot handhaving, zodat deze direct bij VTH binnenkomen.

________________________________________

3.2.4 Zaaktypen vooroverleg welstand / vooroverleg monumentencommissie

Sinds 2015 vindt wekelijks een welstandsbehandeling plaats door de Dorpsbouwmeester. Tijdens deze zitting worden de adviezen digitaal verwerkt in het Squit XO en kan achteraf snel een advies worden opgesteld dat ook digitaal door de Dorpsbouwmeester wordt bekrachtigd. Dit systeem functioneert zeer goed.

In 2018 is onderzocht of een vergelijkbare behandeling kan plaatsvinden door de Monumentencommissie. Bij het tot stand komen van dit Uitvoeringsprogramma is het betreffende onderzoek nog niet uitgevoerd.

De Monumenten Commissie bestaat uit meerdere commissieleden en heeft tweewekelijks een zitting. De zitting wordt ingepland en geregeld door een secretaris die werkt voor het District “Mergelland” (gemeenten Valkenburg, Gulpen-Wittem, Vaals en Eijsden-Margraten). De secretaris maakt de verslagen en verstuurt die aan de betreffende gemeente. Vaak wordt door de leden gevraagd om digitale tekeningen uit te printen. Door deze werkwijze kan de tijd tussen indienen-beoordeling-verslaglegging oplopen. In 2018 is onderzocht of dit proces eenvoudiger en sneller kan verlopen. Indien hiervoor mogelijkheden aanwezig zijn zullen die in 2019 worden geïmplementeerd. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de Beleidsmedewerker Monumenten. In 2018 valt deze medewerker onder de Afdeling Mens en Samenleving. In het kader van het Strategisch ontwikkelingsplan van de Afdeling Fysieke leefomgeving, is de planning dit taakveld terug bij de afdeling te plaatsen.

  • 15.

    Doelstelling: Uitvoering nieuwe werkwijze bij de Monumentencommissie.

3.2.5 Zaaktype melding besluit bodemkwaliteit/ melding grondverzet

Dit zaaktype is in het verleden uitgevoerd door Toezicht en Handhaving. Dit is echter een discussiepunt. Feitelijk is het taak van de gemeente om de meldingen te toetsen aan het bestemmingsplan voordat de grond mag worden toegepast. Met andere woorden er is nog geen sprake van een situatie waarin een vergunning/ ontheffing is verleend of grond is toegepast. Gelet op de specifieke taken op dit gebied zullen alle meldingen grondverzet en melding besluit bodemkwaliteit worden behandeld door de specialist bodem van het Afdeling Fysieke leefomgeving.

________________________________________

3.3. Toezicht en Handhaving (T&H)

3.3.1 Algemeen

Ook in het kader van Toezicht en Handhaving wordt zaakgericht gewerkt. De belangrijkste zaaktype, zoals die in Squit XO zijn opgenomen zijn:

  • -

    Opleveringscontrole (bij verleende vergunningen/meldingen);

  • -

    Periodieke controle (milieu en brandveiligheid);

  • -

    Klacht/melding;

  • -

    Handhavingsverzoek;

  • -

    Themacontrole;

  • -

    Inventariserende controle (bedrijven terreinen);

Het merendeel van de T&H zaaktypen wordt uitgevoerd naar aanleiding van verleende vergunningen en afgehandelde meldingen die van Vergunningen afkomen. Deze taken zijn vooraf te plannen aan de hand van de verwachtingen bij Vergunningen.

Daarnaast vinden bij bedrijven integrale periodieke controles plaats. Deze zijn jaarlijks te plannen.

Naast de controles is er vooral ook aandacht voor het afhandelen van meldingen en handhavingsverzoeken van burgers/omwonenden. Deze zijn niet vooraf te plannen.

Een overzicht van de aantallen te verwachten Wabo-zaken en hiermee samenhangende activiteiten (op jaarbasis) is weergegeven in bijlage 2. Deze zijn deel gebaseerd op de te verwachten vergunningen, zoals vermeld in bijlage 1 en deels op basis van de gegevens uit het eerste trimester van 2018 (periodieke controles).

De prioritering van het Toezicht is gebaseerd op de risicoanalyse die is opgenomen in het Integraal Omgevingsbeleidsplan VTH Wabo 2017-2021. Hierin is tevens vastgelegd dat bepaalde activiteiten niet actief worden gecontroleerd. Afhankelijk van nieuwe ontwikkelingen en/of inzichten kan het college besluiten om te prioritering te wijzigen.

3.3.2 Digitaal Toezicht en Handhaving

Vanaf 2018 is gestart met de invoering van het digitale toezicht met de tool Squit2Go. Dit “mobiel” programma is gekoppeld aan Squit XO en kan de documenten kopiëren naar een mobiel tablet. Op locatie kunnen de tekeningen geraadpleegd worden en kunnen opmerkingen worden aangebracht. Foto’s kunnen gekoppeld worden en achteraf kan een bezoekrapport worden gegenereerd. Voorwaarde is dat Squit XO goed gevuld is. Gebleken is dat voor met name de milieu- en brandveiligheidscontroles vrij weinig digitale basisgegevens aanwezig zijn. Daarnaast is er nog een groot bestand aan “oude” vergunningen die van voor het digitale tijdperk zijn. De documenten zijn alleen analoog beschikbaar voor de toetsing in het veld. Ook hier is de digitaliseringslag noodzakelijk.

Zoals al in 3.1.2 is aangegeven is het ook hier van belang dat alle koppelingen tussen de systemen optimaal functioneren. De verantwoordelijkheid voor deze taak ligt bij de Toezichthouders.

  • 16.

    Doelstelling: Digitaliseren milieu- en brandveiligheidsdossiers die in 2019 gecontroleerd moeten worden, t.b.v. digitaal toezicht.

________________________________________

3.3.3 Integrale controle

Om de administratieve lastendruk bij burgers en ondernemers zoveel mogelijk te beperken is het noodzakelijk om de verschillende soorten controles, zoals oplevercontroles en periodieke controles, integraal uit te voeren waardoor sprake is van één controlemoment. Daarnaast dienen tijdens de controles verschillende soorten vergunningen gecontroleerd worden (o.a. drank- en horecavergunning, de terrasvergunning en de speelautomatenvergunning). Dit zorgt voor een besparing op de capaciteit door efficiency.

Gelet op het feit dat een toezichthouder al deze aspecten vaak niet beheerst, worden bij de controles interne (o.a. APV, Veiligheidscoördinator, monumenten, ruimtelijke ordening) en externe handhavingspartners c.q. deskundigen (o.a. RUDZL, Brandweer, Politie, Provincie en NVWA) ingeschakeld.

3.3.4 Flexteam

Bij de uitvoering van de zaaktypen themacontroles (zie 3.3.10) en inventariserende controles (3.3.11) wordt gebruik gemaakt van een zogenaamd flexteam. Dit wil zeggen de controles worden uitgevoerd door een team van medewerkers afkomstig van de verschillende deskundigheidsgebieden, aangevuld met eventueel externe deskundigen. Hierdoor wordt een breed beeld gekregen van de gecontroleerde locaties. Tevens wordt hiermee de integraliteit (3.3.3) gewaarborgd.

3.3.5 Naleefgedrag

Een belangrijke indicator om de naleving van verleende vergunningen of van toepassing zijnde algemene maatregelen van bestuur te meten is het naleefgedrag.

Door het eigen verantwoordelijkheidsgevoel van de vergunninghouder te vergroten, wordt de betrokkenheid en bewustzijn van eigen handelen gestimuleerd. Het is hierbij van groot belang dat tijdens de controles duidelijk wordt gemaakt welke gevolgen en/of consequenties foutief handelen kan hebben. Het streven hierbij is om het naleefgedrag te verhogen waardoor de kwaliteit van de leefomgeving wordt verbeterd.

