Regeling vervallen per 15-08-2016

Terrassenbeleid Gemeente Enschede

Geldend van 24-06-2009 t/m 14-08-2016

Intitulé

Terrassenbeleid Gemeente Enschede

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

De Burgemeester van Enschede, gelezen het voorstel van 24 juni 2009, dienst DSOB,

b e s l u i t

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Enschede,

vast te stellen de volgende beleidsregel waarin wordt uiteengezet welke normen de Burgemeester hanteert bij de uitoefening van zijn bevoegdheid om ter regulering vergunning dan wel ontheffing te verlenen voor het mogen hebben van terrassen en/of rookstroken.

1.Inleiding

Het sinds 2005 in de gemeente Enschede ingevoerde terrassenbeleid functioneert goed. Om optimaal op veranderende omstandigheden en op de behoeften van ondernemers te kunnen inspelen is periodieke aanpassing nodig. De voorliggende beleidsregel is daarvan het resultaat. In samenwerking met belanghebbenden is invulling gegeven aan het gemeentelijk streven tot deregulering. Daarnaast wordt ingespeeld op het rookverbod in de horeca door het toestaan van rookstroken. Een en ander vertaalt zich in een afgeslankte beleidsregel met minder en begrijpelijker regels. Indien nodig leent deze beleidsregel zich voor snelle aanpassing.

Bij terrassen en rookstroken spelen verschillende belangen die soms haaks op elkaar staan. Enerzijds de belangen van de horeca die van economische aard zijn. Anderzijds zijn er de belangen van de gemeente, die zien op een veilige, schone, hele en leefbare openbare ruimte, op de veiligheid en de doorstroming van het verkeer, op de toegankelijkheid voor hulpdiensten en op de beperking van overlast voor de woon- en leefomgeving.

2.Bevoegdheid

Dit terrassenbeleid is een beleidsregel als bedoeld in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en vormt een verdere uitwerking van artikel 2:28 Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Enschede (APV). Op grond van artikel 174, lid 1 Gemeentewet ligt de bevoegdheid om een terrasvergunning te verlenen bij de burgemeester. Deze beleidsregel is daarom een beleidsregel van de burgemeester.

3.Definities

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • 1.

      Terras: dit is een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;

    • 2.

      Rookstrook: deze dient ter facilitering van rokers en is een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar enkel stagelegenheid kan worden geboden en waar dranken kunnen worden genuttigd, maar dranken niet kunnen worden geschonken. Tevens kunnen er geen spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt;

    • 3.

      Horecabedrijf: dit is een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden;

    • 4.

      Weg: dit is de weg als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b Wegenverkeerswet 1994.

    • 4.

      Vergunning

      • 1.

        Voor het mogen plaatsen van een terras dan wel een rookstrook geldt een vergunningplicht;

      • 2.

        Als uitzondering op het in lid 1 van dit artikel bepaalde, geldt voor terrassen gelegen in het ‘Gebied op en om de Oude Markt’ dat deze vergunningvrij mogen worden geplaatst indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 2:28, lid 2 APV;

    • 5.

      Toetsing

Deze beleidsregel dient gebruikt te worden bij de beoordeling van vergunningaanvragen. Bij aanvragen wordt op de hiernavolgende hoofdcriteria getoetst die in deze beleidsregel verder uitgewerkt worden:

  • 1.

    In het belang van de openbare orde;

  • 2.

    In het belang van de openbare veiligheid;

  • 3.

    In het belang van de verkeersveiligheid;

  • 4.

    In het belang van de volksgezondheid;

  • 5.

    In het belang van de bescherming van het milieu;

  • 6.

    Ten aanzien van het uiterlijk van het terras.

  • 6.

    Advies

Een adviesvraag aan een relevante gemeentelijke- of niet-gemeentelijke instantie maakt deel uit van het behandeltraject van de aanvraag. Dit, gemotiveerde, advies wordt vanuit de eigen deskundigheid gegeven.

