Permalink
PrintenPermanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR105386
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR105386/2
Regeling vervallen per 16-08-2016
Vergunningenbeleid Evenementen Feesten in Balans II
Geldend van 15-02-2013 t/m 11-04-2013
Intitulé
VERGUNNINGENBELEID EVENEMENTEN ‘FEESTEN IN BALANS’IIBURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GRONINGEN
gelet op de Gemeentewet;
gezien het voorstel van 13 oktober 2010,
(MD 10.2379000);
HEBBEN BESLOTEN:
de nota Vergunningenbeleid evenementen “Feesten in Balans II” vast te stellen.
Inhoud
1. Inleiding
Op 25 februari 2009 heeft de raad de nota ‘Evenementen in de binnenstad’ vastgesteld. Daarmee is besloten om met een aansprekend evenementenprogramma een belangrijke bijdrage te leveren aan de aantrekkelijkheid van de binnenstad tijdens de verbouw in de komende jaren. Want dat willen we: een levendige en bruisende stad. Een stad met een binnenstad waarin veel gebeurt op het gebied van ondernemen en recreëren, maar die ook duidelijk een woonfunctie heeft.
Het oude vergunningenbeleid voor evenementen in de openbare ruimte was in 2003 vastgesteld en staat omschreven in ‘Feesten in Balans’. Er zijn drie aanleidingen om tot herziening van dit beleid over te gaan:
- 1.
Meer sturing op inhoud en kwaliteit;
- 2.
De druk op de binnenstadbewoners neemt toe;
- 3.
Duidelijker, makkelijker en zorgvuldig.
1. Meer sturing op inhoud en kwaliteit
De binnenstad van Groningen staat de komende jaren in het teken van een grootschalige verbouwing. Om de binnenstad aantrekkelijk te laten blijven verdient de binnenstad een uitstekend evenementenprogramma. Onze inzet ligt daarbij niet zozeer op de uitbreiding van het programma, maar meer op de kwalitatieve versterking ervan.
Wat we aan topevenementen hebben functioneert op een kwalitatief hoog niveau en dat gaan we faciliteren (Noorderzon, Noorderslag/Eurosonic, 4 Mijl), ook in de komende 'verbouw'jaren. Het college heeft eind 2009 een afwegingskader topevenementen binnenstad vastgesteld om bepaalde evenementen financieel te faciliteren. Omdat we de overige evenementen goed gespreid in tijd en beschikbare pleinen en ruimte moeten organiseren en de beschikbare subsidiemiddelen zorgvuldig moeten verdelen, vonden we het nodig een inhoudelijk afwegingskader te ontwikkelen. Het komt er de komende tijd sterker op aan dat we sturingsmogelijkheden in handen hebben om bepaalde evenementen te faciliteren of te weigeren omwille van inhoud, organisatie of kwaliteit. Daarmee zorgen we ervoor dat we goede initiatieven kunnen continueren of combinaties die elkaar in redelijkheid niet verdragen voorkomen. Tegelijkertijd biedt dit een handvat voor de lange termijn voor de bestaande (sub) toppers die een groei willen doormaken in ruimte en duur van hun evenement om beredeneerd hiervoor ruimte te kunnen geven, zonder dat het ten koste gaat van beproefde afspraken over goede en veilige randvoorwaarden.
De afgelopen jaren zien we een toename van het aantal grote evenementen in Groningen. De binnenstad en dan vooral de Grote Markt en Vismarkt zijn gewilde locaties voor een evenement. In het oude vergunningenbeleid is geregeld dat bij twee aanvragen voor een evenement op dezelfde locatie (zogenaamde ‘ongewenste samenloop’) de eerste aanvraag voorgaat, ongeacht het type evenement. Vooral in de binnenstad kan dit als ongewenst effect hebben dat een grootschalig evenement met veel uitstraling slechts beperkt terecht kan, omdat toplocaties al bezet zijn door een ander evenement. De situatie heeft zich voorgedaan dat de Vismarkt een jaar lang gereserveerd werd voor een organisator van een kerstmarkt die op het laatste moment zijn evenement afblies wegens onvoldoende deelname van standhouders. Dit soort situaties vinden wij onwenselijk en daarom willen wij meer sturing geven. Deze nota geeft naast het afwegingskader topevenementen daarvoor het formele kader. Samen met een initiatiefvoorstel van Student en Stad (d.d. 6 augustus 2008), dat pleitte voor duidelijkheid rond de verhouding tussen grotere, terugkerende en kleinere, eenmalige evenementen, vormt dit één van de aanleidingen om stadsbreed naar het vergunningenbeleid te kijken voor evenementen in de openbare ruimte.
2. De druk op de binnenstad neemt toe
We constateren dat inwoners en ondernemers meer overlast ondervinden van evenementen. Uit de thermometer binnenstad (verslag metingen 1998-2008) is gebleken dat onder de inwoners en de winkeliers de tevredenheid over evenementen is gedaald. Het percentage inwoners dat negatief tegenover evenementen staat is meer dan verdubbeld. Dit uit zich ook in een toename van het aantal klachten over geluid.
