Reglement van Orde van Gedeputeerde Staten van Gelderland 2015

1 Het college stelt de verdeling van zijn werkzaamheden vast.

2 Het college wijst bij de verdeling voor de primaire behartiging van zaken steeds een eerste en tweede portefeuillehouder aan.

3 Het college stelt per portefeuille de volgorde vast waarin de tweede portefeuillehouder door de overige leden van het college wordt vervangen.

4 Het college stelt de volgorde vast waarin de gedeputeerden bij verhindering of ontstentenis van de commissaris van de Koning zijn ambt waarnemen. Het maakt deze beslissing in het Provinciaal Blad bekend.

1 Het college vergadert in de regel eenmaal per week op een vast tijdstip.

2 De secretaris zorgt voor de oproeping tot de vergadering door de commissaris van de Koning. In de oproeping is dag, plaats en tijdstip van opening van de vergadering vermeld alsmede de te behandelen onderwerpen.

3 Indien de commissaris van de Koning of tenminste twee gedeputeerden dat nodig achten wordt een extra vergadering belegd. De leden worden tijdig en op de gebruikelijke wijze tot de vergadering opgeroepen.

4 De oproeping tot een vergadering als bedoeld in artikel 56, tweede lid, van de Provinciewet wordt ten minste een half uur voor de aanvang op de gebruikelijke wijze aan de gedeputeerden bekend gemaakt.

5 Bij de aanvang van de vergadering tekenen de gedeputeerden de presentielijst. Vervolgens tekenende commissaris en de secretaris.

6 De vergaderingen worden als regel in het provinciehuis gehouden.

7 Het college kan besluiten ambtenaren of derden voor een vergadering uit te nodigen om toelichtingte verschaffen of anderszins inbreng te leveren ten aanzien van een onderwerp.

1 De secretaris draagt zorg dat voor iedere vergadering een agenda wordt opgesteld.

2 De behandeling van de onderwerpen vindt in de regel plaats in de volgorde van de agenda.

1 De in een vergadering te behandelen onderwerpen worden in de vorm van een voorstel of rondvraagnotitie bij de secretaris ingediend.

2 Een voorstel bestaat uit een GS-brief, waarin de beslissing die wordt voorgesteld, is verwoord entoegelicht. Bij de GS-brief worden de stukken gevoegd die nodig zijn voor goed begrip van het voorstel.

3 Ten aanzien van elk voorstel wordt op duurzame wijze vastgelegd wie daarvoor ambtelijk verantwoordelijk zijn. Deze informatie wordt desgevraagd voor of tijdens de collegevergadering, waarin het voorstelwordt behandeld, aan collegeleden ter beschikking gesteld.

4 Indien een voorstel niet anders dan mondeling kan worden ingediend, brengt de indiener een korteschriftelijke samenvatting in. Indiening vindt plaats vóór de vergadering bij de secretaris. Indien indieningvan een samenvatting niet mogelijk is, maakt de secretaris een samenvatting van het voorstel tijdensof direct na afloop van de behandeling in de vergadering.

5 De secretaris draagt zorg dat de leden de voorstellen en rondvraagnotities tijdig ontvangen.

6 De secretaris draagt zorg dat vertrouwelijke en geheime voorstellen, rondvraagnotities en anderedocumenten die aan het college worden voorgelegd, door degenen, die deze documenten ontvangen, niet kunnen worden vermenigvuldigd, verzonden of openbaar gemaakt. Voorts draagt hij zorg dat de geheime documenten en de documenten met privacygevoelige informatie na de vergadering niet meer beschikbaar zijn voor de ontvangers.

1 De secretaris draagt zorg voor opstelling van de besluitenlijst van de vergadering.

2 De besluitenlijst bevat in elk geval:

• a.

  de namen van de aanwezige leden;

• b.

  de namen van de afwezige leden;

• c.

  de namen van de andere personen die hebben deelgenomen aan de beraadslaging;

• d.

  de door het college genomen beslissingen;

• e.

  een duiding van hetgeen is besproken naar aanleiding van rondvraagnotities;

• f.

  aantekening van gebeurtenissen tijdens de vergadering, waarvan het naar het oordeel van de commissaris van de Koning of een ander lid van belang is deze vast te leggen.

3 Indien de beslissing over een voorstel van het voorstel afwijkt, wordt deze zo nodig voorzien van een toelichting.

4 Indien de beslissing gegrond is op een stemming, vermeldt de secretaris de uitslag, zo nodig voorzien van een toelichting, in de besluitenlijst als de commissaris van de Koning zulks beslist of een lid van het college daartoe het verzoek doet.

5 Ook wanneer geen stemming heeft plaatsgevonden kan een lid in de besluitenlijst laten vermelden dat hij niet instemt met een beslissing. Op zijn verzoek worden tevens de argumenten, die aan zijn standpunt ten grondslag liggen, vermeld.

6 Indien een lid bij het nemen van een beslissing ingevolge artikel 58 juncto artikel 28, eerste lid, van de Provinciewet zich van stemming heeft onthouden, wordt dit in de besluitenlijst vermeld.

7 De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.

8 De secretaris draagt zorg voor spoedige mededeling van de beslissingen aan Provinciale Staten en voor openbaarmaking op de website van de provincie, tenzij uit de wet voortvloeit dat openbaarmaking achterwege behoort te blijven.

1 Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen.

2 Indien een lid bij het nemen van een beslissing stemming vraagt, wordt hoofdelijk gestemd, tenzij artikel 8 van toepassing is. Hoofdelijke stemming geschiedt in de volgorde als bedoeld in artikel 1, vierde lid. De commissaris van de Koning brengt als laatste zijn stem uit.

1 Onverminderd artikel 7, eerste lid, wordt over een voorstel tot benoeming, voordracht of aanbeveling van een persoon bij gesloten en ongetekende briefjes gestemd.

2 Wanneer bij een stemming over personen geen volstrekte meerderheid is verkregen, wordt een tweede vrije stemming gehouden.

3 Indien ook bij deze stemming geen volstrekte meerderheid is verkregen, vindt een derde stemming plaats tussen de twee personen die bij de tweede vrije stemming de meeste stemmen hebben verkregen. Indien bij de tweede vrije stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen zijn verdeeld, wordt bij een of meer tussenstemmingen uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal gaan.

4 Indien bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot. De commissarisverricht de loting.

1 Bij schriftelijke stemming wordt de inhoud van elk stembriefje door de commissaris van de Koning voorgelezen en door de secretaris aangetekend.

2 Indien de commissaris de inhoud van een stembriefje onduidelijk vindt en oordeelt dat deze stem van invloed kan zijn op de uitslag van de stemming, wordt een nieuwe stemming gehouden.

3 De stemming is ongeldig indien er verschil is tussen het aantal ingeleverde stembriefjes en het aantal aanwezige leden dat zich niet van stemming moet onthouden, en dit verschil naar het oordeelvan de commissaris van invloed kan zijn op de uitslag.

4 De secretaris vernietigt de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling en vastlegging van de uitslag in de besluitenlijst.

1 Het Reglement van Orde van Gedeputeerde Staten van Gelderland 2003, vastgesteld bij besluit van18 maart 2003, voor het laatst gewijzigd bij besluit van 14 april 2015, wordt ingetrokken.

2 Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.