Verordening van de Provinciale staten, het college van gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning van de provincie Fryslân houdende regels omtrent bezwaar, beroep en klachten (Procedureverordening, bezwaar, beroep en klachten provincie Fryslân 2020)

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de Provinciale staten, het college van gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning van de provincie Fryslân houdende regels omtrent bezwaar, beroep en klachten (Procedureverordening, bezwaar, beroep en klachten provincie Fryslân 2020)

Provinciale staten, het college van gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning van de provincie Fryslân;

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

overwegende

dat het wenselijk is dat er een onafhankelijke, externe commissie voor de behandeling van bezwaarschriften, administratief beroep en klachten is;

gezien het voorstel van het college van gedeputeerde staten van 8 oktober 2019, kenmerk 01702352;

gelet op de artikelen 7:13, 7:19 en 9:14 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 82 van de Provinciewet;

B e s l u i t e n:

vast te stellen de Procedureverordening voor de behandeling van bezwaarschriften, administratief beroep en klachten provincie Fryslân 2020, luidende als volgt:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bezwaarschrift: het geschrift waarmee bezwaar wordt gemaakt als bedoeld in de artikel 1:5, eerste lid, van de wet;

  • c.

    administratief beroep: het administratief beroep als bedoeld in artikel 1:5, tweede lid, van de wet;

  • d.

    klacht: klacht als bedoeld in artikel 9:1 van de wet;

  • e.

    commissie: de commissie als bedoeld in de artikelen 7:13, 7:19 en 9:14 van de wet;

  • f.

    verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • g.

    bestuursorgaan: de organen van het provinciaal bestuur van de provincie Fryslân;

  • h.

    heffingsambtenaar: de provincieambtenaar die op grond van artikel 227a van de Provinciewet is belast met de heffing van provinciale belastingen.

Artikel 2 Instelling en bevoegdheid commissie

  • 1. Er is een commissie voor de advisering over:

    • a.

      bezwaarschriften tegen besluiten genomen door of namens provinciale staten, gedeputeerde staten, de commissaris van de Koning en de heffingsambtenaar;

    • b.

      administratief beroep, voor zover onderworpen aan de beslissing van provinciale staten, gedeputeerde staten en of de commissaris van de Koning;

    • c.

      klachten over gedragingen van of toe te rekenen aan een bestuursorgaan;

    • d.

      bezwaarschriften tegen besluiten op grond van de Wadloopverordening 2019, genomen door of namens gedeputeerde staten van Noord-Holland en Groningen.

  • 2. De commissie adviseert niet over bezwaarschriften wanneer gedeputeerde staten, met inachtneming van het daarover in artikel 10:3, derde lid, van de wet bepaalde, voor de behandeling van die bezwaarschriften mandaat hebben verleend aan een niet onder hun verantwoordelijkheid werkzaam orgaan.

  • 3. Tenzij de commissie daartoe wordt uitgenodigd door het bestuursorgaan, adviseert zij niet over een klacht, wanneer het bestuursorgaan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9:8 van de wet, besluit de klacht niet in behandeling te nemen.

Artikel 3 Benoeming, schorsing en ontslag

  • 1. Gedeputeerde staten benoemen, schorsen en ontslaan de voorzitter en de leden van de commissie. De voorzitter en de leden maken geen deel uit van of zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de provincie Fryslân.

  • 2. Benoeming van de voorzitter en de leden vindt plaats voor een periode van vier jaren. Gedeputeerde staten kunnen de voorzitter en de leden eenmaal herbenoemen voor een nieuwe periode van vier jaren.

  • 3. In daarvoor in aanmerking komende gevallen kunnen gedeputeerde staten afwijken van het tweede lid.

  • 4. Het lidmaatschap van de commissie eindigt na het verstrijken van de termijn waarvoor de benoeming heeft plaatsgevonden en kan voorts eindigen:

    • a.

      op eigen verzoek van de voorzitter of het betrokken lid;

    • b.

      bij besluit van gedeputeerde staten.