Het advies is niet bindend maar wordt meegenomen in de overwegingen die leiden tot de beslissing op de aanvraag. Adviserende instanties (kunnen) zijn: het Stadsdeelbeheer, de Werkgroep Beheer Binnenstad, de afdeling Ontwerp (verkeer), het cluster Bouwen en Milieu en de Regiopolitie Twente.

7.Uitgangspunten

Uitgangspunten voor dit beleid zijn:

1.Dit beleid regelt dat terrassen en rookstroken gebiedgebonden gereguleerd worden. Verschillen inzake leefbaarheid, openbare orde en (verkeers)veiligheid liggen hieraan ten grondslag. De drie te onderscheiden gebieden kennen allen hun specifieke regels ten aanzien van terrassen. De gebieden zijn:

I.Het ‘Gebied op en om de Oude Markt’ (bijlage-1);:

Dit gebied omvat de Oude Markt en wordt omgrensd door: de Marktstraat – de Jacobusgang – de Langestraat – de Rigtersgang – de Haverstraatpassage en de Menistenstraat.

In dit gebied kunnen terrassen onder voorwaarden vergunningvrij worden toegestaan. Dit gebied kent een winterterraszone en een zomerterraszone die als zodanig aan de inrichting van de bestrating te herkennen is. Winterrassen zijn maximaal 5 meter diep en mogen zowel in de winter als in de zomer geplaatst worden. Voor zomerterrassen geldt dat deze enkel van 1 maart tot 1 november geplaatst mogen worden. Rookstroken zijn in dit gebied niet toegestaan.

II.Het ‘Gebied Stadserf’ (bijlage-2):

Dit gebied wordt omgrensd door: Korte Hengelosestraat – Parallelweg tot aan de Wenninkgaarde – Van Essengaarde – de Noorderhagen – Van Lochemstraat tot aan de Heurne - de Heurne – de Klomp tot aan de Oldenzaalsestraat – Kalandergang tot aan het Kalanderplein – de Mooienhof vanaf het Ledeboerterrein tot aan de Oldenzaalsestraat – Beltstraat vanaf de Mooienhof tot aan de Korte Haaksbergerstraat – Brammelerstraat tot aan de Piet Heinstraat – Korte Hengelosestraat en omvat alle binnen dit gebied gelegen straten.

Dit gebied heeft de status van erf en is autoluw omdat het gebied slechts gedurende een deel van de dag vrij toegankelijk is voor personenauto’s en vrachtverkeer. De toegangswegen worden afgesloten middels zogenaamde bollards. In dit gebied kunnen naar keuze van de horecaondernemer ofwel terrassen danwel rookstroken worden toegestaan gedurende het gehele jaar. Om een terras of rookstrook te mogen plaatsen is een vergunning vereist.

III.Het ‘Gebied rest van Enschede’ (bijlage-3):

Dit gebied omvat de rest van de straten gelegen in de gemeente. Dit gebied kenmerkt zich door een grote diversiteit. Voor het mogen inrichten van een terras of rookstrook is een vergunning vereist. Terrassen kunnen enkel van 1 maart tot 1 november worden toegestaan;

    • 2.

      Dit beleid regelt dat terrassen en rookstroken daar gefaciliteerd worden waar dit mogelijk en wenselijk is. De door de Gemeenteraad op 18 juli 2005 vastgestelde nota ‘Ontwikkelingskader Horeca 2005-2015 (Horecanota) is daarin richtinggevend;

    • 3.

      Aan vergunningen voor terrassen en rookstroken worden slechts die eisen gesteld die door de gemeente aan de inrichting van een terras of rookstrook verbonden kunnen worden in het kader van de leefbaarheid, de openbare orde en de (verkeers)veiligheid.

  • 8.

