Regeling vervallen per 01-01-2024

evenementenbeleid Gemeente Grave 2012

Geldend van 03-04-2012 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2012

Intitulé

evenementenbeleid Gemeente Grave 2012

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Grave,

ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft,

gezien het voorstel d.d. xxx,

Gelet op bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het bepaalde in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Grave (APV);

Overwegende dat het gelet op de belangen van uniforme efficiënte en duidelijke afdoening van vergunningaanvragen gewenst is beleidsregels vast te stellen waarmee bij het nemen van beschikkingen die verband houden met evenementen rekening wordt gehouden;

Overwegende dat het hierbij niet uitsluitend gaat om beschikkingen als bedoeld in artikel 2:25 van de APV (evenementenvergunningen), maar ook beschikkingen die worden genomen op grond van andere wettelijke regelingen voor activiteiten die met een evenement verband houden;

Besluit;

Vast te stellen het volgende “evenementenbeleid Gemeente Grave 2012”

Inleiding en doelstellingen

In Grave worden diverse grote evenementen georganiseerd, zoals het Smartlappenfestival, Pinksterfestival, Waterfestival, Ballonnenfestival, Hippisch Festijn en kermissen. Evenementen kunnen een positieve invloed hebben op de economische ontwikkeling en het imago van de gemeente Grave. In de gemeente Grave worden jaarlijks ongeveer 90 evenementen gehouden.

De gemeente speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van evenementen omdat zij voor een evenement benodigde vergunningen, ontheffingen of toestemmingen verleent. De gemeente toetst de aanvraag aan een aantal voorwaarden en verleent of weigert daarna een vergunning. Door middel van deze nota wordt er een eenduidig beleid vastgesteld over onder andere vergunningen, ontheffingen en voorschriften die onderdeel vormen van een evenement.

Het bevorderen van toerisme & recreatie is een van de speerpunten van gemeentelijk beleid. Hoe we dat bevorderen gaan is vastgelegd in de door de gemeenteraad vastgestelde beleidsnota toerisme & recreatie en bijbehorend uitvoeringsprogramma. Een thema van beleid is het profileren van Grave als stad/gemeente voor evenementen, festivals en herdenkingen.

De gemeente Grave heeft geen uniform beleid over evenementen. Dit evenementenbeleid is ontwikkeld om eenduidige regels te stellen over evenementen en aan evenementen gerelateerde zaken.

Eerst wordt ingegaan op het juridisch kader. Vervolgens wordt in gegaan op de verschillende soorten evenementen, behandelingswijze van de aanvraag en andere aan evenementen gerelateerde zaken.

Het evenementenbeleid geldt niet voor een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet, mits de burgemeester oordeelt dat er sprake is van een vergunningsplichtig evenement in plaats van uitoefening van een reguliere horeca-inrichting. De burgemeester dient in deze gevallen aannemelijk te maken dat het feest vanwege:

  • ·

    de grootschaligheid;

  • ·

    de muziekstijl;

  • ·

    het soort publiek dat er komt;

  • ·

    en de mogelijke gewenste verlengde sluitingstijd

niet tot de normale bedrijfsvoering van de inrichting behoort.

Doel

Zowel organisatoren als andere belanghebbenden hebben steeds meer de behoefte om in een zo vroeg mogelijk stadium te weten of een evenementenvergunning kan worden verleend en onder welke voorwaarden. De gemeente wil met deze nota een duidelijk en transparant evenementenbeleid presenteren voor alle belanghebbenden.

Doel van het evenementenbeleid is het in het algemeen belang stellen van regels op het gebied van: de openbare orde; voorkomen of beperken van overlast; het waarborgen van de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen; en het beschermen van de zedelijkheid of de gezondheid en het formuleren van beleidsuitgangspunten (het bieden van een kader voor de belangenafweging) voor het al dan niet verlenen van de evenementenvergunning op grond van artikel 2:25 Algemene Plaatselijke Verordening Grave 2010 (APV).

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    de burgemeester: de burgemeester van de gemeente Grave;

  • b.

    evenement: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

    • ·

      bioscoopvoorstellingen;

    • ·

      markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h van de gemeente Gemeentewet en artikel 5:22 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Grave 2010;

    • ·

      kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

    • ·

      het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;

    • ·

      activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 en 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Grave 2010.

