Verordening cliëntenparticipatie 2015 GR Ferm Werk

Geldend van 04-01-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2016

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie 2015 GR Ferm Werk

Het algemeen bestuur van Ferm Werk

  • -

    gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 11 december 2014;

  • -

    gelet op:

  • -

    Artikel 47 van de Participatiewet, en

  • -

    Artikel 42 van de IOAW en artikel 42 van de IOAZ, en

  • -

    Artikel 2, derde lid, van de Wet sociale werkvoorziening,

  • -

    gezien de zienswijze van:

  • -

    de gemeenteraad van de gemeente Woerden d.d. 10 november 2014,

  • -

    de gemeenteraad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk d.d. 17 december 2014,

  • -

    de gemeenteraad van de gemeente Montfoort d.d.15 december 2014,

  • -

    de gemeenteraad van de gemeente Oudewater d.d. 23 oktober 2014,

en het advies van de:

  • -

    Regionale adviesraad Werk en Bijstand d.d.15 november 2014,

  • -

    Stichting Puree d.d. 18 november 2014,

  • -

    Participatieraad gemeente Montfoort d.d. 23 oktober 2014,

  • -

    Wsw-raad d.d. 5 november 2014,

besluit vast te stellen de

Verordening cliëntenparticipatie 2015 GR Ferm Werk

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen in deze verordening die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet. In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Ferm Werk.

  • 2.

    Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Ferm Werk.

  • 3.

    Cliënten:

    • a.

      personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet,

    • b.

      personen met een dienstverband op grond van de Wet sociale werkvoorziening, en

    • c.

      personen die gebruik maken van andere regelingen waarvan de uitvoering is opgedragen aan het dagelijks bestuur.

Artikel 2. Instelling van een cliëntenraad

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het instellen van een adviesraad, genaamd ‘Cliëntenraad Ferm Werk’, die cliënten vertegenwoordigt en die tot doel heeft cliënten te betrekken bij de beleidsvoorbereiding en -uitvoering inzake wet- en regelgeving voor zover dit aan Ferm Werk is opgedragen.

  • 2. De cliëntenraad voert tenminste vier keer per jaar overleg met het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur kan zich bij deze vergadering laten vertegenwoordigen door de voorzitter van het dagelijks bestuur en/of de directeur van Ferm Werk.

  • 3. Afspraken met betrekking tot de werkwijze van de cliëntenraad en de onderlinge verhouding tussen cliëntenraad en Ferm Werk, voor zover niet geregeld in deze verordening, worden vastgelegd in een convenant tussen de cliëntenraad en dagelijks bestuur.

Artikel 3. Samenstelling cliëntenraad

  • 1. De cliëntenraad bestaat uit een oneven aantal van ten minste negen en ten hoogste vijftien leden.

  • 2. De cliëntenraad is samengesteld uit cliënten, alsmede hun vertegenwoordigers en belangenbehartigers.

  • 3. De samenstelling van de cliëntenraad vormt zoveel mogelijk een afspiegeling van de samenstelling van het cliëntenbestand van Ferm Werk.

  • 4. Ter bevordering van de vertegenwoordiging van cliënten met een WSW-indicatie kan de cliëntenraad een aparte commissie instellen bestaande uit cliënten met een WSW-indicatie en hun ondersteuners of vertegenwoordigers, uit welke commissie vertegenwoordigers worden afgevaardigd naar de cliëntenraad.

Artikel 4. Benoeming en zittingsduur cliëntenraad

  • 1. De leden van de cliëntenraad worden door het dagelijks bestuur op voordracht van de cliëntenraad benoemd.

  • 2. Leden voor de cliëntenraad kunnen voor voordracht worden voorgesteld door

    • a.

      de cliëntenraad,

    • b.

      lokale adviesraden die de gemeentebesturen van de deelnemende gemeenten adviseren ten aanzien van gemeentelijk beleid inzake het sociaal domein, en

    • c.

      organisaties die (mede) de belangen van cliënten behartigen.

  • 3. Het dagelijks bestuur benoemt de leden van de cliëntenraad, behoudens tussentijds aftreden, voor een periode van vier jaar.