Dat komt deels doordat het aantal evenementen jaarlijks groeit, maar ook de duur van evenementen en de eindtijden spelen een rol. Daarom zijn wij gaan zoeken naar mogelijkheden voor een nieuw evenwicht.
|
Jaar |
Groot |
Middelgroot/ klein |
Totaal |
|
2005 |
17 |
325 |
342 |
|
2006 |
20 |
391 |
411 |
|
2007 |
30 |
392 |
422 |
|
2008 |
41 |
464 |
505 |
|
2009 |
50 |
465 |
515 |
Tabel 1 : Aantal evenementen per jaar
Geluidshinder staat bij veel evenementen met stip op nummer één van de klachtenlijst. Het aantal klachten per evenement varieert. Het grootste deel van de klachten komt tijdens het evenement telefonisch bij de politie binnen (vorig jaar zijn er daarvan 123 geregistreerd). Bij het Meldpunt Overlast zijn er vorig jaar 65 geluidsklachten geregistreerd. In het jaar 2008 waren dat er nog 33. Aan schriftelijke klachten kwamen er in 2007 vier, 2008 zes en 2009 tien bij de gemeente binnen. Uit dossier onderzoek blijkt dat voor 2007 nauwelijks schriftelijk bij de gemeente werd geklaagd (2 tot 3 klachten per jaar, over kermis/dance events). Deze (schriftelijke) klachten hebben een belangrijke signaalfunctie. Mensen dienen niet zomaar een dergelijke klacht in. Tot op zekere hoogte accepteert men veel maar als het te lang duurt of te vaak plaatsvindt wordt op een bepaald moment de acceptatiegrens overschreden.
Uit de geregistreerde klachten blijkt dat het niet gaat om zogenaamde notoire klagers. Vooral de mensen die de moeite nemen om schriftelijk een klacht in te dienen geven aan dat ze vinden dat ‘een feestje moet kunnen’, maar uiteindelijk toch een klacht indienen omdat op dat moment de geluidsoverlast hen teveel wordt. Bij geluid richten de klachten zich op: hoogte van de geluidsbelasting, eindtijd, frequentie en in mindere mate de duur van een evenement. Over evenementen op de Grote Markt wordt relatief veel geklaagd. Over nieuwe en incidentele dance-evenementen komen relatief veel telefonische klachten binnen tijdens het evenement. Blijkbaar is men dan onaangenaam verrast. Er volgen dan klachten over de lange duur van het evenement, de eindtijden door de week, de bastonen en het aantal evenementen achter elkaar.
Het Meldpunt Overlast geeft aan dat het opvallend is, dat bellers hun klacht veelal beginnen met de opmerking ‘ik weet dat ik in de binnenstad woon, maar’, of ‘een feestje moet kunnen maar…’.
Bij muziekfestivals die van 11.00 tot 00.00 uur duren wordt soms geklaagd omdat het harde geluid zo lang aanhoudt. Eindtijden van 00.00 of 01.00 uur worden op dagen voorafgaand aan een werkdag sneller als een probleem ervaren. Verder zien we dat steeds vaker de dreunende bastonen voor klachten zorgen, ook al vallen die vaak binnen de gehanteerde geluidsnormen.
Vanwege de geplande bouw- en infrastructuurprojecten de komende jaren in de binnenstad neemt daarnaast de druk op de binnenstad ook toe. Dergelijke projecten gaan onvermijdelijk gepaard met enige hinder. In de binnenstad, een gebied van globaal 1 km² strijden veel belangen om voorrang.
Wij constateren dat de acceptatie van evenementen is afgenomen. Zonder aanpassing van het huidige beleid zal het draagvlak voor evenementen onder binnenstadsbewoners en ondernemers verder afnemen. Om te voorkomen dat de komende jaren de balans te ver doorslaat zijn wij van mening dat er beleidsaanpassingen nodig zijn. Om daadwerkelijk van balans te kunnen blijven spreken zullen de belangen daarom opnieuw afgewogen moeten worden. Tegelijkertijd hebben we als gemeente, los van klachten, een verantwoordelijkheid voor de volksgezondheid van onze inwoners.
Bij het zoeken naar een nieuwe balans hebben wij onderzoek gedaan naar de voorkomende geluidsniveaus bij evenementen, de algemene hinderbeleving en de mogelijkheden die er zijn om de hinder en de negatieve gezondheidseffecten te verminderen. Zie hiervoor de bijlage.
Vele factoren spelen een rol bij de hinderbeleving. Het is onvoldoende om alleen via het instellen van een norm in dB(A) de hinder te beperken. Vanaf een bepaald ongewenst geluidsniveau is er namelijk altijd sprake van hinder. Daarnaast is voldoende nachtrust belangrijk voor de gezondheid. Daarom zetten wij in op de volgende zaken:
- °
Eindtijden hanteren die door de week wat vroeger liggen dan in het weekend en deze strak handhaven.
- °
Rustmomenten inbouwen in een jaar via het voeren van een actieve jaarplanning.
- °
Voorspelbaarheid voor omwonenden verhogen: wanneer evenementen plaatsvinden, hoe vaak, tot hoe laat en hoeveel lawaai er komt. Hierdoor krijgt men de gelegenheid zich erop in te stellen. Door het invoeren van een handhavingprotocol krijgt men ook inzicht hoe de gemeente toezicht gaat houden en zal reageren bij overtredingen.