  • c.

    vergunning: de in artikel 2:25 van de APV bedoelde vergunning;

  • d.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie door de burgemeester een vergunning voor het houden van een evenement is verleend;

  • e.

    organisator: degene die binnen de organisatie van een evenement fungeert als aanspreekpunt voor de gemeente;

  • f.

    feestdag: de Nieuwjaarsdag, tweede Paas- en Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag, de Hemelvaartsdag en Koninginnedag;

HOOFDSTUK 2 SOORTEN EVENEMENTEN

Artikel 2 Verdeling evenementen in categorieën

De evenementen in de gemeente Grave worden in drie categorieën onderverdeeld:

  • 1.

    vergunningsplichtige kleine evenementen

  • 2.

    meldingsplichtige evenementen

  • 3.

    vergunningsplichtige evenementen;

Artikel 3 Vergunningsplichtig klein evenement

Onder een vergunningsplichtig klein evenement wordt verstaan een op één dag gehouden (art. 2:24 lid 3 APV):

  • a.

    straatfeest;

  • b.

    buurtbarbecue;

  • c.

    expositie en tentoonstelling in overheidsgebouwen;

  • d.

    kinderactiviteiten gericht op kinderen van de basisschool of jonger;

  • e.

    activiteiten gericht op ouderen (65+);

  • f.

    tochten voor wandelaars, fietsers, skaters en skeelers;

  • g.

    verjaardagen, bruiloften, personeelsfeesten en overige feesten van persoonlijke aard;

  • h.

    speurtochten zonder gemotoriseerde voertuigen;

  • i.

    musicals en toneelvoorstellingen.

Artikel 4 Meldingsplichtig evenementen

Onder een meldingsplichtig evenement wordt verstaan een op één dag gehouden (art. 2:24 lid 3 en art. 2:25 lid 2 APV):

  • a.

    straatfeest;

  • b.

    buurtbarbecue;

  • c.

    expositie en tentoonstelling in overheidsgebouwen;

  • d.

    kinderactiviteiten gericht op kinderen van de basisschool of jonger;

  • e.

    activiteiten gericht op ouderen (65+);

  • f.

    tochten voor wandelaars, fietsers, skaters en skeelers;

  • g.

    verjaardagen, bruiloften, personeelsfeesten en overige feesten van persoonlijke aard;

  • h.

    speurtochten zonder gemotoriseerde voertuigen;

  • i.

    musicals en toneelvoorstellingen.

Waarbij:

  • a.

    het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 100 personen;

  • b.

    het evenement tussen 07:00 en 01:00 uur plaats vindt;

  • c.

    geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 07.00 uur of na 23.00 uur;

  • d.

    het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan, (brom)fietspad of parkeerplaats of anderszins een belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten;

  • e.

    slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object;

  • f.

    er een organisator is;

  • g.

    de organisator uiterlijk 10 werkdagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester.

Artikel 5 Vergunningsplichtig evenement

Een evenement niet zijnde een vergunningsplichtig klein evenement of meldingsplichtig evenement.

HOOFDSTUK 3 LOCATIES

Artikel 6 opeenvolging evenementen

  • 1. Per locatie worden minimaal twee rustweekenden (zaterdag en zondag) per vier weken aangehouden.

  • 2. Evenementen gehouden in de periode juli, augustus en september van het kalenderjaar zijn uitgezonderd van het in lid 1 gestelde.

  • 3. Het gestelde in lid 1 is niet van toepassing op evenementen gehouden in een gebouw.

  • 4. Van het bepaalde in het eerste lid kan worden afgeweken als sprake is van een historisch gegroeide samenloop van evenementen en de woon- en leefsituatie in de omgeving van het evenement of de openbare orde niet op een ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

HOOFDSTUK 4 EVENEMENTEN: UITGANGSPUNTEN

Artikel 7 Algemene beleidsuitgangspunten

  • 1. De organisator dient zorg te dragen voor het verstrekken van het GSM-nummer van een contactpersoon, die namens organisator gedurende de activiteiten bereikbaar en beschikbaar is en namens de vergunninghouder gedurende de gehele periode verantwoordelijk is voor de volledige gang van zaken;

  • 2. De organisator is verantwoordelijk voor een goede gang van zaken en een ordelijk verloop van het evenement;

