Regeling vervallen per 26-06-2018

Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Gorinchem 2012

Geldend van 05-12-2012 t/m 25-06-2018

Intitulé

Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Gorinchem 2012

De raad van de gemeente Gorinchem,

gelezen het voorstel van het college van 23 oktober 2012;

Gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de:

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Gorinchem 2012

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a. begraafplaats(en):

• de algemene begraafplaats “de Haarhof” aan de Haarweg, de algemene begraafplaats aan de Willem de Vries Robbéweg, de rooms katholieke begraafplaats aan de Arkelse Onderweg, de algemene begraafplaats Dalem aan de Merwededijk en de Israëlitische begraafplaats aan de Willem de Vries Robbéweg;

• b. beheerder van de begraafplaatsen:

De ambtenaar die belast is met de leiding van de begraafplaatsen, dan wel diens plaatsvervanger(s);

• c. graf:

een zandgraf of keldergraf;

• d. grafkelder:

een betonnen of gemetselde constructie waarin maximaal drie lijken worden begraven of drie asbussen worden bijgezet;

• e. rechthebbende:

natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, particulier kindergraf, een particulier urnengraf, particuliere urnennis of particuliere verstrooiingsplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

• f. gebruiker:

natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, een algemeen urnengraf, een algemeen kindergraf, een algemeen urnengraf, een algemene urnennis of een algemeen verstrooiingsplaats is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

• g. particuliergraf:

een graf, keldergraf daaronder begrepen, ten aanzien waarvan voor 30 jaar of onbepaalde tijd aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

1. het doen begraven en begraven houden van lijken;

2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

3. het doen verstrooien van as;

met een maximum van drie stoffelijke overschotten;

• h. particulier kindergraf :

een graf, ten aanzien waarvan voor 30 jaar of onbepaalde tijd aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon, het uitsluitend recht is verleend tot:

1. het doen begraven en begraven houden van het stoffelijk overschot van één kind beneden de 12 jaar;

2. het doen bijzetten en bijgezet houden van één asbus of één urn bevattende as van het stoffelijk overschot van één kind beneden de 12 jaar;

• i. algemeen graf:

een graf, bij de gemeente in beheer, uitsluitend bestemd voor het begraven van stoffelijke overschotten en ten aanzienwaarvan de termijn is vastgesteld op 20 jaren zonder mogelijkheid van verlenging;

• j. algemeen-kindergraf:

een grafruimte, bij de gemeente in beheer, uitsluitend bestemd voor het begraven van een stoffelijk overschot van één kind beneden de 12 jaar en ten aanzien waarvan de termijn is vastgesteld op 20 jaren zonder mogelijkheid van verlenging;

• k. urn:

een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

• l. asbus:

een bus ter berging van de as van een overledene;

• m. particulier urnengraf:

een graf waarvan voor 30 jaar of onbepaalde tijd aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon, het uitsluitend recht is verleend tot:

1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

2. het doen verstrooien van as;

met een maximum van drie stoffelijke overschotten;

• n. particuliere urnennis:

een nis waarvan voor een periode van 30 jaar aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon, het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen, voor maximaal drie stoffelijke overschotten ;

• o. particuliere asverstrooiingsplaats:

een plaats waarvan voor een periode van 30 jaar aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om daarop as te doen verstrooien voor maximaal drie stoffelijke overschotten;

• p. algemene asverstrooiingsplaats:

een plaats, bij de gemeente in beheer, waarop as wordt verstrooid;

• q. algemeen urnengraf:

een graf, bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen waarvan de termijn is vastgesteld op 20 jaren zonder mogelijkheid van verlenging;

• r. algemene urnennis:

een nis, bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen waarvan de termijn is vastgesteld op 20 jaren zonder mogelijkheid van verlenging ;

• s. grafbedekking:

gedenkteken en grafbeplanting op een graf of verstrooiingsplaats;

• t. uitsluitend recht: een recht als hierboven bedoeld onder g, h, m, n, o, (respectievelijk een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf, een particuliere urnennis en een particuliere asverstrooiingsplaats;

• u. voor onbepaalde tijd: uitgifte voor een termijn die voortduurt uiterlijk tot aan het tijdstip waarop het terrein met inachtneming van de wettelijke voorschriften aan zijn bestemming van begraafplaats zal zijn onttrokken;

• v. bijzondere uren van begraven: hiermee wordt bedoeld alle uren die vallen op zaterdag, zondagen en officiële feestdagen en alle uren op de overige dagen die vallen buiten de uren tussen 09.00 en 15.30 uur.

