Afspraken voor uitwerking en toepassing kwaliteitsverbetering van het landschap (2 december 2015)

Geldend van 16-11-2017 t/m heden

Intitulé

Afspraken voor uitwerking en toepassing kwaliteitsverbetering van het landschap (2 december 2015)

Regeling ‘kwaliteitsverbetering van het landschap’

In 2010 is de regeling ‘Kwaliteitsverbetering van het landschap’ uit de Verordening ruimte (destijds art. 2.2, nu artikel 3.2) in werking getreden. In het RRO van januari 2013 is het afsprakenkader over de toepassing en uitwerking van deze regeling vastgesteld.

In 2014 – 2015 is de regeling geëvalueerd en zijn aanbevelingen opgesteld voor bijstelling van het afsprakenkader. Het bijgestelde afsprakenkader is in het RRO van 2 december 2015 vastgesteld.

Toepassingsbereik

De notitie toepassingsbereik vormt het basisdocument voor het afsprakenkader van de provincie met de gemeenten in de regio Noordoost. Deze notitie bevat de categorie-indeling voor de niet-planmatige ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied en de bijbehorende tegenprestatie. Voor planmatige ontwikkelingen in het buitengebied is art. 3.2. altijd van toepassing.

Deze notitie geeft de minimale inspanning aan die we regionaal hebben afgesproken. Gemeenten hebben alle vrijheid om meer kwaliteitsverbetering te verlangen als ze dat nodig vinden op basis van beleids- of gebiedsambities. Het afsprakenkader is nadrukkelijk geen ruimtelijk afwegingskader. Gemeenten moeten zelf beoordelen of een ontwikkeling ruimtelijk gewenst is. Vervolgens kan aan de hand van het afsprakenkader beoordeeld worden waar de kwaliteitsverbetering minimaal aan moet voldoen.

Afspraak toepassingsbereik:

1. de notitie Toepassingsbereik en met name de verdeling van ruimtelijke ontwikkelingen over de verschillende categorieën is de basis voor het afsprakenkader over toepassingsbereik.

2. bij planmatige (stedelijke) ontwikkelingen is kwaliteitsverbetering altijd van toepassing;

3. bij niet-planmatige ontwikkelingen: tegenprestatie gerelateerd aan impact:

cat. 1 geen impact: geen tegenprestatie

cat. 2 beperkte impact: landschappelijke inpassing

cat. 3 grote impact: berekende kwaliteitsverbetering van het landschap

Kwaliteitsverbetering

Binnen de regio is geen unaniem beeld over de toepassing van de landschappelijke tegenprestatie die geleverd moet worden. Er wordt ingezet op keuzevrijheid voor de afzonderlijke gemeenten.

Afspraak kwaliteitsverbetering:

1. Bij planmatige (stedelijke) ontwikkelingen: storting in een landschapsfonds of bijdrage in natura in landschapsversterkend project.

2. Bij niet-planmatige ontwikkelingen zijn gemeenten zelf verantwoordelijk voor de toepassing: in natura (op of nabij de projectlocatie), financiële bijdrage in landschapsfonds of een combinatie van beide.

3. Bij kwaliteitsverbetering in natura (op of nabij de projectlocatie) bevat het ruimtelijk plan de verantwoording van de kwaliteitsverbetering.

4. De regio kiest niet voor een (sub)regionaal landschapsfonds. Indien gemeenten een grensoverschrijdend landschapsproject willen realiseren, weten zij elkaar te vinden.

Methodiek bij niet-planmatige ‘categorie 3’ ontwikkelingen

De regio vindt het belangrijk dat er ruimte is voor lokaal maatwerk. Uitgangspunt is een methodiek die uitgaat van een forfaitair bedrag op basis van grondwaardevermeerdering (bestemmingswinst).

Afspraak methodiek voor bepaling kwaliteitsverbetering bij ‘categorie 3’ ontwikkelingen:

- berekening van een vorm van forfaitair bedrag gebaseerd op een percentage van de grondwaardeverandering (bestemmingswinst). Dit berekende forfaitair bedrag bepaalt de omvang van de te leveren prestatie;

- gedifferentieerd systeem van functies, inspanningen en (grond)waarden;

- een minimale basisinspanning voor de kwaliteitsverbetering, gemeenten kunnen een hogere inspanning vragen;

- duidelijkheid aan initiatiefnemers bij start planontwikkeling.

