Regeling vervallen per 01-12-2020

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2011

Geldend van 01-01-2012 t/m 30-11-2020

Intitulé

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2011

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. begraafplaatsen: de algemene begraafplaats aan de Estersveldlaan en de algemene begraafplaats aan de Hogenakker;

b. graf: een zandgraf of keldergraf;

c. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin één of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

d. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

e. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

f. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

1. het doen begraven en begraven houden van lijken;

2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 3. het doen verstrooien van as.

g. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

h. particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

i. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

j. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

k. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

l. rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

m. gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1. 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier urnengraf, particuliere urnennis en particuliere gedenkplaats.

  • 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen urnengraf.

    HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS 

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1 De begraafplaatsen zijn voor iedereen dagelijks toegankelijk gedurende door het college van burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college van burgemeester en wethouders maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2 Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend is zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1 Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2 De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3 Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden: a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen; b. sneller dan 10 km per uur.

  • 4 Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1 Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2 De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING 

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1 Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2 Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 8 Gereserveerd

Gereserveerd.

Artikel 9 Over te leggen stukken

  • 1 Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2 Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3 Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4 De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5 De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: - op werkdagen van 10.00 tot 17.00 uur; - op zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur. 2. Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.  

HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN 

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

  • 1 Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven: a. particuliere graven en particuliere urnengraven; b. particuliere urnennissen; c. particuliere gedenkplaatsen.

  • 2 Het college van burgemeester en wethouders bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 12 Gereserveerd

Gereserveerd.

Artikel 13 Volgorde van uitgifte

  • 1 De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2 Het college van burgemeester en wethouders kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

Artikel 14 Gereserveerd

Gereserveerd.

Artikel 15 Termijnen particuliere graven

  • 1 Het college van burgemeester en wethouders verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien, twintig of dertig jaar recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2 Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van vijf, tien of twintig jaar, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3 Als de aanvraag voor verlenging geldt voor een graf in Gassel, kan het recht in afwijking van artikel 2 op aanvraag van de rechthebbende worden verlengd voor een dusdanige periode dat het grafrecht op dezelfde dag eindigt als het naastliggende graf.

Artikel 16 Grafkelder

Het college van burgemeester en wethouders kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college van burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden.

Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten

  • 1 Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2 Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3 Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college van burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

  • 4 Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college van burgemeester en wethouders het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 18 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende. 

HOOFDSTUK 5. GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 19 Vergunning grafbedekking

  • 1 Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2 De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3 Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4 Het college van burgemeester en wethouders kan de vergunning weigeren indien: a. niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid; b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats; c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is; d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 20 Gereserveerd

Gereserveerd

Artikel 21 Onderhoud door rechthebbende

  • 1 Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt voor rekening van en voor risico van de rechthebbende.

  • 2 De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3 Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college van burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4 De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college van burgemeester en wethouders de rechthebbende door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is maakt het college van burgemeester en wethouders de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5 Het college van burgemeester en wethouders kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college van burgemeester en wethouders gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders het uiterlijke aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

Artikel 22 Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 23 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college van burgemeester en wethouders worden verwijderd. 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college van burgemeester en wethouders ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is, maakt het college van burgemeester en wethouders het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje bekend. 3. Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.  

HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1 Het voornemen van het college van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college van burgemeester en wethouders het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje bekend.

  • 2 De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3 De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 4 De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

     

    HOOFDSTUK 7. Gereserveerd

Artikel 25 Gereserveerd

HOOFDSTUK 8. IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 26 Lijst

  • 1 Het college van burgemeester en wethouders houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2 Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college van burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3 De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.  

    HOOFDSTUK 9. INRICHTING REGISTER 

Artikel 27 Voorschriften

  • 1 Het college van burgemeester en wethouders stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken.

  • 2 Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

    HOOFDSTUK 10. SLOTBEPALINGEN

Artikel 28 Intrekking oude regeling

De Beheersverordening algemene begraafplaatsen gemeente Grave 1998, vastgesteld op 9 december 1997 wordt ingetrokken.

Artikel 29 Overgangsbepaling

  • 1 Besluiten van het college van burgemeester en wethouders die genomen zijn krachtens de Beheersverordening algemene begraafplaatsen gemeente Grave 1998 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening algemene begraafplaatsen gemeente Grave 1998 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 30 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 4, 5 en 6 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Grave 2011.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 14 december 2010.
De raad voornoemd,
De griffier,                               De voorzitter,
J.A.M. Roelofs                           S. Haasjes-van den Berg