    Beleidskader

Binnen de kaders van dit beleid wordt het volgende geregeld:

1.Gebiedsgericht beleid:

Op grond van gebiedsgebonden verschillen inzake leefbaarheid, openbare orde en (verkeers) veiligheid wordt onderscheid gemaakt in drie verschillende gebieden, zoals bepaald in artikel 7, lid 1 van deze beleidsregel;

2.Terrasseizoen:

1.Voor alle in deze beleidsregel genoemde gebieden geldt dat terrassen van 1 maart tot 1 november kunnen worden ingericht. In afwijking van dit bepaalde geldt:

a.Voor het ‘Gebied op en om de Oude Markt’, dat op de daartoe ingerichte winterterraszone

tevens terrassen kunnen worden ingericht van 1 november tot 1 maart;

  • b.Voor het ‘Gebied Stadserf’ tevens terrassen kunnen worden ingericht van 1 november tot 1

    b. maart;

  • 2.

    Rookstroken kunnen gedurende het gehele jaar worden ingericht in het ‘Gebied Stadserf’ en in het ‘Gebied rest van Enschede’.

  • 3.

    Verkeersveiligheid:

Bruikbaarheid en veiligheid staan centraal bij de verkeersfunctie van de openbare ruimte. Het inrichten van een terras dan wel een rookstrook wordt daarom alleen toegestaan indien de verkeersveiligheid gewaarborgd is en er voldoende ruimte is voor verkeer en hulpdiensten. Aan de hiernavolgende voorschriften moet worden voldaan:

  • a.

    Op wegen met een rijbaan moet ten minste 1,50 meter aaneengesloten van het trottoir worden vrijgelaten ten behoeve van een vrije doorgang voor voetgangers;

  • b.

    Voor hulpdiensten moet een vrije doorgang van ten minste 3,50 meter gegarandeerd worden;

  • c.

    Brandkranen moeten altijd toegankelijk zijn voor hulpdiensten.

Slechts in uitzonderlijke gevallen kan, gemotiveerd, van deze voorschriften worden afgeweken.

4.Toegankelijkheid openbare ruimte

Een terras dan wel een rookstrook in de openbare ruimte legt beslag op delen van voetgangergebieden, trottoirs en pleinen. Voor het kunnen plaatsen van een terras moet daarom aan de hiernavolgende voorschriften worden voldaan:

  • a.

    Indien het terras gelegen is op een weg of weggedeelte bestaande uit een rijbaan en een trottoir, dan moet het terras voldoen aan het vereiste dat het zodanig op het trottoir wordt geplaatst dat het terras maximaal 50% van de breedte van het trottoir in beslag neemt en er een vrije doorgang van minimaal 1,50 meter tussen terras en trottoirband aanwezig is voor voetgangers, invaliden en kinderwagens;

  • b.

    Een terras dan wel een rookstrook op een plein kan worden toegestaan indien een vrije doorgang van 3,50 meter gegarandeerd is voor verkeer en hulpdiensten;

  • c.

    Een eilandterras, dit is een terras niet direct gelegen aan de gevel van het horecabedrijf, kan worden toegestaan indien voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 8 lid 5 van deze beleidsregel.

    5.Aanpalendheid

Als verdere uitwerking van artikel 2:28, lid 5 APV geldt dat een terras enkel kan worden toegestaan indien het terras zich in de onmiddellijke nabijheid van het horecabedrijf bevindt. Dit aanpalendheidvereiste bepaalt dat:

  • a.

    Het terras tegen dan wel zo dicht mogelijk aan de gevel van het bijbehorende horecabedrijf wordt

    ingericht, maar niet verder dan op een afstand van 15 meter gerekend vanaf de gevel van het

    horecabedrijf;

  • b.

    Het terras zichtbaar is vanuit het bijbehorende horecabedrijf en vice versa zodat voor bezoekers van dit terras een duidelijke en onmiskenbare relatie te leggen valt tussen horecabedrijf en terras;

  • c.

    Het bedienend personeel vanuit het horecabedrijf toezicht dient te houden op het terras.

  • 6.

