Regeling vervallen per 01-01-2015

Aansluitverordening riolering Gouda

Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2014

Intitulé

Aansluitverordening riolering Gouda

de raad van de gemeente gouda

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.;

Gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende Aansluitverordening riolering Gouda.

artikel 1 definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

aansluitrecht: gemeentelijke heffing voor het tot stand brengen van het gemeentelijke deel van de rioolaansluiting en voor de aansluiting van het particuliere deel op het gemeentelijke deel.

afvalwater: water waarin bezinkbare, opdrijvende en opgeloste verontreinigende en/of schadelijke stoffen aanwezig zijn.

controleput: put met deksel van waaruit de werking van de rioolaansluiting kan worden gecontroleerd.

gesloten verharding: verharding van een aaneengesloten, onlosmakelijk verbonden materiaal, zoals beton of asfalt.

gemeente: gemeente Gouda.

gemeentelijk riool: het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van hemel- en afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de rioolaansluiting.

gemeentelijk deel van de rioolaansluiting: deel van de rioolaansluiting van de controleput tot het hoofdriool, inclusief de controleput. Bij afwezigheid van een controleput is de gehele rioolaansluiting particulier.

particuliere deel van de rioolaansluiting: deel van de rioolaansluiting van het pand tot de controleput óf - indien er geen controleput aanwezig is - tot aan het hoofdriool.

rechthebbende: degene die krachtens eigendom, bezit of beperkt zakelijk recht het genot heeft van een op de riolering aan te sluiten en/of aangesloten perceel.

rioolaansluiting: deel van de riolering welke de verbinding tussen de woning, bedrijfs- of instellingspand en het hoofdriool vormt.

uitlegger: gemeentelijk deel van de rioolaansluiting waar op het particuliere deel kan worden aangesloten.

artikel 2 aansluitplicht

  • 1. Particuliere huishoudens en bedrijven zijn verplicht bij het afvoeren van afvalwater gebruik te maken van, en aangesloten te zijn op het gemeentelijk riool

  • 2. De verordening is van toepassing voor de aanleg, vervanging en de verwijdering van rioolaansluitingen, alsmede voor het beheer en onderhoud van bestaande rioolaansluitingen.

  • 3. Bij aanleg van een rioolaansluiting dient het hemel- en afvalwater gescheiden te worden aangeboden aan het gemeentelijke riool.

  • 4. Van een onderscheid tussen een gemeentelijk en particulier deel van de rioolaansluiting is alleen sprake bij:

    • a.

      bestaande situaties waarbij reeds fysiek een controleput nabij de perceelsgrens aanwezig is.

    • b.

      nieuwe situaties waarbij een rioolaansluiting moet worden vervangen of aangelegd en de gemeentelijke riolering ligt aan de voorzijde van de woningen.

    • c.

      nieuwe situaties waarbij de gemeentelijke riolering aan de achterzijde van de woningen wordt vervangen.

  • 5. Voor de aanleg van een rioolaansluiting is een door burgemeester en wethouders goedgekeurde aanvraag vereist. De aanvraag dient te geschieden conform de door burgemeester en wethouders vastgestelde ‘Aanvraagvereisten rioolaansluiting’.

artikel 3 rechten en overige plichten

  • 1. De rechthebbende is initiatiefnemer voor de aanleg van een rioolaansluiting. Rechthebbende is verantwoordelijk voor een deugdelijk gebruik van de gehele rioolaansluiting. Het lozen van stoffen welke de rioolaansluitingen kunnen verstoppen wordt gezien als niet deugdelijk gebruik.

  • 2. De rechthebbende en de gemeente zijn ieder verantwoordelijk voor de feitelijke aanleg, de instandhouding en het beheer van respectievelijk het particuliere en het gemeentelijke deel van de rioolaansluiting.

  • 3. De rechthebbende is aan burgemeester en wethouders bij aanleg een aansluitrecht verschuldigd voor het maken van een uitlegger. Bij vervanging van de rioolaansluiting als gevolg van de aanleg van een nieuw hoofdriool is de belanghebbende geen aansluitrecht verschuldigd.

  • 4. De gemeente is gerechtigd om vanuit de controleput een inwendige inspectie uit te voeren van het particuliere deel van de rioolaansluiting. De rechthebbende is verplicht hier medewerking aan te verlenen.

