Beleidsregel artikel 174a Gemeentewet inzake sluiting bij overlast in woningen 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel artikel 174a Gemeentewet inzake sluiting bij overlast in woningen 2013

B&W-besluit

Beleidsregel artikel 174a Gemeentewet inzake sluiting bij overlast in woningen 2013

De burgemeester van de gemeente Geldrop-Mierlo,

gelet op de artikelen 174a Gemeentewet, 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat voor het toepassen van artikel 174a Gemeentewet een beleidsregel wenselijk is;

besluit:

vast te stellen de Beleidsregel artikel 174a Gemeentewet inzake sluiting bij overlast in woningen 2013

Deze beleidsregel ziet toe op het sluiten van woningen door de burgemeester bij verstoring van de openbare orde en verdere vrees voor het voortduren van de aantasting van het woon- en leefklimaat.

Aanpak overlastgevende panden

De gemeente Geldrop-Mierlo acht het noodzakelijk dat structurele overlast vanuit een woning wordt bestreden. Vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid, het beschermen van het woon- en leefklimaat en de volksgezondheid treedt de gemeente Geldrop-Mierlo op tegen structurele overlast vanuit een woning. Om de effecten van structurele overlast gerelateerd aan een woning op de leefbaarheid aan te pakken maakt de gemeente Geldrop-Mierlo gebruik van de instrumenten uit de Wet Victoria, de Wet Damocles en de Wet Victor en de Woningwet.

Bij woningen biedt artikel 174a Gemeentewet (Wet Victoria) mogelijkheden op te treden tegen gedragingen in een woning waardoor de openbare orde rond deze woning wordt verstoord. Jurisprudentie leert dat overlastgevende gedragingen bijvoorbeeld betrekking hebben op de illegale verkoop van drugs, wapens of illegale prostitutie dan wel hiermee gelijkwaardige gedragingen.

Afbakening en afstemming

Deze beleidsregel is een onderdeel van de beleidslijn Woonoverlast 2012. Deze beleidsregel is van toepassing op de uitoefening door de burgemeester van de in artikel 174a Gemeentewet neergelegde bevoegdheid ten aanzien van:

  • -

    woningen en bijbehorende erven en

  • -

    niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven.

Deze bevoegdheid wordt toegepast als aangetoond kan worden dat er sprake is van verstoring van openbare orde en verdere vrees voor het voortduren daarvan. Een beoordeling vindt plaats of de overlast in ernstige mate de veiligheid of gezondheid van omwonenden bedreigd.

Deze beleidsregel geldt niet voor zover in dit onderwerp wordt voorzien in de beleidsregel artikel 13b Opiumwet. Indien drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn, vanuit woningen of lokalen en daarbij behorende erven wordt in eerste instantie opgetreden op basis van artikel 13b Opiumwet. De burgemeester kan een last onder bestuursdwang opleggen waar drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn, vanuit woningen of lokalen en daarbij behorende erven. De ‘beleidsregel artikel 13b Opiumwet inzake sluiting drugswoningen 2013’ ziet toe op die sluitingsbevoegdheid.

Bevoegdheid burgemeester

De bevoegdheid van de burgemeester tot toepassen van artikel 174a Gemeentewet betreft een discretionaire bevoegdheid. Dat wil zeggen dat van deze bevoegdheid gebruik wordt gemaakt na een zorgvuldige belangenafweging. In deze beleidsregel wordt vastgelegd op welke wijze de burgemeester met deze discretionaire bevoegdheid om gaat.

Het kan zijn dat zich omstandigheden voordoen waarin het toepassen van het beleid onredelijke gevolgen heeft, die niet voor rekening van de betrokkenen kunnen komen. In die gevallen heeft de burgemeester een inherente afwijkingsbevoegdheid. Er kan gemotiveerd afgezien worden van het sluiten van een woning, lokaal of erf.

Sluiten van een woning

Het sluiten van een woning op basis van artikel 174a Gemeentewet is een bijzondere bepaling omtrent de toepassing van de last onder bestuursdwang. Het toepassen van bestuursdwang betreft het herstellen in een normale toestand door het ongedaan maken, beëindigen of voorkomen van de overtreding. De sluiting is feitelijk van aard, en brengt met zich mee dat de woning of lokaal door niemand mag worden betreden gedurende de sluitingstermijn.

Bij geconstateerde structurele overlast dient er een laatste waarschuwing gegeven te worden. Aangegeven wordt voor welke gedragingen de eigenaar verantwoordelijk wordt gehouden die in de toekomst niet meer voor dienen te komen. In deze fase kan de eigenaar door de gewenste gedragingen te voldoen of na te laten voorkomen dat het tot een feitelijke sluiting komt.