- °
Het limiteren van het aantal belastende evenementen op bepaalde locaties.
3. Duidelijker, makkelijker en zorgvuldig
Bij de ambitie om een aantrekkelijk en spraakmakend evenementenaanbod te houden hoort ook een helder vergunningenbeleid. Het Centraal Meldpunt werkt daarom aan een transparante werkwijze bij de behandeling van vergunningaanvragen. Vanuit het thema ‘duidelijker en gemakkelijker’ hebben we het vergunningenproces onder de loep genomen. We willen de vergunningenprocedure voor aanvragers, verstrekkers en handhavers verduidelijken en vergemakkelijken. Dit zonder de zorgvuldigheid en de mogelijke risico’s van evenementen uit het oog te verliezen.
Totstandkoming van deze nota
Ter voorbereiding van deze nota is een notitie “Richtingen voor de herziening vergunningenbeleid evenementen” opgesteld voor de start van de discussie. Op 9 december 2009 is de richtingennotitie besproken in de raadscommissie beheer en verkeer. Daarna heeft het college een ontwerp laten opstellen en vrijgegeven voor inspraak.
Toelichting opzet en inhoud
Het vergunningenbeleid biedt de kaders voor het toetsen van een vergunningsaanvraag. Deze nota geeft aan wat wel en wat niet kan, welke eindtijd geldt, welke geluidsnorm etc. Dit maakt dat de nota omvangrijk en gedetailleerd geschreven is.
2. Toetsingskader, criteria en voorwaarden
2.1 Algemeen
Voordat wij ingaan op elk specifiek onderwerp wordt in deze paragraaf het formele kader uit de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009 beschreven. Dit vormt de wettelijke basis. De formulering van spelregels voor het organiseren van evenementen is bij uitstek een gemeentelijke taak.
Onder een evenement wordt volgens de APVG 2009 verstaan: "elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak". Hieronder vallen ook herdenkingsplechtigheden, braderieën, optochten of feesten, muziekvoorstellingen of wedstrijden op of aan de weg. Er worden wel enkele uitzonderingen gemaakt zoals: inpandige bioscoopvoorstellingen, markten, kansspelen, betogingen, wedstrijden betaald voetbal, bepaalde straatmuzikanten, speelautomatenhallen en evenementen inpandig in horeca-inrichtingen. De formele omschrijving van het begrip evenement staat in artikel 2:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen (APVG 2009).
Weigeringsgronden
In artikel 1:10 APVG 2009 staan de weigeringgronden voor een vergunning aangegeven. Een vergunning of ontheffing kan geweigerd worden in het belang van:
- a.
de openbare orde;
- b.
de openbare veiligheid (waaronder ook de verkeersveiligheid);
- c.
de volksgezondheid;
- d.
de bescherming van het milieu (waaronder ook overlast valt).
Naast deze weigeringsgronden, kan op grond van artikel 2.19 lid 3 van de APVG 2009 een vergunning voor een evenement ook worden geweigerd indien:
- ·
de aard en het karakter van de locatie waarvoor een vergunning is aangevraagd zich verzetten tegen het houden van een evenement of
- ·
door het toestaan van het aangevraagde evenement of de aangevraagde evenementen geen gevarieerd programma van evenementen ontstaat.
Op grond van lid 4 van dit artikel kan de burgemeester gebieden en periodes aanwijzen waarin beperkingen worden gesteld aan het aantal te houden evenementen.
In artikel 1:5 APVG 2009 is een bepaling over samenloop opgenomen. Een aanvraag voor een vergunning of ontheffing kan afgewezen worden indien:
- a.
tegelijkertijd voor dezelfde plaats reeds een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening is verleend of daarvoor reeds een volledige aanvraag was binnengekomen en;
- b.
de verschillende activiteiten of handelingen waarvoor een vergunning of ontheffing is gevraagd of verleend redelijkerwijs niet tegelijkertijd op dezelfde plaats kunnen worden gehouden of uitgevoerd.
Indien de aanvraag te laat of onvolledig wordt ingediend kan besloten worden deze niet meer te behandelen (artikel 1:3 APVG 2009 en artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht).
Voorwaarden:
Op grond van artikel 1:4 van de APVG 2009 kunnen aan een vergunning of ontheffing voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.
2.2 Openbare orde en veiligheid
2.2.1 Risicoprofiel
2.2.2 Veiligheid- of calamiteiten
Tijdens een evenement staan onze nood- en hulpdiensten paraat en zal de politie toezicht uitoefenen. Wij vinden echter dat de veiligheid en gezondheid van bezoekers rond en tijdens een evenement in eerste instantie een verantwoordelijkheid is van de organisator. Om te borgen dat de organisator van een groot evenement nadenkt over de veiligheid en daar qua organisatie rekening mee houdt verlangen wij van hem of haar een veiligheids- en calamiteitenplan. Dit biedt tevens een goede basis om over dit onderwerp met de vergunningverlener en de hulpdiensten in gesprek te gaan.