  • 3. Het in strijd handelen met een van de voorschriften uit de evenementenvergunning kan ertoe leiden dat de vergunning onmiddellijk wordt ingetrokken. Dit betekent dat het evenement moet worden beëindigd;

  • 4. Omwonenden dienen vooraf door de organisatie schriftelijk op de hoogte te worden gesteld van het evenement;

  • 5. Als – al dan niet op verzoek van de burgemeester – bij een vergunningsplichtig evenement bewaking wordt ingezet, moet aan de gemeente worden doorgegeven welke personen daarvoor worden ingezet en wie fungeert als aanspreekpunt. Voor bewaking mogen uitsluitend personen worden ingezet die voldoen aan de voor beveiligingswerkzaamheden gestelde eisen in de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;

  • 6. De hulpverleningsdiensten dienen te allen tijde vrije doorgang te hebben van 3,5 meter breed en 4,5 meter hoog;

  • 7. Voorzieningen voor brandweer (bluswater) mogen nooit belemmerd worden. Deze voorzieningen moeten altijd bereikbaar zijn. De organisatie mag hier geen gebruik van maken;

  • 8. Alle aanwijzingen van daartoe aangewezen beambten van politie, brandweer, de GHOR (Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen) of gemeente dienen stipt en onverwijld te worden opgevolgd. Op eerste aanwijzing vande daartoe aangewezen beambtendienen alle activiteiten te worden stilgelegd indien dit noodzakelijk wordt geacht. De gemeente wordt onverwijld van de stillegging in kennis gesteld door hetzij de politie, brandweer of de GHOR (Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen);

  • 9. Het terrein waarop en de omgeving waarbinnen het evenement plaatsvindt, dient terstond na het beëindigen van het evenement schoon en in de oorspronkelijke staat te zijn teruggebracht. Eventueel te maken kosten worden op de organisator verhaald.

Artikel 8 Schade

Eventuele schade als gevolg van een evenement is voor rekening van de organisatie. Deze vrijwaart de gemeente geheel van aanspraken van derden op schadevergoeding.

Artikel 9 Eindtijden voor evenementen

  • 1. De eindtijd voor meldingsplichtige evenementen is uiterlijk 01:00 uur. De geluidsproductie en de drankverstrekking moeten om 23:00 uur zijn beëindigd;

  • 2. De eindtijd voor (kleine) vergunningsplichtige evenementen die in de periode van zondag tot en met donderdag worden gehouden is uiterlijk 01:00 uur. De geluidsproductie en de drankverstrekking moeten om 24:00 uur zijn beëindigd;

  • 3. Voor (kleine) vergunningplichtige evenementen in het weekend en voor (kleine) vergunningsplichtige evenementen die op een feestdag worden gehouden geldt:

    a. als het evenement in de openlucht of in een feesttent wordt gehouden dan is de uiterste eindtijd 02:00 uur. De eindtijd van de geluidsproductie en de drankverstrekking is 01:00 uur.

    b. als het evenement in een gebouw wordt gehouden dan is de uiterste eindtijd 03:00 uur. De eindtijd van de geluidsproductie en de drankverstrekking is 02:00 uur.

  • 4. De eindtijden als bedoeld in het tweede en derde lid gelden ook voor (kleine) vergunningsplichtige evenementen die worden gehouden op carnaval, nieuwjaarsnacht of op de avond die voorafgaand aan de dag waarop Koninginnedag wordt gevierd.

  • 5. In bijzondere gevallen of op grond van de specifieke omstandigheden kan de burgemeester besluiten van de in de vorige leden bedoelde eindtijden af te wijken.

Artikel 10 Zondagswet

  • 1. Evenementen die op zondag worden gehouden, mogen op grond van artikel 4 lid 1 Zondagswet niet voor 13.00 uur plaatsvinden. De burgemeester kan hiervoor een ontheffing verlenen op grond van artikel 4 lid 3 Zondagswet.

  • 2. De burgemeester verleent ontheffing van artikel 4 lid 1 Zondagswet indien:

    a. het een van de volgende historische gegroeide evenementen betreft die geheel of ten dele op zondag plaatsvinden zoals Pinksterkermis, Waterfestival, Pinksterfestival, Jaarlijkse Braderie Gassel, Hippisch Festijn en Circus.

    b. indien het doel en/of aard van het evenement het starten voor 13:00 uur verlangt.

