Verordening op de WMO-raad

1. raad: de gemeenteraad van de gemeente Eindhoven

2. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven

3. Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning

4. Wmo-raad: een commissie als bedoeld in artikel 84 van de gemeentewet ingesteld door de gemeenteraad

1. De Wmo-raad heeft als taak het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan de raad over de uitvoering van het Wmo-beleid door het college.

1. De Wmo-raad bestaat uit vijf deskundige op de beleidsterreinen van de Wmo.

2. De raad benoemt de leden van de Wmo-raad en wijst één van de leden aan tot voorzitter en één van de leden tot vice-voorzitter.

3. De leden van de Wmo-raad zijn geen lid van de raad, een raadscommissie of het college van burgemeester en wethouders.

4. De leden van de Wmo-raad voeren hun werkzaamheden uit zonder last of ruggespraak.

1. De raad kan de leden van de Wmo-raad ontslaan.

2. Het lidmaatschap eindigt

• a.

  op eigen verzoek van een lid;

• b.

  indien de raad van oordeel is dat een lid niet langer geschikt is de functie van lid van de commissie te vervullen;

• c.

  indien een lid een functie aanvaardt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

• d.

  indien de Wmo-raad wordt opgeheven;

1. De raadsgriffier wijst een ambtenaar aan die optreedt als secretaris van de Wmo-raad.

2. De secretaris ondersteunt de Wmo-raad bij zijn werkzaamheden.

3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de Wmo-raad over de wijze waarop zijn werkzaamheden worden verricht.

1. De Wmo-raad vergadert zo vaak hij dit nodig acht.

2. De Wmo-raad vergadert alleen als minimaal drie leden aanwezig zijn, waaronder de voorzitter of de vice-voorzitter.

3. De vergaderingen van de Wmo-raad zijn niet openbaar;

4. De Wmo-raad kan in afwijking van het derde lid besluiten om in openbaarheid te vergaderen.

5. De Wmo-raad regelt zijn eigen werkwijze en kan hiervoor een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vaststellen.

1. De Wmo-raad rapporteert in ieder geval één keer per jaar uitgebreid aan de raad over de uitvoering en de maatschappelijke effecten van (onderdelen van) het Wmo-beleid.

2. Het college verstrekt op verzoek aan de Wmo-raad de informatie die hij nodig heeft voor de rapportage.

3. De rapportage word uitgebracht op een tijdstip dat de raad deze kan betrekken bij de bespreking over de jaarrekening.

1. De raad neemt ieder jaar in de begroting een bedrag op voor de kosten van de Wmo-raad

2. De raadsgriffier beheert het budget voor de Wmo-raad

1. De voorzitter en de vice-voorzitter van de Wmo-raad ontvangen voor hun werkzaamheden een bedrag van respectievelijk € 400,-- en € 350,-- per maand (prijspeil 2009)

2. De overige leden van de Wmo-raad voor hun werkzaamheden een bedrag van € 300,-- per maand (prijspeil 2009).

3. De in het eerste en tweede lid genoemde bedragen worden jaarlijks herzien met het hiervoor toepasselijke indexcijfer dat binnen de begroting wordt gehanteerd.