Onderdelen hiervan zijn:
- a.
een risico analyse;
- b.
de beschrijving van de maatregelen ter bescherming van de veiligheid en gezondheid van de bezoekers en deelnemers;
- c.
wie zorgt voor uitvoering van deze maatregelen;
- d.
de beschikbaarheid van nood- en hulpdiensten;
- e.
de bereikbaarheid van het evenementengebied voor die diensten.
Het veiligheidsplan wordt bijtijds in concept voorgelegd aan de gemeente, brandweer, politie en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en eventueel op aanwijzing van deze betrokkenen aangepast. De gemeente kan vanwege de veiligheid ook aanwijzingen geven ten aanzien van de programmering, zoals locaties, tijden of artiesten.
Het veiligheidsplan moet namelijk aansluiten op de werkwijze van de externe hulpdiensten (politie, brandweer en ambulancedienst) en zal multidisciplinair worden getoetst.
Het veiligheidsplan maakt onderdeel uit van de vergunningverlening. Onvoldoende maatregelen in de voorbereiding en tijdens het evenement ter beheersing van de veiligheids- en gezondheidsrisico’s kunnen aanleiding zijn de vergunning voor een evenement te weigeren of bij ernstige bedreiging van de veiligheid dan wel verstoring van de openbare orde een evenement af te gelasten of te staken.
Hierop wordt een beroep gedaan, indien de politie vindt, dat bijzondere omstandigheden zich verzetten tegen vergunningverlening. Dat kan bijvoorbeeld voorkomen als er een groot publieksevenement plaatsvindt gelijktijdig met een risicowedstrijd van FC Groningen. Een goede planning van evenementen kan dit meestal voldoende ondervangen.
Bij de middelgrote evenementen zullen de benodigde maatregelen om de risico’s te beperken in de vergunningvoorwaarden worden opgenomen.
2.2.3 Brandveiligheid
2.2.4 Constructieve veiligheid
Constructies zoals tribunes, steigerconstructies, e.d. worden vooraf en tijdens het evenement getoetst op constructieve veiligheid.
2.2.5 Vuurwerk
Wanneer bij evenementen theater-, binnenvuurwerk en/of professioneel vuurwerk wordt afgestoken dient rekening te worden gehouden met brand- en veiligheidsvoorschriften.
De provincie is bevoegd gezag voor het afsteken van professioneel vuurwerk en verleent de vergunning. Aan de toestemming voor het tot ontbranding brengen van professioneel vuurwerk zullen door de provincie voorschriften verbonden worden in het belang van de bescherming van mens en milieu.
Voor de gemeente is als lokaal gezag ook een nadrukkelijke rol weggelegd. Door de provincie moet aan de burgemeester, in het kader van openbare orde en veiligheid, een verklaring van geen bezwaar worden gevraagd. Indien GS geen verklaring van geen bezwaar ontvangt, dan kunnen zij geen toestemming afgeven voor het afsteken van professioneel vuurwerk.
2.3 Volksgezondheid
2.4 Verkeerveiligheid en -overlast
2.4.1 Afsluiten van wegen
In verband met de locatie van het evenement wil de organisator soms dat de weg wordt gebruikt en afgesloten. Bij de beslissing tot het al dan niet afsluiten worden de belangen meegewogen van:
- ·
de organisator van een evenement
- ·
de aanwonenden en ondernemers in de betreffende straat en/of gebied.
- ·
de uitstraling van het evenement voor de gemeente en de regio
- ·
bereikbaarheid voor hulpdiensten
- ·
mogelijke alternatieven voor het doorgaand verkeer
Beoordeeld wordt of de verkeersveiligheid en/of doorstroming van het verkeer in het geding is. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in 3 categorieën wegen:
- 1.
Erftoegangswegen: wegen in een verblijfsgebied
- 2.
Gebiedsontsluitingswegen: verkeersaders ter ontsluiting van een gebied
- 3.
Stroomwegen: verkeersaders met een maximum toegestane snelheid van 70/100/120 km/u
Afsluiting van een weg ten behoeve van een evenement kan in elk geval niet plaatsvinden, indien de verkeersveiligheid en/of doorstroming van het verkeer in het geding is, bijvoorbeeld:
- ·
als gevolg van tijdelijke situaties (werk in uitvoering)
- ·
als er geen redelijk alternatief is voor doorgaand verkeer, hulpverleningsdiensten of het openbaar vervoer
Toegespitst op het evenementenbeleid levert dat het volgende beleid op:
- 1.
In de erftoegangswegen levert afsluiting in beginsel geen verkeerstechnische belemmeringen op en kan voor afsluiting in beginsel vergunning worden verleend (waarbij evenwel met alle betrokken belangen rekening wordt gehouden).
- 2.
Voor gebiedsontsluitingswegen wordt in beginsel geen vergunning verleend voor afsluiting in het kader van een evenement. Uitzondering wordt gemaakt voor evenementen, die door hun uitstraling de naam van de stad Groningen regionaal en/of landelijk onder de aandacht brengen, zoals bijvoorbeeld Koninginnedag, Groningens Ontzet (28 aug.), KEI-week, intocht Sint Nicolaas, 4 Mijl van Groningen en de Meikermis. Daarnaast geldt ook een uitzondering voor bestaande evenementen die al sinds jaar en dag op dezelfde locaties worden gehouden, bijvoorbeeld de braderie Nieuwe Ebbingestraat en de braderie Helpman.