  • 5. Voor werkzaamheden in gemeentelijk gebied aan het particuliere deel van de rioolaansluiting, alsmede voor een inspectie in de controleput is voorafgaande aan de werkzaamheden een melding bij burgemeester en wethouders verplicht. De melding dient minimaal drie weken voorafgaande aan de werkzaamheden te worden gedaan. In geval van calamiteiten kan worden volstaan met een melding achteraf.

  • 6. Het is verboden de toegankelijkheid van de controleput te belemmeren. Controleputten dienen altijd bereikbaar te zijn. De grondeigenaar is hiervoor verantwoordelijk. De bovenzijde van de controleput dient derhalve te allen tijde vrij te zijn van gesloten verharding, struiken en bomen.

  • 7. Voor de werkzaamheden in het openbaar gebied zijn de ‘Standaard Voorwaarden Graafwerkzaamheden’ van toepassing. Onder ‘eigenaar’ dient daarbij de in deze verordening bedoelde rechthebbende te worden verstaan.

  • 8. De rechthebbende dient voor het verhelpen van verstoppingen of gebreken het initiatief te nemen. Indien de oorzaak ligt in het niet functioneren van het gemeentelijke deel dient zij de gemeente hier van op de hoogte te stellen. De gemeente dient de werking van het gemeentelijk deel vervolgens zo spoedig mogelijk te herstellen. De kosten voor herstel in verband met niet functioneren als gevolg van een niet deugdelijk gebruik door de rechthebbende worden door de gemeente verhaald op de rechthebbende.

  • 9. De rechthebbende en de gemeente zijn, indien gewenst en indien beschikbaar, verplicht aan elkaar informatie ter beschikking te stellen over de afmetingen en de ligging van de rioolaansluiting.

artikel 4 aanleg van een rioolaansluiting

  • 1. De aanvraag dient door de rechthebbende of een door deze gemachtigde te worden aangevraagd bij de gemeente.

  • 2. Een aanvraag wordt in behandeling genomen indien:

    • a.

      is voldaan aan de door burgemeester en wethouders vastgestelde ‘Aanvraagvereisten rioolaansluiting’;

    • b.

      in de situatie van nieuwbouw van een bouwvergunningsplichtig bouwwerk de rechthebbende beschikt over een bouwvergunning, krachtens artikel 40 van de Woningwet;

    • c.

      rechthebbende beschikt over een eventueel krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer benodigde vergunning.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de rechthebbende in bijzondere gevallen voor de behandeling van de aanvraag verplichten tot het leveren van aanvullende informatie.

  • 4. Bij nieuwe rioolaansluitingen wordt de controleput gesitueerd binnen een meter uit de perceelsgrens op particulier grondgebied of, indien de gevel van het aan te sluiten pand direct grenst aan het gemeentelijk grondgebied, een meter uit de perceelsgrens op gemeentelijk grondgebied.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan het ontwerp en uitvoering van rioolaansluitingen op basis van de volgende gronden:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast;

    • c.

      de bruikbaarheid van de openbare gronden;

    • d.

      het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

    • e.

      het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • f.

      de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • g.

      de bescherming van groenvoorzieningen;

    • h.

      verkeersveiligheid en/of doorstroming van het verkeer;

    • i.

      kermissen, markten en dergelijke;

    • j.

      andere meldingen en geplande werkzaamheden aan en in openbare gronden;

    • k.

      overige wet- en regelgeving.

  • 6. Burgemeester en wethouders kunnen, alvorens een aanvraag in behandeling te nemen:

    • a.

      de rechthebbende verzoeken de ontbrekende informatie aan te vullen;

    • b.

      conform lid 3 éénmalig om aanvullende informatie verzoeken.

      Het verzoek tot het leveren van ontbrekende of aanvullende informatie dient de gemeente binnen tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag te doen. Conform artikel 4:5 van de Awb heeft de rechthebbende vervolgens tien werkdagen de gelegenheid de aanvraag te vervolledigen. Indien hier niet aan is voldaan wordt een aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 7. Burgemeester en wethouders nemen binnen tien werkdagen een besluit op de aanvraag. Indien hieraan niet wordt voldaan, wordt de aanvraag geacht te zijn goedgekeurd.

