Regeling vervallen per 01-12-2021

Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Gorinchem 2018

Geldend van 25-06-2018 t/m 30-11-2021

Intitulé

Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Gorinchem 2018

De raad van de gemeente Gorinchem

gelezen het voorstel van het college van 29 mei 2018, nr. 6270, inzake beheer begraafplaatsen in Gorinchem;

Gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Gorinchem 2018

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan iedereen de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten, waarvan de termijn is vastgesteld op 20 jaar zonder mogelijkheid tot verlenging.

algemene urnennis: een nis bij de gemeente in beheer waarin aan iedereen de gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen;

begraafplaatsen:

  • Begraafplaats “de Haarhof” aan de Haarweg in Gorinchem

  • Begraafplaats aan de Willem de Vries Robbéweg in Gorinchem;

  • Rooms Katholieke begraafplaats aan de Arkelse Onderweg in Gorinchem:

  • Begraafplaats aan de Merwededijk in Dalem;

beheerder: ambtenaar die belast is met de leiding van de begraafplaatsen, dan wel diens plaatsvervanger(s);

gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie het recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf wordt verleend;

gedenkteken: een grafsteen, liggende of staande zerk, sluitplaat of ander monument ter nagedachtenis aan een overledene;

graf: een zandgraf of keldergraf;

grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens de gemeente een grafrecht wordt verleend;

grafbedekking: gedenktekens en grafbeplanting op een graf, een urnengraf of strooiveld;

grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin maximaal drie stoffelijke overschotten worden begraven of drie asbussen worden bijgezet;

grafrecht: het recht op het gebruik van een ruimte in een algemeen graf of het uitsluitend recht op een particulier graf;

onderhoudsrecht: een verplichte bijdrage in het algemeen onderhoud van het terrein van de begraafplaatsen voor alle rechthebbenden en gebruikers;

particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as in of op het graf;

met een maximum van de stoffelijke overschotten van 3 overledenen.

kindergraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen begraven en begraven houden van het stoffelijk overschot van één kind beneden de 13 jaar;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van één asbus of één urn bevattende de as van het stoffelijk overschot van één kind beneden de 13 jaar;

  • het doen verstrooien van as van maximaal één stoffelijk overschot.

urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

met een maximum van de stoffelijke overschotten van 3 overledenen.

particuliere urnennis: een nis bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen.

onbepaalde tijd: uitgifte voor een termijn die voortduurt, zolang er sprake is van een rechthebbende op het recht op een particulier graf, zoals bedoeld in deze begripsbepalingen.

rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf.

urn: een voorwerp ter berging van de inhoud van één of meer asbussen.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: kindergraf, urnengraf.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: urnennis.

HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3. Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen slechts toegestaan voor begrafenissen, voor het vervoer van materialen en voor beheer en onderhoud;

    • b.

      sneller dan 5 km per uur.

  • 4.

    Het is aan steenhouwers en andere personen die in de uitoefening van hun beroep of hun bedrijf werkzaamheden verrichten op de begraafplaats of aan grafbedekkingen verboden dit te doen zonder voorafgaande kennisgeving aan de beheerder.

  • 5.

    Het is verboden op de begraafplaatsen:

    • op grasperken, paden, bloemperken, graven, of grafkelders te liggen of te zitten;

    • beplantingen, graftekens, grafversieringen of gereedschappen weg te nemen of te beschadigen;

    • een eigen zitgelegenheid te plaatsen;

    • grafversiering, verwelkte bloemen of enig ander afval op de begraafplaats te deponeren anders dan in de daarvoor bestemde afvalbakken;

    • zonder toestemming of opdracht een uitvaart te fotograferen, filmen of op een andere manier te registreren.

Artikel 5. Plechtigheden

Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

Artikel 6. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van stoffelijk overschotten en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk 2 werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk (via reserveringswebsite) kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats. Het bedienen van de graflift wordt in principe door de uitvaartondernemer gedaan. Op speciaal verzoek is het mogelijk een medewerker van de begraafplaats dit te laten doen. De uitvaart- ondernemer dient daartoe uiterlijk de werkdag voorafgaand aan de plechtigheid een verzoek in te dienen bij de beheerder.

Artikel 8. Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn voor een periode van 5, 10 of 20 jaar rekening houdend met de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4.

    De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

  • 5.

    Het plaatje (sticker) met het registratienummer moet op het hoofdeinde van de kist worden bevestigd.

Artikel 9. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven/asbestemming:

    Werkdagen: 10:00, 10:30, 11:00, 11:30, 12:00 13:30, 14:00, 14:30 uur, 15:00 en 15:30.

    Op zaterdag, zondag en feestdagen:10:00, 10:30, 11:00, 13:30, 14:00 en 14:30 uur.

    Onder feestdagen worden in dit verband verstaan:

    Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, tweede Paasdag, de dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd, 5 mei, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag.

  • 2.