- 3.
Stroomwegen binnen de gemeentegrenzen zijn niet in beheer bij de gemeente Groningen, maar bij Rijkswaterstaat of de Provincie Groningen. Ook voor deze wegen wordt in beginsel geen toestemming verleend voor afsluiting in het kader van een evenement. Afsluiting is bij hoge uitzondering mogelijk, indien sprake is van evenementen die door hun uitstraling de naam van de stad Groningen landelijk en/of internationaal onder de aandacht brengen (voorbeeld was de Giro). Toestemming wordt alleen gegeven na overleg tussen de gemeente Groningen en de wegbeheerder Rijkswaterstaat en/of Provincie Groningen.
Voor het afsluiten van wegen is naast een evenementenvergunning een ontheffing nodig op grond van de Wegenverkeerswetgeving.
2.4.2 Verkeersregelaars
De medewerkers die met enige taak of bevoegdheid zijn belast inzake de verkeersregeling op de openbare weg dienen daarvoor voldoende opgeleid en gecertificeerd te zijn.
In de 'Regeling Verkeersregelaars 2009' is bijna alles rondom de bevoegdheid van verkeersregelaars opgenomen. De regeling bevat informatie over de opleiding, de aanstelling, de examinering en de uitrusting van verkeersregelaars. In de vergunning nemen wij een voorwaarde hierover op.
2.4.3 Parkeer- en verkeeroverlast
2.4.4 Verkeersplan en voorschriften
Aan de vergunning worden voorwaarden verbonden die betrekking hebben op afzetting van wegen, tijdelijke verkeersbesluiten, voorzien in en toezicht op parkeergelegenheid, bereikbaarheid van hulpdiensten, voorlichting over verkeersomleidingen, etc.
Bij evenementen waar gebruik wordt gemaakt van de openbare weg wordt de voorwaarde gesteld dat er een 4 meter vrije doorgangsruimte is. Dit om de doorgang van hulpverleningsvoertuigen te garanderen. Obstakels (bijv. kramen en attracties) op de rijbaan moeten zo geplaatst worden dat deze 4 meter vrije doorgangsruimte gewaarborgd wordt.
Verkeersplan
Verkeersveiligheid kan een grond zijn om aan de organisatie een verkeersplan te vragen. Hierin worden de volgende onderwerpen behandeld:
- ·
Hoe de aan- en afvoer van het bezoek zal verlopen;
- ·
Hoe het parkeren van de auto’s en fietsen is geregeld;
- ·
Het (aanvullend) openbaar vervoer;
- ·
Inzetten van verkeersregelaar;
- ·
Stremmingen en omleidingen;
- ·
Het communiceren over verkeersconsequenties;
- ·
Vermelden van mogelijkheden van openbaar vervoer aan bezoekers;
- ·
verstrekken van informatie over parkeervoorzieningen (al dan niet op afstand).
2.5 Voorkomen en beperken van geluidsoverlast
We hebben een levendige stad met aansprekende evenementen. Dat willen we ook zo houden. Naast geluidsnormen worden ook grenzen gesteld aan de eindtijden en het aantal dagen, waarop evenementen met veel geluid mogen plaatsvinden. In het centrum mag er meer en langer dan in de wijken buiten de diepenring, waar meer wordt gewoond. De drukte, de levendigheid van de binnenstad is een kwaliteit. In de binnenstad kan daarom wat meer dan in een woonwijk in de buitenwijken van de stad, waar rust en een goed woonklimaat vooral een kwaliteit zijn.
2.5.1 Eindtijden evenementen
2.5.2 Geluidsnorm overdag
Overdag geldt er ook een geluidsnorm voor evenementen. Deze geluidsnorm is gelijk aan die voor de avond. Over de hoogte van de geluidsnorm zie paragraaf 2.5.3.
Bij evenementen die overdag worden gehouden, is vaker sprake van geluidsoverlast, omdat er tegelijkertijd meer activiteiten plaatsvinden, zoals de markt of de reguliere opening van winkels. Vanuit het aspect van handhaafbaarheid en eenduidigheid vinden we het van belang om dag- en avondnorm gelijk te houden.
2.5.3 Geluidsnorm
2.5.4 Aantal muziekevenementen per jaar
2.5.5 Invoering nieuwe geluidsnorm dB(C)
2.5.6 Langdurige muziekevenementen
2.5.7 Geen besloten feesten in de openbare ruimte
Onder een evenement wordt op grond van de APVG 2009 verstaan: “elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak”. Dit houdt in dat wanneer een feest besloten is, er geen sprake is van een evenement in de zin de APVG 2009.
Onder een besloten feest wordt verstaan een feest waarbij alle
aanwezigen op expliciete uitnodiging van de organisatie aanwezig zijn. Hierbij kan gedacht worden aan een verjaardagsfeest, bruiloft of personeelsfeest. Een evenement dat alleen toegankelijk is na aankoop van een toegangsbewijs valt niet onder de term besloten. Hierop is het evenementenbeleid van toepassing.
