Regeling vervallen per 01-01-2021

GEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT GEMEENTERAAD

Geldend van 06-04-2011 t/m 31-12-2020

Intitulé

GEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT GEMEENTERAAD

De raad van de gemeente Geldermalsen;

gelet op artikel 15 lid 3 van de Gemeentewet,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 maart 2011, nummer 104,

besluit:

vast te stellen de:

Gedragscode bestuurlijke integriteit van de gemeenteraad van Geldermalsen

Deel I Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

Raadsleden stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer,

Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functies samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan de gemeenteraad en het college, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functies vervullen.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief.

afbeelding binnen de regeling

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Deel II Gedragscode bestuurlijke integriteit van de gemeenteraad van Geldermalsen

1. Algemene bepalingen

  • 1.1 Onder de raad wordt verstaan: de gemeenteraad van Geldermalsen.

  • 1.2 In gevallen waarin deze code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het presidium.

  • 1.3 De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 1.4 De raadsleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van deze gedragscode.

2. Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 2.1 Ieder raadslid doet opgave van zijn/haar financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.2 Bij privaatpublieke samenwerkingsrelaties voorkomt een raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.3 Een oud-raadslid wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn/haar ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

  • 2.4 Een raadslid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.5 Een raadslid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan zie zijn/haar onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

3. Nevenfuncties

  • 3.1 Een raadslid vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 3.2 Een raadslid maakt melding van zijn/haar nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

  • 3.3 De kosten die een raadslid maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q.-nevenfunctie), worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

4. Informatie

  • 4.1 Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij/zij uit hoofde van zijn/haar ambt beschikt. Hij/zij verstrekt geen geheime informatie.

  • 4.2 Een raadslid maakt niet ten eigen bate of van zijn/haar persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

5. Aannemen van geschenken

  • 5.1 Geschenken en giften die een raadslid uit hoofde van zijn/haar functie ontvangt, worden gemeld in het presidium, geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 5.2 Indien een raadslid geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd.

6. Bestuurlijke uitgaven

  • 6.1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 6.2 Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven, worden de volgende criteria gehanteerd:

    • ·

      met de uitgave is het belang van de gemeente gediend, en

    • ·

      de uitgave vloeit voort uit de functie.

7. Declaraties

  • 7.1 Het raadslid declareert geen kosten die al op andere wijze worden vergoed.

  • 7.2 Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 7.3 Het presidium is verantwoordelijk voor de toekenning van de gedeclareerde bedragen. De griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties en kan daartoe een ambtenaar aanwijzen. Bij verschil van inzicht beslist het presidium.

8. Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 8.1 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé doeleinden is niet toegestaan.

9. In werkintreding

  • 9.1 Deze gedragscode treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

  • 9.2 Met ingang van die datum wordt de gedragscode bestuurlijke integriteit van de gemeenteraad van 25 maart 2003 ingetrokken.

10. Citeertitel

  • 10.1 Deze code wordt aangehaald als “Gedragscode bestuurlijke integriteit van de gemeenteraad van Geldermalsen 2011”

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van 29 maart 2011, nummer 9c,
de griffier, de voorzitter,