Artikel 4 Voorzitterschap

De commissie kan uit haar midden een of meer plaatsvervangende voorzitters aanwijzen.

Artikel 5 Kamers

  • 1. De commissie kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van bepaalde categorieën bezwaarschriften.

  • 2. Een kamer bestaat uit ten minste twee leden en een voorzitter.

Artikel 6 Secretaris

  • 1. Er is een secretaris voor ambtelijke bijstand aan de commissie, aangewezen door gedeputeerde staten.

  • 2. Gedeputeerde staten wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • 3. De secretaris en diens plaatsvervangers zijn met betrekking tot hun werkzaamheden voor de commissie uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de terugkoppeling van leerpunten uit de behandeling van bezwaarschriften, administratieve beroepschriften en klachten aan het provinciaal bestuur en de ambtelijke organisatie.

Artikel 7 Vergoedingen

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen voor een vergadering of een hoorzitting een vergoeding per uur. De hoogte van de vergoeding is gelijk aan het in artikel 2.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers genoemde bedrag.

  • 2. Vergoeding van reiskosten vindt plaats op basis van het bepaalde in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers. Voor de berekening van de reisafstand wordt uitgegaan van de kortste route volgens de ANWB-routeplanner.

Hoofdstuk 2. Procedure

Artikel 8 Ontvangst en informele procedure

  • 1. Het bestuursorgaan stelt een bezwaarschrift, administratief beroepschrift of een klacht, met de daarbij overgelegde stukken, per ommegaande in handen van de commissie.

  • 2. De voorzitter van de commissie bevestigt namens het bestuursorgaan, zo mogelijk bin- nen twee weken, de ontvangst van een bezwaarschrift, administratief beroep of klacht aan de indieners daarvan en informeert tevens derde belanghebbenden.

  • 3. De voorzitter kan het bestuursorgaan verzoeken om te onderzoeken of het geschil geheel of gedeeltelijk op informele wijze kan worden opgelost. De voorzitter kan daar voor een termijn stellen.

Artikel 9 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolgde de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgevoerd door de voorzitter:

  • a.

    artikel 6:6, voor wat betreft het stellen van een termijn aan de indiener;

  • b.

    artikel 7:4, zesde lid;

  • c.

    artikel 7:6;

  • d.

    artikel 7:20.

Artikel 10 Geheimhoudingsplicht en voorkomen belangenverstrengeling

  • 1. De commissie is, mede gelet op het bepaalde in artikel 2:5, eerste lid, van de wet, verplicht de gegevens, in het bijzonder de persoonsgegevens, waarover zij de beschikking krijgt in het kader van haar adviserende taken, geheim te houden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie dragen er te allen tijde zorg voor dat zij niet betrokken zijn bij de behandeling van een bezwaarschrift, administratief beroep schrift of klacht indien belangenverstrengeling of de schijn van belangenverstrengeling aan de orde kan zijn. De voorzitter die of een lid dat zich verschoont, maakt hiervan onverwijld melding aan gedeputeerde staten, door tussenkomst van het secretariaat van de commissie.

Artikel 11 Onderzoek door de commissie

De commissie wint alle gewenste inlichtingen in die nodig zijn voor een zorgvuldige advisering over het te nemen besluit op het bezwaar, het administratieve beroep of de klacht. De commissie kan het inwinnen van inlichtingen opdragen aan de secretaris of diens plaatsvervanger.

Artikel 12 De hoorzitting

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de klager of de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord. De voorzitter bepaalt tevens de orde op de hoorzitting.

  • 2. De commissie nodigt belanghebbenden uit om zich ter zitting van de Friese taal te bedienen.

  • 3. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tijdig, doch ten minste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk uit, tenzij de commissie besluit met toepassing van artikel 7:3 van de wet af te zien van het horen.

  • 4. De commissie kan bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daarop ter zitting een toelichting te geven.