Basisinspanning

De notitie Toepassingsbereik is het vertrekpunt voor bepalen van de basisinspanning die bij de verschillende ruimtelijke ontwikkelingen wordt voorgestaan. Voor planmatige (stedelijke) ontwikkelingen wordt aangesloten bij de eerdere afspraken voor rood-voor-groenkoppeling bij stedelijke uitbreidingen en het voorstel uit de handreiking.

Afspraak basisinspanning:

Voor niet-planmatige ontwikkelingen in het buitengebied:

- categorie 1: geen inspanning;

- categorie 2: een goede landschappelijke inpassing op basis van een goedgekeurd landschapsplan en borging van uitvoering en beheer;

- categorie 3: de beschreven forfaitaire methode, waarbij uitgegaan wordt van minimaal 20% van de grondwaardevermeerdering.

Voor planmatige ontwikkelingen in het buitengebied:

- Stedelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied, in zoekgebied voor verstedelijking:

Vaste afdracht per m2, te stellen op 1% van de uitgifteprijs;

- Infrastructuur:

Maatwerk waarbij kwaliteitsverbetering integraal onderdeel is van de gebiedsontwikkeling;

- Overige (planmatige) ontwikkelingen zoals windturbines, reclamemasten, zendmasten voor telecommunicatie:

Maatwerk aanpak.

Maatregelen kwaliteitsverbetering landschap

In de evaluatie kwam onduidelijkheid over de maatregelen en kosten die kunnen worden ingebracht voor kwaliteitsverbetering van het landschap naar voren. Om de aanpak voor kwaliteitsverbetering binnen de regio gelijk te schakelen zijn de richtlijnen hieronder kort samengevat.

Fysieke maatregelen:

Op basis van de regeling voor kwaliteitsverbetering landschap uit de Verordening ruimte is voorwaarde dat de kwaliteitsverbetering moet resulteren in fysieke en zichtbare verbetering van het landschap. Investeringen die geen fysieke kwaliteitsverbetering voor het landschap opleveren, zoals milieumaatregelen in de vorm van (asbest)sanering, duurzaamheid en dierenwelzijn, afschrijving economische boekwaarde en aanbrengen van functioneel groen op erf, vallen niet onder het toepassingsbereik van kwaliteitsverbetering landschap.

Richtlijn inbreng kosten kwaliteitsverbetering landschap:

Inrichting- en beheerkosten voor aanleg of herstel van natuur- en landschapselementen baseren/ relateren aan gegevens (prijzen, minimale oppervlakten, soorten) die beschikbaar zijn vanuit STIKA dan wel andere gestandaardiseerde normbedragen voor maatregelen.

Ruimtelijk kwaliteitsbeleid

Bij de gemeenten in de regio Noordoost is voldoende beleidskader voor de beoordeling en sturing van ruimtelijke ontwikkelingen en de daarmee verbonden kwaliteitsverbetering van het landschap. Dit betekent dat gemeenten in de regio beschikken over:

  • 1.

    een structuurvisie of voornemens zijn deze op te stellen/ te actualiseren;

  • 2.

    een actueel beleidskader en/ of parate gebiedskennis om de inrichtingsvoorstellen voor kwaliteitsverbetering te beoordelen en aan te sturen.

  • 3.

    een ambitiekaart met regionale landschapsopgaven voor investering in (sub)regionale landschapsversterkende projecten. 

Afspraak ruimtelijk kwaliteitsbeleid:

1. Gemeenten dragen zelf zorg voor het benodigde ruimtelijk kwaliteitskader.

2. Gemeenten hebben regierol voor kwaliteitsverbetering van het landschap.

Verantwoording en monitoring

In de Verordening Ruimte is opgenomen dat van de kwaliteitsverbetering die is verzekerd via een financiële bijdrage in een landschapsfonds regelmatig verslag moet worden gedaan in het regionaal ruimtelijk overleg. Voor de kwaliteitsverbetering via een bestemmingsplan zijn geen nadere vereiste voor de verantwoording opgenomen. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de uitvoering en handhaving van de kwaliteitsverbetering.

