Beleidsregels sluitingstijden horeca Enkhuizen 2012

Geldend van 12-09-2012 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels sluitingstijden horeca Enkhuizen 2012

De burgemeester van Enkhuizen

Overwegende:

dat de gemeenteraad in de artikelen 2:29 en 2.30 Algemene plaatselijke verordening Enkhuizen 2010 (Apv) het kader heeft bepaald voor het sluitingsuur voor horecabedrijven;

dat als hoofdregel in artikel 2:29 Apv is opgenomen dat het de exploitant van het horecabedrijf is verboden zonder vergunningsvoorschriften van de burgemeester deze voor bezoekers geopend te hebben, of bezoekers in het horecabedrijf toe te laten of te laten verblijven op maandag tot en met zondag tussen 00.00 en 07.00 uur;

dat het voor het verlenen van een exploitatievergunning mede inhoudende het sluitingsuur, wenselijk is dat de toegang- en sluitingstijden voor de verschillende categorieën horecabedrijven in een beleidsregel worden vastgelegd;

dat voor het waarborgen van de openbare orde, het verminderen van overlast, een veiliger woon- en leefomgeving en de volksgezondheid van belang is, dat voor de verschillende categorieën horecabedrijven verschillende toegang- en sluitingstijden gelden;

dat na het toegangstijdstip geen bezoekers meer mogen worden toegelaten tot het horecabedrijf.

dat maatregelen van de horeca-exploitanten zelf, zoals toezicht aan de deur, deelnemen aan een ontzeggingenbeleid, toepassen van een cooling down periode en inspelen op het verspreid vertrekken van bezoekers kunnen bijdragen aan de vermindering van het geweld en de overlast in de openbare ruimte;

dat voor verdere onderbouwing van de maatregel wordt verwezen naar de toelichting bij dit toegang- en sluitingsuurbeleid.

Gelet op:

  • Ø

    Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

  • Ø

    De artikelen 2:29 en 2:30 van de Algemene Plaatselijke Verordening Enkhuizen 2011

b e s l u i t

vast te stellen de volgende beleidsregels;

BELEIDSREGELS HORECA ENKHUIZEN

Artikel 1 begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Horecabedrijf: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek/bar-dancing , buurthuis, clubhuis of daaraan verwante inrichting waar tegen vergoeding logies worden verstrekt, dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt.

  • 2.

    Hotel: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies ( per nacht) met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten;

  • 3.

    Café: een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken voor consumptie ter plaatse, met als mogelijke nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren al dan niet ter plaatse bereid;

  • 4.

    Restaurant: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken;

  • 5.

    Cafetaria/snackbar: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwakalcoholhoudende- en/of alcoholvrije dranken;

  • 6.

    Discotheek/dancing: een inrichting die tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije danken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen;

  • 7.

    Jongerencentrum: een inrichting met een sociaal-cultureel doel specifiek ten behoeve van jongeren, waarin naast sociaal-culturele activiteiten, al dan niet bedrijfsmatig, alcoholhoudende – en/of alcoholvrije dranken en/of maaltijden voor gebruik ter plaatse worden verstrekt (hieronder valt een poppodium).

Artikel 2 Vergunning sluitingsuur

Voor cafés, discotheken/dancings kan door de burgemeester een vergunning van het sluitingsuur worden verleend tot 02.00 uur of tot 03.00 uur. De vergunning tot 03.00 uur geldt alleen voor de nacht van vrijdag op zaterdag en voor de nacht van zaterdag op zondag. Hierbij gelden in ieder geval de volgende voorschriften:

  • 1.

    In de nacht van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag mag na 01.00 uur geen publiek meer tot het horecabedrijf worden toegelaten.

  • 2.

    De exploitant is verplicht alle noodzakelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat er zich in- en in de directe omgeving van zijn horecabedrijf feiten voordoen die gevaar opleveren voor de volksgezondheid van bezoekers, voor verstoring van de openbare orde en kunnen leiden tot overlast voor de woon- en leefomgeving. De omvang van de directe omgeving wordt daarbij bepaald door de aanwijsbare relatie tussen het feit en de horeca-inrichting.

  • 3.

    De exploitant ziet erop toe dat komende en vertrekkende bezoekers rustig het horecabedrijf betreden en rustig het horecabedrijf verlaten waardoor overlast voor de omgeving tot een minimum wordt beperkt;

  • 4.

    De exploitant neemt alle maatregelen ter voorkoming of ter wering van criminele activiteiten in- en in de directe omgeving van de horeca-inrichting, die gericht zijn op handel in- of gebruik van drugs, geweldpleging en vernielingen. De omvang van de directe omgeving wordt daarbij bepaald door de aanwijsbare relatie tussen het feit en het gegeven of van de exploitant in het onderhavige geval mocht worden verwacht, dat het voorval door of namens hem moest of kon worden opgemerkt.

  • 5.

    De exploitant zorgt voor directe melding bij de politie van ongewenste en/of dreigende situaties in het horecabedrijf of in de directe omgeving van het horecabedrijf. De omvang van de directe omgeving wordt daarbij bepaald door de aanwijsbare relatie tussen het feit en het gegeven of van de exploitant in het onderhavige geval mocht worden verwacht, dat het voorval door of namens hem moest of kon worden opgemerkt. Hieronder vallen in elk geval:

    • a.

