Regeling vervallen per 01-01-2021

BELEIDSREGEL BIJZONDERE BEGRAAFPLAATSEN OP EIGEN GROND GEMEENTE GELDERMALSEN

Geldend van 13-10-2011 t/m 31-12-2020

Intitulé

BELEIDSREGEL BIJZONDERE BEGRAAFPLAATSEN OP EIGEN GROND GEMEENTE GELDERMALSEN

De raad van de gemeente Geldermalsen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 december 2010 nummer 4,

besluit:

  • 1.

    de beleidsregel voor het begraven op eigen grond vast te stellen en hiermee begraven op eigen grond in specifieke gevallen mogelijk maken;

  • 2.

    de gevraagde locatie op landgoed “Marienwaerdt” aan te wijzen als begraafplaats.

Aanleiding

Begin 2009 heeft de gemeente Geldermalsen een aanvraag ontvangen tot het aanleggen van een begraafplaats op eigen grond. De gemeente Geldermalsen heeft nog geen beleid op dit gebied. Door beleid vast te stellen met een toetsingskader ter beoordeling van eventuele verzoeken of aanvragen van particulieren kan invulling worden gegeven aan de gemeentelijke verantwoordelijkheid rondom bijzondere begraafplaatsen. Bovendien wordt precedentwerking hiermee voorkomen.

Het kader waaraan alle aspecten die betrekking hebben op de lijkbezorging moeten voldoen wordt gevormd door de Wet op de lijkbezorging (WLB). De WLB bevat echter nauwelijks criteria waaraan de gemeenteraad een aanvraag kan toetsen. Artikel 33 van de WLB geeft aan dat een gemeente de plicht heeft te zorgen voor een gemeentelijke begraafplaats. Daarnaast geeft artikel 40 lid 1 van de WLB aan de gemeenteraad de bevoegdheid om te beslissen over de aanleg of de uitbreidingen van bijzondere begraafplaatsen. Dit artikel geeft aan dat het naast een kerkgenootschap mogelijk is dat particulieren een verzoek tot de aanleg van een bijzondere begraafplaats indienen. Ook bij deze bijzondere begraafplaatsen behoudt de gemeente haar verantwoordelijkheid waar het gaat om toezicht op en handhaving van een ongestoorde grafrust.

Mogelijkheden bijzondere begraafplaats in de inspectierichtlijn WLB

De inspectierichtlijn WLB is in wezen de vertaling van de WLB in technische aspecten met betrekking tot een begraafplaats. Deze inspectierichtlijn is zeer eenduidig in haar strekking om terughoudend te zijn met het toestaan van de aanleg van bijzondere begraafplaatsen op eigen grond. Niet alleen ruimtelijke afwegingen spelen daarbij een rol, maar ook inrichtingseisen die noodzakelijk zijn vanuit hygiënisch en psychosociaal oogpunt. Met dat laatste wordt gedoeld op de bescherming van bewoners van naburige percelen. Het algemeen belang zal hier nadrukkelijk moeten worden afgewogen tegen het belang van de aanvrager. Daarbij speelt tevens dat er op de gemeentelijke begraafplaatsen in Geldermalsen voldoende aanbod van begraafmogelijkheden is. Voor de gemeente Geldermalsen is er geen reden om af te wijken van de inspectierichtlijn. Alleen in zeer uitzonderlijke situaties wordt medewerking verleend. Het is van belang om in deze beleidsregel vast te leggen wat de raad een zeer uitzonderlijke situatie vindt.

Toetsing randvoorwaarden door de gemeenteraad

Op een aanvraag tot het inrichten van een bijzondere begraafplaats op eigen grond wordt altijd door de raad beslist. De raad kan de in de aanvraag beschreven gronden, aanwijzen als bijzondere begraafplaats. De raad doet dit alleen als aan onderstaande randvoorwaarden wordt voldaan.

·De begraafplaats is een onderdeel van een landgoed in de zin van de Natuurschoonwet. Het landgoed dient minimaal 20 hectare groot te zijn.