Afspraak verantwoording en monitoring:

1. Regelmatig wordt in het kader van de Monitor Verordening ruimte verslag gedaan van de financiële bijdrage aan en besteding van het landschapsfonds voor kwaliteitsverbetering van het landschap.

2. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de uitvoering en de handhaving van de kwaliteitsverbetering.

3. Initiatieven om kennis en kunde over kwaliteitsverbetering te delen, worden in principe door regio /provincie ondersteund.

Bijlage: Categorie-indeling niet-planmatige ontwikkelingen uit de notitie Toepassingsbereik

Categorie 1; geen inpassing of tegenprestatie

Tot deze categorie behoren in ieder geval de volgende concreet benoemde ontwikkelingen:

  • -

    vergroten inhoud van een burgerwoning tot 750 m3; 

  • -

    vergroten inhoud van een bedrijfswoning tot 750 m3;

  • -

    vergroten aantal m2 bijgebouwen bij woning tot 100 m2 in totaal;

  • -

    realisatie Ruimte voor ruimte woning(en);

  • -

    ontwikkeling ter realisatie van EHS compensatie;

  • -

    wijzigen bestemming naar Bos/Natuur en treffen bestemmingsregeling/aanleg voorzieningen die een fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden tot gevolg hebben;

  • -

    vestiging van of de splitsing in meerdere wooneenheden in monumentale/ karakteristieke/cultuurhistorisch waardevolle bebouwing;

  • -

    uitbreiding bestemmingsvlak wonen tot 1500 m2;

  • -

    herbouw woning binnen geldend bestemmingsvlak;

  • -

    wijziging bestemming agrarisch bedrijf (inclusief agrarisch verwant en agrarisch-technisch hulpbedrijf) of niet-agrarisch bedrijf met een omvang van minimaal 1 ha, in bestemming wonen mits het bestemmingsvlak wordt verkleind tot maximaal 1500m2, overtollige voormalige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt en maximaal 200m2 aan bijgebouwen/ voormalige bedrijfsbebouwing resteert;

  • -

    bed & breakfast en kleinschalige recreatieve nevenactiviteiten in/bij (bedrijfs)woning binnen vigerende bouwregeling (oppervlakte bijgebouwen) en binnen geldend bestemmingsvlak wonen of niet-agrarisch bedrijf tot een maximum van 200 m2;

  • -

    nevenactiviteiten en verbrede landbouwactiviteiten bij een agrarisch bedrijf of Wonen-VAB binnen bestaande bebouwingsmogelijkheden tot een maximum van 200 m2;

  • -

    aan huis gebonden beroep/bedrijf in/bij woning binnen geldende bouwregeling (oppervlakte bijgebouwen);

  • -

    ontheffing mantelzorg in/bij woning binnen geldende bouwregeling (oppervlakte bijgebouwen);

  • -

    ontheffing tijdelijke huisvesting seizoenarbeiders binnen geldende, bestaande bebouwing (dit mag niet leiden tot het ontstaan van een zelfstandige woonruimte);

  • -

    huisvesting reclasseringsjongeren op (agrarisch) bedrijf binnen geldende, bestaande bebouwing;

  • -

    toestaan tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen;

  • -

    verkoop van op het eigen (agrarisch) bedrijf vervaardigde producten (inclusief de verkoop van streekeigen producten) tot een maximum van 200 m2 binnen geldende bouwregeling bedrijfsbebouwing;

  • -

    omzetten van vrijkomende agrarische bedrijfswoning naar plattelandswoning;

  • -

    bouw van ooievaarsnesten;

  • -

    toestaan Bosman-molens tot 5 m.

Voor het overige behoren tot deze categorie:

  • -

    ontwikkelingen onder toepassing van de directe bouwmogelijkheden/bouwregels en gebruiksregels van een geldend bestemmingsplan;

  • -

    binnenplanse 10%-afwijking: kleine afwijkingen ten behoeve van hoogte en situering.

Tenzij de ontwikkeling concreet benoemd wordt in een andere categorie.

In het voormalige provinciale ruimtelijke beleid (Streekplan, Paraplunota ruimtelijke ordening) waren de hiervoor genoemde oppervlakte- en inhoudsmaten opgenomen als gangbare bovenmaten tot waar gemeenten de

mogelijkheid kregen deze ruimtelijke ontwikkelingen te faciliteren. Het zou niet juist zijn voor deze mogelijkheden nu opeens een extra inspanning te eisen.

