Regeling vervallen per 06-03-2016

Speelautomatenhalverordening Etten-Leur

Geldend van 01-07-2004 t/m 05-03-2016

Intitulé

Speelautomatenhalverordening Etten-Leur

De raad van de gemeente Etten-Leur;

Gezien het advies van de Brancheringscommissie;

Gezien het Raadsbesluit van 14 juli 2003;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2003, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Gelet op titel V a van de Wet op de kansspelen (Stb. 2000, 184 jo 419), het Speelautomatenbesluit en de Speelautomatenregeling 2000;

Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de hierna volgende

Speelautomatenhalverordening

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. het Speelautomatenbesluit: Koninklijk Besluit van 23 mei 2000, Staatsblad 2000, nummer 223, houdende regels ter uitvoering van titel Va van de Wet op de kansspelen;

b. de Speelautomatenregeling: Ministeriële regeling van 25 mei 2000, nummer WJZ00032635, Stcrt. 2000, nummer105

c. speelautomaat: een speelautomaat als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen;

d. speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, lid 1 onder c. van de Wet op de kansspelen;

e. ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die een speelautomatenhal exploiteert;

f. beheerder: de ondernemer dan wel degene die door of vanwege de ondernemer met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in een speelautomatenhal is belast;

g. openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden;

Artikel 2

  • 1. Het is verboden om zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren. De burgemeester kan uitsluitend vergunning verlenen voor maximaal één (1) speelautomatenhal in dat gedeelte van de binnenstad dat op de bij deze verordening als bijlage I behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart met een zware zwarte ononderbroken rand isaangegeven, te vestigen en/of te exploiteren speelautomatenhal.

  • 2. De vergunning als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, wordt verleend voor één (1)speelautomatenhal met maximaal zestig speelautomaten.

  • 3. De vergunning wordt steeds tijdelijk en voor een periode van maximaal vijf (5) jaar verleend.

  • 4. Bij indiening van de aanvrage om vergunning is de aanvrager een vergoeding volgens de Legesverordening verschuldigd.

Artikel 3

  • 1. De ondernemer moet bij de aanvrage van een vergunning in elk geval overleggen:

    a. het adres en de kadastrale gegevens van het pand/perceel waarin/waarop de speelautomatenhal wordt gevestigd en/of geëxploiteerd;

    b. een nauwkeurige beschrijving van de speelautomatenhal c.a., waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarop exact is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten

    zullen worden opgesteld;

    c. bewijsstukken waaruit blijkt dat de ondernemer eigenaar is van c.q. gerechtigd is om te beschikken over het pand/perceel waarin/waarop de speelautomatenhal zal worden gevestigd;

    d. een bewijs van inschrijving van de ondernemer bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

    e. een bewijs waaruit blijkt wat de totale investering voor de vestiging en exploitatie van de speelautomatenhal is en dat die investering hetzij uit eigen middelen kan worden gedaan, danwel deugdelijk en met voldoende zekerheden afgedekt kan worden gefinancierd;

    f. een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer danwel, indien de ondernemer een rechtspersoon is van degene(n) die de onderneming statutair rechtsgeldig vertegenwoordigt c.q. vertegenwoordigen;

    g. een verklaring omtrent het gedrag van de beheerder;

    h. bewijsstukken als bedoeld in artikel 5 lid 2 van het Speelautomatenbesluit.

  • 2. Met betrekking tot de aanvrage van de vergunning, alsmede de afhandeling en de beslissing over de vergunningaanvrage worden de afdelingen 3.4, 4.1.1, 4.1.2 en 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd.

Artikel 4

  • 1. De vergunning kan uitsluitend ten name van de ondernemer worden gesteld en is niet overdraagbaar. In de vergunning worden tenminste vermeld:

    a. het adres en de kadastrale gegevens van het pand/perceel waarvoor de vergunning is verleend;

    b. de oppervlakte van de lokaliteit waarin speelautomaten zullen mogen worden opgesteld;

    c. de NAW- dan wel statutaire gegevens van de ondernemer;

    d. de NAW-gegevens van de beheerder.

  • 2. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden, die in elk geval betrekking hebben op:

    a. de toegestane openings- en de verplichte sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    b. het maximale aantal behendigheids- en/of kansspelautomaten dat in de speelautomatenhal zal mogen worden opgesteld, alsmede het totaal aantal spelers bij volledige bezetting van de in de speelautomatenhal aanwezige speelautomaten;

    c. de exploitatie en de inrichting van de speelautomatenhal;

    d. de toegangscontrole alsmede het toegangsbewijs voor en het verdere toezicht in de speelautomatenhal;

    e. de minimum leeftijd van bezoekers van de speelautomatenhal;

    f. de wijze van werving en reclame gericht tot de spelers van in de speelautomatenhal aanwezige speelautomaten.

Artikel 5

  • 1. De vergunning wordt geweigerd indien:

    a. het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    b. de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

    c. de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    d. de ondernemer of de beheerder(s) hetzij onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hem (hen) toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek, dan wel de ondernemer of de beheerder(s) niet voldoet aan de hen (hem) op grond van artikel 4 Speelautomatenbesluit te stellen eisen.

  • 2. De vergunning kan voorts geweigerd worden indien:

    a. door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving van de speelautomatenhal of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt waarin de speelautomatenhal is gelegen op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    b. naar het oordeel van de burgemeester de vrees gewettigd is dat het verlenen van de vergunning ernstig gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid en/of zedelijkheid

    c. de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

  • 3. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 6

  • 1. Indien een overeenkomstig artikel 4, lid 1, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, moet binnen twee weken nadien door de ondernemer onder overlegging van de in artikel 3, onder g en h genoemde bescheiden een nieuwe vergunning worden aangevraagd.

  • 2. Een in de situatie als bedoeld in lid 1 van dit artikel vigerende vergunning vervalt indien de beslissing op de in lid 1 van dit artikel bedoelde aanvraag voor een nieuwe vergunning onherroepelijk

    is geworden, dan wel, indien geen aanvraag is ingediend, zes maanden na het ontstaan van de situatie als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 7

De burgemeester kan een vigerende vergunning intrekken:

a. indien blijkt dat die vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

b. indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan die vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder a;

c. indien gehandeld wordt in strijd met aan die vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

d. indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

Artikel 8

  • 1. Indien een ondernemer komt te overlijden of indien in enig ander geval door een ondernemer de exploitatie van een speelautomatenhal om welke reden dan ook wordt gestaakt vervalt de aan die ondernemer verleende vergunning.

  • 2. In geval van overlijden moet, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken nadien door de nieuwe ondernemer met in acht name van het bepaalde in artikel 3 van deze verordening een nieuwe vergunning worden aangevraagd.

  • 3. In alle andere gevallen moet binnen vier weken nadien door de nieuwe ondernemer met in

    acht name van het bepaalde in artikel 3 van deze verordening een nieuwe vergunning worden

    aangevraagd.

  • 4. Zolang op een overeenkomstig lid 2 van dit artikel ingediende aanvrage niet is beslist is

    voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen,

    verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 9

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Speelautomatenhalverordening Etten-Leur”.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2004 en geldt vanaf die datum voor een periode van tien jaren, derhalve tot en met 30 juni 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2003.

De raad voornoemd
De griffier, De voorzitter,
drs. W.C.M. Voeten. drs. J.A.M. van Agt.