Gedoogbeleid Horeca

Geldend van 17-08-2007 t/m heden

Intitulé

Gedoogbeleid Horeca

TIJDELIJK GEDOGEN HORECABEDRIJF ZONDER AANWEZIGE VERGUNNING

GedoogbeleidHet kan zijn dat de ondernemer een aanvraag heeft ingediend, maar dat met de behandeling van de aanvraag de nodige tijd gemoeid is. Dit is bijvoorbeeld het geval als bepaalde organisaties de vereiste documenten die de aanvrager op grond van de Wet BIBOB moet overleggen, niet tijdig verstrekken.

Daarnaast wordt het gemeentebestuur regelmatig geconfronteerd met bedrijfsovernames in de horeca waarbij een vergunning niet tijdig of in het geheel niet wordt aangevraagd. Bij constatering van een illegale situatie kan dat uitmonden in bestuursrechtelijk optreden en/of strafrechtelijk (politie) optreden volgens de Horecanota gemeente Geertruidenberg Onderdeel B: Beheersdocument.

Als de wens bestaat om bestuursrechtelijk op te treden, moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden. Volgens vaste jurisprudentie moet in eerste instantie worden bekeken of legalisering mogelijk is. Daarnaast zal er een belangenafweging moeten plaatsvinden, waaruit kan blijken dat er toch situaties zijn waarbij het wenselijk is om niet op te treden, ondanks het feit, dat nog niet aan de eisen wordt voldaan. Er is dan sprake van gedogen.

Volgens de literatuur worden aan gedogen de volgende eisen gesteld:

  • 1.

    Gedogen moet in de vorm van een gedoogbeschikking plaatsvinden, waarbij een zorgvuldige afweging van alle betrokken belangen plaatsvindt (hoorplicht);

  • 2.

    Gedogen is slechts toegestaan in overgangssituaties, d.w.z. dat er binnen afzienbare tijd een reëel zicht op legalisering bestaat;

  • 3.

    Gedogen moet een uitzondering blijven;

  • 4.

    Aan een gedoogbeschikking moeten voorwaarden verbonden worden;

  • 5.

    Gedogen moet aan controle onderworpen zijn.

Tegen een gedoogbeschikking kan bezwaar en beroep worden ingesteld.

Het gemeentebestuur gedoogt in de volgende situaties:

Hoofdstuk 1 Bedrijfsovernames

De Drank- en horecawet geeft aan dat het verboden is zonder een vergunning een horecabedrijf uit te oefenen. Dit houdt in dat bij een bedrijfsovername het bedrijf pas open mag op het moment dat aan de nieuwe ondernemer een horecavergunning is verleend. Volgens de wetgever mag de behandeling van de vergunning maximaal drie maanden in beslag nemen en moet het gemeentebestuur daarna een besluit nemen.Niet alleen uit zakelijk oogpunt ('de loop kan er uit gaan'), maar ook voor de gemeente is het ongewenst om een horecazaak tijdelijk te sluiten als er geen indicaties zijn om de aangevraagde vergunning te weigeren. Gelet op de frequentie waarmee e.e.a. voorkomt is het immers ook voor de gemeente ongewenst als her en der in de gemeente tijdelijke sluitingen plaatsvinden.Op die grond kan de voortduring van de exploitatie in dit soort gevallen expliciet gedoogd worden, ondanks het feit dat de ondernemer uiteraard zelf verantwoordelijk blijft om in een zo vroeg mogelijk stadium een aanvraag in te dienen.

 

Hoofdstuk 2 Nieuwe aanvraag van dezelfde ondernemer

Het kan voorkomen dat een bepaald gegeven in de vergunning wijzigt, maar de ondernemer dezelfde blijft. Dit is o.a. het geval als de inrichting wordt verbouwd of als er een andere bedrijfsleider/beheerder in de inrichting komt werken. Ook in dat geval is het niet wenselijk dat de inrichting gesloten wordt. De vergunning dient in dat geval slechts aangepast te worden aan de feitelijke situatie. Tijdens de behandeling van de vergunningaanvraag kan deze situatie tijdelijk gedoogd worden.