Categorie 2; landschappelijke inpassing

Tot deze categorie behoren in ieder geval de volgende concreet benoemde ontwikkelingen:

  • -

    minicampings met kleinschalige kampeergelegenheden tot een maximum van 25 mobiele kampeermiddelen;

  • -

    bed & breakfast en kleinschalige recreatieve nevenactiviteiten in/bij (bedrijfs)woning binnen vigerende bouwregeling (oppervlakte bijgebouwen) en binnen geldend bestemmingsvlak wonen of niet agrarisch bedrijf vanaf een oppervlakte van 200 m2;

  • -

    nevenactiviteiten en verbrede landbouwactiviteiten bij een agrarisch bedrijf binnen bestaande bebouwingsmogelijkheden vanaf 200 m2;

  • -

    vormverandering van een agrarisch bouwvlak of een bestemmingsvlak;

  • -

    paardenbakken aansluitend aan het bouwvlak;

  • -

    omschakeling van agrarische bedrijfsvoering (grondgebonden, intensief, overig niet-grondgebonden) zonder vergroting van het bouwvlak;

  • -

    voor zover de locatie is gelegen in het agrarisch gebied, als bedoeld in de Verordening ruimte: vergroten agrarisch bouwvlak tot 1,5 ha, of vergroting met differentiatievlak van maximaal 0,5 ha specifiek ten behoeve van opslag van ruwvoer;

  • -

    voor zover de locatie is gelegen in de groenblauwe mantel, als bedoeld in de Verordening ruimte: vergroten agrarisch bouwvlak tot 1 ha, of vergroting met differentiatievlak van maximaal 0,5 ha specifiek ten behoeve van opslag van ruwvoer;.

  • -

    Wijziging bestemming agrarisch bedrijf (inclusief agrarisch verwant en agrarisch-technisch hulpbedrijf) of niet-agrarisch bedrijf in bestemming wonen of wonen met VAB aanduiding, mits het bestemmingsvlak wordt verkleind tot maximaal 5000m2, overtollige voormalige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt en maximaal 500m2 voormalige bedrijfsbebouwing resteert.  

    Bovenstaande opsomming is niet limitatief. Mits voorzien van een goede onderbouwing hiervan, kunnen ook andere ontwikkelingen tot deze categorie worden beschouwd.

    Voor het overige behoren tot deze categorie alle ontwikkelingen welke mogelijk worden gemaakt via de (binnenplanse) afwijkingsbevoegdheid, tenzij de ontwikkeling concreet benoemd wordt in een andere categorie. Tevens kan in het bestemmingsplan bepaald worden dat een specifieke afwijking wel als categorie 3 behandeld moet worden.

Categorie 3; berekende kwaliteitsverbetering van het landschap

Tot deze categorie behoren alle ruimtelijke ontwikkelingen die niet onder categorie 1 of categorie 2 vallen; dit betreft onder andere de volgende ontwikkelingen:

  • -

    omschakeling zonder vergroting van het bouwvlak, van agrarisch bouwvlak of Wonen-vab naar Bedrijf, Recreatie, Agrarisch gerelateerd etc;

  • -

    uitbreiding bestemmingsvlak Bedrijf, Wonen (>1500 m2), Horeca, Recreatie etc.;

  • -

    vergroten aantal m2 bebouwing binnen Bedrijf, Recreatie, Horeca etc.;

  • -

    vergroten inhoud van een (agrarische) Bedrijfswoning boven 750 m3;

  • -

    vergroten inhoud van een burgerwoning boven 750m3;

  • -

    omschakelen van een niet agrarische bestemming met bouwvlak naar agrarisch grondgebonden of niet-grondgebonden;

  • -

    vergroten aantal m2 bijgebouwen bij een woning groter dan 100 m2;

  • -

    nieuwbouw (eerste) bedrijfswoning. 

    Voor het overige behoren tot deze categorie alle ontwikkelingen welke mogelijk worden gemaakt via een wijzigingsplan of een bestemmingsplanherziening, tenzij de ontwikkeling concreet benoemd wordt in een andere categorie.