Om inzicht te krijgen in het naleefgedrag dient per controle nauwkeurig te worden bijgehouden welke overtredingen geconstateerd zijn en wanneer deze verholpen zijn. De verantwoordelijkheid voor de registraties van het naleefgedrag ligt bij de Toezichthouders.

  • 17.

    Doelstelling: Bij controles wordt het naleefgedrag geregistreerd in de vorm van de soort en

het aantal overtredingen.

3.3.6 Bestuurlijke boete

In het Integraal Omgevingsbeleidsplan VTH Wabo 2017-2021 is aangegeven dat de gemeente momenteel nog geen gebruik maakt van het instrument ‘bestuurlijke boete’. Om dit te kunnen uitvoeren is mogelijk een uitbreiding van de capaciteit noodzakelijk, zowel kwantitatief als kwalitatief. Dit betekent een mogelijke aanpassing van de begroting.

In 2018 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de consequenties van de invoering van een bestuurlijke boete. Bij het tot stand komen van dit Uitvoeringsprogramma is het betreffende onderzoek nog niet uitgevoerd. Dit betekent dat de consequenties op dit moment nog niet bekend zijn.

Er wordt vanuit gegaan dat de bestuurlijke boete in 2019 zal worden ingevoerd. Dit betekent een verandering en uitbreiding van de taken van de juridische medewerker en zullen toezichthouders bevoegdheden moeten krijgen voor het opleggen van een dergelijke boete. Tevens zal het Integraal Omgevingsbeleidsplan moeten worden aangepast aan de nieuwe taak.

De invoering van de bestuurlijke boete zal capaciteitswijziging betekenen. Daarnaast zijn specialistische opleidingen noodzakelijk. In het jaarverslag 2018 zullen de noodzakelijke aanpassingen voor 2019 worden opgenomen. Indien noodzakelijk zal bij de eerste tussenrapportage 2019 een begrotingswijziging worden voorgelegd.

De verantwoordelijkheid van de implementatie van de bestuurlijke boete ligt bij de Coördinator die hierbij wordt ondersteund door de juridisch medewerker T&H.

  • 18.

    Doelstelling: Implementatie “bestuurlijke boete” en aanpassing Integraal Omgevingsbeleidsplan VTH 2017-2021.

    ________________________________________

3.3.7 Zaaktype periodieke controle

Periodieke controles vinden plaats op het gebied van milieu en brandveiligheid.

Van deze bedrijven zijn in Squit XO de zogenaamde “locatiedossiers” aangemaakt. Aan de hand van de risicoanalyse en het naleefgedrag wordt bepaald wat de controlecyclus is.

3.3.7.a Milieu

Medio 2018 bestaat het inrichtingenbestand milieu uit 949 (26-4-2018) inrichtingen.

  • -

    67 inrichtingen vallen onder de basistaken en moeten worden behandeld door de RUDZL. Hieronder vallen de 13 vergunningsplichtige inrichtingen (type C) 54 meldingsplichtige bedrijven (type B+OBM en type B).

  • -

    882 inrichtingen vallen onder de thuistaken.Hiervan zijn er 205 inrichtingen niet meldingsplichtig (type A) en 677 inrichtingen meldingsplichtig (type B) ingevolge het Activiteitenbesluit.

De type A-inrichtingen worden door de wetgever als gering milieurelevant beschouwd. In het Integraal Omgevingsbeleidsplan VTH is dit overgenomen. Type A-inrichtingen worden derhalve niet-actief gecontroleerd tenzij sprake is van klachten over deze bedrijven. De uitvoering van de controles wordt gedeeltelijk uitbesteed. Hiervoor is een budget gereserveerd in de reguliere begroting. De verantwoordelijkheid van de uitbesteding ligt bij de Coördinator. De overige controles worden uitgevoerd door de eigen toezichthouders. De reden voor uitbesteding is het feit dat de gemeente op dit moment niet beschikt over een toezichthouder die voldoet aan de integrale ervaring zoals vereist in de kwaliteitscriteria.

  • 19.

    Doelstelling: Er worden 118 integrale controles milieu uitgevoerd.

________________________________________

3.3.7.b Brandveilig gebruik

Medio 2018 zijn 189 gebouwen die meldings- en vergunningsplichtig zijn in het kader van het brandveilig gebruik Bouwbesluit 2012:

  • -

    27 gebouwen die 1 maal per jaar gecontroleerd dienen te worden;

  • -

    124 gebouwen die 1 maal per 2 jaar gecontroleerd dienen te worden en;

  • -

    38 gebouwen die 1 maal per 3 jaar gecontroleerd dienen te worden.

Alle overige gebouwen (milieu-inrichtingen) dienen te voldoen aan de regels ten aanzien van brandveiligheid uit het Bouwbesluit 2012.

Controles brandveiligheid worden periodiek uitgevoerd op basis van de prioritering volgens de risicoanalyse.

De periodieke controles worden momenteel uitgevoerd door de Veiligheidsregio Zuid Limburg.

  • 20.

    Doelstelling: Er worden 101 integrale controles brandveilig gebruik uitgevoerd.

Controles brandveiligheid carnavalslocaties

Jaarlijks worden door de Veiligheidsregio controles uitgevoerd in verband met de carnavalsactiviteiten. Speciale aandacht wordt geschonken aan de carnavalsversieringen en de vluchtwegen. Hierbij vindt een combinatieplaats met de, voor dit jaar geplande, periodieke controle. Jaarlijks worden ca. 25 locaties bezocht.

Controles brandveiligheid campings.

Op 1 januari 2018 is het besluit Brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen van kracht geworden. In dat kader zijn regels gesteld voor onder andere campings, evenementen e.d.

Aangezien hier in het verleden geen controles zijn uitgevoerd dient er een inhaalslag te worden uitgevoerd. Binnen de gemeente zijn er een negen campings en acht mini (boerderij)campings.

De inhaalslag wordt in samenwerking met de Veiligheidsregio uitgevoerd .

Dit onderdeel is voorgelegd aan de Brandweer Zuid Limburg. Hierop is gereageerd dat momenteel krapte is aan de” koude adviestak’ en dat de gevolgen hiervan nog niet duidelijk zijn c.q. wat dit betekent voor het werk voor de gemeente Eijsden-Margraten.

________________________________________

3.3.8 Zaaktype oplevercontrole

Deze controle vindt plaats naar aanleiding van een recent verleende vergunning of een recent ingediende melding. De oplevercontroles worden meestal integraal uitgevoerd omdat de meeste omgevingsvergunningen bestaan uit meerdere activiteiten.

De controle wordt uitgevoerd naar aanleiding van een risicoanalyse.

Hieronder worden de verschillende Wabo-activiteiten apart besproken.

3.3.8.a Bouwen

De controles zijn gericht op veiligheid, zoals constructieve veiligheid, bouwkundige risico’s en brandveiligheid. Het toezicht op Welstand is tevens een aandachtspunt, dit is meer gericht op leefbaarheid.

Naast de risicoanalyse is per bouwcategorie middels een inspectie matrix vastgelegd op welk moment en hoe vaak een controle dient te worden uitgevoerd. Hierbij is de start en voortgang afhankelijk van de meldingen door de vergunninghouder. In de vergunning is aangegeven hoe vaak en wanneer een melding moet worden gemaakt.

In de matrix is tevens vastgelegd op welke aspecten de nadruk tijdens de controle dient te liggen.

Een en ander is afgestemd op de risicoanalyse van de vergunningverlening.