  • 4. In geval van een tussentijdse vacature benoemt het dagelijks bestuur, met inachtneming van het eerder bepaalde in dit artikel, het voorgedragen lid in de eerstvolgende vergadering na ontvangst van de voordracht.

Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur en de cliëntenraad

Artikel 5. Taken van het dagelijks bestuur

  • 1. Het dagelijks bestuur wijst binnen haar ambtelijke organisatie een vaste contactpersoon aan die binnen Ferm Werk het vaste aanspreekpunt is voor de cliëntenraad en die belast is met de informatievoorziening aan de cliëntenraad.

  • 2. Het dagelijks bestuur bevordert dat de cliëntenraad tijdig wordt betrokken bij de beleidsvorming.

  • 3. Het dagelijks bestuur verstrekt de cliëntenraad de informatie die nodig is voor het naar behoren functioneren van de cliëntenraad.

  • 4. Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat gevraagde adviezen over beleidsvoornemens van het algemeen en dagelijks bestuur van Ferm Werk tijdig aan de cliëntenraad worden gericht, zodat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 5. Het dagelijks bestuur informeert de cliëntenraad schriftelijk over de redenen van afwijking van het door de cliëntenraad gevraagd of ongevraagd gegeven advies.

  • 6. Het Dagelijks Bestuur informeert de cliëntenraad 2 x per jaar over het aantal en de aard van de klachten en bezwaarschriften die zijn ingediend en de afhandeling daarvan.

  • 7. Informatie, uitnodigingen en verzoeken worden toegezonden aan de secretaris van de cliëntenraad.

Artikel 6. Taken, bevoegdheden en werkwijze van de cliëntenraad

  • 1. De cliëntenraad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit ten aanzien van door het dagelijks of algemeen bestuur van Ferm Werk vast te stellen beleid en de uitvoering daarvan.

  • 2. Een gevraagd advies wordt schriftelijk uitgebracht binnen de daarvoor overeengekomen termijn door toezending aan de aangewezen contactpersoon.

  • 3. De cliëntenraad heeft geen bevoegdheden in zaken

    • a.

      die individuele klachten of bezwaarschriften betreffen, of andere zaken met betrekking tot een individuele persoon,

    • b.

      die de interne organisatie betreffen, voor zover deze geen aanwijsbare gevolgen hebben voor de dienstverlening aan cliënten,

    • c.

      die behoren tot de bevoegdheid van de ondernemingsraad van Ferm Werk.

  • 4. De cliëntenraad benoemt uit zijn midden een voorzitter, secretaris en penningmeester.

  • 5. De cliëntenraad stelt zijn eigen vergaderreglement en -kalender vast.

  • 6. De cliëntenraad zorgt voor een zodanige interne werkwijze dat uitnodigingen, informatie, adviesvragen en conceptbeleid de leden op een zodanig tijdstip bereiken dat zij hun rol effectief kunnen vervullen.

Artikel 7. Facilitering cliëntenraad

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de cliëntenraad beschikt over de faciliteiten die noodzakelijk zijn om zijn functie naar behoren te kunnen invullen. Het dagelijks bestuur kan deze noodzakelijke faciliteiten kosteloos ter beschikking stellen.

  • 2. Daarnaast wordt ten behoeve van de cliëntenraad jaarlijks een budget beschikbaar gesteld.

  • 3. Ten laste hiervan kunnen onkostenvergoedingen worden verstrekt aan de leden en kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten.

  • 4. Jaarlijks voor 1 april brengt de cliëntenraad aan het dagelijks bestuur verslag uit van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbaar gestelde budget.

  • 5. Jaarlijks evalueren de cliëntenraad en het dagelijks bestuur de opzet en uitvoering van de cliëntenparticipatie.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 8. Intrekken oude verordeningen

De volgende verordeningen worden ingetrokken:

  • a.

    Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Werkvoorzieningschap De Sluis 2008, op 10 juli 2008 vastgesteld door het algemeen bestuur van het werkvoorzieningschap De Sluis;

  • b.