      

    Notie mbt woningen via art. 8.2 / art. 9.2 Vr

    Het realiseren van een woning op basis van artikel 8.2 en artikel 9.2 uit de Verordening ruimte, kwaliteitsverbetering in bebouwingsconcentraties binnen zoekgebied verstedelijking, is slechts toegestaan bij een kwaliteitsverbetering die gelijkwaardig is met de aanschaf van een ruimte-voor-ruimte titel. De benodigde kwaliteitsverbetering kan op basis van de Verordening ruimte niet worden gebaseerd op een berekening van 20% van de bestemmingswinst.

Bijlage: Specifieke voorwaarden gemeente Haaren

Sloopverplichting

Op het moment dat de ontwikkeling betrekking heeft op het (her)bouwen en/of gebruiken van meer dan 200m2 gebouwen (uitgezonderd woningen) voor niet agrarische activiteiten dan dient (een gedeelte van) de berekende investering betrekking te hebben op het slopen van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing. Dit kan door in het plangebied zelf bebouwing te slopen (Sloop van bebouwing waarvoor vergoeding van de sloop plaatsvindt of heeft plaatsgevonden op andere wijze (bijv. via ruimte voor ruimte of de gemeentelijke regeling voor vergoeding van sloop) kan niet worden ingezet als investering in kwaliteitsverbetering van het landschap voor deze regeling.) of door een bijdrage te storten in het sloopfonds (de bestemmingsreserve Sloop vrijkomende agrarische bebouwing).

Deze sloopverplichting geldt niet indien er sprake is van bestaande (Bouwwerk zoals dat of die rechtens bestaat of mag bestaan op 22 mei 2014 (het tijdstip van ter inzagelegging van het ontwerp van ‘correctieve herziening bestemmingsplan Buitengebied) bebouwing die gebruikt wordt voor statische opslag indien hierbij geborgd is dat er geen herbouw van deze gebouwen en buitenopslag kan plaatsvinden.

Voor het bepalen van de te slopen bebouwing/bijdrage in het sloopfonds gelden de volgende regels:

  • 1.

    Iedere m2 bebouwing die aanvullend op 200m2 gebouwd, herbouwd of in gebruik wordt genomen als bijgebouw of bedrijfsgebouw moet gepaard gaan met sloop van vrijkomende agrarische bebouwing. Hierbij geldt dat:

    • a.

      indien er sprake is van het hergebruiken van vrijkomende agrarische bebouwing er per m2 die hergebruikt wordt ook 1m2 voormalige agrarische bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt.

    • b.

      Indien er sprake is van herbouw dan dient aanvullend op de bebouwing die wordt gesloopt en vervangen per m2 nieuwe bebouwing hierop aanvullend nog 1m2 vrijkomende agrarische bebouwing extra te worden gesloopt.

    • c.

      Indien er geen sprake is van herbouw of hergebruik maar van uitbreiding van het oppervlakte aan bijgebouwen/ bedrijfsgebouwen dan dient iedere m2 nieuwe bebouwing gepaard te gaan met de sloop van 2m2 voormalige agrarische bebouwing.

  • 2.

    Indien de sloop niet mogelijk is in het plangebied zelf dan kan er ook een bijdrage worden gestort in het sloopfonds. Deze bijdrage bedraagt € 20,- per m2 meter te slopen bebouwing.

  • 3.

    De uitvoering van de sloopverplichting wordt juridisch geborgd in een overeenkomst en wanneer noodzakelijk ook in het bestemmingsplan.

  • 4.

    Het is mogelijk de verplichte investering in sloop gefaseerd uit te voeren en/of de verplichte bijdrage in het sloopfonds in termijnen te betalen met een maximum termijn van vijf jaar (Bijvoorbeeld door een tijdelijke omgevingsvergunning van maximaal 5 jaar met afspraken over de sloopverplichting, of voorwaarden in het bestemmingsplan en een overeenkomst.)

Normbedragen voor de berekende kwaliteitsverbetering van het landschap

Het bepalen van de grondwaardevermeerdering en de waarde van de investering is mogelijk door gebruik te maken van de normbedragen zoals genoemd in Tabel 1 normbedragen niet-planmatige ruimtelijke ontwikkelingen en  in tabel 2 normbedragen kosten investeringen kwaliteitsverbetering van het landschap. 