Artikel 11 Meerjarige vergunningen

  • 1. Voor evenementen die jaarlijks terugkeren en waarbij geen substantiële veranderingen plaatsvinden, kan de burgemeester een vergunning voor 4 jaar afgeven.

  • 2. De vergunning wordt verleend op basis van de gegevens van het eerste ‘aanvraagjaar’.

  • 3. De aanvrager dient alle data van de evenementen in de komende 4 jaren aan te geven bij de aanvraag.

  • 4. Bij eventuele wijzigingen, zoals de opstelling van tenten/kramen, contactpersonen en andere zaken, wordt onderzocht of een nieuwe vergunning noodzakelijk is. De organisator dient een wijziging minimaal 6 weken voorafgaand aan het evenement door te geven.

Artikel 12 Verboden evenementen

De weigeringgronden van een evenementenvergunning worden in artikel 1:8 van de APV benoemd. Van sommige evenementen vindt de gemeente Grave dat ze vanwege hun karakter onder deze weigeringgronden vallen. De burgemeester verleent daarom geen vergunning voor:

  • a.

    kooigevechten en daarmee vergelijkbare evenementen. Een dergelijk vechtevenement beschouwt de gemeente als een exponent van verruwing van de maatschappij; een dergelijk evenement heeft negatieve gevolgen voor het maatschappelijk leven;

  • b.

    evenementen waarbij dieren ter vermaak worden gebruikt en waarbij ook de gezondheid van het dier gevaar kan lopen. Ten aanzien van circussen verleent de gemeente alleen een vergunning aan circussen die aangesloten zijn bij de Vereniging van Nederlandse Circus Ondernemingen (VNCO) of de European circus Association (ECA);

  • c.

    evenementen met expliciet seksueel-erotisch of racistische intentie, uitstraling of ondertoon;

  • d.

    motor/auto shows en daarmee vergelijkbare evenementen, waarbij de risico-inschatting is dat het evenement een negatieve impact heeft op de openbare orde en/of veiligheid;

  • e.

    stuntshows en daarmee vergelijkbare evenementen, waarbij de risico-inschatting is dat het evenement een negatieve impact heeft op de openbare orde en/of veiligheid.

Artikel 13 Drankverstrekking

  • 1. Voor het verstrekken van zwakalcoholische dranken buiten een horeca-inrichting is op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet een ontheffing vereist van de burgemeester. Deze ontheffing wordt voor een vergunningsplichtig evenement verleend indien wordt voldaan aan onderstaand voorwaarden:

    • a.

      de aard van het evenement verzet zich niet tegen het daarbij verstrekken van alcoholhoudende drank;

    • b.

      verstoringen van de openbare orde, gevaar voor de verkeersveiligheid e.d. als gevolg van het plaatsen van de tapinstallaties worden niet verwacht;

    • c.

      er wordt voldaan aan de bepalingen in de Drank- en Horecawet.

  • 2. Voor een ontheffing op grond van artikel 35 Drank- en Horecawet geldt voor een vergunningsplichtig evenement dat in de openlucht of in een feesttent de voorwaarde kan worden gesteld dat geen gewoon glas wordt gebruikt;

  • 3. Voor kleine vergunningsplichtige evenementen is het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank toegestaan zonder toestemming van de burgemeester als de verstrekking in eigen beheer plaatsvindt en om niet wordt verstrekt

Artikel 14 Geluidsnormen

De geluidslimitering voor onversterkte muziek wordt omschreven in artikel 4:5 APV.

In artikel 4:6 APV wordt aangegeven dat het verboden is buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of het Besluit toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt.

In artikel 4:6a APV wordt aangegeven dat het verboden is buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer in de openlucht een geluidsapparaat, een (recreatie)toestel of een (bouw)machine in werking te hebben op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving (geluid)hinder wordt veroorzaakt.

De burgemeester kan voor de artikelen 4:6 en 4:6a APV ontheffing verlenen.

