Regeling vervallen per 27-05-2021

Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur bij subsidies

Geldend van 25-04-2014 t/m 26-05-2021

Intitulé

Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur bij subsidies

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht, artikel 1.7, tweede lid, Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 en artikel 3 Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

BESLUITEN

Vast te stellen de volgende beleidsregels: Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bibob bij subsidies.

Artikel 1

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Betrokkene: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een subsidie aanvraagt of ontvangt;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • d.

    Landelijk Bureau Bibob: het Landelijk Bureau Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet Bibob;

  • e.

    Onderzoek: integriteitsonderzoek als bedoeld in artikel 4;

  • f.

    Advies: advies van het Landelijk Bureau Bibob inzake de mate van gevaar dat de subsidie mede wordt gebruikt om op geld waardeerbare voordelen, die zijn verkregen uit gepleegde strafbare feiten, te benutten of strafbare feiten te plegen;

  • g.

    Tipfunctie: de bevoegdheid van het openbaar ministerie op grond van artikel 26 van de Wet Bibob om Gedeputeerde Staten te wijzen op de wenselijkheid Landelijk Bureau Bibob in een concreet geval om advies te vragen;

  • i.

    Risicoanalyse: een analyse van het risico dat een subsidie wordt gebruikt voor oneigenlijke doeleinden, aan de hand van een checklist met indicatoren die crimogene risico's voorspellen.

Artikel 2

  • 1 Voordat Gedeputeerde Staten een subsidie verlenen of vaststellen, kunnen Gedeputeerde Staten een onderzoek naar de integriteit van de betrokkene(n) instellen.

  • 2 Een onderzoek kan in ieder geval worden ingesteld als daartoe aanleiding is op grond van:

    • a.

      een risicoanalyse;

    • b.

      een tip van de officier van justitie in het kader van de tipfunctie; of

    • c.

      informatie uit andere bronnen waardoor vermoedens ontstaan van enige mate van gevaar conform artikel 3 van de Wet Bibob.

  • 3 Gedeputeerde Staten doen steekproefsgewijs onderzoek als bedoeld in eerste lid van dit artikel.

  • 4 Indien Gedeputeerde Staten in de periode van een jaar voorafgaand aan de aanvraag aan dezelfde betrokkene een subsidie heeft verstrekt, waarbij een onderzoek als bedoeld in het eerste lid is uitgevoerd en geen belangrijke wijzigingen ter zake van de organisatie of de bedrijfsvoering hebben plaatsgevonden, wordt geen onderzoek als bedoeld in het eerste lid uitgevoerd.

  • 5 Het eerste lid is niet van toepassing indien de betrokkene een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon is.

Artikel 3

  • 1 Indien Gedeputeerde Staten besluiten tot het doen van een onderzoek naar betrokkene, verzoeken Gedeputeerde Staten de betrokkene een vragenformulier in te vullen.

  • 2 Gedeputeerde Staten verlenen voor het ingevuld terugzenden van een vragenformulier als bedoeld in het eerste lid een termijn van twee weken.

Artikel 4

Gedeputeerde Staten onderzoeken op basis van de door betrokkene aangeleverde gegevens en op basis van een onderzoek in openbare bronnen, alsmede andere bronnen die de Wet Bibob hen toestaan, of sprake is van omstandigheden als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

Artikel 5

Gedeputeerde Staten kunnen het Landelijk Bureau Bibob verzoeken om advies als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Bibob, indien het onderzoek genoemd in artikel 2, eerste lid, leidt tot een vermoeden van omstandigheden als bedoeld in artikel 3 Wet Bibob of indien de officier van justitie Gedeputeerde Staten op grond van artikel 26 Wet Bibob heeft gewezen op de mogelijkheid om advies te vragen.

Artikel 6

  • 1 Indien Gedeputeerde Staten op basis van de bevindingen van het onderzoek of het advies voldoende aanwijzingen hebben dat er sprake is van een geval of voorwaarde als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob kunnen Gedeputeerde Staten besluiten:

    • a.

      bij ernstige mate van gevaar de aangevraagde subsidie te weigeren of de verleende subsidie in te trekken; of

    • b.

      bij mindere mate van gevaar aan de subsidie voorschriften te verbinden, die zijn gericht op het wegnemen of beperken van dergelijk gevaar.

  • 2 Voordat een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt genomen, wordt de betrokkene in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze als bedoeld in artikel 4:8 van de Awb naar voren te brengen.

Artikel 7

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bibob bij subsidies.

Artikel 8

Binnen drie jaar na inwerkingtreding worden deze beleidsregels geëvalueerd. Ten behoeve van deze evaluatie kunnen Gedeputeerde Staten onderzoek verrichten naar subsidieaanvragen en subsidievaststellingen die niet onder de werking van artikel 2 zijn gebracht.

Artikel 9

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de dag van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij worden geplaatst.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Gelderland