In dit kader is tevens bepaald dat bij bouwaanvragen categorie 1, 2 en 7, die feitelijk vergunningsvrij zijn als ze op een andere wijze waren gesitueerd, een zeer summiere toetsing plaatsvindt. Toezicht op deze vergunningen wordt niet actief uitgevoerd.

Verder wordt niet actief gecontroleerd indien geen meldingen van de vergunninghouder worden ingediend (uitgezonderd monumenten en beeldbepalende panden zie 3.3.8.e).

3.3.8.b Strijdig planologisch gebruik bouwwerken

Dit onderwerp gaat over gebruik van bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. Meervoudige vergunningen waarbij ook de activiteit bouwen wordt aangevraagd worden integraal gecontroleerd. Bij een strijdigheid van het bestemmingsplan waar artikel 2.12, eerste lid onder a 3 (wijziging bestemmingsplan, projectbesluit) vindt actief controle plaats aangezien het hier vaak projecten betreft met een grote impact voor de omgeving. Voor 2019 wordt verwacht dat 6 van dergelijke grote projecten gecontroleerd dienen te worden.

De overige enkelvoudige aanvragen waarbij sprake is van artikel 2.12 eerste lid onder a 1 Wabo (binnenplanse afwijkingen) en onder a 2 (kruimel gevallen) worden niet actief gecontroleerd. Het betreft hier vaak de uitoefening van een beroep aan huis. In de risicoanalyse zijn deze activiteiten als laagste prioriteit ingeschaald.

3.3.8.c Slopen

Er kan sprake zijn van een sloopmelding of een sloopvergunning.

Sloopvergunningen zijn alleen vereist als het bestemmingsplan dit aangeeft (excl. het slopen van monumenten zie 3.3.8.e.). Deze activiteit komt vrijwel niet voor. Hier gaat het dus om de controle van de afgegeven sloopmeldingen ingevolge het Bouwbesluit 2012. De sloopmeldingen worden niet actief gecontroleerd uitgezonderd illegale sloop op basis van meldingen/klachten. Ingekomen startmeldingen en asbestvrijverklaringen worden administratief verwerkt. Het aantal sloopmeldingen dat in 2019 wordt verwacht is ca. 148 stuks.

Het toezicht op sloop waarbij asbesthoudend materiaal vrijkomt, behoort tot de basistaken van de RUDZL. De RUDZL beschikt over medewerkers die gecertificeerd zijn om tijdens de sloop waarbij asbest vrijkomt, de locatie te mogen betreden. De gemeente beschikt niet over dergelijke gecertificeerde medewerkers.

Voor 2019 worden 85 uur hiervoor bij de RUDZL gereserveerd. In 2018 is door de deelnemers van de RUD een onderzoek uitgevoerd met betrekking tot de mogelijke extra taken rondom de asbestverwijdering. Mogelijk dat hierdoor het aantal uren voor de RUD verhoogd moet worden. Dit zal bij het jaarverslag 2018 worden meegenomen.

Bij verdachte en/of omvangrijke sloopwerkzaamheden wordt de RUDZL ingeschakeld voor de uitvoering van een controle.

3.3.8.d. Uitvoeren van een werk/aanleg

Deze activiteit komt voort uit de bepalingen van het bestemmingsplan. Vaak is deze activiteit noodzakelijk samen met andere activiteiten zoals kappen van bomen of maken van een uitweg en maakt dan deel uit van een meervoudige vergunning. Bij een integrale controle zal deze activiteit integraal worden meegenomen.

Deze activiteit wordt niet actief gecontroleerd aangezien de risicoanalyse hier een lage prioritering aan geeft.

________________________________________

3.3.8.e Monumenten

Binnen de gemeente is een groot aantal rijksmonumenten en beeldbepalende panden aanwezig. Deze activiteit maakt vaak onderdeel uit van een meervoudige vergunning en wordt zodoende altijd integraal meegenomen tijdens een controle. Ook sloopactiviteiten bij monumenten vallen hieronder.

Activiteiten ten aanzien van monumenten staan bovenaan inde risicoanalyse en hebben de hoogste prioriteit. Deze vergunningen en/of sloopmeldingen worden actief gecontroleerd, ook indien geen meldingen door de vergunninghouder worden ingediend. Zo nodig worden de controles uitgevoerd samen met een in- of externe specialist op dit gebied.

Voor 2019 wordt verwacht dat 28 omgevingsvergunningen waarbij het onderdeel monumenten van toepassing is gecontroleerd dienen te worden.

  • 21.

    Doelstelling: Monumentenvergunningen worden actief gecontroleerd.

________________________________________

3.3.8.f Brandveilig gebruik

Er kan sprake zijn van een melding of een vergunning brandveilig gebruik.

Als een nieuwe melding of vergunning wordt verleend vindt een opleveringscontrole plaats.

Indien de nieuwe melding of vergunning het gevolg is van een controle en sprake is van legalisatie, wordt Toezicht en Handhaving betrokken bij de toets op volledigheid. Controle achteraf vindt alleen nog plaats indien nog voorzieningen moeten worden getroffen.

Voor 2019 wordt verwacht dat ca. 6 zaken met de activiteit brandveilig gebruik gecontroleerd dienen te worden.

3.3.8.g Milieu

Er kan sprake zijn van een melding Activiteitenbesluit of een vergunning. De activiteiten op het gebied van toezicht en handhaving voor de milieuvergunningen ligt bij de RUDZL. Dit geldt ook voor de oplevercontroles.

Ten aanzien van de meeste meldingen behoren de taken omtrent de meldingen tot de thuistaken. De controles van nieuwe meldingen van nieuwe inrichtingen, worden behandeld als eerste periodieke controle. Meldingen van bestaande inrichtingen worden gecontroleerd bij de eerst volgende periodieke controle. Indien de nieuwe melding of vergunning het gevolg is van een controle en sprake is van legalisatie, wordt Toezicht en Handhaving betrokken bij de toets op volledigheid. Controle achteraf vindt alleen nog plaats indien nog voorzieningen moeten worden getroffen.

Jaarlijks worden ca. 15 nieuwe bedrijven aan het bestand toegevoegd c.q. gewijzigd. De meldingen van deze bedrijven worden na indiening gecontroleerd als eerste periodieke controle.

3.3.9 Zaaktype administratieve controle

Administratieve controles worden uitgevoerd naar aanleiding van documenten die ten aanzien van de inrichting of activiteiten worden ingediend en komen voor bij:

  • -

    Sloopmeldingen: start sloop, asbestvrij verklaringen, stortbonnen. Voor 2019 worden ca. 450 meldingen verwacht die administratief verwerkt moeten worden;

  • -

    Milieu-inrichtingen, bonnen van keuringen, en andere administratieve wijzigingen. Jaarlijks gaat het hierbij om enkele tientallen wijzigingen.

Deze administratieve zaken worden verwerkt door de VTH Administratie.

Verder is in het Integraal Omgevingsbeleidsplan opgenomen dat het inrichtingenbestand actueel dient te blijven. Hiervoor wordt aangegeven dat om de vijf jaar een doorlichting van het Kamer van Koophandel (KvK)-bestand dient te worden uitgevoerd. Dit betekent dat het ook mogelijk is dit op te splitsen in 5 jaarlijkse stukken verdeeld over de kernen:

  • Margraten en Sint Geertruid;

  • Banholt, Mheer en Noorbeek;

  • Cadier en Keer, Bemelen en Scheulder;

  • Eckelrade en Gronsveld;

  • Eijsden

Het onderzoek wordt uitgevoerd conform een Plan van Aanpak zodat de uren kunnen worden gemonitord.

  • 22.

    Doelstelling: Het inrichtingenbestand wordt geactualiseerd middels onderzoek naar het KvK-bestand voor de kernen Banholt, Mheer en Noorbeek.