 

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier kindergraf, particulier urnengraf, particuliere urnennis en particuliere verstrooiingsplaats.

  • 2 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen kindergraf, algemeen urnengraf , algemene urnennis en algemene verstrooiingsplaats.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaats(en)

  • 1 De begraafplaats(en) is (zijn) voor een ieder dagelijks toegankelijk van 8.30 tot 16.30 uur.

  • 2 Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor het publiek geopend is (zijn), zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1 Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2 De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3 Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden:

    a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    b. sneller dan 10 km per uur.

  • 4 Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder punt a van het derde lid.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1 Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2 De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1 Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2 Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

     

Artikel 8 Gebouwen en muziekinstallatie

Het gebruik van de aula van het uitvaartcentrum op de begraafplaats is mogelijk en kan bij de exploitant worden aangevraagd.

Artikel 9 Over te leggen stukken

  • 1 Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2 Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3 Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 4 De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5 De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1 De tijd van begraven en het bezorgen van as is:

    op werkdagen van 09.00 uur tot 15.30 uur;

    op zaterdag, zon- en feestdagen van 09.00 uur tot 12.00 uur.

    Onder feestdagen worden in dit verband verstaan:

    Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, tweede Paasdag, de dag waarop de verjaardag des

    Konings wordt gevierd, 5 mei, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en

    tweede Kerstdag.

  • 2 Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken en/of het aantal gelijktijdige begravingen op, dan wel de andere begraafplaatsen, zo nodig beperken.

  • 3 Voor de toepassing van dit artikel wordt onder begraven mede begrepen het bijzetten van urnen en/of het verstrooien.

  • 4 Het begraven en bezorgen van as op zaterdag, zon- en feestdagen geldt als buitengewone uren in de zin van de voor dat tijdstip geldende Verordening Begraafrechten.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

  • 1 Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven:

    a. particuliere graven, particuliere kindergraven en particuliere urnengraven;

    b. particuliere urnennissen;

    c. particuliere verstrooiingsplaatsen.

    De periode waarvoor een uitsluitend recht zal gelden, vangt aan op de datum waarop het recht is verleend.

    Een uitsluitend recht kan slechts aan een rechthebbende worden verleend. De rechthebbende dient een natuurlijk persoon te zijn, doch in zeer bijzondere gevallen kan het college van burgemeester en wethouders, bij uitzondering, het uitsluitend recht verlenen aan een rechtspersoon.

  • 2 Het aantal lijken per particulier graf bedraagt maximaal drie stuks met uitzondering van een particulier kindergraf waar een maximum geldt van één.

    De particuliere urnengraven mogen maximaal drie asbussen, met of zonder urnen, bevatten.

    Per particuliere urnennis mogen maximaal drie asbussen worden geplaatst.

    Op een particuliere verstrooiingsplaats mogen maximaal drie verstrooiingen plaatsvinden.

  • 3 De afmetingen van de (particuliere) graven en (particuliere) verstrooiingsplaatsen bedragen in lengterichting 250 cm. en in breedterichting 100 cm. De afmetingen van de (particuliere) urnengraven bedragen in lengterichting 100 cm en in breedterichting 100 cm. De afmetingen van (particuliere) kindergraven bedragen 125 cm in lengterichting en in breedterichting 70 cm.

Artikel 12 Aantal overledenen in algemene graven

Het aantal lijken per algemeen graf bedraagt maximaal drie stuks met uitzondering van een kindergraf waar een maximum geldt van één. De algemene urnengraven kunnen maximaal drie asbussen, met of zonder urnen, bevatten. In een algemene urnennis kunnen maximaal drie asbussen worden geplaatst.

Artikel 13 Volgorde van uitgifte

  • 1 De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2 Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

Artikel 14 Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 15 Termijnen particuliere graven

  • 1 Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 30 jaar of voor onbepaalde tijd recht op een particulier graf en een particulier kindergraf. Voor een particuliere urnennis, een particulier urnengraf en een particuliere verstrooiingsplaats bedraagt de uitgifte termijn eveneens 30 jaar. De termijn gaat in op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2 Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met een termijn naar keuze van de rechthebbende van 5, 10 of 20 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3 Begraving of bijzetting in een particuliere grafruimte waarvan de uitgifte- termijn binnen de wettelijke grafrust-termijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de onderhoudstermijn.

