Regeling vervallen per 13-02-2020

Verordening Welzijnsfonds Haaren 2018

Geldend van 07-02-2018 t/m 12-02-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Verordening Welzijnsfonds Haaren 2018

De raad van de gemeente Haaren;

in zijn vergadering van 25 januari 2018;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 december 2017;

gelet op de behandeling in het raadsplein van 11 januari 2018;

BESLUIT:

1. De huidige Verordening Welzijnsfonds in te trekken na vast stelling van de Verordening Welzijnsfonds 2018.

2. De Verordening Welzijnsfonds 2018 met terugwerkende kracht per 1 januari 2018 vast te stellen, waarbij artikel 3 (doelgroep) als volgt wordt vastgesteld:

/. Om voor een bijdrage in aanmerking te komen moet de aanvrager op de dag van de aanvraag:

a. ingeschreven staan in de Basisregistratie personen (BRP) van de gemeente, en

b. op de peilmaand een inkomen hebben dat gelijk is aan of minder dan 120% van de voor hem toepasselijke bijstandsnorm zoals bedoeld in Hoofdstuk 3, paragraaf 3.2. van de wet, en

c. op de peildatum een bedrag aan vermogen hebben dat ligt beneden de vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 van de wet.

2. In afwijking van het bepaalde in lid1 komt de aanvrager eveneens in aanmerking voor een bijdrage als er voldaan wordt aan het gestelde in lid 1, onder a, en één van de hieronder genoemde punten op hem van toepassing is:

a. Aanvrager heeft zich aangemeld voor schulddienstverlening;

b. Aanvrager beschikt niet over het Vrij Te Laten Bedrag, volgens de Recofa berekening door:

1. loonbeslag;

2. verrekening huur- en zorgtoeslag;

3. inzet van zijn maximale afloscapaciteit ten behoeve van schuldeisers;

4. specifieke omstandigheden door schulddienstverlener omschreven;

c. Aanvrager is een minnelijke of wettelijke schuldregeling aangegaan.

Artikel 7 wordt toegevoegd:

Artikel 7 Toepasselijke kostensoorten

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vast te stellen voor welke kostensoorten een bijdrage op grond van deze verordening wordt verstrekt.

de artikelen 7 tot en met 12 worden vernummerd naar naar 8 tot en met 13. en artikel 10 (terugvordering), onder d als volgt wordt vastgesteld:

Het horen van belanghebbende kan achterwege worden gelaten indien:

- de vereiste spoed zich daartegen verzet;

- de belanghebbende al eerder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen en zich sindsdien geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan; - er sprake is van zeer ernstige gedragingen als bedoeld in artikel 14 van de Verordening Handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015.

en artikel 12 (inwerkingtreding en citeertitel), derde lid als volgt wordt vastgesteld:

De Verordening Welzijnsfonds gemeente Haaren 2015 wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding als bedoeld in het eerste lid.

Verordening Welzijnsfonds Haaren 2018

De raad van de gemeente Haaren

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Haaren

gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet

besluit:

vast te stellen de volgende: Verordening Welzijnsfonds Haaren

Artikel 1 Begrippen

1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) of de Gemeentewet.

2. In deze verordening wordt verstaan onder:

a. aanvrager: de in de gemeente Haaren Woonachtig persoon, ouder dan 18 jaar, die staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen, die ten behoeve van zichzelf en zijn/haar gezinsleden en ten laste komende kinderen vanaf 3 jaar een bijdrage in de uitgaven/kosten op grond van deze verordening verzoekt;

b. wet: de Participatiewet;

c. college: het college van burgemeester en wethouders.

d. Peilmaand: de maand januari van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft

e. Peildatum: de eerste januari van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 2 Doelstelling

Deze verordening heeft tot doel aan inwoners die een inkomen hebben tot maximaal 120% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm een bijdrage te verstrekken voor sociaal-culturele, educatieve, sportieve en maatschappelijke activiteiten, voor henzelf en hun eventuele kinderen om zodoende de participatie aan de samenleving te bevorderen.

Artikel 3 Doelgroep

1. Om voor een bijdrage in aanmerking te komen moet de aanvrager op de dag van de aanvraag:

a. ingeschreven staan in de Basisregistratie personen (BRP) van de gemeente, en

b. op de peilmaand een inkomen hebben dat gelijk is aan of minder dan 120% van de voor hem toepasselijke bijstandsnorm zoals bedoeld in Hoofdstuk 3, paragraaf 3.2. van de wet, en

c. op de peildatum een bedrag aan vermogen hebben dat ligt beneden de vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 van de wet.

2. In afwijking van het bepaalde in lid1 komt de aanvrager eveneens in aanmerking voor een bijdrage als er voldaan wordt aan het gestelde in lid 1, onder a, en één van de hieronder genoemde punten op hem van toepassing is:

a. Aanvrager heeft zich aangemeld voor schulddienstverlening;

b. Aanvrager beschikt niet over het Vrij Te Laten Bedrag, volgens de Recofa berekening door:

1. loonbeslag;

2. verrekening huur- en zorgtoeslag;

3. inzet van zijn maximale afloscapaciteit ten behoeve van schuldeisers;

4. specifieke omstandigheden door schulddienstverlener omschreven;

c. Aanvrager is een minnelijke of wettelijke schuldregeling aangegaan.