________________________________________

3.3.10 Zaaktype themacontrole

Themacontroles worden uitgevoerd naar aanleiding van specifieke thema’s die meestal landelijk worden vastgesteld. Zo zijn er in het verleden controles geweest met thema’s zoals:

  • Brandoverslag bij seriebouw met platte daken;

  • Plafonds in zwembaden

  • Galerijflats

Op het moment van de realisatie van dit Uitvoeringsprogramma zijn nog geen speciale thema’s van de overheid bekend die in 2019 onderzocht moeten worden.

3.3.11 Zaaktype inventariserende controle

Om adequaat te kunnen reageren op meldingen Activiteitenbesluit en zicht te houden op risicovolle bedrijven dient het bedrijveninformatiesysteem actueel te zijn. Niet ieder bedrijf dient uit zichzelf een melding Activiteitenbesluit in of vraagt een vergunning aan. Wijzigingen op bedrijventerreinen vinden vaak plaats zonder dat dit meteen wordt opgemerkt door de grote verscheidenheid aan bedrijven. Hoewel tijdens reguliere controles scherp in de gaten wordt gehouden of er nieuwe bedrijven in de omgeving zijn bijgekomen, worden niet alle wijzigingen opgemerkt.

Gelet hierop is het dan ook van belang dat deze terreinen regelmatig worden gecontroleerd op nieuwe bedrijven en gewijzigde situaties. Dit ook in het kader van de veiligheid. Gelet hierop gaat ook speciale aandacht uit naar deze bedrijventerreinen en wordt jaarlijks een terrein onder de loep genomen. In de laatste jaren zijn achtereenvolgens onderzocht:

2015 bedrijventerrein Aan de Fremme

2016 bedrijventerrein Gronsveld (gedeeltelijk)

2017 bedrijventerrein Zoerbeemden en bedrijventerrein Gronsveld (gedeeltelijk).

In het Integraal Omgevingsbeleidsplan is vastgelegd dat de bedrijventerreinen eenmaal per vijf jaar wordt geïnventariseerd. Tijdens de laatste controle is geconstateerd dat het naleefgedrag op het bedrijventerrein Zoerbeemden dermate laag is dat controletermijn voor dit bedrijventerrein naar 3 jaar gaat. Dit betekent dat in 2020 zowel bedrijventerrein Aan de Fremme als de Zoerbeemden gecontroleerd moet worden. Dit vraagt een dermate grote capaciteit dat het bedrijventerrein Aan de Fremme in 2019 gecontroleerd zal worden en dan met name de bedrijven waar bij de vorige controle tekortkomingen zijn geconstateerd.

  • 23.

    Doelstelling: Integrale controle bedrijventerrein Aan de Fremme (bedrijven met tekortkomingen in 2015).

________________________________________

3.3.12 Zaaktype klacht/melding

Zoals aangegeven zijn de meldingen en klachten niet vooraf te plannen. Wel is aan de hand van kengetallen van afgelopen jaren een inschatting te maken van het aantal te verwachten meldingen/klachten en de omvang van de inzet die hiervoor noodzakelijk is. Hieronder vallen ook meldingen ten aanzien van illegale bouw, sloop, strijdigheid met het bestemmingsplan.

Verder vallen onder dit item ook meldingen/klachten die door collega’s of het college worden aangedragen.

Door klacht/melding kan de planning van het reguliere controlewerk worden gewijzigd. Uitgangspunt is dat al deze zaken snel en zorgvuldig worden afgehandeld. Het eerst vindt een onderzoek plaats of de klacht/melding gegrond is of niet. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het vastgestelde protocol en de prioritering uit het Omgevingsbeleidsplan.

De doelstellingen 13 en 14 zijn ook van toepassing op dit zaaktype.

Ten aanzien van het aantal meldingen is een stijgende tendens waarneembaar. Afgaande op het aantal dat in het eerste trimester van 2018 is ingediend is de verwachting voor 2019 dat het aantal ca. 125 stuks zal zijn.

Hierbij moet worden opgemerkt dat klachten over het gemeentelijk personeel hier niet onder vallen.

Meldingen illegale bewoning

Op 5 december 2017 heeft het college, in het kader van de vaststelling een bestemmingsplan voor een vakantiepark, besloten dat er toezicht moet worden uitgevoerd op “illegale bewoning”. In de praktijk komt het voor dat personen zich inschrijven op adressen die niet bestemd zijn voor permanente bewoning, bijvoorbeeld vakantiewoningen/-appartementen, vakantieparken, B&B’s e.d.. In de risicoanalyse van het Integraal Omgevingsbeleidsplan is hier geen prioriteit aan gegeven en is dus geen capaciteit hiervoor gereserveerd. Dit betekent dat aan dit soort meldingen geen tijd wordt besteed. Daarnaast bestaat ten aanzien van dit onderwerp geen vastgelegde afspraken c.q. beleid hoe het toezicht en de handhaving dient te worden aangepakt. Gelet op de mogelijke impact voor de overtreders (verlies van woongelegenheid) is de kans op bezwaar en beroep zeer groot. Gelet hierop is een duidelijk beleid hieromtrent van groot belang. Daarnaast zal de behandeling van een dergelijke melding meer tijd kost dan een normale klacht/melding.

Medio 2018 zijn 24 situaties bekend waar mogelijk sprake is van illegale bewoning. Jaarlijks komen circa 25 nieuwe meldingen binnen.

Er van uitgaand dat eind 2018 het beleid inzake illegale bewoning is vastgesteld, worden in 2019 de openstaande zaken opgepakt en behandeld.

  • 24.

    Doelstelling: Openstaande en nieuwe meldingen van illegale bewoning zullen worden opgepakt.

3.3.13 Zaaktype handhavingsverzoeken

Wat geldt voor het vorige zaaktype is ook van toepassing bij het zaaktype handhavingsverzoeken.

Naar aanleiding van een handhavingsverzoek zal altijd een onderzoek plaatsvinden en dient een officieel besluit te worden genomen over het verzoek.

Dit zaaktype wordt behandeld door de juridisch medewerker.

Voor 2019 worden ca. 12 handhavingsverzoeken verwacht.

De doelstellingen 13 en 14 zijn ook van toepassing op dit zaaktype

  • 25.

    Doelstelling: Alle, niet anonieme, klacht/meldingen en handhavingsverzoeken worden in behandeling genomen.

Voor de uitvoering van specifieke onderzoeken op locatie naar aanleiding van klacht/melding en /of handhavingsverzoeken dient vaker een beroep te worden gedaan op externe deskundigen. Zo heeft de gemeente zelf geen deskundigen in huis voor het uitvoeren van geluid-, bodem-, lucht- water-, constructie- en externe veiligheidsonderzoeken. Voor de uitvoering van dergelijke specialistische taken is geld in de begroting gereserveerd (zie 3.4.4. financiële zaken).

De juridisch medewerker T&H is verantwoordelijk voor dit zaaktype

________________________________________

3.4. Algemene zaken VTH

3.4.1 Juridische zaken

Binnen het taakveld VTH worden alle juridische zaken die betrekking hebben op de activiteiten op het gebied van de Wabo, APV en Bijzondere Wetten behandeld door de eigen juridische medewerkers.

Ter ondersteuning kan een beroep worden gedaan op een juridisch consulent Algemeen Juridische Zaken van het Servicebureau.

Naast de taak om juridische zaken te behandelen hebben de juridisch medewerkers ook de taak om juridische bijstand te verlenen tijdens het vergunnings- en toezichtproces. Hierdoor wordt de kwaliteit bewaakt en kunnen juridische procedures, in sommige gevallen, in een vroeg stadium worden voorkomen. De positie van de juridisch medewerker zal speciale aandacht krijgen bij het opstellen van de processen.