      De aanwezigheid van- of de handel in drugs;

    • b.

      De aanwezigheid van (vuur)wapens;

    • c.

      Vernielingen of vandalisme;

    • d.

      Geweldpleging.

  • 6.

    Alle door of namens de burgemeester te geven aanwijzingen worden direct opgevolgd.

Artikel 2a Vergunning sluitingsuur

In afwijking van het gestelde in artikel 2, kan voor maximaal 3 cafés, discotheken/dancings door de burgemeester een vergunning van het sluitingsuur  worden verleend tot 04.00 uur. De  vergunning tot 04.00 uur geldt alleen voor de nacht van vrijdag op zaterdag en voor de nacht van zaterdag op zondag. Hierbij gelden in ieder geval de volgende voorschriften:

  • 1.

    In de nacht van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag mag na 01.00 uur geen publiek meer tot het horecabedrijf worden toegelaten.

  • 2.

    De exploitant is verplicht alle noodzakelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat er zich in- en in de directe omgeving van zijn horecabedrijf feiten voordoen die gevaar opleveren voor de volksgezondheid van bezoekers, voor verstoring van de openbare orde en kunnen leiden tot overlast voor de woon- en leefomgeving. De omvang van de directe omgeving wordt daarbij bepaald door de aanwijsbare relatie tussen het feit en de horeca-inrichting.

  • 3.

    De exploitant ziet erop toe dat komende en vertrekkende bezoekers rustig het horecabedrijf betreden en rustig het horecabedrijf verlaten waardoor overlast voor de omgeving tot een minimum wordt beperkt;

  • 4.

    De exploitant neemt alle maatregelen ter voorkoming of ter wering van criminele activiteiten in- en in de directe omgeving van de horeca-inrichting, die gericht zijn op handel in- of gebruik van drugs, geweldpleging en vernielingen. De omvang van de directe omgeving wordt daarbij bepaald door de aanwijsbare relatie tussen het feit en het gegeven of van de exploitant in het onderhavige geval mocht worden verwacht, dat het voorval door of namens hem moest of kon worden opgemerkt.

  • 5.

    De exploitant conformeert zich aan de overeenkomst die op basis van gelijkwaardigheid is afgesloten tussen hem/haar en de burgemeester.

  • 6.

    De exploitant zorgt voor directe melding bij de politie van ongewenste en/of dreigende situaties in het horecabedrijf of in de directe omgeving van het horecabedrijf. De omvang van de directe omgeving wordt daarbij bepaald door de aanwijsbare relatie tussen het feit en het gegeven of van de exploitant in het onderhavige geval mocht worden verwacht, dat het voorval door of namens hem moest of kon worden opgemerkt. Hieronder vallen in elk geval:

    • a.

      a. De aanwezigheid van- of de handel in drugs;

    • b.

      b. De aanwezigheid van (vuur)wapens;

    • c.

      c. Vernielingen of vandalisme;

    • d.

      d. Geweldpleging.

  • 7.

    Alle door of namens de burgemeester te geven aanwijzingen worden direct opgevolgd.

Artikel 3 Restaurants

Voor restaurants kan door de burgemeester een incidentele vergunning van het sluitingsuur worden verleend tot maximaal 02.00 uur. Hierbij gelden de volgende voorschriften:

  • 1.

    In de nacht van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag mag na 01.00 uur geen publiek meer tot het horecabedrijf worden toegelaten.

  • 2.

    Alle door of namens de burgemeester gegeven aanwijzingen worden direct opgevolgd.

  • 3.

    De reden waarvoor de incidentele ontheffing wordt gevraagd dient in het verlengde te liggen van- en rechtstreeks verband te houden met de restaurantactiviteit.

Artikel 4 Jongerencentrum

Voor een jongerencentrum kan door de burgemeester een vergunning tot uitbreiding van het sluitingsuur worden verleend tot maximaal 02.00 uur. Hierbij gelden in ieder geval de volgende voorschriften:

  • 1.

    De vergunning geldt voor de nacht van vrijdag op zaterdag en de nacht van zaterdag op zondag.

  • 2.

    De vergunning geldt voor de overige dagen tot maximaal 01.00 uur.

  • 4.

    Op de vergunning zijn de voorschriften 1 tot en met 6 uit artikel 2 van overeenkomstigetoepassing.

Artikel 5 Cafetaria’s/snackbars

Voor cafetaria’s/snackbars, kan door de burgemeester een vergunning tot uitbreiding van het sluitingsuur worden verleend tot maximaal 02.00 uur. Hierbij is de verstrekking van alcoholhoudende drank, in welke vorm dan ook, na 22.00 uur verboden.

Tevens kunnen, indien daartoe aanleiding bestaat, (een deel van) de voorschriften als bedoeld in artikel 2 van toepassing worden verklaard.

Artikel 6 Sluitingsuur terras

Voor een bij een horecabedrijf behorend terras geldt een uiterlijk sluitingsuur van 00.00 uur. Afwijkingen hiervan en/of voorwaarden waaronder van deze regel kan worden afgeweken zijn neergelegd in de vastgestelde beleidsregels terrassen van de gemeente Enkhuizen.