  • 5. Door de commissie opgeroepen getuigen en deskundigen kunnen op verzoek een vergoeding voor reis- en verblijfkosten en verletkosten ontvangen.

  • 6. Het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht over reis-, verblijf- en verletkosten is van overeenkomstige toepassing op de kosten bedoeld in het vijfde lid.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. Indien de voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet, kan de commissie besluiten dat de hoorzitting achter gesloten deuren plaatsvindt.

  • 3. De hoorzitting van de commissie vindt in elk geval achter gesloten deuren plaats indien het een door een ambtenaar ingediend klacht betreft. Op eigen verzoek van de ambtenaar kan hiervan worden afgeweken.

Artikel 14 Film- en geluidsopnames

De voorzitter kan toestaan dat gedurende de hoorzitting film- of geluidsopnames worden gemaakt.

Artikel 15 Verslaglegging

Het verslag bevat een zakelijke weergave van hetgeen tijdens de hoorzitting is besproken.

Artikel 16 Nader onderzoek.

  • 1. De commissie kan na afloop van een zitting, maar voor het uitbrengen van een advies, nadere inlichtingen inwinnen of doen inwinnen. De commissie kan het inwinnen van inlichtingen opdragen aan de secretaris of diens plaatsvervanger.

  • 2. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en belanghebbenden kunnen binnen 10 dagen na de dag van verzending van de nadere informatie een verzoek aan de voorzitter richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.

  • 3. Op het horen als bedoeld in de artikelen 7:9 en 7:23 van de wet, is het bepaalde in deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De beraadslaging over het door de commissie uit te brengen advies vindt plaats achter gesloten deuren.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de voorzitter.

  • 3. Het verslag van de hoorzitting kan onderdeel uitmaken van het advies.

  • 4. Het advies over de door het verwerend orgaan te nemen beslissing is gemotiveerd.

  • 5. Indien daartoe aanleiding bestaat en partijen daarover overeenstemming hebben bereikt, kan het uitbrengen van een advies achterwege blijven. Het verwerend orgaan neemt vervolgens een besluit op bezwaar

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, zo nodig onder medezending van de tijdens de hoorzitting overgelegde stukken, uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift, het administratief beroepschrift of de klacht dient te beslissen. Gelijktijdig met de toezending van het advies aan het bestuursorgaan vindt toezending daarvan aan de belanghebbenden plaats.

  • 2. Het advies, en indien aan de orde het verslag, wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 3. Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn als bedoeld in de artikelen 7:10, eerste lid, en 7:24, vierde lid, en artikel 9:11, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verdaagt hij de beslissing op het bezwaar, het administratief beroep of de klacht.

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie brengt van haar werkzaamheden en bevindingen jaarlijks verslag uit aan het provinciaal bestuur.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 20 Niet-voorzienbare gevallen

De voorzitter beslist in de gevallen waarin de wet en deze verordening niet voorzien.

Artikel 21 Overgangsrecht

  • 1. De Procedureverordening, bezwaar, beroep en klachten provincie Fryslân 2017 wordt ingetrokken.

  • 2. De Procedureverordening, bezwaar, beroep en klachten provincie Fryslân 2017 blijft van kracht op de behandeling van bezwaarschriften die zijn ingediend door een ambtenaar als bedoeld in die verordening, tegen een voor 1 januari 2020 bekendgemaakt besluit of andere handeling als bedoeld in artikel 8:2, eerste lid, onder a, van de wet.

Artikel 22 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als de Procedureverordening, bezwaar, beroep en klachten provincie Fryslân 2020.

  • 2. Deze verordening treedt inwerking met ingang van 1 januari 2020. Voor zover bekendmaking van deze verordening na deze datum plaatsvindt, werkt zij terug tot en met 1 januari 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Provinciale Staten van Fryslân op 27 november 2019

Voorzitter

Drs. A.A.M. Brok

Griffier

A.G. Rosier