    Inrichting Een terras dan wel rookstrook ligt altijd buiten de besloten ruimte van het bijbehorende horecabedrijf en moet altijd als zodanig herkenbaar zijn. Voor de inrichtingeisen van terrassen dan wel rookstroken wordt onderscheid gemaakt tussen de gebieden zoals die genoemd worden in artikel 7, lid 1 van deze beleidsregel;

Voor de inrichting van terrassen geldt per te onderscheiden gebied het hiernavolgende:

1.‘Gebied op en om de Oude Markt’

Dit gebied kent de strengste inrichtingeisen die voortvloeien uit de wijze waarop de Oude Markt is ingericht. Daarbij streeft de gemeente naar goed ingerichte, gezellige terrassen met een hoge ruimtelijke kwaliteit die stroken met de eisen van welstand. Reden waarom de terrassen moeten worden afgestemd op de architectuur van het pand en de ter plekke bestaande stedebouwkundige aspecten. In dit gebied wordt onderscheid gemaakt tussen winter- en zomerterrassen.

A.Winterterrassen (bijlage-4) :

Voor winterterrassen geldt dat ieder horecabedrijf zijn eigen uitstraling c.q. huisstijl behoudt. Dit wordt bereikt door een specifieke kleur voor o.a. zonneluifels, parasols en meubilair. Serres, (party)tenten en andere objecten die het open karakter van een terras aantasten zijn niet toegestaan. Onder ‘open karakter van het terras’ wordt in deze beleidsregel verstaan dat een terras aan de voorzijde open moet zijn en dat de aan de zijkanten aangebrachte afscheidingen geen sluitend geheel mogen vormen met de aanwezige luifels, dan wel hiermee gelijk te stellen voorzieningen of objecten.

Indien aan de bouwregelgeving wordt voldaan kunnen luifels, windschermen en terrasafscheidingen worden toegestaan indien aan alle hiernavolgende voorschriften wordt voldaan:

  • 1.Luifels (bijlage-5)

  • a.

    De luifel moet permanent bevestigd zijn aan de gevel van het horecabedrijf;

  • b.

    Constructie en materiaal moeten in harmonie met de architectuur van het pand zijn;

  • c.

    De hoogte van de constructie van de luifel mag niet lager dan 2,25 meter boven de grond

    hangen;

  • d.

    Tussen luifel en looppad moet een vrije ruimte van ten minste 0,50 meter zijn;

  • e.

    De kleur van een stoffen luifel moet in overeenstemming zijn met de kleuren van de gebruikte parasol(s) van het horecabedrijf;

  • f.

    Een luifel in combinatie met glas en metaal moet uit een transparante constructie bestaan;

  • g.

    Behoudens de bedrijfsnaam of bedrijfslogo mag geen reclame op de luifel gevoerd worden.

    2.Windschermen (bijlage-6)

  • a.

    Het windscherm moet permanent bevestigd zijn aan de gevel en in de verharding

van het terras en mag niet gebruikt worden ter bevestiging van een en ander;

b.Het windscherm moet bestaan uit een metalen frame met daarin glazen, houten of

metalen panelen. Dit frame moet dikker zijn dan de daarin aangebrachte panelen;

c.Gebruikte panelen mogen enkel gemaakt zijn van helder dan wel gecoat/gestraald

glas, eventueel voorzien van naam of bedrijfslogo, van geverfd hout dan wel van gecoat-, verzinkt, corten- of messing metaal;

d.De lengte van een windscherm is afhankelijk van de diepte van het terras, maar mag

de grens van het terras niet overschrijden;

  • e.

    Het windscherm moet minimaal 0,60 meter hoog zijn;

  • f.

    Het windscherm mag maximaal 2,00 meter hoog zijn;

  • g.

    Wordt gekozen voor een windscherm met een maximale hoogte van 2,00 meter dan

    moeten de panelen van bovenaf gerekend minimaal uit 1,00 meter helder glas bestaan;

  • h.

    Behoudens de bedrijfsnaam of bedrijfslogo mag geen reclame op het windscherm gevoerd worden.

  • 3.

    Terrasafschermingen (bijlage-7)

  • a.

    Een terrasafscherming moet bestaan uit een reling met een koker- dan wel buisprofiel;

  • b.