Artikel 7 Jaarwisseling

Voor de nacht van 31 december op 1 januari geldt voor de horecabedrijven als bedoeld in artikel 2, in afwijking van het gestelde in artikel 2 een vrije sluitingstijd onder de voorwaarde, dat na 04.00 uur geen publiek meer tot de horecaonderneming mag wordt toegelaten.

De horecaondernemer is verplicht om zo veel als mogelijk is de veiligheid van de bezoekers te garanderen en het sluitingstijdstip zodanig rustig te laten verlopen, dat overlast voor de omgeving tot een minimum wordt beperkt. De voorschriften 2 t/m 6 uit artikel 2 zijn overeenkomstig van toepassing.

Artikel 8 Handhaving sluitings- en toegangstijden.

t.a.v. horeca-inrichtingen met een verlengde sluitingstijd

  • 1.

    Bij eerste overtreding van een bij of krachtens deze beleidsregels gegeven voorschrift inzake de toegangs- of sluitingstijden, wordt de horecaondernemer schriftelijk gewaarschuwd.

  • 2.

    Bij een tweede overtreding binnen één jaar na de eerste overtreding inzake toegangs- of sluitingstijden dient het horecabedrijf op één vrijdag- en de daaropvolgende zaterdagavond om 24.00 uur te sluiten.

  • 3.

    Bij een derde overtreding binnen één jaar na de eerste overtreding inzake toegangs- of sluitingstijden dient het horecabedrijf op vier achtereenvolgende vrijdag- en zaterdagavonden om 24.00 uur te sluiten.

  • 4.

    Bij elke vierde en volgende overtreding binnen één jaar na de eerste overtreding inzake toegangs- of sluitingstijden dient het horecabedrijf tijdens een door de burgemeester vast te stellen aantal weken, op vrijdag- en op zaterdagavond om 24.00 uur te sluiten. Het door de burgemeester vast te stellen aantal weken kan maximaal 26 weken bedragen.

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in het vierde lid komt een horecabedrijf waaraan ingevolge artikel 2 van deze beleidsregels een sluitingsuur tot 02.00 uur dan wel tot 03.00 uur is vergund, na een derde overtreding binnen één jaar na de eerste overtreding, gedurende een jaar niet meer in aanmerking voor een vergunning sluitingsuur tot 02.00 uur dan wel tot 03.00 uur.

Artikel 8a Handhaving sluitingstijden.

t.a.v. horeca-inrichtingen met een sluitingstijd van maximaal 24.00 uur

  • 1.

    Bij eerste overtreding van een bij of krachtens deze beleidsregels gegeven voorschrift inzake de toegangs- of sluitingstijden, wordt de horecaondernemer schriftelijk gewaarschuwd.

  • 2.

    Bij een tweede overtreding binnen één jaar na de eerste overtreding inzake toegangs- of sluitingstijden dient het horecabedrijf op één vrijdag- en de daaropvolgende zaterdagavond om 22.00 uur te sluiten.

  • 3.

    Bij een derde overtreding binnen één jaar na de eerste overtreding inzake toegangs- of sluitingstijden dient het horecabedrijf op vier achtereenvolgende vrijdag- en zaterdagavonden om 22.00 uur te sluiten.

  • 4.

    Bij elke vierde en volgende overtreding binnen één jaar na de eerste overtreding inzake toegangs- of sluitingstijden dient het horecabedrijf tijdens een door de burgemeester vast te stellen aantal weken, op vrijdag- en op zaterdagavond om 22.00 uur te sluiten. Het door de burgemeester vast te stellen aantal weken kan maximaal 26 weken bedragen.

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in het vierde lid komt een horecabedrijf waaraan de in het vierde lid genoemde maatregel is opgelegd na een derde overtreding binnen één jaar na de eerste overtreding, gedurende een jaar niet meer in aanmerking voor een verlenging van het sluitingsuur.

Artikel 9 Handhaving artikel 2, onderdelen 2, 3, 4 en 5.

    • 1.

      Indien uit feiten en/of omstandigheden blijkt, dat niet wordt voldaan aan de veiligheidsvoorwaarden zoals die gesteld zijn in artikel 2, onder 2, 3, 4 en 5, wordt de horecaondernemer daarvan schriftelijk in kennis gesteld en wordt hij in de gelegenheid gesteld om zodanige maatregelen te nemen, dat de veiligheidssituatie binnen 3 maanden op een aanvaardbaar peil is. Zulks dient te blijken uit het merkbaar afnemen dan wel niet meer aanwezig zijn van de feiten en/of omstandigheden die tot de maatregel hebben geleid.

    • 2.

      Indien na de periode van 3 maanden de veiligheidssituatie onveranderd dan wel nagenoeg onveranderd is, wordt de exploitatievergunning voor wat betreft de verlengde sluitingstijd ingetrokken.

Artikel 9a Handhaving artikel 2a, onderdeel 5

Onverminderd het gestelde in artikel 9, zal indien uit feiten en/of omstandigheden blijkt dat niet wordt voldaan aan voorwaarde gestelde in artikel 2a, lid 5 de horecaondernemer hiervan schriftelijk in kennis worden gesteld. Hem wordt daarbij een redelijke termijn gegund om alsnog, dan wel wederom aan deze voorwaarde te voldoen. Indien na het verstrijken van de begunstigingstermijn blijkt dat niet aan de voorwaarde is voldaan, zal de exploitatievergunning voor wat betreft de verlengde sluitingstijd worden ingetrokken.