Bij de eerstvolgende constatering wordt de eigenaar enkel nog een effectueringstermijn gegeven. De effectueringstermijn is 48 uur en betreft de mogelijkheid om als eigenaar zelf over te gaan tot sluiting van het pand. Indien dit niet of niet tijdig wordt uitgevoerd, zal de burgemeester overgaan tot sluiting van de woning. Door zelf uitvoering te geven binnen de effectueringstermijn kan de eigenaar alleen voorkomen dat de burgemeester feitelijke bestuursdwang toepast. De sluitingsbevoegdheid wordt niet aangetast.

Het besluit tot sluiting van een woning op grond van artikel 174a Gemeentewet wordt geregistreerd en gepubliceerd in de zin van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB). Het WKPB-register houdt deze publiekrechtelijke beperking betreffende de onroerende zaak bij. Indien de sluiting wordt opgeheven, wordt dit aangepast in het WKPB-register.

Spoedeisendheid

Bij het opleggen van sluitingen specifiek op basis van artikel 174a, vierde lid, Gemeentewet wordt een termijn gegeven waarbinnen de eigenaar maatregelen kan treffen om de verstoring van de openbare orde te beëindigen. In spoedeisende gevallen zal worden afgezien van het opleggen van een hersteltermijn. Het betreft dan een spoedsluiting.

Onderscheid lokalen en woningen

In de handhavingsarrangementen van deze beleidsregel is onderscheid gemaakt tussen woningen en lokalen. Bij woningen grijpt een sluiting erger in op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene(n). De beginselen als ‘recht op ongestoord woongenot’ (artikel 8 van het EVRM) en ‘huisvredebreuk’ rechtvaardigen een minder vergaande aanpak ten aanzien van woningen. Na een eerste overtreding structurele overlast vanuit een woning wordt vanwege het proportionaliteitsbeginsel gekozen om eerst bestuurlijk te waarschuwen. Bij lokalen waar structurele overlast aan de orde is, wordt na eerste overtreding wel direct overgegaan tot het sluiten van het niet voor publiek toegankelijke lokaal.

Termijn sluiting

In beginsel geldt een sluiting van 6 maanden. Indien de ernst en de aard van de feiten en omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de burgemeester besluiten tot een sluiting van maximaal 12 maanden. In geval er aanleiding is tot matiging, kan de duur van de sluiting worden beperkt tot een periode van 3 maanden. Te allen tijde is het de verantwoordelijkheid voor zijn eigendom waarop de eigenaar wordt aangesproken. Enkel aangeven wel te willen maar niet te kunnen is geen reden voor matigen.

Ingevolge artikel 174a, derde lid, Gemeentewet kan sprake zijn van een verlenging van de duur van de sluiting indien ernstige vrees voor herhaling van de verstoring van de openbare orde aangetoond kan worden.

Niet betreden

Na de sluiting is het verboden een woning te betreden op basis van artikel 2.17 APV Geldrop-Mierlo.

Zorgvuldigheid

Voorafgaand aan het sluitingsbevel van de burgemeester worden betrokkenen (bewoner en eigenaar) uitgenodigd voor een zienswijzengesprek. Dit gesprek vindt plaats met de burgemeester of een vertegenwoordiger die namens de burgemeester optreedt en een vertegenwoordiger van de politie. De burgemeester kan van zijn bevoegdheid tot sluiten pas gebruik maken als geen ander, minder ingrijpend middel voorhanden is om de overlast in voldoende mate te bestrijden.

Er wordt een dossier bijgehouden over het pand ten aanzien waarvan situaties zijn geconstateerd waarop deze beleidsregel toe ziet. Het sluiten van een woning kan alleen dan gerechtvaardigd worden wanneer sprake is van concrete, objectieve en verifieerbare gedragingen met betrekking tot de overlast. Een dossier bestaat zoveel mogelijk uit concreet omschreven waarnemingen, waarbij de tijd en datum genoteerd worden, die gecontroleerd zijn door een andere partij en waarvan foto’s of andere opnamen beschikbaar zijn.

Verschil woningen

De wetgever heeft ervan afgezien het begrip woning te definiëren. De burgemeester verstaat onder woning een voor bewoning gebruikte ruimte. Of een woning gebruikt wordt als woonruimte blijkt uit de Gemeentelijke Basis Administratie. Een persoon die incidenteel overnacht in een woning en niet op dit adres in de GBA staat ingeschreven, wordt niet aangemerkt als bewoner. Een voor bewoning bestemde ruimte die niet gebruikt wordt als woning kan aangemerkt worden als een niet voor publiek toegankelijk lokaal.