Ondergrond/object

Waarde

Agrarische grond met waarden (landschaps- en/of natuur) in het geldend bestemmingsplan

€ 5,- per m2

Agrarische grond zonder de aanvulling landschaps- en/of natuurwaarden in het geldend bestemmingsplan

€ 10.- per m2

Agrarisch bouwvlak

€25,- per m2

Agrarische bebouwing

€25,- per m2

Differentiatievlak voor permanente teeltondersteunende voorzieningen (uitgezonderd teeltondersteunende kassen), sleufsilo’s, kuilvloerplaten, mestzakken, waterbassins en andere voorzieningen geen gebouwen zijnde.

€ 17,50 per m2

Inhoud woning vergroten boven 750 m3

€ 250,- per m3

Bijgebouwen bij (bedrijfs)woning bij oppervlakte groter dan 100 m2

€ 250,- per m2

Bestemmingsvlak wonen

€ 200,- per m2

Bestemmingsvlak: gemengd(-2) of bedrijf indien hierbinnen uitsluitend statische opslag is toegestaan zonder mogelijkheden nieuwbouw/herbouw van  bedrijfsbebouwing en waar geen buitenopslag is toegestaan

€ 25,- per m2

Bestemmingsvlak gemengd, bedrijf, horeca, maatschappelijk, sport- en leisure, recreatie en andere hieraan gelijk te stellen (bedrijfsmatige)bestemmingen

€ 65,- per m2

Niet agrarische bedrijfsbebouwing

€ 65,- per m2

Bestemming natuur, bos of hieraan gelijk te stellen mits de grond ongeschikt wordt om agrarisch te gebruiken.

€ 1,- per m2

Tabel 1 Normbedragen niet-planmatige ruimtelijke ontwikkelingen

(De bedragen in deze tabel zijn waar mogelijk gebaseerd op de handreiking kwaliteitsverbetering van het landschap van de provincie Noord-Brabant. Voor het overige is een inschatting gemaakt op basis van eerdere uitgewerkte plannen voor kwaliteitsverbetering van het landschap.)

 

Kosten aanleg

Kosten beheer10 jaar

Slopen kassen (volledige verwijdering)

€ 7,- per m2

 

Slopen veestallen

€ 25,- per m2

 

Verwijderen verharding

€ 5,- per m2

 

Planten hoogstamfruitbomen (diameter > 20 cm)

€ 70,- per stuk

Hoogstamfruitboom diameter stam < 20 cm € 53,40 per boomHoogstamfruitboom diameter stam > 20 cm € 158,60 per boom

Aanplant bosplantsoen; conventioneel geteeld en nl-herkomst

€ 1,58 per stuk

Hakhoutsingel € 115,90 per are Bossingel € 71,90 per areElzensingel € 5,60 per meterHakhoutbosje € 47,10 per are Griendje € 175,30 per areKlein bosje € 28,80 per are Struweelhaag 6 jaar € 7,30 per meter Struweelhaag 12 jaar € 4,50 per meter Knip- en scheerheg € 11,70 per meter

Aanplant laanbomen

€ 60,62 per stuk

Landschapsboom diameter stam< 20 cm € 33,40 per boomLandschapsboom diameter stam >20 cm-60 cm € 55,40 per boomLandschapsboom diamter stam > 60 cm € 97,00 per boomKnotboom diameter stam < 30 cm € 26,80 per boomKnotboom diameter stam 30-60 cm € 73,80 per boomKnotboom Diameter stam > 60 cm € 97,20 per boom

Aanplant knotwilgenstek

€ 10,88 per stuk

Knotboom diameter stam < 30 cm € 26,80 per boomKnotboom diameter stam 30-60 cm € 73,80 per boomKnotboom Diameter stam > 60 cm € 97,20 per boom

Plaatsen veeraster; palen op 4 meter afstand en 2 puntdraden

€ 4,56 per meter

 

Plaatsen elektrisch veeraster; palen op 10 meter afstand en 2 draden

€ 3,74 per meter

 

Plaatsen schapenraster; palen op 3 meter en zwaar gelijkmatig ursusgaas van 100 cm hoogte

€ 9,13 per meter

 