Naast de geluidslimitering die wordt omschreven in de artikelen 4:5 t/m 4:6a APV kent de APV ook regels voor incidentele en collectieve festiviteiten (artikel 4:2 en 4:3 APV). Deze bepalingen zijn van toepassing op inrichtingen die vallen onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (beter bekend als het Activiteitenbesluit). De geluidsnormen die genoemd zijn in artikel 2.17, 2.19 en 2.20 Activiteitenbesluit en artikel 4:5 APV gelden niet voor de collectieve festiviteiten die door het College van Burgemeester en Wethouders per kalender jaar aangewezen worden. Bij de incidentele festiviteiten gelden de geluidsnormen die genoemd zijn in artikel 2.17, 2.19 en 2.20 Activiteitenbesluit en artikel 4:5 APV niet als de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteiten het College hiervan in kennis heeft gesteld.

Artikel 15 Toiletvoorzieningen

Er dienen voldoende sanitairvoorzieningen aanwezig te zijn. De Geneeskundige Hulp-verleningsorganisatie (GHOR) wordt om advies gevraagd betreffende de sanitair-voorzieningen.

Artikel 16 Afval

  • 1. De organisator van een evenement is verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen waardoor zowel de plaats waar het evenement wordt gehouden als de omgeving schoon wordt opgeleverd.

  • 2. Wanneer door overtreding kosten zijn gemaakt voor verwijdering van afval zal dit op de organisator worden verhaald.

HOOFDSTUK 5 VERKEER

Artikel 17 Parkeren

  • 1. De organisator van het vergunningsplichtige evenement dient in overleg met de gemeente (cluster Civiele Techniek en Cultuurtechniek) er voor te zorgen dat er voldoende parkeergelegenheid is voor bezoekers is.

  • 2. Omwonenden mogen gedurende de evenementen geen overmatige overlast ondervinden van geparkeerde auto’s van bezoekers.

Artikel 18 Verkeersregelaars

De regels met betrekking tot verkeersregelaars voor evenementen zijn opgenomen in het Besluit Administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) en artikelen 9 tot en met 15 Regeling verkeersregelaars 2009 en in de Nota inzet evenementenverkeersregelaars. De organisator dient contact op te nemen met politie Brabant-Noord voor de opleiding van evenementenverkeersregelaars. Na de gevolgde opleiding verzorgt de gemeente de aanstelling als verkeersregelaar.

Artikel 19 Wegafsluitingen

  • 1. Het is mogelijk voor een vergunningsplichtig evenement en een klein vergunnings-plichtig evenement een openbare weg af te sluiten, mits dit geen of slechts in beperkte mate een belemmering vormt voor de hulpdiensten en het overig gemotoriseerd verkeer.

  • 2. Grote verkeersaders en gebiedontsluitingswegen zullen daarom in principe niet worden afgesloten, tenzij op andere wijze de bereikbaarheid van de hulpverleningsdiensten is gegarandeerd.

  • 3. Bij een afsluiting valt te denken aan het afsluiten van één of enkele openbare parkeerplaatsen of het afsluiten van een woonerf.

  • 4. Bij de beslissing om al dan niet wegen af te sluiten worden uitdrukkelijk alle betrokken belangen meegewogen. Hieronder vallen zowel de belangen van de organisator van een evenement als die van de omwonenden, bedrijven en/of andere instanties uit de betreffende straat of omgeving.

Artikel 20 Openbaar vervoer

  • 1. Hinder dan wel belemmering, tijdens een evenement, van routes voor het openbaar vervoer moet worden voorkomen.

  • 2. Wanneer een evenement in uitzonderlijke gevallen toch invloed heeft op de doorstroming van het verkeer op busroutes of dat deze route moet worden omgeleid, dan zal de vergunningaanvrager contact op moeten nemen met de betreffende vervoersmaatschappijen.

  • 3. Omleidingen e.d. op de provinciale wegen moeten tijdig bij de provincie worden aangevraagd.

Artikel 21 Beveiliging

  • 1. Aan de vergunninghouder kan de voorwaarde tot het inzetten van beveiligers worden opgelegd. Het aantal beveiligers dat ingezet dient te worden, is afhankelijk van het risicoprofiel en de omvang van het evenement.