De juridisch medewerkers vertegenwoordigen het college van burgemeester en wethouders bij de behandeling van zaken bij de Intergemeentelijke Adviescommissie Bezwaarschriften, de rechtbank en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en dragen zorg voor de behandeling van de procedures binnen de wettelijke termijnen.

Met het team Algemeen Juridische Zaken zijn afspraken vastgelegd over de termijnen voor het aanleveren van verslagen van de behandeling bij de Intergemeentelijke Adviescommissie Bezwaarschriften. Deze afspraken en het nakomen hiervan zijn van groot belang voor het behalen van de volgende doelstelling. Dit omdat AJZ alle hoorzittingen inplant en adviezen maakt waardoor de termijnen worden bepaald.

  • 26.

    Doelstelling: Besluiten worden binnen de wettelijke termijn genomen.

________________________________________

3.4.2 Voorlichting en communicatie

In het kader van de dienstverlening is voorlichting en communicatie een belangrijk instrument.

Wat gaan we doen? En wat hebben we gedaan? Wat heeft prioriteit? Vragen die burgers zich stellen. Door het publiceren van het Jaarverslag en het Uitvoeringsprogramma worden veel van deze vragen beantwoord.

Een zeer belangrijk instrument in het kader van voorlichting en communicatie is de gemeentelijke website. Hierin staan al veel onderwerpen met betrekking tot VTH. Belangrijk is dat deze gegevens actueel blijven.

De verantwoordelijkheid voor de berichtgeving op de website ligt bij de Coördinator.

3.4.3 Beleid

In 2018 zijn de Welstandsnota en het de Bouwverordening aangepast. Er wordt van uit gegaan dat in 2019 geen specifieke aanpassingen in deze beleidsstukken noodzakelijk zijn. Dit ook mede gelet op de aangekondigde Omgevingswet.

Bij het toepassen van de bestuurlijke boete ( zie 3.3.6) zal een aanpassing van het Integraal Omgevingsbeleidsplan VTH 2017-2021 noodzakelijk zijn.

In het kader van de Omgevingswet dienen genoemde beleidstukken te worden geïntegreerd in een Omgevingsplan.

Het uitvoeren van de beleidscyclus VTH zoals het opstellen van een Uitvoeringsprogramma VTH, een Jaarverslag VTH en eventuele actualisering van het Integraal omgevingsbeleidsplan is een jaarlijks terugkomend item. De verantwoordelijkheid op het gebied van het uitvoerende VTH beleid heeft de Beleidsadviseur.

________________________________________

3.4.4 Financiële zaken

De verschillende budgetten voor VTH worden bewaakt door een aantal budgethouders die hiervoor verantwoordelijk zijn. De budgethouders dienen tevens gegevens aan te leveren voor de rapportages tijdens de financiële cyclus. Ter ondersteuning kan een beroep worden gedaan op een financieel consulent van het Servicebureau.

Voor 2019 zijn de volgende budgetten opgenomen in de meerjarenbegroting:

Grootboek-nummer

Kostensoort

omschrijving

Meerjaren begroting 2019

6822010

4343805

Uitvoering specialistische vergunningszaken

€ 15.200,00

6723020

4300100

Uitvoering milieucontroles

€ 22.500,00

6723020

4343805

Uitvoering specialistische handhavingszaken

€ 4.650,00

6822010

4424103

Uitvoering basistaken RUDZL

€ 96.000,00

6822010

4343808

Advertentiekosten

€ 2.375,00

6822030

4110116

Presentiegelden Dorpsbouwmeester en Mon. Comm.

€ 35.400,00

6822090

4343101

Druk- en bindwerk

€ 3.500,00

De legesinkomsten zijn begroot op:

6823000

5340102

5340119

5340201

Waboleges

Bouwleges Poelveld

Bouwleges Veldje.

€ 542.588,00

€ 205.000,00

Totaal leges

€ 747.588,00

Extra investering voor de implementatie van de bestuurlijke boete (paragraaf 3.3.6) is niet opgenomen omdat bij het opstellen van het Uitvoeringsprogramma 2019 nog niet bekend is wat dit gaat betekenen voor de personele en financiële capaciteit.

Extra kosten voor de implementatie van het Strategisch ontwikkelingsplan van de Afdeling Fysieke leefomgeving zijn in het plan zelf opgenomen en komen hier niet aan de orde.

Bij het opstellen van het Uitvoeringsprogramma 2019 is niet bekend of de budgetten toereikend zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden. Hierbij zijn capaciteitstekorten niet meegenomen.

4 APV en Bijzondere Wetten

Alle zaken op het gebied van de APV en Bijzondere Wetten (onder andere Drank- en Horecawet, Wet op de kansspelen, Wet milieubeheer, Wet wapens en munitie, Wet kinderopvang) worden afgehandeld in het zaaksysteem Decos-Join.

De vergunningverleners APV en bijzondere wetten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken tenzij anders vermeld.

4.1 Evenementen

In 2019 zal het ingezette traject met de EvenementAssistent worden voortgezet. Hierin zijn voor 2019 geen veranderingen te verwachten. Voor de evenementenorganisatoren die al eerder gebruik hebben gemaakt van dit systeem zal het melden of aanvragen van een evenement eenvoudiger gaan aangezien gebruik kan worden gemaakt van de gegevens van eerdere aanvragen die nog in het systeem beschikbaar zijn.

Gebleken is dat bij de uitvoering van de werkzaamheden nog veel tijd nodig was voor de behandeling van de eenvoudige vaak terugkerende evenementen, de zogenaamde A-evenementen. Deze evenementen zijn meldingsplichtig en hiervoor gelden vaak dezelfde basisvoorschriften. Daarom is in 2018 een folder opgesteld waarin de standaardvoorschriften en adviezen zijn opgenomen. Deze folder wordt meegestuurd, met de bevestiging van het evenement.

De vraag is hoe deze manier van afhandeling overkomt op de klanten daarom is het zinvol om een evaluatie uit te voeren, waarbij naast de klanten, ook de hulpdiensten worden betrokken.

  • 27.

    Doelstelling: Evaluatie van de folder meldingsplichtige evenementen (type A-evenementen).

De grotere evenementen waarbij tenten en/of ander constructies worden toegepast vormen de grootste risico’s. Hier wordt dan ook toezicht op gehouden. Met name de constructies van tenten, podia en de brandveiligheid staan hierbij centraal. Indien geen wijzigingen ten opzichte van de vorige jaren optreden en destijds alles akkoord was, kan de controle achterwege worden gelaten op basis van het naleefgedrag.

Daarnaast kan het voorkomen dat in de vorige jaren gegronde klachten ten aanzien van een evenement zijn ontvangen. Dit is een reden om ook een controle uit te voeren.

  • 28.

    Doelstelling: Evenementen met risicovolle constructies en/of herhaalde klachten worden gecontroleerd bij een slecht naleefgedrag.

Verkeerszaken bij evenementen

Bij VTH worden die verkeerzaken behandeld die betrekking hebben op evenementen. Zo kan het noodzakelijk zijn om bepaalde wegen af te sluiten, omleidingen aan te leggen en parkeerverboden in te stellen. Deze zaken worden integraal meegenomen bij het behandelen van de aanvraag. Door toepassing van de EvenementAssistent en het proces van overleggen met de hulpdiensten wordt dit direct met betrokken instanties kortgesloten. Daarnaast hebben heeft Arriva als openbaar vervoerder toegang tot de EvenementAssistent en kan zodoende ook het openbaar vervoer hierop aanpassen. Uiteraard zijn ook zij betrokken bij het overleg als het over specifieke evenementen gaat met grote gevolgen voor hun activiteiten.