    Participatieverordeningen Wet werk en bijstand 2007 gemeenten Woerden, Montfoort en Oudewater), op 7 februari 2014 vastgesteld door het algemeen bestuur; en

  • c.

    Verordening Cliëntenparticipatie WWB/IOAW/IOAZ/WIJ/WSW gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2011, op 7 februari 2014 vastgesteld door het algemeen bestuur.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie 2015 GR Ferm Werk.

Algemene toelichting

Bestuursorganen

Op grond van artikel 5 lid 2 van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Ferm Werk hebben de raden en de colleges van burgemeester en wethouders hun bevoegdheden overgedragen aan de betreffende bestuursorganen van de GR Ferm Werk. Om die reden wordt in deze verordening gesproken over het algemeen bestuur waar het gaat om een bevoegdheid van de gemeenteraad en over dagelijks bestuur waar het gaat om een bevoegdheid van het college.

Gecombineerde verordening

Zowel de Participatiewet als de Wsw bevatten een opdracht om de participatie van cliënten c.q. Wsw-geïndiceerden bij verordening te regelen. Nu de deelnemers in de GR Ferm Werk de uitvoering van beide wetten in één uitvoeringsorganisatie hebben ondergebracht, is ervoor gekozen om één gecombineerde verordening op te stellen.

Verordeningsplicht

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 2, derde lid, van de Wet sociale werkvoorziening. Dit artikel draagt de gemeenteraad op om bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop ingezetenen die voor de Wsw geïndiceerd zijn, of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de uitvoering van de wet.

Tevens wordt met deze verordening uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op om bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de uitvoering van de wet. Dat zijn personen:

  • -

    die algemene bijstand ontvangen;

  • -

    behorend tot de doelgroep van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), die met behulp van loonkostensubsidie aan het werk zijn geholpen, tot het moment dat hun inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt zonder dat in die periode loonkostensubsidie is verleend;

  • -

    personen die vanwege een voorziening gericht op arbeidsinschakeling niet tot een van de hierboven genoemde groepen behoren;

  • -

    personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • -

    personen zonder uitkering;

en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet en de Wsw te maken krijgen. Daarom moet in de verordening worden geregeld hoe cliënten of hun vertegenwoordigers

  • -

    in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd te adviseren over beleid en verordeningen

  • -

    kunnen deelnemen aan overleg en hiervoor onderwerpen kunnen aandragen.

  • -

    worden voorzien van informatie en ondersteuning.

Artikelsgewijze toelichting

Bepalingen die geen nadere toelichting behoeven worden hier niet behandeld.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In het derde lid van dit artikel wordt het begrip “cliënten” omschreven. Omdat Ferm Werk tevens regelingen kan uitvoeren die buiten het bereik van de genoemde wetten vallen, bijvoorbeeld minimaregelingen, worden in deze verordening onder “cliënten” ook inwoners verstaan die gebruik maken van die regelingen.

Artikel 2. Instelling van een cliëntenraad

Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven. Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die de cliënten vertegenwoordigt. Omdat een verordening minder geschikt is om alle afspraken gedetailleerd vast te leggen is ervoor gekozen om in een convenant nadere afspraken vast te leggen. Die kunnen zowel de interne werkwijze van de cliëntenraad betreffen als de communicatie en samenwerking met (bestuur en medewerkers van) Ferm Werk.

Artikel 3. Samenstelling cliëntenraad

In dit artikel zijn nadere bepalingen opgenomen over de samenstelling van de cliëntenraad. Hier is o.m. geregeld dat de cliëntenraad kan bestaan uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. In het convenant kunnen afspraken worden gemaakt over het aantal cliënten dat deel uitmaakt van de cliëntenraad, bijvoorbeeld dat wordt gestreefd naar een minimum percentage. Expliciet is vermeld dat in de cliëntenraad wordt gestreefd naar een vertegenwoordiging van alle cliëntgroepen zoals Wsw-geïndiceerden en mensen met een bijstandsuitkering. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid.