Artikel 10 Wijze van toedeling artikel 2a

  • 1. Indien het maximum aantal vergunningen is verleend, zal de burgemeester een wachtlijst opstellen van horecaondernemingen die ook in aanmerking willen komen voor een vergunning op grond van artikel 2a.

  • 2. De horecaondernemingen die op de wachtlijst zijn geplaatst worden door de burgemeester in kennis gesteld indien het maximum aantal vergunning nog niet is bereikt.

  • 3. Indien op de wachtlijst van de burgemeester meerdere horecaondernemingen staan vermeld, zal de toedeling van de vergunning plaats vinden door middel van een loting door een door de burgemeester aangewezen notaris. De plaats en het tijdstip van de loting zal bekend gemaakt worden door middel van publicatie in een weekblad. De loting is openbaar.

Artikel 11 Intrekking oude regeling

De beleidsregels horeca Enkhuizen die op 22 september 2011 was vastgesteld, wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel wordt bekendgemaakt in het Weekblad De Drom en treedt in werking op een in de bekendmaking genoemde datum.

Artikel 13 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels sluitingstijden horeca Enkhuizen 2012”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op:
De burgemeester van Enkhuizen,

Nota-toelichting Toelichting bij de beleidsregels horeca Enkhuizen

Aanleiding

In haar vergadering van 5 april 2011 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen, waarin zij de uitdrukkelijke wens kenbaar maakt, dat het uiterste toegangstijdstip om nog in de horeca te worden toegelaten, wordt uitgebreid van 00.00 uur tot 01.00 uur in de nacht van vrijdag op zaterdag en in de nacht van zaterdag op zondag. Tevens bevatte de motie de uitdrukkelijke wens om de uiterlijke sluitingstijd van de horeca vast te stellen op 03.00 uur. Al eerder om precies te zijn in november 2010 waren de Beleidsregels sluitingstijden Horeca Enkhuizen 2010, gewijzigd naar aanleiding van een advies van de commissie bezwaar en beroep als gevolg van een bezwaarprocedure die werd gevoerd door café De Lange Jan aan de Torenstraat te Enkhuizen. De Lange Jan had bezwaar gemaakt tegen de verplichting om een horecaportier aan te stellen en tevens had de Lange Jan bezwaar gemaakt tegen zes exploitatievergunningen van andere horeca-inrichtingen omdat daarin niet de verplichting tot het aanstellen van een horecaportier was opgenomen. In het advies dat de commissie bezwaar en beroep aan de burgemeester uitbracht kwam naar voren, dat de verplichting om een horecaportier aan te stellen, niet was onderbouwd en dat ook tijdens de hoorzittingen niet was gebleken, dat die onderbouwing alsnog kon worden gegeven. Dit en nog enkele andere opmerkingen van de commissie bezwaar en beroep noopten tot aanpassing van de bestaande beleidsregels. Het bovenstaande betekende ook, dat alle onderwerpen die rechtstreeks en/of zijdelings met de onderbouwing van de portiers-eis te maken hadden, uit de tekst konden worden verwijderd. Tevens is getracht om de handhaafbaarheid van deze beleidsregels te vereenvoudigen, door onderwerpen en voorwaarden die niet handhaafbaar bleken te zijn, te schrappen. Toegevoegd werden een handhavingsprotocol ten aanzien van horeca-inrichtingen die tot 24.00 uur geopend zijn (art. 8a) en een handhavingsprotocol inzake het handelen in strijd met de voorwaarden uit artikel 2. (artikel 9) De aanpassing die als gevolg van de uitdrukkelijke wens van de gemeenteraad van 5 april 2011 is aangebracht, betreft in hoofdzaak aanpassingen in tijdstippen. Voor het overige blijft de strekking van de beleidsregels overeind. Wat echter ontbrak bij de aanpassing was een motivering bij de motie van 5 april 2011 van het nut en de noodzaak tot aanpassing in het licht van de openbare orde. De enige motivering die de indieners van de motie naar voren brachten kwam neer op: “als er aan de voorkant een uur bijkomt, moet er aan de achterzijde een uur af.” Ook enkele horecaondernemers misten deze motivering en maakten bezwaar tegen het inleveren van het uur openingstijd. Dit bezwaar vond gehoor bij de commissie bezwaar en beroep en deze adviseerde de burgemeester om de bestreden exploitatievergunningen in te trekken en nieuwe vergunningen te verlenen, waarbij rekening gehouden moest worden met hetgeen tijdens de hoorzitting naar voren was gekomen. Als gevolg daarvan besloot de burgemeester om een beperkt aantal horeca-instellingen onder strikte voorwaarden in de gelegenheid te stellen om in aanmerking te komen voor een uiterste sluitingstijd van 04.00 uur voor de nacht van vrijdag op zaterdag en voor de nacht van zaterdag op zondag. Deze mogelijkheid is vastgelegd in artikel 2a. Hierbij is ook een motivering gevoegd die recht doet aan het doel van de beleidsregels, namelijk het nemen van maatregelen op problemen met de openbare orde terug te dringen of te voorkomen.