    De terrasafscherming moet permanent in de verharding van het terras bevestigd zijn in vooraf

    ingestrate ‘bussen’ en mag niet gebruikt worden ter bevestiging van een en ander;

  • c.

    De terrasafscherming moet bestaan uit gecoat-, verzinkt-, corten- of messing metaal;

  • d.

    Het koker- of buisprofiel van de reling moet een minimale afmeting hebben van

    3 x 3 cm;

  • e.

    Het koker- of buisprofiel van de reling mag een maximale afmeting hebben van 7 x 7 cm;

  • d.

    De terrasafscherming mag maximaal 0,70 meter hoog en maximaal 0,70 meter breed zijn;

  • f.

    Terrasafschermingen mogen niet aaneengeschakeld zijn, maar moeten een minimale

    tussenruimte van 0,35 meter hebben;

Het is niet toegestaan terrasafschermingen luifels en/of windschermen zodanig met elkaar te

verbinden zodat, als het ware, een afgesloten ruimte wordt gecreëerd en daarmee het open

karakter van het terras wordt aangetast.

B.Zomerterrassen (bijlage-8):

De mogelijkheid om meubilair te plaatsen is voor zomerterrassen beperkter dan voor winterterrassen.

Van 1 november tot 1 maart (winterterrasseizoen) moet de gehele zomerterraszone vrijgemaakt worden van meubels en andere objecten. Van 1 maart tot 1 november (zomerterrasseizoen) zijn tafels, stoelen, parasols en elektra- en gasvoorzieningen toegestaan op het terras. Na sluitingtijd van het horecabedrijf mogen deze objecten op het terras blijven staan indien aan de hiernavolgende voorschriften voldaan wordt:

1.Parasols (bijlage-9)

  • a.

    Een parasol moet verplaatsbaar zijn en mag uit maximaal één steunpaal bestaan;

  • b.

    De parasol moet bevestigd zijn in vooraf in de verharding van het terras ingestrate ‘bussen’;

  • c.

    De kleur van de parasol moet in overeenstemming zijn met de huisstijl van het horecabedrijf,

eventueel voorzien van bedrijfsnaam of bedrijfslogo;

  • d.

    Het uiteinde van de parasol mag de grens van de terraszone niet overschrijden;

  • e.

    Buiten het terrasseizoen moet de ingestrate ‘bus’ worden afgedekt met een deksel welke gelijk valt met de bovenzijde van de verharding;

  • f.

    Dit afdekdeksel moet gemaakt zijn uit metaal waarbij gekozen mag worden uit messing,

roestvrijstaal of cortenstaal;

  • g.Behoudens de bedrijfsnaam of bedrijfslogo mag er geen reclame op de parasol gemaakt

    g. worden.

  • 2.

    Elektra- en gasvoorzieningen (bijlage-10)

    a.Vanuit het restauratiegedeelte van het horecabedrijf kan via een mantelbuis een aansluiting

voor een gas- en/of elektravoorziening worden toegestaan naar het terras;

b.De mantelbuis moet uitmonden in het terras in een vooraf ingestrate ‘bus’, bij voorkeur

gelegen nabij een parasolvoet;

  • c.

    De mantelbuis moet door de horecaondernemer voorzien zijn van leidingen;

  • d.

    De buis moet in de winter worden afgedekt met een deksel dat gelijk is aan het deksel van de ‘bus’ van de parasolvoet;

  • e.

    Het deksel moet bestaan uit metaal waarbij gekozen mag worden uit messing, roestvrijstaal of

cortenstaal.

2.‘Gebied Stadserf’

A.Terrassen:

Voor terrassen in dit gebied gelden minder strenge inrichtingeisen dan voor het ‘Gebied op en om de Oude Markt’. Gezien de diversiteit aan mogelijke terraslocaties wordt iedere situatie op zich beoordeeld teneinde maatwerk te kunnen leveren. Indien aan de bouwregelgeving wordt voldaan kunnen luifels en terrasafscheidingen gedurende het gehele jaar worden toegestaan indien ze stroken met de eisen van welstand en indien aan de volgende voorschriften wordt voldaan.

