Verordening klachtenregeling Geertruidenberg 2012

Geldend van 22-11-2012 t/m heden

Intitulé

Verordening klachtenregeling Geertruidenberg 2012

De raad van de gemeente GEERTRUIDENBERG;

overwegende, dat vanwege een open communicatie en een laagdrempelige dienstverlening het gewenst c.q. noodzakelijk is te beschikken over een klachtenregeling over gedragingen van organen, de voorzitters en de leden van organen en ambtenaren van de gemeente Geertruidenberg;

dat de raad een dergelijke regeling heeft vastgesteld in zijn vergadering van 26 januari 2006;

dat een technische aanpassing nodig is om aan te sluiten bij de benamingen die gehanteerd worden in de Organisatieregeling 2010 en de Algemene wet bestuursrecht;

gezien het voorstel d.d. 21 augustus 2012 van het college van de gemeente Geertruidenberg;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT

vast te stellen de navolgende:

"Verordening klachtenregeling Geertruidenberg 2012".

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

a) Gedraging:

het handelen of nalaten te handelen in een concreet geval tegen een natuurlijk persoon of rechtspersoon door een orgaan, de voorzitter of een lid van een orgaan, of een medewerker. Een gedraging door een medewerker kan tevens worden aangemerkt als een gedraging van het voor die gedraging verantwoordelijk orgaan. Onder gedraging wordt niet begrepen die tegen een (andere) medewerker;

b) orgaan:

de gemeenteraad en zijn commissies, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester;

c) medewerker:

de persoon, die ten tijde van de omstreden gedraging werkzaam is bij de gemeente Geertruidenberg, met inbegrip van uitzend-/inhuurkrachten en gedetacheerden;

d) klacht:

een uiting van ongenoegen van een klager over:

  • 1.

    het functioneren van een orgaan, de voorzitter of een lid van een orgaan of een medewerker van de gemeente Geertruidenberg;

  • 2.

    het gedrag (handelen of nalaten) van een orgaan, voorzitter of een lid van een orgaan of medewerker in het uitoefenen van zijn of haar functie;

  • 3.

    het gebruik van geweld of agressief optreden door de voorzitter of een lid van een orgaan of medewerker;

e) klager:

een natuurlijke of rechtspersoon die een klacht heeft ingediend op grond van deze verordening en tegen wie de gedraging heeft plaatsgevonden;

f) aangeklaagde:

een orgaan, de voorzitter of een lid van een orgaan en medewerker dat/die onderwerp is van een klacht dan wel verantwoordelijk is voor de situatie waarop de klacht betrekking heeft;

g) klachtbehandeling:

onderzoek naar de klacht met inachtneming van afdeling 9:2 van de Algemene wet bestuursrecht;

h) ombudsman: de Nationale ombudsman;

i) klachtencoördinator:

de medewerker die het college heeft aangewezen en belast is met de procedurele bewaking van de administratieve afhandeling van de klacht;

j) klachtbehandelaar:

degene, die op grond van deze verordening belast is met de behandeling en afdoening van de klacht.

Hoofdstuk II Klachtenbehandeling in eerste instantie

Artikel 2 formele vereisten

    • 1.

      Een klacht moet in eerste instantie schriftelijk of mondeling worden ingediend bij de klachtencoördinator en wel binnen één jaar nadat de situatie, waarop de klacht betrekking heeft, heeft plaatsgevonden.

    • 2.

      De klachtencoördinator legt mondelinge klachten vast op het klachtenformulier. Voor de schriftelijke klacht kan desgewenst gebruik worden gemaakt van een klachtenformulier, dat is opgenomen op de website van de gemeente Geertruidenberg (www.geertruidenberg.nl).

    • 3.

      De klachtencoördinator draagt zorg voor de vertrouwelijke registratie van de klacht.

    • 4.

      Een klacht wordt ondertekend en bevat ten minste:

    • - de naam en het adres van de klager;

    • - de dagtekening;

    • - een omschrijving van de situatie waarop of aanduiding van de persoon op wie de klacht betrekking heeft;

    • 5.

      De klachtencoördinator wijst de klager erop dat de klacht strikt vertrouwelijk wordt behandeld.

    • 6.

      Een afschrift van de klachtbrief wordt gezonden aan de gemeentesecretaris.

Artikel 3 uitsluiting van behandeling

    • 1.

      Een klacht wordt niet in behandeling genomen als:

    • a.

      de klacht niet voldoet aan de formele eisen van artikel 2 van deze verordening;

    • b.

      de klacht betrekking heeft op een gedraging:

    • - waarover al eerder een klacht is ingediend, die met inachtneming van de artikelen 4 en volgende is behandeld;

    • - waartegen de klager bezwaar had kunnen maken;

    • - waartegen de klager beroep kan of had kunnen instellen, tenzij die gedraging bestaat uit het niet tijdig nemen van een besluit;

    • - die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een burgerlijke rechter of tuchtrechter onderworpen is of is geweest;

    • - die onderdeel uitmaakt van een lopende strafrechtelijke procedure waarbij deze gedraging eveneens voorwerp van toetsing is;waarvan het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is.

    • 2.

      Een klacht wordt ook niet in behandeling genomen, als de klacht betrekking heeft op:

    • a.

      het algemeen gemeentelijk beleid;

    • b.

      algemeen verbindende voorschriften;

    • c.

      handelingen en werkzaamheden, die niet vallen onder de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

    • 3.

      Als een klacht niet voldoet aan de eisen van artikel 2 lid 4, kan die klacht alleen buiten behandeling blijven als de klachtencoördinator de klager gedurende een redelijk gestelde termijn de mogelijkheid heeft geboden het verzuim te herstellen en de klager daaraan geen gevolg heeft gegeven.

    • 4.