Op 1 januari 2018 is het Brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen van kracht geworden. Dit besluit heeft onder andere betrekking op de brandveiligheid bij evenementen. Het besluit is in 2018 geïntegreerd in afhandeling van de vergunningaanvragen en meldingen.

Evenementencoördinator

In 2018 is een evenementencoördinator aangesteld bij het Team Communicatie. De taken van de coördinator hebben met name betrekking op evenementen waarbij de gemeente een rol speelt. De Evenementencoördinator dient er voor zorg te dragen dat voor de uitvoering van de vergunningverlenende en toezichthoudende taken iemand van het taakveld VTH bij de zaak wordt betrokken.

4.2 Drank- en horecavergunningen

In de Handreiking Drank- en Horecawet voor gemeenten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is aangegeven dat het voor het uitvoeren van de toezichthoudende taken noodzakelijk is om te beschikken over een actueel vergunningenbestand. Dit kan integraal worden opgepakt waarbij ook aandacht is voor de inrichtingseisen en overige vergunningen zoals de terrasvergunning, speelautomatenvergunning, milieumelding en de Wabo-onderdelen. Bij deze integrale benadering is het noodzakelijk dat de controles met name worden uitgevoerd door de medewerkers van Toezicht en Handhaving. Echter de controle van de drank- en horecavergunning kan in eerste instantie ook administratief worden uitgevoerd middels een toets van de vergunninggegevens. Deze toets kan worden uitgevoerd door de klantadviseurs APV en bijzondere wetten. vervolgens kan aan de hand van de resultaten worden bekeken of nader onderzoek van Toezicht en Handhaving noodzakelijk is.

Gelet op de werkdruk wordt gekozen voor de tweede werkwijze met het uitvoeren van een administratieve controle.

  • 29.

    Doelstelling: Drank- en Horecavergunningen worden administratief gecontroleerd.

4.3 Stookontheffingen

Ingevolge de Wet milieubeheer is het verboden om afval te verbranden zonder speciale ontheffing. De gemeente Eijsden-Margraten heeft in 2012 een Verordening vastgesteld waarin dit verbod kan worden opgeheven voor het verbranden van snoeiafval en eenmalige vreugdevuren. Hiervoor dient de initiatiefnemer een ontheffing aan te vragen die onder voorwaarden kan worden verleend. Het aantal aanvragen voor ontheffingen bedraagt ca. 20 stuks. Dit zijn vaak de eenmalige ontheffingen. De ontheffingen voor vaste stookplaatsen zijn namelijk onbeperkt.

De Wet geeft echter aan dat een dergelijke ontheffing pas in werking treedt na afloop van de bezwaartermijn. Dit betekent dat minimaal 6 weken voordat het afval verbrand mag worden, de ontheffing is gepubliceerd. Voor de initiatiefnemer betekent dit dat de ontheffing minimaal 8 weken vooraf moet worden aangevraagd. Door de stookontheffingen binnen een termijn van 5 dagen af te handelen en te publiceren wordt voorkomen dat de geplande activiteit geen doorgang kan vinden. Met name tijdens de vakantieperiode dient hier extra aandacht aan worden geschonken.

  • 30.

    Doelstelling: Stookontheffingen worden binnen 5 werkdagen afgehandeld.

4.4 Reclamebeleid

In 2014 is het Reclamebeleid Eijsden-Margraten vastgesteld. In de praktijk ontstaan met name op het gebied van de lokale en regionale reclame vaak knelpunten. Bedrijven die de regionale reclame van evenementen verzorgen claimen hierbij al in het voorjaar de reclamemogelijkheden waardoor voor de reclame van lokale evenementen geen plaats meer is. Om dergelijke knelpunten op te lossen is de noodzaak aanwezig om het Reclamebeleid opnieuw tegen het licht te houden. De evaluatie en de conclusie kunnen aanleiding zijn om het huidige Reclamebeleid te actualiseren. Dit zal in overleg met de Afdeling Openbare ruimte moeten worden afgestemd.

  • 31.

    Doelstelling: Opstellen evaluatie van het Reclamebeleid.

4.5 Kinderopvang

In het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen heeft de gemeente een taak in het kader van de volledigheidstoets van nieuwe meldingen van locaties en de handhaving.

De GGD bepaalt de goedkeuring van de locaties en voert het toezicht op de locatie uit.

Nieuwe meldingen worden na goedkeuring door de GGD in het landelijk register Kinderopvang geregistreerd.

Indien overtredingen worden geconstateerd door de GGD, heeft de gemeente de taak handhavend op te treden. De inspecties en de handhavingsacties worden geregistreerd in de “Gemeenschappelijke Inspectie Ruimte (GIR). Deze manier van werken samen met de GGD is in 2018 vastgelegd in het Handhavingsprotocol. Twee maal per jaar vindt overleg plaats tussen GGD en de betrokken gemeenten. Hierin zal de gang van zaken worden besproken.

5 Programma versus capaciteit

Om tot een gericht en realistisch Uitvoeringsprogramma te komen zijn de taken per activiteit uitgewerkt. Deze uitwerking is terug te vinden in de bijlagen 1 en 2.

Hierbij is het uitgangspunt de resultaten/aantal van het eerste trimester van 2018 en de beschikbare capaciteit en middelen zoals opgenomen in de programmabegroting 2019.

5.1 Vergunningen (zie bijlage 1)

Voor het programma 2019 is volgens de kengetallen benodigd 14.550 uren

De beschikbare capaciteit in 2019 bedraagt 13.326 uren

Er is een tekort van 1.224 uren oftewel 0,9 fte

Het programma 2018 en de beschikbare capaciteit zijn niet in evenwicht.

5.2 Toezicht en Handhaving (zie bijlage 2)

Voor het programma 2019 is volgens de kengetallen benodigd 6.984 uren

De beschikbare capaciteit in 2019 bedraagt 5.978 uren

Er is een tekort van 1.006 uren oftewel 0,7 fte

Het programma 2019 en de beschikbare capaciteit zijn niet in evenwicht.

5.3 Opheffen tekort aan capaciteit

5.3.1.Vergunningen

Voor 2019 wordt een capaciteit tekort verwacht van 0,9 fte.

Het capaciteitsprobleem bij Vergunningen is ontstaan door de uitgebreide behandeling van een klein aantal vergunningen waarbij extra inzet noodzakelijk is in het kader van burgerparticipatie, het aantal vergunningen waarbij geen mandaat van toepassing is en de extra inzet die nodig is voor de invoering van de Omgevingswet. Daarnaast is het aantal beschikbare fte gedaald door het partime werken en de herverdeling van het applicatiebeheer.

In het SOP is er in voorzien dat de teams van Vergunningen en RO in 2019 met elkaar worden versmolten en een nieuwe verdeling van de taken wordt ingevoerd. Door de extra inzet van de RO medewerkers op het gebied van vergunningen en dan met name de vergunningaanvragen die afwijken van het bestemmingsplan en hiermee ook een grote impact hebben op de omgeving kan het capaciteitstekort worden teruggebracht naar een minimum.

Echter bij de implementatie van het SOP wordt een extra bijdrage van de medewerkers gevraagd terwijl de normale werkzaamheden blijven doorgaan. Voor de extra capaciteit van 0,5 fte op het gebied van Vergunningen is door het Directie besloten hiervoor extra gelden (in begroting reeds opgenomen) beschikbaar te stellen.

5.3.2 Toezicht en Handhaving

Voor 2019 wordt een capaciteitstekort (kwantitatief) verwacht van 0,7 fte. Hierbij is nog geen rekening gehouden met het al aangehaalde kwalitatieve capaciteitstekort van 0,3 fte (zie ook Uitvoeringsprogramma 2018 en het Integraal Omgevingsbeleidsplan.