Op basis van de Natuurschoonwet kan een stuk grond al een landgoed zijn als het 5 hectare groot is. Gezien de fysieke impact van een begraafplaats met tien grafruimtes, is een bepaalde robuustheid van het landgoed een must. De begraafplaats mag niet een ruimtelijk te bepalende rol vervullen op het landgoed. Daarom is gekozen voor een landgoed van minimaal 20 hectare groot.

·De aanvrager is eigenaar van het landgoed (of gemachtigd namens de eigenaar dergelijke aanvragen te doen), en er rust geen zakelijk recht op de grond waar de begraafplaats gewenst is.

De grond dient vrij te zijn van alle rechten om het mogelijk te maken dat een ononderbroken gebruik van de grond als begraafplaats gewaarborgd is zonder dat een andere partij aanspraak kan maken op die grond;

·De aanvrager heeft een aantoonbare historische en emotionele binding met het landgoed.

Dit betekent in ieder geval dat de aanvrager minimaal 20 jaar woonachtig dient te zijn geweest op het landgoed;

De begraafplaats biedt plaats aan maximaal tien grafruimten. Een grafruimte mag plaats bieden aan maximaal twee stoffelijke overschotten;

  • ·

    De grafruimte ligt niet binnen de bebouwde kom als bedoeld in artikel 20 van de Wegenverkeerswet;

  • ·

    De locatie van de bijzondere begraafplaats ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied;

  • ·

    De locatie van de bijzondere begraafplaats ligt niet in een gebied waarvan het aannemelijk is dat een herziening van de huidige bestemming of gebruikswijziging op termijn zal optreden waardoor de grond blijvend ongeschikt wordt voor het gebruik als begraafplaats;

  • ·

    De afstand van enig graf op de bijzondere begraafplaats tot de openbare weg, erfgrens met derden, woning, gebouw met woonbestemming of een als woonruimte in gebruik zijnde gebouw bedraagt hemelsbreed minimaal 20 meter;

Maatregelen burgemeester en wethouders

Als aan bovenstaande eisen is voldaan, dan wijst de raad de aangevraagde grond aan als bijzondere begraafplaats. De WLB geeft aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid om maatregelen voor te schrijven om de grond geschikt te maken als begraafplaats. Die maatregelen vloeien voort uit de WLB, het Besluit op de lijkbezorging (BLB), maar ook uit de inspectierichtlijn van het ministerie van VROM die gehanteerd wordt door burgemeester en wethouders. Daarnaast worden de volgende maatregelen voorgeschreven:

  • ·

    De locatie dient voor het zicht vanaf een openbare weg of openbaar toegankelijk perceel visueel afgeschermd te worden met behulp van een natuurlijke fysieke afscheiding met een hoogte van minimaal 1,80 meter die inpasbaar is in het landschap.

  • ·

    Binnen het terrein mogen geen kabels, leidingen of andere nutsvoorzieningen aanwezig zijn binnen een straal van 20 meter rondom de gewenste plek ter inrichting van één of meerdere graven. Indien nutsvoorzieningen aanwezig zijn kunnen deze in verband met de grafrust niet hersteld, vervangen of verwijderd worden. De aanvrager moet op eigen kosten zorgdragen voor het verleggen of verwijderen van deze nutsvoorzieningen.

Wet ruimtelijke ordening (Wro)

De WLB kent geen koppeling met de Wro. Toch heeft de Wro ten aanzien van de bestemmingen een belangrijke rol in het proces tot aanwijzing van een bijzondere begraafplaats op eigen grond. Belangrijk is dat er geen versnippering plaatsvindt door de aanleg van elementen die gedurende zeer lange tijd beslag op de ruimte leggen. Niet alle toekomstige wensen van burgers zijn nu al te voorzien. Reden temeer om heel terughoudend te zijn in het opstellen van beleid hiervoor. Dit is verantwoord omdat de gemeente immers haar burgers de wettelijke mogelijkheid biedt om binnen de gemeentegrenzen begraven te kunnen worden op een daartoe ingerichte gemeentelijke begraafplaats. Realisatie van een nieuwe begraafplaats is alleen mogelijk als de wettelijk voorgeschreven procedure, nodig om te komen tot een bestemmingsplanherziening, is doorlopen. De procedure hiertoe kan pas opgestart worden na aanwijzing door de raad van een stuk grond als bijzondere begraafplaats. Deze aanwijzing vindt alleen plaats als een concreet verzoek daartoe is ingediend, en niet ambtshalve.