Op basis van artikel 2:29 en 2:30 van de Algemene Plaatselijke Verordening Enkhuizen 2011 (verder: APV) kan de burgemeester, via een vergunningsvoorschrift andere sluitingstijden vaststellen voor afzonderlijke horecabedrijven of  daarbij behorende terrassen. Aan deze bevoegdheid is een ruime beleidsvrijheid verbonden.  De enige beperking is neergelegd in lid 3 van artikel 2:29 van de APV, waarin wordt gesteld, dat het vaststellen van andere sluitingstijden niet mogelijk is, wanneer er in het te regelen onderwerp al is voorzien door op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften. In de gemeente Enkhuizen worden sluitings- en toegangstijden voor horeca-inrichtingen voorgeschreven in de aan die onderneming te verlenen exploitatievergunning. De exploitatievergunning bevat, buiten een aantal algemene voorwaarden, hoofdzakelijk voorwaarden en voorschriften die rechtstreeks of zijdelings betrekking hebben op de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid. Sluitings- en toegangstijden in de horeca zijn nauw verbonden met problemen rond de openbare orde. Zoals bekend heeft alcohol een ontremmende werking en vaak manifesteert zich dat in normafwijkend en/of agressief gedrag. Dat gedrag cumuleert in evenredigheid tot de hoeveelheid alcohol die genuttigd is. Het terugdringen van het overmatig alcoholgebruik, dan wel alcoholmisbruik is een belangrijke aanleiding voor het vaststellen van deze beleidsregels.

Eind 2007 is het project Jeugd en Alcohol van start gegaan in West-Friesland. De gemeente Enkhuizen is een van de deelnemers aan het project. Aanleiding voor het project was de constatering dat in de regio sprake is van  overmatig drankgebruik door jongeren. Ze drinken steeds eerder, te veel en op te jonge leeftijd. De Jeugdmonitor  2006-2007 wijst dit uit. Er is sprake van overmatige alcoholconsumptie bij 43 procent van de scholieren in het 2e en 4e jaar van het voortgezet onderwijs. Bij 14 procent van de 10 tot 15 jarigen komt overmatig alcoholgebruik voor. Bij 16 en 17 jarigen is dit zelfs 71 procent. Een doelgroep die ook de horeca bezoekt. Het  aantal jongeren tot 18 jaar dat als gevolg van overmatig alcoholgebruik in coma raakt is in West-Friesland de afgelopen vier jaar gestegen van 2 naar 25 per jaar en die stijging zet zich nog steeds, zij het langzaam, voort. Een veel voorkomend fenomeen daarbij is het zogenaamde “indrinken”. Het uitgaan wordt dan uitgesteld tot een tijdstip dat dichtbij het tijdstip ligt, waarop men nog toegang tot de locale horeca heeft. Door een grens te stellen aan de uiterste toegangstijd wordt getracht om de zogenaamde indrinktijd korter te maken, waardoor het overmatig gebruik van alcohol vermindert.

Uitwerking.

In deze beleidsregels heeft de burgemeester niet per afzonderlijke horeca-inrichting andere sluitingstijden vastgesteld, maar per categorie horeca-inrichtingen. Dit beleid betekent, dat voor bijvoorbeeld restaurants andere sluitingstijden en voorwaarden gelden dan voor cafés. In afwijking van wat tot nu toe gebruikelijk was, heeft de burgemeester gekozen voor beleidsregels, waarbij de verantwoordelijkheid voor een groot deel komt te liggen bij de horecaondernemers.  Voorschriften en voorwaarden die niet handhaafbaar zijn gebleken of die niet gehandhaafd werden, zijn uit dit nieuwe beleid verdwenen. In grote lijnen komt het erop neer, dat de burgemeester een algemene eis tot veiligheid en orde stelt. Als vervolgens uit feiten en omstandigheden blijkt, dat niet aan deze algemene eis wordt voldaan, krijgt de ondernemer een redelijke termijn, waarbinnen hij zijn bedrijfsvoering zodanig dient aan te passen, dat aan die veiligheids- en openbare orde-eis wordt voldaan. Bij niet voldoen aan de eis wordt de ontheffing van het sluitingsuur ingetrokken. Bij de toelichting op de artikelen wordt hier verder op in gegaan

Hoofdelementen van deze beleidsregel

Het nieuwe beleid bevat de volgende hoofdelementen:

  • 1)

    Op vrijdag- en zaterdagavond voor cafés en discotheken een toegangstijd van 01.00 uur; na dit tijdstip mag geen publiek meer tot de horeca-inrichting worden toegelaten;

  • 2)

    een sluitingstijd van 02.00 uur of 03.00 uur;

  • 3)

    een sluitingstijd van 04.00 uur voor een beperkt aantal horeca-inrichtingen onder strikte voorwaarden.

  • 4)

    voorschriften in de vergunning, gericht op een veilige en gezellige uitgaansavond.

1. Een toegangstijd van 01.00 uur Het instellen van een toegangstijd is geen nieuw fenomeen. De gemeente Enkhuizen zelf kende al geruime tijd een toegangstijd van 02.00 uur. De toegangstijd van 01.00 uur is noodzakelijk om het uitgaansleven enigszins te vervroegen. Het effect dat hiermee beoogd wordt, is het afnemen van het alcoholgebruik en daarmee alcoholgerelateerde incidenten zoals geweld, agressie en overlast in het bedrijf zelf zowel als in de openbare ruimte. Eerder in de horeca betekent dat er minder tijd is om in te drinken. Eerder in de horeca betekent dat de focus minder ligt op het drinken van alcohol en meer op het in de stemming raken en er een gezellige nacht van te maken.