    • 1.

      Een luifel moet permanent bevestigd zijn aan de gevel van het horecabedrijf;

    • 2.

      Parasols moeten verplaatsbaar zijn. Behoudens bedrijfsnaam of logo mag er geen reclame op de parasol gemaakt worden;

    • 3.

      Afscheidingen mogen permanent bevestigd zijn aan de gevel, maar mogen ook verplaatsbaar zijn, en:

  • a.

    Moeten altijd aan de gevel staan en mogen niet aan de straatzijde geplaatst worden;

  • b.

    Mogen een maximale hoogte van 1,60 meter hebben;

  • c.

    Indien een afscheiding 1,60 meter hoog is moet van bovenaf gerekend minimaal 0,60

    meter transparant zijn;

    4.Het meubilair moet in overeenstemming zijn met de geldende welstandeisen.

    B.Rookstroken:

In dit gebied kan op verzoek van de uitbater in plaats van een terras een rookstrook worden toegestaan indien aan alle hiernavolgende voorschriften wordt voldaan:

1.De rookstrook mag maximaal één meter diep zijn en moet gelegen zijn tegen de gevel van het

horecabedrijf;

    • 2.

      Op de rookstrook mogen enkel statafels geplaatst worden die in overeenstemming zijn met de geldende welstandeisen;

    • 3.

      De rookstrook mag geopend zijn zolang als het bijbehorende horecabedrijf geopend is;

    • 4.

      Indien aan de bouwregelgeving wordt voldaan kunnen luifels worden toegestaan;

    • 5.

      Afscheidingen moeten verplaatsbaar zijn en:

      • a.

        Moeten altijd aan de gevel staan;

      • b.

        Mogen niet aan de straatzijde geplaatst worden;

      • c.

        Mogen niet met de luifel verbonden zijn zodat een aaneengesloten geheel ontstaat;

      • d.

        Mogen een maximale hoogte van 2,00 meter hebben;

      • e.

        Indien een afscheiding 2,00 meter hoog is, moet van bovenaf gerekend minimaal 1,00 meter transparant zijn;

      • f.

        Moeten na sluitingstijd van de weg verwijderd worden en inpandig worden opgeslagen.

    • 6.

      Behoudens bedrijfsnaam of logo mag er geen reclame op luifels of afscheidingen gemaakt worden;

  • 7.

    Luifels, afscheidingen en meubilair moeten in overeenstemming zijn met de geldende

    welstandeisen.

    3.‘Gebied rest van Enschede’

    A.Terrassen:

Voor terrassen in dit gebied gelden minder strenge inrichtingeisen dan voor het ‘Gebied op en om de Oude Markt’. Gezien de diversiteit aan mogelijke terraslocaties wordt iedere situatie op zich beoordeeld teneinde maatwerk te kunnen leveren. Indien aan de bouwregelgeving wordt voldaan kunnen luifels en terrasafscheidingen van 1 maart tot 1 november (zomerterrasseizoen) worden toegestaan indien ze stroken met de eisen van welstand en indien aan de volgende voorschriften wordt voldaan:

  • 1.

    Een luifel moet permanent bevestigd zijn aan de gevel van het horecabedrijf;

  • 2.

    Parasols moeten verplaatsbaar zijn. Behoudens bedrijfsnaam of logo mag er geen reclame op de

parasol gemaakt worden;

3.Afscheidingen mogen permanent bevestigd zijn aan de gevel, maar mogen ook verplaatsbaar zijn,

en:

    • a.

      Moeten altijd aan de gevel staan en mogen niet aan de straatzijde geplaatst worden;

    • b.

      Mogen een maximale hoogte van 1,60 meter hebben;

    • c.

      Indien een afscheiding 1,60 meter hoog is moet van bovenaf gerekend minimaal 0,40 meter transparant zijn;

  • 4.

    Het meubilair moet in overeenstemming zijn met de geldende welstandeisen.