  • 8. Een rioolaansluiting wordt geweigerd indien:

    • a.

      niet wordt voldaan aan de door burgemeester en wethouders vastgestelde ‘Aanvraagvereisten rioolaansluiting’, alsmede aan de eventueel conform lid 5 aanvullende eisen;

    • b.

      de gevraagde rioolaansluiting een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar waarvoor deze niet is verleend, of waarbij niet aan de geldende regels is voldaan;

    • c.

      de rioolaansluiting op een vrijverval riool niet onder vrijverval plaatsvindt;

    • d.

      de rioolaansluiting op een drukriool onder verhoogde atmosferische druk moet plaatsvinden, maar de opgegeven druk onvoldoende is;

    • e.

      de rioolaansluiting op een drukriool moet plaatsvinden, maar er geen balkeerklep of terugslagklep aangegeven is;

    • f.

      het afvalwater dat naar het drukriool wordt afgevoerd ook hemelwater bevat;

    • g.

      de particuliere aansluitleiding met binnenonderkant buis ter plaatse van de rioolaansluiting op het gemeentelijk riool niet hoog genoeg boven het gemeentelijk riool uitkomt (de plaats van de rioolaansluiting op het gemeentelijk riool wordt door de gemeente bepaald);

    • h.

      de hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) lager ligt dan de bovenzijde van het gemeentelijk riool vermeerderd met 200 mm, plus de benodigde hoogte voor het afschot van de aansluitleiding (1 cm op 1 meter);

    • i.

      de bovenzijde van een lozingstoestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van het ontwerp van het straatniveau, tenzij via een pompinstallatie voorzien van een terugslagklep of balkeerklep wordt aangesloten;

    • j.

      de aanvraag betrekking heeft op niet verontreinigd drainagewater, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater of bodem kan worden aangesloten;

    • k.

      de gevraagde rioolaansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater of bodem kan worden aangesloten of door middel van retourbemaling kan worden afgevoerd;

    • l.

      industrieel of afvalwater vanuit horecagelegenheden welke niet zijn voorzien van een vetvangput c.q. een olie/zandscheidingsput;

    • m.

      bij gebruik instroming van grondwater kan optreden.

  • 9. Na goedkeuring van een aanvraag zal de gemeente, indien nodig, een uitlegger inclusief controleput aanleggen. De aanleg dient te geschieden binnen 20 werkbare dagen - met uitsluiting van de officiële bouwvakanties in regio ‘midden’ - gerekend vanaf de schriftelijke goedkeuring van de aanvraag.

  • 10. Het particuliere deel van de rioolaansluiting dient conform de goedgekeurde aanvraag te worden aangelegd. De aanleg dient te geschieden binnen 30 werkbare dagen - met uitsluiting van de officiële bouwvakanties in regio ‘midden’ - gerekend vanaf de schriftelijke goedkeuring van de aanvraag of, indien artikel 4, lid 7, van toepassing is, gerekend vanaf het moment dat de aanvraag wordt geacht te zijn goedgekeurd.

artikel 5 vervanging of het buiten gebruik stellen van een rioolaansluiting

  • 1. De rechthebbende is vrij om het particuliere deel van de rioolaansluiting te vervangen volgens een eerder goedgekeurde aanvraag of bouwplan.

  • 2. Voor vervanging van het gemeentelijke deel op verzoek van de rechthebbende dient een aanvraag voor aanleg te worden ingediend.

  • 3. Het buiten gebruik stellen van een rioolaansluiting dient te worden gemeld aan de gemeente.

  • 4. Indien een rioolaansluiting buiten gebruik is geraakt zal door de gemeente ter plaatse van de controleput de rioolaansluiting worden afgekoppeld.

artikel 6 strafbepaling

  • 1. Het is anderen dan de gemeente verboden een rioolaansluiting op het hoofdriool tot stand te laten brengen of te wijzigen.

  • 2. Overtreding van het in lid 1 bepaalde wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

artikel 7 toezicht op naleving

Met het toezicht op de naleving van deze verordening, alsmede met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten, zijn - behalve de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde ambtenaren - de door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren belast.

artikel 8 betreden van percelen

Zij die belast zijn met de zorg van de nakoming van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd elke plaats te betreden met uitzondering van woningen zonder toestemming van de bewoner.

artikel 9 inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

artikel 10

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Aansluitverordening riolering Gouda’.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Gouda in de openbare vergadering van .

De raad van de gemeente voornoemd,

, voorzitter

, griffier