Voor het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is een schriftelijke machtiging vereist. Op basis van de Awb is het bestuursorgaan dat de last onder bestuursdwang toepast bevoegd tot het geven van een dergelijke machtiging. In het geval van artikel 174a Gemeentewet is aan de burgemeester de bevoegdheid toegekend tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. Hij kan dus een schriftelijke machtiging verlenen.

Eigenaar betaalt

Ingevolge artikel 5:25 van de Awb geschiedt de toepassing van de last onder bestuursdwang op kosten van de eigenaar. In de last onder bestuursdwang wordt dit aan de eigenaar medegedeeld. De kosten van voorbereiding van de last onder bestuursdwang zijn ook verschuldigd, voor zover als gevolg van het alsnog uitvoeren van de last onder bestuursdwang geen bestuursdwang is toegepast. Het kan zijn dat zaken worden meegevoerd en opgeslagen om de last onder bestuursdwang toe te kunnen passen, als bedoeld in artikel 5:29 van de Awb. Zolang de verschuldigde kosten niet zijn voldaan, kan de teruggave van zaken opgeschort worden.

Overige bewoners

Als er sprake is van een woning waarin kamerverhuur plaatsvindt en de gedragingen van overlast in één van de verhuurde kamers is geconstateerd dan kan een gedeeltelijke sluiting van de woning worden overwogen.

Uitgangspunt is dat het een zaak betreft tussen eigenaar en bewoners indien er overgegaan wordt tot sluiting van een woning. Met de eigenaar worden de afspraken gemaakt aangezien het de eigenaar betreft die een uiteindelijke sluiting van zijn woning krijgt.

Gelet op het bepaalde in artikel 8 van het EVRM (recht op ongestoord woongenot) zal er, indien tot een sluiting wordt besloten, tevens aandacht worden besteed aan de vraag of voor een bewoner vervangende woonruimte moet worden gezocht. Gelet op het Verdrag van de rechten van het kind behoeft dit extra aandacht indien er kinderen bij betrokken zijn. Tevens wordt de zorg ingelicht daar waar het bewoners betreft die zorgbehoevend zijn.

Na traject

Na afloop van de sluitingstermijn vindt overleg met de eigenaar plaats. Tijdens dit overleg worden afspraken gemaakt om nieuwe overlastsituaties in de toekomst te voorkomen. Indien er sprake is van een ernstige vrees voor herhaling kan er sprake zijn van verlenging van de duur van de sluiting.

Wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en voldoende garanties aanwezig zijn dat herhaling uitgesloten is, kan de sluitingstermijn worden opgeheven.

Soms is sluiting niet voldoende en zijn aanvullende maatregelen nodig om de leefbaarheid rond het gesloten pand te herstellen. De Wet Victor regelt het na traject van een sluiting op grond van onder andere artikel 174a Gemeentewet, artikel 13b Opiumwet en artikel 17 Woningwet. De Wet Victor geeft mogelijkheden het beheer van een pand over te nemen (artikel 14 Woningwet) en daarna eventueel te onteigenen (artikel 77 Onteigeningswet). Het besluit tot beheer wordt genomen door het college van burgemeester en wethouders.

Handhavingsarrangement I: woonoverlast in lokalen

Gedragingen die de openbare orde verstoren in niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven.

Gemeente

Openbaar Ministerie

Burgemeester

1e overtreding

1.constateren ernstige overlast

2.opmaken verslag voor burgemeester

3.melding aan burgemeester en toezenden dossier

1.evt. na schriftelijk verzoek van burgemeester toezenden van proces-verbaal

2.in beginsel vervolging

1.sluiting maximaal 12 maanden op basis van artikel 174a Gemeentewet

2e overtreding binnen 3 jaar

1.+ 2. + 3.

1.+ 2.

1.sluiting voor onbepaalde tijd

Handhavingsarrangement II: woonoverlast in woningen

Gedragingen die de openbare orde verstoren in een woning of bijbehorend erf

Gemeente

Openbaar Ministerie

Burgemeester

1e overtreding

1.constateren ernstige overlast

2.gesprek en opmaken verslag voor dossier

3.melding aan burgemeester

1.bestuurlijke waarschuwing

2.kennisname dossieropbouw

2e overtreding binnen 3 jaar

1.+ 2.

+ 3. melding en toezenden dossier aan burgemeester

1 evt. na schriftelijk verzoek van burgemeester toezenden van proces-verbaal

2.in beginsel vervolging

1.sluiting maximaal 12 maanden op basis van artikel 174a Gemeentewet

3e overtreding binnen 3 jaar

1.+ 2. + 3.

1.+ 2.

1.sluiting voor onbepaalde tijd

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2013.

Aldus vastgesteld op 4 december 2012

De burgemeester van Geldrop-Mierlo,

M.J.D. Donders- de Leest.