    B. Rookstroken:

Bij wijze van proef kan tot zes maanden na de inwerkingtreding van dit beleid in dit gebied een rookstrook worden toegestaan indien aan alle hiernavolgende voorschriften wordt voldaan:

1.De rookstrook mag maximaal één meter diep zijn en moet gelegen zijn tegen de gevel van het

horecabedrijf;

    • 2.

      Op de rookstrook mogen enkel statafels geplaatst worden die in overeenstemming zijn met de geldende welstandeisen;

    • 3.

      De rookstrook mag tot maximaal 23:00 uur geopend zijn;

    • 4.

      Indien aan de bouwregelgeving wordt voldaan kunnen luifels worden toegestaan;

    • 5.

      Afscheidingen dienen verplaatsbaar te zijn en:

      • a.

        Dienen altijd aan de gevel te staan;

      • b.

        Mogen niet aan de straatzijde geplaatst worden;

      • c.

        Mogen niet met de luifel verbonden zijn zodat een aaneengesloten geheel ontstaat;

      • d.

        Mogen een maximale hoogte van 2,00 meter hebben;

      • e.

        Indien een afscheiding 2,00 meter hoog is moet van bovenaf gerekend minimaal 1,00 meter transparant zijn;

      • f.

        Moeten na sluitingstijd van de weg verwijderd worden en inpandig worden opgeslagen.

    • 6.

      Behoudens bedrijfsnaam of logo mag er geen reclame op luifels of afscheidingen gemaakt worden;

  • 8.

    Luifels, afscheidingen en meubilair moeten in overeenstemming zijn met de geldende

    welstandeisen.

    Na de inwerkingtreding van dit beleid zal de proef, waarin in het Gebied rest van Enschede een

    rookstrook kan worden toegestaan, gedurende zes maanden gemonitord worden. Op grond van de uitkomsten van de evaluatie van deze proef wordt bepaald of en onder welke voorwaarden het toestaan van rookstroken in dit gebied wordt voortgezet.

  • 9.

    Objecten op het terras

Voor terrassen in alle in deze beleidsregel genoemde gebieden geldt dat:

  • 1.Objecten als bloembakken, schotten en menuborden zijn toegestaan mits verplaatsbaar en met een maximale hoogte en breedte van 1,0 meter onder de voorwaarden dat:

  • a.

    Op het object geen reclame wordt gevoerd;

  • b.

    Het object binnen de grenzen van het terras staat. Objecten buiten het terras vallen onder

    het Uitstallingenbeleid.

    2.Terrasverwarming

De gemeente Enschede en de horeca-ondernemers in Enschede streven gezamenlijk naar een zo energiezuinig mogelijke bedrijfsvoering. Dit dient tot uiting te komen in het gebruik van veilige, efficiënte en milieuvriendelijke terrasverwarming. Voor de aanschaf van nieuwe terrasverwarmers dan wel de vervanging van oude wordt verwezen naar de lijst van InfoMil waarop energiezuinige terrasverwarmers opgesomd staan. Dit overzicht wordt opgesteld in opdracht van minister Cramer van VROM en verschijnt in juli 2009 en zal jaarlijks worden geactualiseerd. De lijst dient als leidraad ter stimulering van horecaondernemers die terrasverwarmers willen aanschaffen dan wel vervangen om te kiezen voor een energiezuinig type.

In 2011 wordt geëvalueerd wat de effecten zijn van dit gemeenschappelijk streven. Afhankelijk van de uitkomst van deze evaluatie kan gezocht worden naar mogelijkheden om vanaf 2012 enkel nog energiezuinige terrasverwarmers toe te staan bij horeca-ondernemingen in Enschede.

10.Opslag meubilair

Voor de opslag van terrasmeubilair gelden voor de drie in deze beleidsregel genoemde gebieden de hiernavolgende specifieke regels:

  • 1.

    ‘Gebied op en om de Oude Markt’:

    • a.

      Terrasmeubilair gelegen in de winterterraszone mag na sluitingstijd op het terras blijven staan;

    • b.