Artikel 4 Hoogte bijdrage

a. De bijdrage bedraagt in 2018 € 187,- per gezinslid dat ouder is dan 18 jaar per kalenderjaar.

b. De bijdrage voor een gezinslid dat 3 jaar en ouder is en jonger is dan 18 jaar bedraagt € 287,--.

c. De bijdrage is overdraagbaar aan een ander rechthebbend lid van het huishouden dat behoort tot dezelfde leeftijdsgroep.

d. Voor kinderen tot en met 2 jaar wordt geen bijdrage verstrekt.

Artikel 5 Aanpassing bedragen

De bijdrage per gezinslid bedoeld in artikel 5 sub a wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro's.

De bijdrage voor een gezinslid bedoeld in artikel 5 sub b is € 100 hoger dan de bijdrage bedoeld in artikel 5 sub a.

Artikel 6 De aanvraag

a. De aanvraag om een bijdrage moet worden ingediend op een daartoe bestemd aanvraagformulier, onder overlegging van de benodigde bewijsstukken, en kan, indien dit naar het oordeel van het college doelmatiger is, ambtshalve worden opgemaakt of op een hiervoor door het college vastgestelde werkwijze.

b. zodra een klant op de peildatum recht heeft op een uitkering levensonderhoud in het kader van de Participatiewet zal er een ambtshalve tegemoetkoming worden toegekend voor het Welzijnsfonds.

c. Zodra een inwoner na 1 januari instroomt als klant die recht heeft op een uitkering levensonderhoud in het kader van de Participatiewet kan afgeweken worden van de peildatum en kan er een tegemoetkoming naar rato voor het resterende kalenderjaar worden toegekend voor het Welzijnsfonds.

d. De bijdrage dient te worden aangevraagd uiterlijk 10 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de kosten zijn gemaakt.

Artikel 7 Toepasselijke kostensoorten

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vast te stellen voor welke kostensoorten een bijdrage op grond van deze verordening wordt verstrekt.

Artikel 8 Verificatie

De persoon aan wie een bijdrage is verstrekt, evenals de ouder/gemachtigde van een kind aan wie een bijdrage is verstrekt, moet met bewijsstukken kunnen aantonen dat hij de kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. De controle zal achteraf steekproefsgewijs plaatsvinden. De controle vindt plaats tot uiterlijk 18 maanden na het besluit.

Artikel 9 Uitbetaling

De bijdrage op grond van deze regeling wordt na beoordeling aanvraag, dan wel ambtshalve toekenning vooraf in zijn geheel uitgekeerd.

Het college kan beslissen om in uitzonderlijke situaties hiervan af te wijken en over te gaan tot uitbetaling op declaratiebasis of gespreid over het jaar.

Artikel 10 Terugvordering

a. Indien de aanvrager onjuiste inlichtingen heeft verstrekt op basis waarvan aan hem ten onrechte de bijdrage is toegekend of indien aanvrager desgevraagd de bewijsstukken niet overlegt waaruit blijkt dat hij de kosten waarvoor de bijdrage werd verstrekt, daadwerkelijk heeft gemaakt, of wanneer een onverschuldigde betaling aan hem is gedaan, vordert het college de kosten van de bijdrage geheel of gedeeltelijk terug.

b. Bij de beoordeling van de hoogte van het terug te vorderen bedrag, als bedoeld in het eerste lid, houdt het college rekening met de ernst van het feit, de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager.

c. Alvorens tot terugvordering over te gaan, wordt de belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen.

d. Het horen van belanghebbende kan achterwege worden gelaten indien:

- de vereiste spoed zich daartegen verzet;

- de belanghebbende al eerder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te

brengen en zich sindsdien geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan;

- er sprake is van zeer ernstige gedragingen als bedoeld in artikel 14 van de Verordening Handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015.

e. Terugvordering van de kosten als bedoeld in het eerste lid van dit artikel vindt eerst plaats nadat het college de eerder toegekende bijdrage bij een zelfstandig besluit heeft ingetrokken. Het college vordert bij zelfstandig besluit vervolgens de bijdrage terug op grond van het bepaalde in titel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 11 Hardheidsclausle

Door of namens het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen in deze verordening, indien van toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.

Artikel 12 Uitvoering

Het college kan ten behoeve van de uitvoering en controle nadere regels vaststellen.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Welzijnsfonds Haaren 2018.

3. De Verordening Welzijnsfonds gemeente Haaren 2015 wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding als bedoeld in het eerste lid.

Ondertekening

Eric Dammingh

Griffier

Jeannette Zwijnenburg - van der Vliet

Voorzitter