Bij een besloten feest in de openbare ruimte merken we dat geluidsoverlast van een besloten feest meer ergernis oproept dan een voor iedereen toegankelijk evenement. Besloten feesten in de openbare ruimte zijn niet toegestaan indien een aanmerkelijke geluidsproductie wordt verwacht. Dit ook weer in de context dat het aantal evenementen in de stad de afgelopen jaren al is gegroeid en we de kans op overlast voor ondernemers en omwonenden willen voorkomen als het om een besloten feest gaat.
2.5.8 Milieuvergunning Drafbaan
De drafbaan in het Stadspark valt onder het regime van de Wet milieubeheer (Wm). Op de
drafbaan rust een milieuvergunning. Geluidsnormen, ook bij evenementen, worden geregeld in deze milieuvergunning. De huidige Wm-vergunning is in 2000 ontwikkeld in verband met het concert van de Rolling Stones. Hoewel we nog steeds vinden dat zulke evenementen in Groningen
georganiseerd moeten kunnen worden, is inmiddels de balans zoek: De huidige vergunning geeft andere evenementen zoveel ruimte, dat Stadjers vaker dan wenselijk is last hebben van geluidshinder als gevolg van evenementen op deze locatie.
Voor evenementen op de drafbaan wordt de milieuvergunning aangepast in de lijn van deze nota. Zo kunnen extra voorwaarden met betrekking tot de geluidsnormen en eind- en rusttijden gelden.
2.5.9 Samenvatting geluidsvoorwaarden
2.6 Programmering, samenloop en variatie
2.6.2 Samenloop en freeriden
2.6.3 Variatie
2.6.4 Evenementen en de warenmarkt
De Grote Markt en Vismarkt zijn aangewezen als marktlocatie. Onder meer vanwege de economische belangen van de marktkooplieden op de Grote Markt/Vismarkt zijn er bestaande regels rond de verplaatsing van de warenmarkt op de Grote Markt ten behoeve van evenementen. Dit is vastgelegd in het Marktreglement Groningen 2010.
Kort gezegd komt het erop neer dat er naast de Mei-en Augustus kermis jaarlijks per marktdag 2 verplaatste markten mogelijk zijn. ‘Verplaatst’ wil zeggen dat de warenmarkt in zijn geheel wijkt voor een evenement. Er moet dan sprake zijn van een evenement met bijzondere uitstraling voor de stad.
Naast de verplaatsingsregels in het Marktreglement hebben we in de marktvisie aangegeven dat voor de Grote Markt een heroriëntatie aan de orde is. Onderdeel daarvan is dat evenementen gelijktijdig met de markt gehouden kunnen worden als de warenmarkt en het evenement elkaar kunnen versterken.
Om in aanmerking te komen voor een vergunning voor het organiseren van een evenement op de Grote Markt, waarvoor de warenmarkt verplaatst moet worden, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- a.
Er is sprake van een grootschalig evenement met een bijzondere uitstraling voor de stad Groningen en/of de omgeving daarvan;
- b.
Er is sprake van een evenement met een kwalitatieve uitstraling;
- c.
Er is sprake van een gevarieerd aanbod van evenementen;
- d.
d. Vast staat dat het evenement niet met de warenmarkt gecombineerd kan worden.
Artikel 2 Marktreglement Groningen
- 1.
De warenmarkten op de Grote Markt en Vismarkt worden verplaatst als in het centrum de Meikermis wordt georganiseerd. De warenmarkt op de Grote Markt wordt verplaatst als in het centrum de Augustuskermis wordt georganiseerd. De verplaatsingen gelden voor de duur van de betreffende kermis inclusief de dagen die nodig zijn voor de op- en afbouw
- 2.
Naast de voorgaande bepaling zijn burgemeester en wethouders bevoegd om de warenmarkt op de Grote Markt per kalenderjaar maximaal twee keer per marktdag te verplaatsen voor een grootschalig evenement.
2.6.5 Afstemming met kerken
2.7 Bijzondere locaties
2.7.1.Bescherming groenvoorziening
2.7.2 Noorderplatsoen
2.7.3 Martinikerkhof
Een ander voorbeeld van een kwetsbare locatie is het Martinikerkhof: een sfeervolle, karakteristieke plek en een stiltegebied. Hier mogen geen evenementen plaats vinden.
2.8 Bijzondere evenementen
2.8.1 Kermis
2.8.2 Circus
2.8.3 Evangelische activiteiten
Evangelisatie-activiteiten in de openbare ruimte van de binnenstad mogen op maximaal 12 dagen per jaar een geluidniveau van maximaal 70 dB(A) produceren tot uiterlijk 21.00 uur; daarbij mogen ze maximaal 1 maal op dezelfde locatie staan; verder mag één aanvrager of belanghebbende maximaal 6 maal een activiteit organiseren. In de buitenwijken mogen ze per locatie op maximaal 6 dagen per jaar een niveau van 70 dB(A) produceren tot 20.00 uur, waarbij maximaal 3 maal dezelfde aanvrager of belanghebbende betrokken mag zijn.