  • 2. In de beoordeling voor een verplichting van het inzetten van beveiligers/portiers wordt meegenomen:

  • a. Aard en schaal van het evenement;

  • b. Woon- en leefsituatie mogelijk te verwachten verstoring openbare orde en rust, ontoelaatbare aantasting, voorkomen of beperken van overlast, in en om een inrichting of evenement;

  • c. Aantasting goede zeden;

  • d. Belang van verkeersveiligheid of veiligheid van goederen of personen;

  • e. Indicatie te verwachten aantal bezoekers (meer dan 250)

  • f. Alcoholgebruik;

  • g. Historische gegevens;

  • h. Externe dreiging;

  • i. Politie informatie en op advies van de politie;

  • j. Ervaringen in deze of andere gemeenten;

  • k. Klachten en/of signalen (uit de buurt of van derden);

  • l. Vernielingen, overlast en diefstal.

HOOFDSTUK 6 VEILIGHEID

Artikel 22 Brandveiligheid

In de voorfase van de vergunningaanvraag evenement zal deze getoetst worden door de regionale brandweer Brabant-Noord op brandveiligheidaspecten. In overleg met het bevoegd gezag kan ten tijde van een evenement fysiek gecontroleerd worden op de naleving van de brandveiligheidsaspecten/voorwaarden.

Artikel 23 Draaiboek

  • 1. Een draaiboek kan worden verplicht gesteld voor een evenement.

  • 2. In de beoordeling voor een verplichting van een draaiboek wordt meegenomen:

  • a. de grootte van het evenement;

  • b. het risico van het evenement;

  • c. de impact op de openbare orde en veiligheid van het evenement.

  • 3. Het draaiboek moet als bijlage bij de aanvraag voor een evenementenvergunning /melding worden ingediend.

  • 4. In het draaiboek dient aangegeven te worden op welk tijdstip welke activiteiten plaatsvinden.

Artikel 24 Calamiteitenplan

  • 1. Een calamiteitenplan kan worden verplicht gesteld voor een evenement.

  • 2. In de beoordeling voor een verplichting van een calamiteitenplan wordt meegenomen:

    • a.

      de grootte van het evenement;

    • b.

      het risico van het evenement;

    • c.

      de impact op de openbare orde en veiligheid van het evenement.

  • 3. Een calamiteitenplan bevat in ieder geval de volgende informatie:

  • a. Aard van het evenement en het aantal te verwachten bezoekers.

  • b. De naam en de telefonische bereikbaarheid van de organisatie.

  • c. De namen en onderlinge communicatiemogelijkheden van politie, brandweer, GGD en de organisatie met vermelding van GSM nummers.

  • d. Plaats van het calamiteitenteam

  • e. Route voor de hulpdiensten tot aan het evenemententerrein.

  • f. Hoe de doorgang voor hulpdiensten op het evenemententerrein is gegarandeerd.

  • g. Bezetting, herkenbaarheid en locatie EHBO-post.

  • h. Hoe voorziet men in de evacuatie van bezoekers in het geval van een calamiteit.

  • i. Aantal toiletvoorzieningen, locatie en de wijze van afvoer.

Artikel 25 Opstellingsplan

  • 1. Een opstellingsplan kan worden verplicht gesteld voor een evenement.

  • 2. In de beoordeling voor een verplichting van een opstellingsplan wordt meegenomen:

    • a.

      de grootte van het evenement;

    • b.

      het risico van het evenement;

    • c.

      de impact op de openbare orde en veiligheid van het evenement.

  • 3. Het opstellingsplan moet als bijlage bij de aanvraag voor een evenementen-vergunning/melding worden ingediend.

  • 4. Het opstellingsplan bevat in ieder geval de volgende informatie:

    • a.

      Een op schaal gemaakte situatietekening, met daarop alle objecten zoals tenten, tappunten, bak- en braadinrichting, gasflessen.

    • b.

      Op schaal gemaakte plattegrond(en) van de tent(en)/ objecten met daarin getekend:

      • ·

        stoelen plan(alle meubilair zoals marktkramen, stoelen, mobiele toiletten, garderobe, kassa, tafels, stoelen, tappunten) ook moet u hiervan de afmetingen aangeven;

      • .

        maataanduiding van de ruimte(n), tent(en) en/of podi(um)(a);

      • .

        vrije doorgangsbreedte van de (nood)uitgangen in cm;

      • .

        vrije doorgangsbreedte van de gangpaden/vluchtwegen in cm;

      • .

        blusmiddelen met daarbij aangegeven type en gewicht/hoeveelheid van de blusstof, zoals: blusdeken, 6 liter Sproeischuimblusser, 6 kilo koolzuursneeuw, 6 kilo Poederblusser en brandslanghaspel van 20 meter