2. Een sluitingstijd van 02.00 uur, 03.00 uur of 04.00 uur Bepaalde horeca-inrichtingen krijgen de mogelijkheid om tot 02.00 of tot 03.00 uur open te zijn. Een uiterste sluitingstijd van 04.00 uur is nu ingevoegd. Tussen beide sluitingstijden 02.00 uur en 03.00 uur zit geen vergunningsverschil. Om voor een sluitingstijd van 04.00 uur in aanmerking te komen, moet de inrichting voldoen aan de eisen zoals die zijn vastgelegd in artikel 2a en de daarbij behorende toelichting. De voorschriften die aan deze verruiming van het sluitingsuur worden verbonden, worden opgenomen in de te verlenen exploitatievergunning.

3. Voorschriften in de vergunning. Bij het opstellen van de voorschriften in deze beleidsregels is uitgegaan van het principe, dat de ondernemer verantwoordelijk is voor de orde en veiligheid in- en in de directe omgeving van zijn onderneming. Hoe de ondernemer gevolg geeft aan die voorschriften is geheel zijn zaak. Daarbij spelen zaken zoals de aard van de onderneming, de aard en de samenstelling van de klantenkring en de locatie van de onderneming een belangrijke rol. In het “oude” beleid stelde de gemeente nog regels, die rechtstreeks te maken hadden met de bedrijfsvoering van de onderneming, zonder rekening te houden met de in dit onderdeel genoemde zaken. De voorschriften zijn nu beperkt tot algemene eisen inzake veiligheid en orde, waarbij in voorkomende gevallen achteraf een toetsing plaatsvindt. Datzelfde geldt voor het begrip “directe omgeving”. Vooraf is in redelijkheid niet vast te stellen, wat wordt bedoeld met de directe omgeving. Ook hier is dat afhankelijk van de locatie van de onderneming, de aard van het voorval en de aantoonbare samenhang tussen het voorval en de betreffende horeca-inrichting. Over dit begrip vindt dus ook achteraf een toetsing plaats, waarbij de zienswijze van de ondernemer wordt meegewogen in de uiteindelijke beslissing. Deze stelling wijkt af van de mening van Horeca Nederland, die er sterk op aandringt om expliciet aan te geven wat onder de directe omgeving wordt verstaan. Horeca Nederland gaf aan, dat uit jurisprudentie blijkt, dat daarvoor een afstand van 25 meter wordt gehanteerd. Die 25 meter werd genoemd in een rechtelijke uitspraak, waarbij de rechter tot de conclusie kwam, dat in DAT specifieke geval 25 meter als directe omgeving kon worden gehanteerd. Er zijn ook uitspraken bekend, waarbij andere afstanden werden genoemd, omdat in DIE specifieke gevallen die andere afstand kon worden gemotiveerd.

Voorschriften die niet meer in deze beleidsregels zijn opgenomen zijn onder andere de bepalingen rond de huisregels, het ontzeggingenbeleid, specifiek toezicht bij de deur en aanbevelingen inzake cooling-down periodes. Deze onderwerpen worden beschouwd als direct aan te merken als bedrijfsvoering, waarbij de overheid zich zoveel als mogelijk is, afzijdig houdt. Samenvattend komt het erop neer, dat de gemeente algemene regels heeft gesteld, waarbij de verantwoordelijkheid voor de naleving bij de ondernemer ligt. De gemeente toetst periodiek of naar aanleiding van incidenten, stelt vervolgens een hersteltermijn en handhaaft.

Toezicht en handhaving

Het opstellen van regels dient gepaard te gaan met handhaving van die regels. Traditioneel werd dit toezicht en de handhaving gedaan door de politie. Doordat de politie zich noodgedwongen steeds meer moet gaan bezighouden met haar kerntaken, zal de gemeente zelf het toezicht en de handhaving ter hand moeten nemen. De gemeente Enkhuizen heeft hiertoe de beschikking over (ingehuurde) toezichthouders en Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA). De rapportages van de toezichthouders kunnen dienen als startdocument bij een bestuursrechtelijke dan wel een strafrechtelijke handhavingsactie. Ook de rapportages van de politie, die zich beperkt tot signaleren, kunnen voor verdere handhavingsacties worden aangewend.

Toelichting op de artikelen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Bij het vaststellen van de begripsomschrijvingen is zoveel mogelijk dezelfde omschrijving gebruikt als in de Drank- en horecawet. 

Artikel 2 Vergunning sluitingsuur tot 02.00 uur of tot 03.00 uur.