Als bij de activiteiten gebruik gemaakt wordt van geluidsversterking geldt het volgende. Afhankelijk van de geplande activiteit valt dit onder het begrip evenementen (op 1 plek, met voorzieningen) en onder een muziekvergunning, indien ze mobiel zijn. Hoewel deze bijeenkomsten in normaal spraakgebruik niet als ´verrichting van vermaak´ worden beschouwd, heeft de rechter ze toch in een aantal gevallen als een evenement bestempeld.
De positie van deze evangelisatie-activiteiten is bijzonder, omdat hierbij grondrechten een rol spelen: vrijheid van godsdienst en vrijheid van vereniging en vergadering. Er moet derhalve een bijzondere belangenafweging gemaakt worden, die recht doet aan die grondrechten. De gemeente mag wel regels stellen om bijvoorbeeld overlast tegen te gaan, maar mag daarmee niet zover gaan, dat het uitoefenen van de grondrechten illusoir wordt. Aangezien evangelisatie-activiteiten zich niet altijd met andere functies in het centrum verdragen, zoals een terras, en ze verder ook geluidsoverlast kunnen veroorzaken bijvoorbeeld bij versterkte muziek en spraak, zijn dan ook normen opgenomen. De evangelisatie-activiteiten worden niet meegeteld met de 40 dagen, die als maximum gelden voor de binnenstad.
2.9 Aanpak Duurzaamheid en milieuzorg
2.10 Reclame
Reclame evenementen
Reclame evenementen die niets toevoegen aan de kwaliteitsverhoging van een levendige binnenstad zijn niet toegestaan wanneer deze naar verwachting overlast en geluidshinder met zich meebrengen. Indien de activiteit niet onder de definitie “evenement” valt gaan wij handhaven op het onrechtmatig gebruik van gemeentelijk grondeigendom
We signaleren dat sommige organisaties (vaak van bekende merken, zoals frisdrank, auto’s, lingerie) een evenement aanvragen enkel en alleen om hun nieuwe product te promoten. Er is dus sprake van productpromotie verpakt als evenementje, zoals de frisdranktruck die een middag op de Grote Markt staat. Dit is in de binnenstad niet toegestaan. Ook commerciële markten die geen meerwaarde bieden aan het bestaande aanbod van de warenmarkt worden uitgesloten. Deze activiteiten voegen niets toe aan de kwaliteitsverhoging van een levendige binnenstad. Dat veel andere professionele evenementenorganisaties ook commerciële doelen nastreven is begrijpelijk en staat hier los van.
Reclameborden
Neveneffecten van evenementen zijn de reclame-uitingen via affiches, spandoeken en borden. Het evenement mag uiteraard bekend worden gemaakt maar de gemeente voert wel een actief beleid om het doen van reclame-uitingen in de openbare ruimte in goede banen te leiden. Daarnaast ziet ze toe op de uitvoering van de regels hieromtrent en doet ze inspanningen om de overlast in de openbare ruimte te bestrijden. Achterliggende doelstelling is om de leefbaarheid van de openbare ruimte te verbeteren. Organisatoren van evenementen in de openbare ruimte dienen dit beleid in acht te nemen.
In 2008 is de nota reclamebeleid vastgesteld door de gemeenteraad. Regels over het bekendmaken van evenementen kunnen hierin worden gevonden.
3. Organisatie
3.1 Organisatie
Het Centraal Meldpunt Evenementen (CME), onderdeel van de Milieudienst, geeft uitvoering aan het vergunningenbeleid en verleent vergunningen bij evenementen. Aan het verstrekken van een vergunning voor een evenement gaat een zorgvuldige belangenafweging vooraf. Het CME zorgt voor duidelijke voorwaarden waaraan een evenement moet voldoen. En het draagt, op basis van die voorwaarden, zorg voor de beoordeling van de organisatie rond een evenement. Hiertoe is een evenementenoverleg in het leven geroepen waarin adviseurs ieder vanuit zijn eigen discipline en inhoudelijke verantwoordelijkheid advies aan het CME uitbrengen over een vergunningaanvraag. Voor elk evenement wordt advies gevraagd bij adviseurs van Politie, Brandweer, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), RO/EZ (Verkeer en Stadsbeheer) en de MD (Reiniging en Markt). Bij grote evenementen zijn veelal afstemmingsoverleggen nodig.
Voor het evenementenoverleg is een protocol opgesteld waarin de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de deelnemers worden vastgelegd. Tevens staat daarin aangegeven wanneer opschaling zal plaatsvinden.
Het Centraal Meldpunt Evenementen neemt de aanvraagprocedure van A tot Z onder de loep Hierbij past het motto ‘Het CME denkt met u mee’. Een overzicht van veelgestelde vragen, een digitale toelichting op het huidige aanvraagformulier, beschikbaarheid van plattegronden zijn beschikbaar op de website. We ontwikkelen de mogelijkheden om een vergunning digitaal aan te vragen.
Voor organisatoren van grote evenementen is een handboek aanwezig voor grote evenementen. Hierin komen de verschillende aspecten van veiligheid, verkeer en vervoer, openbare orde, brandvoorschriften, gezondheid en overlast aan de orde. Van organisatoren van grote evenementen worden draaiboeken gevraagd waarin zij beschrijven hoe zij met deze aspecten omgaan. Voor aanvragers van een vergunning is in dit handboek duidelijk beschreven aan welke voorwaarden zo’n draaiboek moet voldoen.
3.2 Aanvraagtermijnen evenementen en meldingen
3.2.1 Deregulering
3.2.2 Aanvraagtermijnen en leges
3.3 Aanpak handhaving
In de evenementenvergunning zijn de voorwaarden opgenomen waaronder het evenement gehouden mag worden. In deze paragraaf geven wij aan op welke wijze wij de handhaving aanpakken.
3.3.1 Sanctie- en handhavingsbeleid
3.3.2 Standaardiseren en automatiseren geluidsmetingen
Vanwege de geluidsnorm overdag, de invoering van de nieuwe norm-eenheid dB(C) en de pro-actieve handhaving (onafhankelijk van klachten) zijn er meer geluidsmetingen noodzakelijk.
Standaardiseren
In de evenementenvergunning zal een duidelijk punt worden vastgelegd waarop de geluidsnorm getoetst gaat worden. Dit wordt het beoordelingspunt genoemd. Formeel geldt de geluidsnorm in de late avond- en nachtperiode op slaapkamerhoogte (5 meter) bij de meest nabijgelegen woning.
Om de controlemetingen bij handhaving eenvoudig te houden wordt een hoogte van 1,5 meter aangehouden. Deze beoordelingshoogte heeft praktische voordelen omdat dan met de geluidsmeter in de hand kan worden gemeten. Er hoeft geen hoog statief te worden opgesteld. Het verschil in geluidsniveau tussen 1,5 en 5 meter hoogte is dusdanig gering dat dit niet opweegt tegen het voordeel van een eenvoudig uitvoerbare handhaving.
De geluidsnorm geldt in ieder geval ‘bij een woning’. Hierdoor wordt gegarandeerd dat elke woning beschermd wordt en dat de norm ook bij elke woning rondom het evenement gehandhaafd kan worden. Aanvullend hierop zal ook een norm op een referentiepunt dichter bij de evenementenlocatie worden vastgelegd in de evenementenvergunning. Indien een evenement op grote afstand van een woning plaats vindt zal een referentiepunt in de vergunning worden vastgelegd waarop de geluidsnorm geldt. Hierdoor wordt voorkomen dat er onnodig veel ‘geluidruimte’ wordt vergund. Hierdoor kan met minder metingen volstaan worden. In complexe situaties bijvoorbeeld bij evenementen die op zeer korte afstand van woningen en in smalle straten met veel publiek kan ook een referentieafstand worden vastgelegd in de vergunning.
In afwijking van de Handleiding meten en rekenen industrielawaai (1999) zal niet gekozen worden voor de beoordelingsgrootheid langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr, LT), maar voor het beoordelingsniveau gedurende een kortere periode (LAr, 3 min). Een langdurige meting geeft onderzoekstechnisch gezien altijd het beste resultaat, maar is ook kostbaar. Muziek heeft een sterk wisselend geluidvolume, zodat voor handhaving enige middeling noodzakelijk is.
Door het geluidsniveau te middelen over minimaal 3 minuten wordt een optimum gevonden, waarbij een efficiënte handhaving van de geluidsnormen mogelijk is en een kortstondige verhoging van het geluidsniveau niet onmiddellijk tot een overschrijding van de geluidsnorm leidt.
Op het gemiddelde geluidsniveau LAeq wordt geen bedrijfsduurcorrectie of strafcorrectie vanwege muziekgeluid toegepast. Het gemiddelde geluidsniveau LAeq wordt bepaald over een periode van minimaal 3 minuten. Er geldt geen norm voor het maximale piekniveau Lmax. Bij grote afstanden wordt geen meteocorrectie toegepast. Het gaat om het invallende geluidsniveau op de gevel. Bij een meting voor de gevel dient dus een gevelcorrectie van 3 dB te worden toegepast.
Metingen automatiseren
Om de handhaving van de geluidsnormen te vereenvoudigen en de benodigde personele inzet te beperken hebben wij het voornemen rond evenementenlocaties die veel gebruikt worden zoals de Grote Markt en de Vismarkt vaste geluidsmeetpunten te installeren. Op deze geluidsmeetpunten wordt continue het geluidsniveau gemeten en digitaal opgeslagen. Via een draadloze internetverbinding kunnen de resultaten ook “real-time” op afstand bekeken worden.
4. Bijlagen
4.1 Voorkomende geluidsniveaus bij evenementen
4.2 Hinderbeleving en gezondheidseffecten
4.3 Mogelijkheden om hinder en negatieve gezondheidseffecten te beperken
4.4 Overzicht beleid andere gemeenten
Ondertekening
Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 14 december 2010.
De burgemeester, De secretaris,
dr. J.P. (Peter) Rehwinkel. L.J. (Leo) Bosdijk.
BELEIDSREGEL UITZONDERINGSCRITERIA BIJ DE BELEIDSREGEL ‘FEESTEN IN BALANS II’
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl