Speelautomatenhalverordening Etten-Leur 2016

Geldend van 06-03-2016 t/m heden

Intitulé

Speelautomatenhalverordening Etten-Leur 2016

De raad van de gemeente Etten-Leur;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2015, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Gelet op titel Va van de Wet op de kansspelen, het Speelautomatenbesluit en artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende “Speelautomatenhalverordening Etten-Leur 2016”:

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet: de Wet op de kansspelen;

b. het Speelautomatenbesluit: Koninklijk Besluit van 23 mei 2000, Stb. 224, houdende regels ter uitvoering van titel Va van de wet, zoals gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 2001, 415;

c. speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

d. behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

1. het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

2. het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

e. kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

f. speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder b, van de wet;

g. exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die een speelautomatenhal exploiteert;

h. beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een speelautomatenhal;

i. weg: weg conform de Wegenverkeerswet 1994, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

HOOFDSTUK 2. VERBODSBEPALING EN VERGUNNINGPLICHT SPEELAUTOMATENHAL

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan uitsluitend voor maximaal één (1) speelautomatenhal, een vergunning verlenen, voor het deel van de gemeente dat op de bij deze verordening behorende kaart is aangegeven.

  • 3. De vergunning als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, wordt verleend voor één (1) speelautomatenhal met maximaal negentig speelautomaten.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 3 Vergunningaanvraag

De exploitant dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van, in elk geval:

a. het adres en de kadastrale gegevens van het pand/perceel waarin de speelautomatenhal wordt gevestigd en/of geëxploiteerd;

b. een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarop is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

c. een verklaring waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

d. een bewijs waaruit blijkt wat de totale investering voor de vestiging en exploitatie van de speelautomatenhal is en dat die investering hetzij uit eigen middelen kan worden gedaan, dan wel deugdelijk en met voldoende zekerheden afgedekt kan worden gefinancierd;

e. een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder(s);

Artikel 4 Beslistermijn

De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

Artikel 5 Vergunning

  • 1. De vergunning is persoonsgebonden en niet overdraagbaar.

  • 2. In de vergunning wordt tenminste vermeld:

    a. het adres en de kadastrale gegevens van het pand/perceel waarvoor de vergunning is

    verleend;

    b. de naw- dan wel statutaire gegevens van de exploitant;

    c. de naw-gegevens van de beheerder(s).

  • 3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    a. de opening- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    b. het toezicht en de toegangscontrole in de speelautomatenhal;

    c. het aantal speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    d. de exploitatie en de inrichting van de speelautomatenhal;

    e. de minimum leeftijd van bezoekers van de speelautomatenhal;

    f. de wijze van werving en reclame gericht tot de spelers van in de speelautomatenhal aanwezige speelautomaten.

  • 4. De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. De vergunning wordt geweigerd, indien:

    a. het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    b. de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de weg voor het publiek toegankelijk is;

    c. de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    d. de exploitant of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over een of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek, dan wel de exploitant of de beheerder(s) niet voldoen aan de hen op grond van artikel 4 Speelautomatenbesluit te stellen eisen;

    e. door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving van de speelautomatenhal of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    f. naar het oordeel van de burgemeester de vrees gewettigd is dat het verlenen van de vergunning ernstig gevaar zal opleveren voor de openbare orde, veiligheid en/of zedelijkheid;

    g. de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 7 Wijzigingsgronden

  • 1. Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant onder overlegging van de in artikel 3, onder e. genoemde bescheiden een gewijzigde vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.

  • 2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een gewijzigde vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8 Intrekkingsgronden

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

a. indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

b. indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder e;

c. indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

d. indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

e. op het moment dat de aanwezigheidsvergunning onherroepelijk is ingetrokken of geweigerd.

Artikel 9 Wijzigingen in exploitatie

  • 1. Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van exploitant dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvrage niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

HOOFDSTUK 3 AANWEZIGHEIDSVERGUNNING SPEELAUTOMATENHAL

Artikel 10 Aantal kansspelautomaten

In een speelautomatenhal zijn maximaal negentig (90) kansspelautomaten toegestaan, waarvoor een aanwezigheidsvergunning kan worden verleend.

Artikel 11 Voorschriften en beperkingen

Aan een aanwezigheidsvergunning worden op grond van artikel 30d van de wet in ieder geval de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

1. Er mogen alleen speelautomaten worden opgesteld, welke in eigendom toebehoren aan (rechts)personen die in het bezit zijn van de in artikel 30h, eerste lid van de wet bedoelde vergunning.

2. De vergunninghouder draagt zorg voor een beleid ter voorkoming van kansspelverslaving.

Artikel 12 Duur van de aanwezigheidsvergunning

Een aanwezigheidsvergunning wordt verleend voor een periode van 36 maanden.

HOOFDSTUK 4 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 13 Sanctie

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 14 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bij deze verordening bepaalde zijn belast bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen, ieder voor zover het feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 15 Betreden van plaatsen

Indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, is artikel 5:15 van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot het betreden van plaatsen van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 16 Intrekken oude verordening

De “Speelautomatenhalverordening Etten-Leur 2012”, vastgesteld d.d. 20 maart 2012, wordt ingetrokken.

Artikel 17 Overgangsrecht

De op grond van de onder artikel 16 ingetrokken “Speelautomatenhalverordening Etten-Leur 2012” verleende vergunning, wordt geacht verleend te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

Artikel 18 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Speelautomatenhalverordening Etten-Leur 2016”.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag nadat de omgevingsvergunning voor het perceel, genoemd in artikel 2, tweede lid van deze verordening, onherroepelijk is geworden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 november 2015
De raad voornoemd.
De griffier, De voorzitter,
drs. W.C.M. Voeten. Mw. H. van Rijnbach-de Groot.

Bijlage Gebiedsbeperking

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling