Beleidsregel terrassen

Geldend van 28-01-2009 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel terrassen Epe

1.0 Juridisch kader.

Deze beleidsregel bevat nadere regels voor de terrassen in Epe

 

1.1 Formaliteiten en bevoegdheden.

Voor horecaterrassen is de burgemeester het bevoegde bestuursorgaan voor het vaststellen van nadere regels op grond van artikel 2:10  en Afdeling 8 van de Algemene plaatselijke verordening (APV).

Voor terrassen op de openbare weg die niet behoren bij een horecabedrijf is het college van burgemeester en wethouders het bevoegde bestuursorgaan voor het stellen van deze nadere regels.

(Artikel 2:10, lid 2 APV luidt: Het bevoegd bestuursorgaan kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen en uitstallingen;

Afdeling 8 regelt het toezicht op horecabedrijven. Onder horeca wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf horend terras)

1.2 Vergunningverlening voor exploiteren terras bij horecabedrijf.

Het mogen exploiteren van een terras maakt deel uit van de exploitatievergunning horecabedrijf. Voor het exploiteren van een terras gelden dezelfde eisen en beperkingen als voor het exploiteren en vestigen van een horecabedrijf (art 2:28 APV). De sluitingstijden voor terrassen zijn vastgelegd in artikel 2:29 APV.

Het exploiteren van een terras dat niet behoort bij een horecabedrijf is verboden. Het verbod geldt niet indien:

  • a.

    De exploitant de nadere regels in artikel 1.3 naleeft,

  • b.

    Het terras alleen tijdens openingstijden van het bedrijf op de openbare weg aanwezig is

  • c.

    De exploitant van het terras tenminste 10 werkdagen voorafgaand aan de plaatsing daarvan melding heeft gedaan aan burgemeester en wethouders. De meldingsplicht geldt ook voor een horecabedrijf in een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de horeca een nevenactiviteit is van de winkelactiviteit.

1.3. Nadere regels

Bij het exploiteren van een terras wordt in acht genomen dat:

  • 1.

    Met betrekking tot ligging en het onderhoud aan het terras door de exploitant de nodige zorgvuldigheid wordt betracht;

  • 2.

    Het terras niet ontsierend is voor het straatbeeld;

  • 3.

    Het terras geen gevaar oplevert voor de omgeving;

  • 4.

    Bij gebruik van de openbare weg voor een terras dient een obstakelvrije zone te worden aangehouden van 2 meter gemeten vanuit de gevel ten behoeve van voetgangers, rollators, invalidenwagens en kinderwagens;

  • 5.

    Het terras niet elders wordt aangelegd dan bij het pand waar het bedrijf wordt geëxploiteerd;

  • 6.

    Op wegen of weggedeelten, enkel bestaand uit een trottoir, vrije en onbelemmerde doorgang van minimaal 3,5 meter aanwezig is en blijft ten behoeve van de hulpdiensten.

2.0 Precariobelasting

De gemeente Epe heft een precariobelasting op grond van artikel 228 van de Gemeentewet. De gemeente Epe heeft bovenstaande geregeld in de Verordening op heffing en invordering van een Precariobelasting 2005. Het belastbaar feit bij de precariobelasting is het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Belastinggrondslag voor precario voor een terras is de ingenomen grond.

3.0 De volgende beleidsregels vervallen:

  • a.

    De beleidsregel met betrekking tot het beoordelen (toestaan/weigeren) van vergunningsaanvragen voor het hebben van voorwerpen of stoffen, op, aan of boven de weg van 4 februari 1997, inwerking getreden op 3 januari 2001;

  • b.

    Beleidsnota uitstallingen en reclameborden van 4 februari 1997, in werking getreden op 4 maart 1997.