      Terrasmeubilair gelegen in de zomerterraszone mag van 1 maart tot 1 november na sluitingstijd op het terras blijven staan. Van 1 november tot 1 maart moet het terrasmeubilair van de weg verwijderd zijn en inpandig opgeslagen worden.

  • 2.

    ‘Gebied Stadserf:

    I.Terrasmeubilair:

Terrasmeubilair mag na sluitingstijd op het terras blijven staan, indien aan de hiernavolgende

voorschriften wordt voldaan:

    • a.

      Indien mogelijk moet het meubilair gestapeld worden;

    • b.

      De vergunninghouder dient ervoor te zorgen dat het publiek geen gebruik kan maken van het

      meubilair;

    • c.

      Het meubilair moet zodanig beveiligd zijn dat het niet weggenomen kan worden, het niet weg

      kan waaien en het geen brandgevaar oplevert;

    • d.

      Op de weg opgeslagen meubilair mag geen gevaar, overlast of hinder opleveren voor derden;

    • e.

      De vergunninghouder is verantwoordelijk voor het schoonhouden van het terras;

    • f.

      Indien geen gebruik wordt gemaakt voor het hebben van een terras tussen 1 november en 1

      maart (winterseizoen), moet het meubilair van de weg verwijderd worden en inpandig

      worden opgeslagen;

      • II.Rookstroken - statafels:

        II. Statafels moeten na sluitingstijd van de weg verwijderd worden en inpandig opgeslagen worden

      • 3.

        ‘Gebied rest van Enschede’:

        • I.Terrasmeubilair:

        • a.

          Terrasmeubilair moet na sluitingtijd van de weg verwijderd worden en dient inpandig opgeslagen te worden;

        • b.

          Meubilair van rookstroken dient na sluitingtijd van de weg verwijderd te worden in inpandig opgeslagen worden.

          II.Rookstroken - statafels:

          II. Statafels moeten na sluitingstijd van de weg verwijderd en inpandig opgeslagen worden.

  • 11.

    Markten en evenementen

    • 1.

      Op de in artikel 2 Marktverordening Gemeente Enschede genoemde marktdagen, plaatsen en tijdstippen mogen geen terrassen worden ingericht;

    • 2.

      Tijdens evenementen kan de Burgemeester naar aanleiding van een uitdrukkelijk gemotiveerd verzoek van de organisator en na overleg met betrokkenen de terrasvergunning tijdelijk intrekken.

  • 12.

    Overlast

    • 1.

      Overlast die zijn oorsprong vindt binnen de fysieke grenzen van het horecabedrijf en zich uitstrekt tot in de directe omgeving wordt geregeld in het Besluit horeca-, sport en recreatie-inrichtingen;

    • 2.

      Op publiekgebonden overlast is de APV van toepassing;

    • 3.

      Op inrichtinggebonden overlast is de Wet milieubeheer van toepassing.

  • 13.

    Toezicht en Handhaving

    • 1.

      Met het toezicht op de naleving van het in de APV en in deze beleidsregel bepaalde inzake terrassen zijn belast de door de burgemeester aangewezen toezichthouders.

    • 2.

      Overtreding van de vergunningvoorschriften kunnen zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk gehandhaafd worden.

  • 14.

    Leges en precario

    • 1.

      Voor de behandeling van de aanvraag zijn leges verschuldigd. Voor de hoogte van de leges wordt verwezen naar de Legesverordening Gemeente Enschede;

    • 2.

      Precariobelasting wordt geheven indien het terras dan wel de rookstrook wordt ingericht in de openbare ruimte. Voor de tarieven wordt verwezen naar de Precarioverordening Gemeente Enschede.

  • 15.

    Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Terrassenbeleid Gemeente Enschede’.

16.Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de achtste dag na bekendmaking.

17.Overgangsbepalingen

Alle eerdere beleidsregels over dit onderwerp worden ingetrokken.

Aldus vastgesteld door de Burgemeester op 24 juni 2009,

De Burgemeester,

P.E.J. den Oudsten