Het capaciteitsprobleem bij Toezicht en Handhaving is ontstaan door de toename van het aantal klacht/meldingen en het aantal verzoeken om handhaving. Daarnaast is extra prioriteit gevraagd voor het toezicht op illegale bewoning. Bij deze laatste is ook extra tijdsbesteding noodzakelijk in verband met mediation.

In de risicoanalyse zijn al een groot aantal zaken benoemd waarbij de tijdsbesteding minimaal is. Het nog verder terugschroeven van de activiteiten is niet meer acceptabel gezien de verplichting die de gemeente heeft op het gebied van toezicht en handhaving.

Daarnaast is geconstateerd dat de kwaliteit van de medewerkers niet voldoet aan de eisen van de Kwaliteitscriteria (zie bijlage 3 Integraal Omgevingsbeleidsplan). Ook al bij het uitvoeringsplan 2018 is aangegeven dat een extra bijscholing dringend nodig is. Dit ook met het oog de gewijzigde taken na invoering van de Wet kwaliteitsborging in de bouw en de Omgevingswet.

Een mogelijkheid om deze tekorten op te heffen is de capaciteit tijdelijk uit te breiden. Echter hierbij dient wel te worden overwogen dat het tijdelijk uitbreiden meer kosten met zich meebrengen dan een tijdelijk contract.

Geadviseerd wordt om het capaciteitstekort met 1 fte in te vullen.

Hierdoor kan het vastgestelde programma worden uitgevoerd en kunnen de medewerkers worden bijgeschoold zodat zij voldoen aan de kwalitatieve eisen zoals vastgelegd in de Kwaliteitscriteria. Daarnaast dienen zij voorbereid worden op de veranderende taken bij de inwerkingtreding van de terwijl de normale werkzaamheden blijven doorgaan. Voor de extra capaciteit van 1 fte op het gebied van Toezicht en Handhaving is door de Directie besloten hiervoor extra gelden (in begroting reeds opgenomen) beschikbaar te stellen.

Ondertekening

Bijlage 1 Vergunningen programma 2019 en beschikbare capaciteit 2019

VERGUNNINGEN

planning 2019 , (gebaseerd op de aantallen eerste trimesters 2018)

 

aantal planning

uren/aanvraag

totaal

ALGEMENE WERKZAAMHEDEN

 

 

 

1. administratieve werkzaamheden

883

0,8

706,4

2 applicatiebeheer

 

 

140

Voorlichting en informatie voorziening

 

 

 

zaaktype informatieverzoeken

700

2

1400

zaaktype principeverzoeken

75

20

1500

zaaktype vooroverleg omgevingsvergunning

48

20

960

zaaktype vooroverleg welstand

33

4

132

ZAAKTYPE OMGEVINGSVERGUNNING

255

 

 

Activiteit (ver)bouwen

 

 

 

1. Vrijstaande bijgebouwen bij een woonfunctie

15

2

30

2. Aan-, uit- en verbouwen bij een woon- en bedrijfsfunctie.

66

5

330

3. Nieuwbouw en verbouw woongebouw

0

40

0

4. Nieuwbouw grondgebonden woningen / aan-, uit- en verbouwingen bij woonfunctie met verhoogd risico

33

15

495

5. Nieuwbouw en verbouw industrie en bedrijfsgebouwen

45

16

720

6. Nieuwbouw en verbouw publiektoegankelijke bouwwerken

6

40

240

7. Bouwwerken geen gebouw zijnde

30

5

150

Activiteit constructieve hoofdopzet

 

 

 

Bouwwerkcategorieën 1, 2, 4, 5 en 7

189

1

189

Bouwwerkcategorieën (categorie 3 en 6)

6

2,5

15

Activiteit deelgoedkeuringen constructies

 

 

 

Bouwwerkcategorieën 4 en 5

78

3

234

Bouwwerkcategorieën (categorie 3 en 6)

6

3

18

Activiteit deelgoedkeuringen installaties

 

 

 

Bouwwerkcategorieën 5

45

2,5

112,5

Bouwwerkcategorieën (categorie 3 en 6)

6

10

60

Activiteit slopen incl basistaak RUD

6

3

18

Activiteit brandveilig gebruik

6

20

120

Activiteit wijzigen monument

15

20

300

Activiteit uitvoeren werk

18

16

288

Activiteit strijdig gebruik planologisch

 

 

 

1. binnenplanse afwijkingen

42

6

252

2. buitenplanse afwijkingen (kruimelgevallen)

72

10

720

3. projectbesluiten

6

30

180

4. tijdelijke afwijking Bp

3

30

90

Activiteit exploiteren van een inrichting

 

 

 

basitaken vergunningverlening

 

 

RUD

Wabo vergunningen artikel 2.2 (inrit, kappen)

 

 

 

vergunning art. 2.2. Wabo

33

4

132

Procedures met extra aandacht ikv burgerparticipatie

5

100

500

zaaktype sloopmelding

148

3

444

zaaktype brandveilig gebruik

12

10

120

zaaktype milieumelding

56

3

168

zaaktype maatwerk 8.42

1

20

20

zaaktype besluit hogere grenswaarde wet geluidhinder

3

10

30

zaaktype huisnummerbesluit

9

1

9

zaaktype melding mobiel puin breken

3

10

30

zaaktype intrekken omgevingsvergunning

1

10

10

zaaktype beoordeling overige vergunningen

6

3

18

Juridische zaken

 

 

 

zienswijze

6

18

108

bezwaarschriften

9

25

225

beroep/hoger beroep

15

25

375

voorlopige voorziening

3

25

75

OVERIGE ZAKEN

 

 

 

Beleid en kwaliteitszorg

 

 

300

ondersteuning inventariserende controle

 

 

0

ondersteuning themacontrole

 

 

0

onvoorziene bestuursopdrachten

 

 

200

advisering Veiligheidsregio omgevingsvergunningen

 

 

brandweer

voorbereiding omgevingswet

 

 

600

APV en bijzondere WETTEN

 

 

 

zaaktype stookontheffingen

45

2

90

evenementenmeldingen

200

2

400

evenementenvergunningen

60

5

300

verkeerszaken

60

3

180

kinderopvang

72

2

144

speelautomaten

30

1

30

afvalinzameling

 

 

75

overige APV zaken

246

2

492

verkeersregelaars

 

 

75

 

 

14550

medewerkers WABO VERGUNNINGEN

fte

uren/fte

uren

klantadviseur 1

 

 

 

Klantadviseur I

0,82

1401

1149

Klantadviseur I

0,8

 

1121

Klantadviseur I

1

ouderschap 200 uur

1201

Klantadviseur I

0,6

 

841

Tekort (vacature)

0,9

 

1224

applicatiebeheer

0,1

 

  • 1.

