Regeling functioneringsgesprekken

Geldend van 01-04-2010 t/m heden

Intitulé

Regeling functioneringsgesprekken

Regeling functioneringsgesprekken

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a

    Medewerker: de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling.

  • b

    Leidinggevende: het hoofd van de afdeling c.q. het hoofd van het team onder wiens dagelijkse verantwoordelijkheid de medewerker zijn werkzaamheden verricht.

  • c

    Functie: het samenstel van werkzaamheden door de medewerker te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem is opgedragen door de werkgever.

  • d

    Functioneringsgesprek: een periodiek gesprek op basis van gelijkwaardigheid tussen de direct leidinggevende en de medewerker over de functie, de werksfeer, de werkomstandigheden en de werkuitvoering met het doel het functioneren van de medewerker in de toekomst te optimaliseren.

Artikel 2 Frequentie

Met elke medewerker wordt ten minste éénmaal per jaar een functioneringsgesprek gehouden met uitzondering van het gestelde in lid 2 van dit artikel.

Bij indiensttreding of overplaatsing vindt een functioneringsgesprek plaats na drie maanden en na zes maanden.

Het staat de medewerker en de leidinggevende vrij om vaker dan eens per jaar een functioneringsgesprek te houden.

Artikel 3 Deelnemers

De leidinggevende is bij het functioneringsgesprek gesprekspartner van de medewerker.

De P&O-adviseur kan op verzoek van de leidinggevende en/of van de medewerker als adviseur bij het functioneringsgesprek aanwezig zijn.

Artikel 4 Verslaglegging

Elk functioneringsgesprek legt de leidinggevende vast door gebruik te maken van het vastgestelde verslagformulier.

Het verslagformulier wordt door de medewerker en de leidinggevende ondertekend. Met de ondertekening gaan de gesprekspartners akkoord met de correcte weergave van de inhoud van het gesprek.

De leidinggevende en de medewerker ontvangen beiden een afschrift van het formulier.

De leidinggevende doet het originele verslagformulier toekomen aan het team Personeel & organisatie.

Het originele verslagformulier wordt twee jaar bewaard in het personeelsdossier. Daarna wordt het vernietigd.

Artikel 5 Procedure en bezwaar

De leidinggevende maakt een afspraak met de medewerker voor het functioneringsgesprek. De tijd tussen het maken van de afspraak en het daadwerkelijke gesprek dient zodanig te zijn dat er voldoende voorbereidingstijd bestaat. De minimale voorbereidingstijd is twee weken.

Zowel de leidinggevende als de medewerker kunnen gespreksonderwerpen aandragen.

Tegen de inhoud van het gesprek, de gemaakte afspraken of aanbevelingen kan geen bezwaar worden gemaakt.

Klachten met betrekking tot deze procedure worden primair kenbaar gemaakt aan de direct leidinggevende. Indien daar geen gehoor wordt gekregen wordt de klacht bij de naasthogere leidinggevende kenbaar gemaakt.

Artikel 6 Slotbepalingen

In die gevallen waarin deze regeling niet, niet voldoende of niet naar redelijkheid voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling functioneringsgesprekken” en treedt in werking op 1 april 2010.

Met ingang van de onder lid 2 genoemde datum vervalt de ‘Regeling functioneringsgesprekken’ d.d. 15 september 2008.