Plaatsen boomkorf; type schaap

€ 19,28 per stuk

 

Plaatsen boomkorf; type rund

€ 50,72 per stuk

 

Ontgraven poel/natuuroever en verwerken vrijkomende grond

€ 5,40 per m3

Amfibieënpoel opp. 100-300m2 € 430,09 per poelAmfibieënpoel opp. >300m2 € 611,90 per poelWeidevogelpoel opp. 500-1000m2 € 836,00 per poelWeidevogelpoel > 1000m2 € 1361,70 per poelNatuuroever riet € 84,20 per areNatuuroever nat grasland € 120,90 per are

Aanleg bloemrijke rand, kruidenrijke zoom en graslandflora- en fauna (inclusief aankoop zaadmengsel)

€ 16,25 per are

Bloemrijke rand € 84,20 per areKruidenrijke zoom € 147,10 per areGraslandflora en –faunarand € 92,00 per are

Aanleg akkerflora- en faunarand (inclusief aankoop zaadmengsels)

€ 18,60 per are

Akkerflora en –faunarand € 139,50 per are

Aanleg wandelpad (graspad langs akkerrand/weiland inclusief aankoop graszaad)

€ 18,60 per are

Wandelpad over boerenland € 8,20 per meterOnverharde weg met bloemrijke bermen € 10,90 per meter zandwegOnverharde weg met bomen € 32,50 per meter zandweg

Voorzieningen wandelpaden zoals slagboom. Bruggetje, poortje, bebording e.d.

Werkelijke kosten

 

Tabel 2 Normbedragen kosten investeringen kwaliteitsverbetering van het landschap (De bedragen in deze tabel zijn waar mogelijk gebaseerd op de handreiking kwaliteitsverbetering van het landschap van de provincie Noord-Brabant en op Vergoedingsystematiek en –grondslagen, behorende bij Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant (Tarieven 2010). Voor het overige is een inschatting gemaakt op basis van eerdere uitgewerkte plannen voor kwaliteitsverbetering van het landschap.)

Deze tabellen zijn geen limitatieve opsomming en bevatten uitsluitend een normbedrag voor de meest gangbare ontwikkelingen. Voor zaken die ontbreken, maakt de gemeente op basis van een gemotiveerd verzoek per afzonderlijk geval een reële inschatting van de grondwaarde, aanleg- en beheerkosten. Daarnaast kan het in de praktijk voorkomen dat een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling op een specifieke locatie een andere waarde vertegenwoordigt of dat een investering andere kosten met zich mee brengt dan is opgenomen als normbedrag. In deze gevallen kan afgeweken worden van de genoemde normbedragen, mits deze afwijking naar het oordeel van gemeente en provincie voldoende is onderbouwd (Bijvoorbeeld met een actuele taxatie van een erkend taxateur).

Landschapsfonds

Indien het niet mogelijk/wenselijk is de prestatie in of nabij de projectlocatie te laten plaatsvinden is het mogelijk deze bijdrage te storten in de bestemmingsreserve Kwaliteitsverbetering van het landschap. De besteding van dit budget is vastgelegd in de structuurvisie. De gemeenteraad is bevoegd hiervan af te wijken en te investeren in andere projecten gericht op kwaliteitsverbetering van het landschap.

Sloopfonds

Voor de projecten die betrekking hebben op het bouwen en/of gebruiken van gebouwen (niet zijnde woningen) voor niet agrarische activiteiten dan dient (een gedeelte van) de berekende investering betrekking te hebben op het slopen van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing. Dit kan door een bijdrage te storten in de bestemmingsreserve Sloop vrijkomende agrarische bebouwing (sloopfonds). De financiële middelen uit dit sloopfonds worden ingezet als vergoeding voor sloop van vrijkomende agrarische bebouwing en op die manier geïnvesteerd in kwaliteitsverbetering van het landschap. De inzet van deze bestemmingsreserve wordt regelmatig geëvalueerd. Blijkt uit de evaluatie dat er een overschot aan middelen is in deze bestemmingsreserve dan vindt er een overheveling plaats naar de bestemmingsreserve Kwaliteitsverbetering landschap. Dit om te borgen dat de noodzakelijke investering in kwaliteitsverbetering van het landschap altijd plaatsvindt.