Van dit beleid kan slechts op basis van bovengenoemde randvoorwaarden, ter beoordeling van de raad, worden afgeweken. Indien het verzoek past binnen de gestelde randvoorwaarden kan een herziening van het bestemmingsplan worden opgestart. In dit traject zal een ruimtelijke onderbouwing opgesteld moeten worden waarbij zaken als bodem, archeologie en flora en fauna worden onderzocht. Als alle ingrediënten voor een ruimtelijke onderbouwing positief zijn getoetst, kan een herziening van het bestemmingsplan worden vastgesteld.

Besluit tot in gebruikneming van een bijzondere begraafplaats

Nadat alle vereiste procedures zijn doorlopen en de maatregelen zijn getroffen die B&W hebben voorgeschreven, moet de eigenaar aan burgemeester en wethouders verzoeken de grond ook daadwerkelijk in gebruik te mogen nemen als begraafplaats. Burgemeester en wethouders moeten deze toestemming verlenen als aan alle wettelijke eisen is voldaan. Wel mogen aan de toestemming voorschriften worden verbonden. Eén van die voorschriften zal luiden dat begrafenissen minimaal 36 uur van tevoren gemeld dienen te worden bij afdeling Burgerzaken. Dit om tijdige controle van inrichtingseisen op grond van de WLB en het BLB mogelijk te maken.

Procedure

Een ieder die de wens heeft op eigen grond te worden begraven moet rekening houden met een procedure van minimaal een jaar alvorens feitelijk een eventuele bijzondere begraafplaats in gebruik kan worden genomen. Dit in verband met de tijdsduur die de besluitvormingsprocedure voor het aanwijzen van een bijzondere begraafplaats in beslag neemt. Gelet hierop en omdat een gemeentebestuur niet in een situatie wil komen waarbij vanwege het overlijden van de aanvrager een objectieve weging van belangen in gevaar komt zal in alle gevallen de gehele procedure worden doorlopen. Verzoeken moeten dan ook minimaal 1 jaar tevoren worden ingediend.

Indien de raad besluit tot aanwijzing van een bijzondere begraafplaats, dan is de aanwijzing onder voorbehoud dat de herziening van het geldende bestemmingsplan onherroepelijk wordt en onder de voorwaarde dat de grond geschikt is gemaakt om als begraafplaats te dienen, zoals dat is voorgeschreven door burgemeester en wethouders.

Het aanwijzingsbesluit van de raad en het besluit van burgemeester en wethouders om bepaalde maatregelen te treffen om de grond geschikt te maken als begraafplaats, worden aan de aanvrager bekendgemaakt. Het aanwijzingsbesluit van de raad wordt gepubliceerd conform de Algemene wet bestuursrecht, zodat belanghebbenden kennis kunnen nemen van het aanwijzingsbesluit en beroep kunnen instellen bij Gedeputeerde Staten tegen het besluit.

Het is wenselijk dat de herzieningsprocedure in het kader van het bestemmingsplan pas start als eventuele beroepsprocedures tegen het aanwijzingsbesluit van de raad zijn afgerond, een verplichting is dit echter niet.

Na afronding van eventuele zienswijze- en beroepsprocedures tegen de bestemmingsplanherziening wordt deze laatste pas onherroepelijk. Pas daarna is het wenselijk de begraafplaats ook als zodanig in gebruik te laten nemen door de aanvrager. Burgemeester en wethouders verlenen de toestemming om de begraafplaats in gebruik te nemen en toetsen alleen of aan alle wettelijke eisen is voldaan. Ook tegen dit besluit kan vervolgens beroep worden ingesteld bij Gedeputeerde Staten.

Inwerkingtreding

Om de beleidsregel in werking te laten treden dient zij officieel bekend te worden gemaakt.

Behoort bij raadsbesluit van 25 januari 2011, nummer 6

De griffier van de gemeente Geldermalsen

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van 25 januari 2011, nummer 6,
de griffier, de voorzitter,