Als de cliëntenraad meent dat de stem van cliënten met een WSW-indicatie binnen de cliëntenparticipatie als geheel hierdoor beter tot zijn recht komt, dan kan hij een aparte commissie in het leven roepen bestaande uit cliënten met een WSW-indicatie en hun ondersteuners of vertegenwoordigers. Deze commissie hoeft zich dan niet bezig te houden met alle zaken die de cliëntenraad behandelt. Uit deze commissie worden vertegenwoordigers afgevaardigd naar de cliëntenraad.

Artikel 4. Benoeming en zittingsduur cliëntenraad

In dit artikel is geregeld dat de leden van de cliëntenraad door het dagelijks bestuur worden benoemd. (Nieuwe) leden kunnen worden aangedragen door organisaties die belangen van cliënten behartigen en door de lokale adviesraden die op gemeentelijk niveau adviseren over het beleid binnen het sociaal domein. De cliëntenraad kan ook buiten die groepen om leden vinden, bijvoorbeeld zittende leden of mensen die behoren tot één van de cliëntgroepen.

Om een zekere mate van “verversing” in de samenstelling van de cliëntenraad te bevorderen, is ervoor gekozen om een benoemingsduur op te nemen. Deze is gesteld op vier jaar zodat de afzonderlijke leden voldoende ervaring kunnen opbouwen. In het convenant kunnen afspraken worden opgenomen over de herverkiesbaarheid van zittende leden.

Artikel 5. Taken van het dagelijks bestuur

Met het oog op het effectief functioneren van de cliëntenraad wordt binnen Ferm Werk een vaste contactpersoon aangewezen voor de cliëntenraad. Op die manier wordt adequate communicatie en informatievoorziening in beide richtingen gewaarborgd. De informatievoorziening is in de overige leden van dit artikel nader gepreciseerd.

Uitgangspunt is dat de cliëntenraad van het DB de informatie krijgt die nodig is om zijn taak naar behoren te kunnen vervullen. De cliëntenraad kan zelf aangeven welke informatie hij voor zijn functioneren nodig acht. Het dagelijks bestuur verstrekt die informatie tenzij daar gemotiveerd bezwaar tegen bestaat. Verder verstrekt het dagelijks bestuur uit eigen beweging de informatie waarvan het dagelijks bestuur redelijkerwijs kan aannemen dat deze voor het functioneren van de cliëntenraad noodzakelijk of bevorderlijk is. De cliëntenraad wordt ook op de hoogte gesteld van de verslagen en andere informatie die naar de raden van de deelnemende gemeenten gaat.

Artikel 6. Taken, bevoegdheden en werkwijze van de cliëntenraad

In dit artikel is de belangrijkste taak van de cliëntenraad, haar adviserende rol, weergegeven. Expliciet is vermeld waar de grens van de bevoegdheid van de cliëntenraad ligt. Zo is het bijvoorbeeld niet de bedoeling dat de cliëntenraad individuele belangen behartigd. Dit neemt overigens niet weg dat de cliëntenraad problemen kan aankaarten op grond individuele zaken die kunnen worden beschouwd als exemplarisch voor die problemen. Verder is dit artikel de zelfstandigheid en de eigen verantwoordelijkheid van de cliëntenraad benadrukt.

Artikel 7. Facilitering cliëntenraad

In dit artikel is beschreven hoe het dagelijks bestuur het functioneren van de cliëntenraad in materiële zin ondersteunt. Voor zover behoefte is aan faciliteiten die bij Ferm Werk aanwezig zijn, worden deze kosteloos beschikbaar gesteld. Mocht zo’n faciliteit niet aanwezig of beschikbaar zijn, dan kan ook het gebruik van faciliteiten elders worden vergoed. Daarnaast wordt een budget beschikbaar gesteld waaruit de kosten van de cliëntenraad en zijn leden kunnen worden voldaan. Enkele bijzondere kostensoorten worden genoemd waarvoor budget beschikbaar kan worden gesteld. Het dagelijks bestuur stelt het budget vast. De cliëntenraad legt jaarlijks achteraf verantwoording af over haar werkzaamheden en de besteding van het budget.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het algemeen bestuur van Ferm Werk gehouden op 18 december 2014.
Y.Koster-Dreese
voorzitter algemeen bestuur Ferm Werk
I. Korte
secretaris algemeen bestuur Ferm Werk