Artikel 16 Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder.

Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten

  • 1 Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2 Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3 Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

  • 4 Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 18 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 19 Sluiting van grafruimten

  • 1 Op aanvraag van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen een grafruimte voor gesloten verklaren. In dit geval blijft de grafruimte tot diens overlijden ten name van de rechthebbende staan.

  • 2 Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen overigens de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens tot sluiting kan worden overgegaan.

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen

Artikel 20 Vergunning grafbedekking

  • 1 Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2 De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3 Afmetingen

    a. de afmetingen van de grafbedekking van particuliere graven en particuliere verstrooiingsplaatsen bedragen in de lengte richting 180 cm en in de breedterichting 85 cm, de hoogte mag niet meer bedragen dan 100 cm.

    b. de afmetingen van de grafbedekking van particuliere kindergraven bedragen in de lengterichting 90 cm en in de breedterichting 50 cm, de hoogte mag niet meer bedragen dan 50 cm.

    c. de afmetingen van de grafbedekking van particuliere urnengraven, algemene graven, algemene kindergraven en algemene urnengraven bedragen in de lengterichting 40 cm en in de breedterichting 60 cm. De stenen dienen liggend geplaatst te worden met de bovenzijde van de steen maximaal 5 cm boven het maaiveld.

    d. afmetingen van grafbeplanting bedragen in lengterichting 180 cm en in breedterichting 85 cm. De hoogte van de beplanting mag niet meer dan 50 cm bedragen.

    e. Algemene- en particuliere urnennissen worden van gemeentewege voorzien van een afdekplaat, steensoort Bianco Sardo of Nero Impala. Op verzoek kan deze afdekplaat voorzien worden van een naam, geboortedatum en overlijdensdatum in het lettertype Helvetica onderkast. De letters worden ingekleurd met grijze verf (RAL 7023) bij de Nero Impala en met zwarte verf (RAL 9005) bij Bianco Sardo.

  • 4 Het college kan de vergunning weigeren indien:

    a. niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

    b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

     

Artikel 21 Onderhoud door de gemeente

  • 1 Het college voorziet in het één maal per jaar schoonmaken van het gedenkteken, het rechtzetten en het uitvullen van verzakkingen van de grond en/of in de zorg voor de winterharde beplantingen.

  • 2 Voor wat betreft de graven waarvan de uitgifte dateert van voor de inwerkingtreding van deze verordening geldt dat de in het eerste lid bedoelde onderhoud alsnog van toepassing wordt:

    a. bij verlenging van de uitgifte termijn overeenkomstig artikel 15;

    b. bij overboeking op een nieuwe rechthebbende overeenkomstig artikel 17;

    c. voor graven die met toepassing van artikel19 voor gesloten worden verklaard.

  • 3 De rechthebbende op een graf waarvoor de in artikel 20 bedoelde verplichting niet geldt, kan burgemeester en wethouders verzoeken het jaarlijkse schoonmaken en zo nodig stellen van het gedenkteken , cq. het onderhoud van de beplanting eveneens van gemeentewege te laten verzorgen.

Artikel 22 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1 Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2 De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3 Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4 De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5 Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

Artikel 23 Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de gebruiker, indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 24 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1 De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.

  • 2 Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

  • 3 Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 25 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1 Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, ten minste zes maanden en ten hoogste twaalf maanden voor het verstrijken van de termijn, schriftelijk mededeling aan de gebruiker van dat graf gedaan, wiens adres hem bekend is.

    Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2 De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3 De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op één van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 4 Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus, al of niet met een urn, is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 5 De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Hoofdstuk 8 In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 26 Lijst

  • 1 Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2 Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3 De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 9 Inrichting register

Artikel 27 Voorschriften

  • 1 Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken.

  • 2 Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 28 Intrekking oude regeling

De verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2011, vastgesteld op 16 december 2010, wordt ingetrokken.

Artikel 29 Overgangsbepaling

  • 1 Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2011 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2011 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 30 Strafbepaling

  • 1 Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, 4 en 5 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2 Overtreding van de in lid 1 genoemde artikelen kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ”Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Gorinchem 2012”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 29 november 2012.
De griffier,                                                  De voorzitter,