Artikel 2 heeft betrekking op de verlenging van het sluitingsuur tot 02.00 uur of 03.00 uur. Op grond van artikel 2:29 van de APV kan de burgemeester via een vergunningsvoorschrift andere sluitingstijden vaststellen dan de in de APV vastgestelde sluitingstijd van 00.00 uur. Via artikel 2 van deze beleidsregels maakt de burgemeester gebruik van deze bevoegdheid. Aan deze verlengde sluitingstijd, die in de af te geven exploitatievergunning wordt opgenomen, zijn voorschriften verbonden. De verlenging van het sluitingsuur tot 03.00 uur kan alleen worden verleend aan cafés en discotheken voor de nacht van vrijdag op zaterdag en voor de nacht van zaterdag op zondag terwijl ook de uiterlijke toegangstijd alleen van toepassing is voor de nacht van vrijdag op zaterdag en de nacht van zaterdag op zondag. De beperking tot alleen het weekend heeft te maken met het feit dat de nachten van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag de uitgaansavonden zijn, waarbij sprake is van met meeste incidenten en alcoholgebruik. De uiterste toegangstijd van 00.00 uur is gesteld om ervoor te zorgen, dat het uitgaanspubliek eerder dan tot nu toe gebruikelijk was, de horeca bezoekt. Uitgangspunt hierbij is, dat de zogenaamde “indrinktijd” voor iedereen in het algemeen, maar voor de jeugd in het bijzonder, korter wordt. De overige voorschriften spreken voor zich en worden gesteld in het belang van openbare veiligheid en openbare orde. De horecaondernemer is zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van deze voorschriften.

Artikel 2a vergunning sluitingsuur (tot 04.00 uur) 

In de praktijk bleek, dat het aantal horeca-inrichtingen dat in aanmerking kwam voor een sluitingstijd van 03.00 uur zodanig groot was, dat er rond 03.00 uur een grote hoeveelheid publiek op straat kwam. Al snel werd duidelijk, dat dit een toename betekende van het aantal incidenten op het gebied van de openbare orde. Gegevens van de politie gaven dit aan, maar ook in de rapportages van de gemeentelijke toezichthouders was sprake van een duidelijke toename van het aantal incidenten. Uit de rapportages bleek ook, dat de incidenten werden veroorzaakt door jongeren of dat die jongeren op andere wijze bij die incidenten betrokken waren. Het gaat dan hoofdzakelijk maar niet uitsluitend om de groep jongeren tussen de 16 en 25 jaar. Om deze stijging terug te dringen is het noodzakelijk, dat er minder publiek in één keer in de openbare ruimte aanwezig is. Dat is alleen maar te realiseren door een differentiering in de uiterste sluitingstijd te realiseren. Deze differentiering dient dan te worden toegepast op bepaalde typen horeca-inrichtingen. Besloten is om de mogelijkheid tot een vergunning om tot 04.00 uur nog publiek in de inrichting aanwezig te hebben, toe te kennen aan horeca-inrichtingen die uitsluitend of in hoofdzaak bezocht door jongeren tussen 16 en 25 jaar en ook als “jongerencafé” bekend zijn en/of horeca-inrichtingen die in een gebied liggen waar volgens rapportages van de politie en van de toezichthouders, veelvuldig problemen met de openbare orde worden ondervonden. De bedrijfsvoering van deze horeca-inrichtingen dient gericht te zijn op jongeren en de openingstijden liggen voornamelijk in de late avond en de nacht. Ook de activiteiten die zij ontplooien zijn gericht op jongeren. Van de horeca-inrichtingen die een vergunning voor een sluitingsuur van 04.00 uur aanvragen, worden extra maatregelen gevraagd ter voorkoming van problemen met de openbare orde. In een overeenkomst tussen de burgemeester en de horecaondernemer geeft de horecaondernemer aan, dat hij gebruik zal maken van een horecaportier  en dat hij deelneemt aan een project waarbij de deelnemende horeca-instellingen gezamenlijk zorg dragen voor de aanwezigheid van één ambulante horecaportier. Deze portier pendelt tussen de deelnemende horeca-inrichtingen en inventariseert daarbij voorvallen, die kunnen leiden tot een probleem met de openbare orde. Door samenwerking en vroegtijdige informatie-uitwisseling kan het verwachtte probleem wellicht in de kiem worden gesmoord. Op deze wijze is er een spreiding van het publiek dat na horecabezoek op straat komt. Restaurants sluiten om 24.00 uur, een deel van de cafés sluiten om 02.00 uur of 03.00 uur en een beperkt aantal cafés en discotheken sluit om 04.00 uur. Hierdoor zullen per sluitingstijdstip kleinere concentraties mensen op straat komen en komt de groep jongeren die over het algemeen verantwoordelijk zijn voor overlast en problemen met de openbare orde, als laatste groep geïsoleerd op straat. Dit zal tot minder problemen met de openbare orde leiden.

Artikel 3 Restaurants

Voor restaurants  kan door de burgemeester een incidentele vergunning van het sluitingsuur worden verleend tot 02.00 uur. In verband met rechtsgelijkheid ten opzicht van cafés en discotheken is hierbij ook het voorschrift opgenomen, dat in de nacht van vrijdag op zaterdag en de nacht van zaterdag op zondag na 01.00 uur geen publiek meer tot de horeca-inrichting mag worden toegelaten. Restaurants richten zich met name op het etende publiek en drankverstrekking is niet het hoofdaandeel. Sluiten om 00.00 uur is vanzelfsprekend en daarom ook nog steeds het hoofddoel. 