    De beheerder kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken en/of het aantal gelijktijdige begravingen op de Haarhof, dan wel de andere begraafplaatsen, zo nodig beperken.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder begraven mede begrepen het bijzetten van urnen en/of het verstrooien van as.

  • 4.

    Het begraven en verstrooien van as op zaterdag, zon- en feestdagen geldt als buitengewone uren in de zin van de geldende Verordening.

  • 5.

    Wanneer een geplande begrafenis of asbezorging een kwartier of meer later aanvangt dan de gereserveerde en bevestigde aanvangstijd kunnen de bijbehorende kosten worden verhoogd met € 250,00 en bij de opdrachtgever in rekening gebracht.

HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 10. Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      graven, kindergraven en urnengraven;

    • b.

      urnennissen;

  • 2.

    In een particulier graf is ruimte voor kisten en/of asbussen en/of verstrooiingen van as van in totaal 3 overledenen. Een kindergraf is bestemd voor 1 kind.

    De urnengraven mogen maximaal 3 asbussen –met of zonder urnen- bevatten.

    Per urnennis mogen maximaal 3 asbussen worden geplaatst.

  • 3.

    De afmetingen van de graven bedragen in lengterichting 250 cm. en in breedterichting 100 cm. De afmetingen van de urnengraven bedragen in lengterichting 100 cm en in breedterichting 100 cm. De afmetingen van kindergraven bedragen 125 cm in lengterichting en in breedterichting 70 cm.

  • 4.

    Sommige typen graven of bepaalde diensten zijn soms niet, niet meer of nog niet voor alle termijnen beschikbaar. Een aanvrager heeft geen recht op levering.

Artikel 11. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    De beheerder kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 12. Termijnen particuliere graven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar of voor onbepaalde tijd het uitsluitend recht op een particulier graf en een kindergraf.

    Voor een urnennis bedraagt de uitgiftetermijn 5 jaar met de mogelijkheid tot verlengen. Voor een urnengraf bedraagt de uitgiftetermijn 10 jaar met de mogelijkheid tot verlengen.

    De termijn gaat in op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven (die datum ligt op of voor de datum van de eerste bijzetting).

  • 2.

    Het in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde uitsluitend recht wordt op aanvraag van de rechthebbende/ gebruiker verlengd met een termijn naar keuze steeds 5, 10 of 20 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend en voor zover het voor het beheer van de begraafplaats mogelijk is.

Artikel 13. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende of een gebruiker kan het grafrecht worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen 6 maanden na het overlijden van rechthebbende of gebruiker. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het grafrecht te doen vervallen.

Artikel 14. Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

HOOFDSTUK 5. GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 15. Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    De rechthebbende of gebruiker vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3.

    Afmetingen

    • a.

      de afmetingen van de grafbedekking van particuliere graven bedragen in de lengte richting 180 cm en in de breedterichting 85 cm, de hoogte mag niet meer bedragen dan 100 cm.

    • b.

      de afmetingen van de grafbedekking van kindergraven bedragen in de lengterichting 90 cm en in de breedterichting 50 cm, de hoogte mag niet meer bedragen dan 50 cm.

    • c.

      de afmetingen van de grafbedekking van urnengraven en algemene graven bedragen in de lengterichting 40 cm en in de breedterichting 60 cm. De stenen dienen liggend geplaatst te worden met de bovenzijde van de steen maximaal 5 cm boven het maaiveld.

    • d.

      afmetingen van grafbeplanting bedragen in lengterichting 180 cm en in breedterichting 85 cm. De hoogte van de beplanting mag niet meer dan 50 cm bedragen.

    • e.

      Urnennissen worden van gemeentewege voorzien van een afdekplaat, steensoort Bianco Sardo of Nero Impala. Op verzoek kan deze afdekplaat voorzien worden van een naam, geboortedatum en overlijdensdatum in het lettertype Helvetica.

  • 4.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan regels, genoemd in het derde lid;

    • b.

      de grafbedekking naar de mening van het college van B&W afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 16. Onderhoud door de gemeente

  • 1.

    Het college voorziet in het algemeen onderhoud van het terrein van de begraafplaatsen.

Artikel 17. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen.

  • 4.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5.

    Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

Artikel 18. Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 19. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1.

    De grafbedekking wordt na het verstrijken van het grafrecht verwijderd.

  • 2.

    Grafbedekking kan door de rechthebbende of de gebruiker zelf in de maand voorafgaande aan het verlopen van de termijn worden verwijderd en meegenomen.

HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 20. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met stoffelijke resten worden geconfronteerd.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke resten worden herbegraven of de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats.

  • 3.

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke resten te doen verzamelen om deze dieper in hetzelfde graf te doen begraven (schudden).

HOOFDSTUK 7. SLOTBEPALINGEN

Artikel 21. Intrekking oude regeling

De verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2012, vastgesteld op 17 oktober 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 22. Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2012 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2012 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 23. Strafbepaling

  • 1.

    Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, 4 en 5 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 24. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 25. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ”Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Gorinchem 2018”

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 14 juni 2018.

De griffier, De voorzitter,