    140

administratie

 

 

 

Administratief medewerker

0,88

 

1233

Administratief medewerker

0,25

 

350

applicatiebeheer

 

 

 

Klantadviseur I

0,1

 

140

Back office

 

 

 

Klantadviseur II

0,2

 

280

Klantadviseur II

1

 

1401

Beleidsadviseur VTH

0,5

 

700

Juridisch medewerker vergunningen

1

 

1401

extern

 

 

 

RUD

 

 

RUD

Veiligheids regio Zuid

 

 

Brandweer

Inhuur constructeur en bouwplantoetser

€ 88.000,00

€ 78,00 /uur

1128

medewerkers APV en bijzondere wetten

 

 

 

Klantadviseur II

1

 

1401

Klantadviseur II

0,8

 

1121

 

 

 

14550

Bijlage 2 Toezicht en Handhaving programma 2019 en beschikbare capaciteit 2019

TOEZICHT EN HANDHAVING

planning 2019 , (gebaseerd op de aantallen eerste trimesters 2018)

 

aantal planning

uren/taak

totaal uren

Algemeen ondersteunende werkzaamheden

 

 

 

1. administratieve werkzaamheden

 

 

350

2. applicatiebeheer

 

 

140

Voorlichting en informatie voorziening

 

 

 

voorlichting

 

 

100

interne advisering

 

 

100

Zaaktype opleveringscontrole

 

 

 

Activiteit bouwen

 

 

 

1. Vrijstaande bijgebouwen bij een woonfunctie

15 (20%)

2

6

2. Aan-, uit- en verbouwen bij een woon- en bedrijfsfunctie.

66 (10%)

2

14

3. Nieuwbouw en verbouw woongebouw

0

51

0

4. Nieuwbouw grondgebonden woningen / aan-, uit- en verbouwingen bij woonfunctie met verhoogd risico

33 (75%)

25

600

5. Nieuwbouw en verbouw industrie en bedrijfsgebouwen

45 (100%)

10,5

473

6. Nieuwbouw en verbouw publiektoegankelijke bouwwerken

6 (100%)

40,2

241

7. Bouwwerken geen gebouw zijnde

30 (10%)

2

6

Activiteit deelgoedkeuring (administratieve behandeling)

84

2

168

Activiteit slopen

148

1

150

Activiteit brandveilig gebruik

 

 

 

Verleende vergunning activiteit brandveilig gebruik

6

8

48

Verleende melding brandveilig gebruik

12

4

48

Activiteit wijzigen monument

28

10

280

Activiteit uitvoeren werk

 

 

0

Activiteit strijdig gebruik planologisch

6

4

24

Activiteit exploiteren van een inrichting

 

 

 

Oplevercontroles milieuvergunningen (RUD)

 

 

RUD

Oplevercontrole milieumeldingen

15

6

90

Zaaktype periodieke controle

 

 

 

Milieu (uitbesteed - administratieve afhandeling)

80

2

160

Milieu

38

6

228

Brandveilig gebruik (uitbesteed-administratieve afhandeling)

101

2

202

Carnavals controles (administratieve afhandeling)

25

1

25

Campingcontroles (administratieve afhandeling)

9

4

36

Zaaktype administratieve controle

 

 

150

Zaaktype thema controle

 

 

0

Zaaktype inventariserende controle (Aan de Fremmeged.)

flexteam

 

200

Zaaktype klacht/melding

 

 

 

reguliere meldingen

100

8

800

illegale bewoning

25

15

375

Juridische zaken

 

 

 

verzoek om handhaving

12

25

300

spoedeisende bestuursdwang

8

25

200

bestuursdwang

2

25

50

beroep/hoger beroep

3

25

75

bezwaarschriften

2

25

50

dwangsom

5

25

125

OVERIGE ZAKEN

 

 

 

beleid en kwaliteitszorg

 

 

300

onvoorziene bestuursopdrachten

 

 

300

handhaving kinderopvang en adm. werkzaamheden

 

 

150

toezicht en handhaving APV en bijzondere wetten

15

8

120

digitalisering milieu en brandveiligheidsdossier ivm controle

200

1

200

deelname projectteam ICT-Omgevingswet

 

 

100

 

 

6984

medewerkers TOEZICHT EN HANDHAVING

fte

uren/jaar

uren

Toezichthouders

 

 

 

Medewerker T&H

0,9

1401

1261

Medewerker T&H

1

200 ouderschapsverlof

1201

Medewerker T&H

0,66

 

925

Tekort (vacature )

0.7

 

1006

Administratie

 

 

 

Administratief medewerker

0,25

 

350

Applicatiebeheer

 

 

 

Medewerker T&H

0,1

 

140

Back office

 

 

 

Juridisch medewerker T&H

1

 

1401

Beleidsadviseur VTH

0,5

 

700

extern

 

 

 

RUD

 

 

RUD

Veiligheids regio Zuid

 

 

Brandweer

inhuur milieu controles

 

 

€ 22.500

 

 

 

6984

Bijlage 3 Overzicht doelstellingen 2019

De specifieke doelstellingen op het gebied van de Wabovoor 2019 zijn:

  • 1.

    Er wordt jaarlijks een (bij)scholingsprogramma Squit XO opgesteld;

  • 2.

    Er vindt monitoring plaats van de aantallen en soorten vergunningen, meldingen, controles, etc. en bijbehorende activiteiten;

  • 3.

    Procesbeschrijvingen, stroomschema’s en werkinstructies voor de Wabo zaaktypen op gebied van vergunningen worden vastgesteld;

  • 4.

    Opstellen en implementatie van een intern kwaliteitsborgingssysteem;

  • 5.

    Uitvoering samenwerking op het gebied van VTH;

  • 6.

    Introductie nieuwe dorpsbouwmeester met gemeentelijk beleid en bestuur;

  • 7.

    De termijn waarbinnen een reguliere vergunning (zonder verlenging) wordt verleend is gemiddeld 40 dagen;

  • 8.

    Het aantal zaaktypen voorafgaand aan een officiële aanvraag wordt beperkt;

  • 9.

    Het aantal termijnverlengingen als gevolg van interne advisering is < 5;

  • 10.

    < 1% van de vergunningen wordt van rechtswege verleend;

  • 11.

    Indien geen zienswijze is ingediend wordt een besluit binnen 14 dagen genomen;

  • 12.

    Evaluatie wijzigingen website, positie administratie en leges in relatie tot het aantal en soort informatieverzoeken;

  • 13.

    Eerste contact tussen specialist en klant vindt plaats binnen 3 werkdagen, na registratie in Squit XO;

  • 14.

    Stroomlijnen binnenkomst van informatieverzoeken, klachten/meldingen en verzoeken tot handhaving, zodat deze direct bij VTH binnenkomen;

  • 15.

    Uitvoering nieuwe werkwijze bij de Monumentencommissie;

  • 16.

    Digitaliseren milieu- en brandveiligheidsdossiers die in 2019 gecontroleerd moeten worden, t.b.v. digitaal toezicht;

  • 17.

    Bij controles wordt het naleefgedrag geregistreerd in de vorm van de soort en het aantal overtredingen;

  • 18.

    Implementatie “bestuurlijke boete” en aanpassing Integraal Omgevingsbeleidsplan VTH 2017-2021;

  • 19.

    Er worden 118 integrale controles milieu uitgevoerd;

  • 20.

    Er worden 101 integrale controles brandveilig gebruik uitgevoerd;

  • 21.

    Monumentenvergunningen worden actief gecontroleerd;

  • 22.

    Het inrichtingenbestand wordt geactualiseerd middels onderzoek naar het KvK-bestand voor de kernen Banholt, Mheer en Noorbeek;

  • 23.

    Openstaande en nieuwe meldingen van illegale bewoning zullen worden opgepakt;

  • 24.

    Integrale controle bedrijventerrein Aan de Fremme (bedrijven met tekortkomingen in 2015);

  • 25.

    Alle, niet anonieme, klacht/meldingen en handhavingsverzoeken worden in behandeling genomen;

  • 26.

    Besluiten worden binnen de wettelijke termijn genomen.De specifieke doelstellingen op het gebied van de APV en Bijzondere Wetten voor 2019 zijn:

  • 27.

    Evaluatie van de folder meldingsplichtige evenementen (type A-evenementen);

  • 28.

    Evenementen met risicovolle constructies en/of herhaalde klachten worden gecontroleerd bij een slecht naleefgedrag;

  • 29.

    Drank- en Horecavergunningen worden administratief gecontroleerd;

  • 30.

    Stookontheffingen worden binnen 5 werkdagen afgehandeld;

  • 31.

    Ondersteuning bij de evaluatie van het Reclamebeleid.