GedoogkadersBurgemeester en wethouders gedogen dat in afwachting van de beslissing op de ingediende vergunning, in de hierboven gestelde situaties de ondernemer alvast begint of door gaat met de exploitatie.

De ondernemer moet dan echter wel aan een aantal voorwaarden voldoen.Op de eerste plaats mag er geen strijd zijn met de eisen uit de milieu- en ruimtelijke ordeningsregelgeving. Daarnaast mag de (nieuwe) eigenaar ook geen strafblad hebben. Pas als duidelijk is dat aan deze voorwaarden wordt voldaan, komt men toe aan de toetsing van een aantal andere voorwaarden, die hieronder vermeld zijn.

Gedoogvoorwaarden bij aanvragen voor een drank- en horecavergunning ex artikel 3 Drank- en Horecawet.

  • 1.

    Er moet een aanvraag zijn ingediend volgens het wettelijk model inclusief de BIBOBformulieren;

  • 2.

    De aanvraag inclusief de BIBOB-formulieren moeten volledig zijn ingevuld en worden getekenddoor de aanvrager;

  • 3.

    Indien de BIBOB bijlage van de Belastingdienst niet overlegd kan worden, moet dit niet tewijten zijn aan de aanvrager;

  • 4.

    Er moet aannemelijk worden gemaakt dat de aanvrager is ingeschreven bij de Kamer vanKoophandel en de vorige exploitant is uitgeschreven;

  • 5.

    Alle bedrijfsleiders en beheerders van het horecabedrijf moeten voldoen aan de ingevolgeartikel 5, vierde lid van de Drank- en horecawet gestelde eisen inzake de sociale hygiëne;Er mogen op voorhand geen twijfels bestaan t.a.v. de vraag of de bedrijfsleiders enbeheerders kunnen voldoen aan de bij de wet gestelde moraliteitseisen (strafbladgegevense.d.);

  • 6.

    De bedrijfsleiders en beheerders moeten tenminste 21 jaar zijn;

  • 7.

    Daarnaast mogen er geen twijfels bestaan dat de inrichting voldoet aan de inrichtingseisenvan de Drank-­ en horecawet.

Ook indien de inrichting op andere punten niet voldoet aan eisen die de veiligheid van de bezoekers in gevaar kan brengen, wordt in beginsel niet gedoogd.Overigens mogen voorafgaand aan deze toetsing geen twijfels bestaan of de aanvrager anderszins aan de gestelde eisen voor een vergunning kan voldoen.

Zijn alle voorgaande beoordelingscriteria positief dan wordt een schriftelijke gedoogverklaring afgegeven, in afwachting van de resultaten van de verdere behandeling van de vergunningaanvraag.Het risico blijft uiteraard aanwezig dat nader onderzoek van de vergunningaanvraag kan leiden tot weigering van de vergunning en tot sluiting van het horecabedrijf. In dat geval wordt dus niet langer gedoogd. Gedogen mag immers nooit worden opgevat als een voorlopige vergunning. De ondernemer die dus volledige zekerheid wil hebben, moet de uitslag van de behandeling van de aanvraag afwachten.

GedoogtermijnGedogen mag niet langer dan strikt noodzakelijk. Het is dus van belang aan een gedoogverklaring een termijn te stellen. Deze is afhankelijk van de verdere voortgang van het onderzoek (maximaal drie maanden) en eventueel extra onderzoek door het landelijk bureau BIBOB. Daarnaast is in de gedoogverklaring opgenomen dat deze direct wordt ingetrokken, als degene aan wie de gedoogverklaring is verstrekt zich niet houdt aan de gestelde voorwaarden. Dit houdt in dat de ondernemer de horeca-inrichting direct moet sluiten. Als hij hier niet aan voldoet vindt handhaving plaats via bestuursdwang (= sluiting).

Dit gedoogbeleid treedt in werking op 17 augustus 2007.

Ondertekening

Geertruidenberg, 7 augustus 2007burgemeester en wethouders van Geertruidenberg,
de secretaris,                                                  de burgemeester, 
 
mr. J.H. Willems                                              A.A.M.M. van Onzenoort, l.b.