Artikel 4 Jongerencentrum

Deze categorie heeft in het sluitingsuurbeleid een afzonderlijke regeling gekregen. Er is sprake is van ondersteunende horeca. Deze is ondersteunend aan de hoofdactiviteit, namelijk sociaal-culturele activiteiten. De horeca-activiteit  trekt geen zelfstandige stroom bezoekers. Niettemin is deze aparte regeling te rechtvaardigen. Het jongerencentrum organiseert het hele jaar door activiteiten voor de jeugd. Het gaat om popconcerten, dansfeesten en optredens van dj’s. Een sluitingstijd van 00.00 uur zoals van toepassing op ondersteunende horeca is daarbij niet reëel. Het jongerencentrum is van de andere kant niet gelijk te stellen met een vermaakcentrum of bar/café. Het is geen commercieel horecabedrijf. Daarnaast ontvangt het subsidie van de gemeente. Een gelijke regeling met de commerciële horeca zoals een vermaakcentrum, café/bar is vanuit die optiek eveneens niet billijk. Er is daarom aansluiting gezocht bij de huidige sluitingsuurregeling van het jongerencentrum. Wel zijn de voorschriften van toepassing die in artikel 2 van de beleidsregel zijn opgenomen. Dit heeft te maken met de aard van de activiteiten. Voor het jongerencentrum geldt dus ook het toegangstijdstip van 01.00 uur in het weekend.

Artikel 5 Cafetaria’s/snackbars

De redactie van dit artikel spreekt voor zich.  Buiten het voorschrift, dat het verboden is om na 22.00 uur alcoholhoudende drank, in welke voor dan ook te verstrekken, kunnen er, naar behoefte, voorschriften als bedoeld in artikel 2 van de beleidsregels, van kracht worden verklaard.

Artikel 6 Sluitingsuur terras

Voor een bij een horecabedrijf behorend terras gelegen op of aan de openbare weg dan wel op van de gemeente gehuurde openbare grond  geldt een algemene sluitingstijd van 00.00 uur.  De terrassen dienen vanaf 00.00 uur afgeruimd te zijn. Bezoekers worden dan ook niet in de verleiding gebracht het terras te gebruiken. Voor meer bijzonderheden omtrent terrassen wordt verwezen naar de vastgestelde beleidsregels terrassen van de gemeente Enkhuizen.

Artikel 7 Jaarwisseling

Elk jaar opnieuw werd de horeca door een afzonderlijk besluit van de burgemeester toestemming verleend voor een later sluitingstijdstip dan gebruikelijk  tijdens de jaarwisseling en op andere feestdagen. Door invoering van artikel 7 hoeft niet ieder jaar een afzonderlijk besluit te worden genomen. Zowel voor de ondernemers, als voor de overheid wordt zo administratief werk voorkomen. Een soortgelijke vrijstelling voor andere data en/of festiviteiten is in de beleidsregels niet opgenomen. Indien zich een uitzonderlijke situatie voordoet, kan de burgemeester op basis van de APV besluiten om voor dat specifieke geval een verlenging van het sluitingsuur of een opschorting van het toegangsuur te verlenen. Dit moet beperkt blijven tot uitzonderlijke gevallen.

Artikel 8 Handhaving sluitingstijden en toegangstijden.   t.a.v. horeca-inrichtingen met een verlengde sluitingstijd

In afwachting van een integraal handhavingsbeleid op het gebied van horeca en daaraan gerelateerde zaken, zijn specifieke handhavingsmaatregelen in deze beleidsregels opgenomen. Deze maatregelen zijn identiek aan de maatregelen zoals zij in de beleidsregels van 2003 waren opgenomen en spreken voor zich.

Artikel 8a Handhaving sluitingstijden.   t.a.v. horeca-inrichtingen met een sluitingstijd van maximaal 24.00 uur

De praktijk heeft geleerd, dat een afzonderlijk handhavingsprotocol voor horeca-inrichtingen met een sluitingstijd van maximaal 24.00 uur, noodzakelijk was. Dit protocol komt in grote lijnen overeen met de redactie van artikel 8.

Artikel 9 Handhaving artikel 2, onderdelen 2, 3, 4 en 5.

Als uit rapportages van toezichthouders, Boa’s, politie of anderszins blijkt, dat niet wordt voldaan aan de algemene veiligheidseis, die in de voorschriften van artikel 2 wordt gesteld, wordt de horecaondernemer hiervan schriftelijk in kennis gesteld EN wordt hij in de gelegenheid gesteld om zodanige maatregelen te nemen, dat binnen drie maanden na de schriftelijke waarschuwing de veiligheidssituatie weer op een acceptabel peil is. Dit acceptabele peil zal wederom moet blijken uit de rapportages van toezichthouders, boa’s, politie of anderszins. De gemeente zal dus achteraf toetsen of de ondernemer voldoet aan zijn verplichtingen. De eventueel daaruit voortvloeiende schriftelijke waarschuwing dient gebaseerd te zijn op feiten en omstandigheden die uit de rapportages naar voren komen. Met opzet is hier gekozen voor de meervoudsvorm van feit en omstandigheid. Indien na de begunstigingstermijn van drie maanden geen of nagenoeg geen verandering is gekomen in de onaanvaardbare veiligheidssituatie, wordt de exploitatievergunning, voor wat betreft de verlengde sluitingstijd, ingetrokken.

Artikel 9a Handhaving artikel 2a, lid 5

Dit spreekt voor zich. Als niet aan de bijzondere voorwaarde wordt voldaan, zal uiteindelijk intrekking van de exploitatievergunning voor wat betreft de verlenging van het sluitingsuur, het gevolg zijn. ​