      Als een klacht niet in behandeling wordt genomen, doet de klachtencoördinator hiervan zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk mededeling aan de klager.

    • 5.

      Als er voor een klacht een andere (wettelijke) bezwaar- of beroepsprocedure bestaat, draagt de klachtencoördinator tevens zorg voor doorzending van de klacht naar de bevoegde instantie conform artikel 6:15 van de Awb.

Hoofdstuk III De afhandeling van de klacht

Artikel 4 werkwijze

  • 1.

    De klachtencoördinator leidt de klacht zo spoedig mogelijk door aan de klachtbehandelaar.

  • 2.

    Het college en de burgemeester verlenen mandaat aan de klachtbehandelaar om de klacht af te handelen en klager in kennis te stellen van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht, evenals van de eventuele conclusies, die daaraan worden verbonden, zoals bedoeld in artikel 9:11 en 9:12 Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Als klachtbehandelaar voor de raad wordt aangewezen de raad.

  • 4.

    Als klachtbehandelaar voor de griffie zijn aangewezen:

  • a.

    de werkgeverscommissie griffier;

  • b.

    de griffier voor klachten over medewerkers van de griffie.

  • 5.

    Als klachtbehandelaar voor een gedraging van een collegelid is de burgemeester aangewezen. Is een klacht gericht tegen een gedraging van de burgemeester, dan treedt de loco-burgemeester op als klachtbehandelaar.

  • 6.

    Het college wijst de klachtenbehandelaars aan voor de heffings- en invorderingsambtenaar. Hierbij hanteert het college het uitgangspunt dat de klachtbehandelaar leidinggevende is van de aangeklaagde.

  • 7.

    Het college en de burgemeester, ieder voor wat betreft zijn bevoegdheden, wijst de klachtbehandelaars aan voor de medewerkers. Hierbij hanteren het college en de burgemeester het uitgangspunt dat de klachtbehandelaar leidinggevende is van de aangeklaagde.

  • 8.

    De klachtencoördinator geeft binnen één week na ontvangst van de klacht aan de klager een schriftelijke bevestiging met informatie over de te volgen procedure.

  • 9.

    De klachtbehandelaar stelt de medewerker de aangeklaagde op de hoogte. Voordat de klacht schriftelijk wordt afgehandeld, stelt de klachtbehandelaar de klager en de aangeklaagde in de gelegenheid om in elkaars aanwezigheid te worden gehoord. Op verzoek van de klager of aangeklaagde wordt afzonderlijk gehoord. Partijen kunnen zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde.

  • 10.

    Als beide partijen aan het einde van de hoorzitting de conclusie trekken, dat verdere behandeling van de klacht niet nodig is, wordt dat in het verslag, bedoeld in lid 7, aangetekend en wordt daarmee de procedure voor de behandeling van deze klacht beëindigd.

  • 11.

    Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt dat aan klager en aangeklaagde beschikbaar wordt gesteld.

  • 12.

    De klachtbehandelaar behandelt de klacht vertrouwelijk en werkt deze binnen zes weken na ontvangst schriftelijk af. De burgemeester kan bij gecompliceerde zaken de afhandeling voor ten hoogste vier weken verdagen. Hiervan wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aangeklaagde.

  • 13.

    De klachtencoördinator ontvangt een afschrift van deze beslissing.

  • 14.

    In bijzondere omstandigheden kan de gemeentesecretaris uit eigen beweging, op verzoek van de beklaagde of van de klachtbehandelaar besluiten de klacht te laten behandelen door een andere klachtbehandelaar. De gemeentesecretaris motiveert zijn besluit als hij niet op het verzoek ingaat.

Artikel 5 beantwoording klacht en verwijzing naar externe klachtvoorziening

  • 1.

    In het antwoord aan de klager moet de klachtbehandelaar de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis stellen van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht. Dit geldt ook voorde eventuele conclusies die daaraan worden verbonden als bedoeld in artikel 9:12 Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Bij het mededelen van de beslissing aan de klager en de aangeklaagde wijst de klachtbehandelaar erop dat, als deze zich niet met de beslissing kunnen verenigen, een klacht in tweede instantie kan worden ingediend bij de ombudsman.

Hoofdstuk IV Klachten in tweede instantie

Artikel 6

    • 1.

      Een klager, orgaan, voorzitter of lid van een orgaan of medewerker die zich niet kan verenigen met de beslissing op een klacht in eerste instantie, kan binnen één jaar na dagtekening van de beslissing op een klacht, een klacht in tweede instantie indienen bij de ombudsman (08003355555 en website www.nationaleombudsman.nl). Dit geldt ook als de beslissing is genomen om de klacht niet in behandeling te nemen.

    • 2.

      Als een beslissing op een klacht in eerste instantie uitblijft, kan eveneens een klacht in tweede instantie worden ingediend bij de ombudsman.

    • 3.

      De mogelijkheid als bedoeld in het eerste lid wordt vermeld bij de beslissing op de klacht in eerste instantie.

Hoofdstuk V Rapportage

Artikel 7

De klachtencoördinator draagt zorg voor de registratie van de klachten. De geregistreerde klachten worden jaarlijks in een jaarverslag aan het college en de gemeenteraad bekendgemaakt.

Hoofdstuk VI Slotbepalingen

Artikel 8

    • 1.

      Deze verordening kan worden aangehaald als "Klachtenregeling Geertruidenberg 2012”.

    • 2.

      Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag waarop de regeling is bekendgemaakt.

    • 3.

      Met de vaststelling van deze verordening komt de verordening ‘Klachtenregeling gemeente Geertruidenberg 2006’ te vervallen.

Ondertekening

Raamsdonksveer, 27 september 2012.
de raad van de gemeente Geertruidenberg,
de griffier, de voorzitter,
drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere, M.J.A. Meijer.