      • .

        de draairichting van deuren van nood uit- en ingangen;

      • .

        aangeven op welke wijze de nood- en uitgangsdeuren geopend kunnen worden bv. panieksluiting(P), draaiknop(K), schuif(S) etc.(een afsluitbaar slot in vluchtwegen is niet toegestaan);

      • .

        noodverlichtingarmaturen; lichtopbrengst 1 lux op vloer;

      • .

        transparant verlichtingsarmaturen; maximaal 50 cm boven deur;

      • .

        het aantal toe te laten personen;

      • .

        eventuele wanden, obstakels en versieringen.

HOOFDSTUK 6 MELDING EN AANVRAAG

Artikel 26 Meldingsplichtig evenement

  • 1. Een melding wordt schriftelijk ingediend op een daarvoor beschikbaar gesteld formulier, dat volledig en naar waarheid ingevuld, gedateerd en ondertekend wordt ingediend bij de burgemeester.

  • 2. Het formulier dient minimaal tien werkdagen voor de geplande datum van het evenement te worden ingediend.

  • 3. Als niet met een melding kan worden volstaan en een vergunning is vereist, wordt de melder hiervan in kennis gesteld.

Artikel 27 Aanvraag vergunning

  • 1. Een vergunning wordt schriftelijk aangevraagd op een daarvoor beschikbaar gesteld formulier, dat volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend wordt ingediend bij de burgemeester.

  • 2. Indien de aanvraag betrekking heeft op particulier terrein, overlegt de aanvrager een schriftelijke verklaring van de eigenaar waaruit blijkt dat deze tegen het houden van het evenement geen bezwaar heeft.

Artikel 28 Aanvraagtermijn

  • 1. Aanvragen voor (kleine) vergunningsplichtige evenementen dienen tenminste 6 weken voordat het evenement plaatsvindt te worden ingediend.

  • 2. Aanvragen voor (kleine) vergunningsplichtige evenementen, die minder dan 6 weken voordat het evenement plaatsvindt worden ingediend, worden niet in behandeling genomen indien;

    • a.

      er onvoldoende gelegenheid is voor advisering voor derden (hulpverlenings-diensten);

    • b.

      voor een zorgvuldige afweging van belangen, waardoor die van derden, naar het oordeel van de burgemeester onvoldoende tijd beschikbaar is.

Artikel 29 Ontvankelijkheid

  • 1. Bij indiening van de aanvraag voor een evenementenvergunning wordt deze beoordeeld op ontvankelijkheid.

  • 2. Bij onvolledigheid wordt de aanvrager op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gelegenheid gesteld om binnen een bepaalde termijn de aanvraag compleet te maken.

  • 3. Indien de aanvraag niet binnen de gestelde termijn alsnog volledig wordt aangeleverd, kan besloten worden deze buiten behandeling te stellen.

Artikel 30 Toetsing openbare orde en veiligheidsrisico’s evenement

  • 1. De organisator is verantwoordelijk voor de aanloop, het evenement zelf, de ordehandhaving, aan- en afvoer van bezoekers, de afloop van het evenement, inclusief verstoringen van de openbare orde of dreigingen van criminaliteit.

  • 2. De organisator dient maatregelen te nemen voor de organisatie van het evenement, met en zonder voorspelbare risico’s.

Artikel 31 Publieksstromen

  • 1. Bij de beoordeling van een vergunningaanvraag worden van gemeentewege expliciet rekening gehouden met publieksstromen en de te verwachten (negatieve) effecten daarvan.

  • 2. Voorafgaand aan de vergunningverlening zal in samenspraak met de organisatoren worden bezien of door spreiding / verplaatsing de negatieve effecten kunnen worden teruggebracht tot een acceptabel niveau.

  • 3. De effecten van publieksstromen en met name wanneer er meerdere evenementen dreigen samen te vallen, kunnen - wanneer het niet tot een voortijdige oplossing komt - aanleiding vormen voor de burgemeester om een evenementenvergunning te weigeren.

Artikel 32 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als Evenementenbeleid Grave 2012.

Artikel 33 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 april 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders op 27 maart 2012.
Hoogachtend,
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRAVE;
De secretaris, De burgemeester,
R.Bransz S.Haasjes-van den Berg