Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang Voorschoolse educatie gemeente Haarlem 2019

Geldend van 02-04-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang Voorschoolse educatie gemeente Haarlem 2019

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlem, gelet op artikel 3, van de Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem,

overwegende dat het noodzakelijk is om regels te stellen voor de kwaliteit van en de tegemoetkoming in de kosten van VVE-peuteropvang;

teneinde te bereiken dat peuters gelijke ontwikkelkansen geboden krijgen door het verbeteren van de kwaliteit, het bereik en de toegankelijkheid van VVE-peuteropvang in peuterspeelzalen in de gemeente;

gelet op het raadsbesluit d.d. 28 september 2017 betreffende de harmonisatie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang in de gemeente Haarlem;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

“Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang Voorschoolse educatie gemeente Haarlem 2019”

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: houder die een aanvraag indient voor een van de subsidies uit deze regeling;

  • b.

    ASV: de algemene subsidieverordening Gemeente Haarlem ingaande 29 december 2016;

  • c.

    wet: Wet kinderopvang;

  • d.

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie;

  • e.

    peuteropvang: kortdurende opvang ter voorbereiding op het basisonderwijs voor peuters van 2 tot 4 jaar zonder VVE-indicatie;

  • f.

    VVE-peuteropvang: kortdurende opvang met voorschoolse educatie ter voorbereiding op het basisonderwijs voor peuters van 2 tot 4 jaar.

  • g.

    voorschoolse educatie: kortdurende opvang aan peuters van 2 tot 4 jaar met een VVE-indicatie gedurende 10,5 uur per week;

  • h.

    VVE-indicatie: indicatie afgegeven door de Jeugd Gezondheid Zorg (JGZ) op basis van de Haarlemse VVE-doelgroepdefinitie, zoals vastgelegd in ‘Subsidie- en Kwaliteitskader VVE Haarlem 2019’, waaruit blijkt dat het kind dat deze indicatie krijgt gebaat is bij en recht heeft op voorschoolse educatie;

  • i.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem;

  • j.

    doelgroepkinderen: kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar die wonen in de gemeente Haarlem met een risico op (taal)(ontwikkelings)achterstand, vastgesteld met een VVE-indicatie;

  • k.

    houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

  • l.

    kindercentrum: kindercentrum een voorziening waar kinderopvang van een kind woonachtig in Haarlem plaatsvindt, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet en dat is opgenomen in het landelijk register kinderopvang;

  • m.

    kinderopvang: de opvang van kinderen in de zin van de wet;

  • n.

    kinderopvangtoeslag: de toeslag vanuit het Rijk die ouders kunnen aanvragen bij de belastingdienst, als een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang;

  • o.

    kinderopvangtoeslagtabel: de inkomensafhankelijke tabel van de Belastingdienst die de hoogte van de kinderopvangtoeslag bepaalt op basis van de hoogte van het (gezamenlijke) toetsingsinkomen.

  • p.

    landelijk register kinderopvang: het landelijk register, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • q.

    ouder: ouder in de zin van de wet

  • r.

    ouderbetrokkenheid: activiteiten van ouders gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van het kind;

  • s.

    ouderbijdrage: Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage voor de uren die zij afnemen voor peuteropvang;

  • t.

    peuterplek: plek van voor een peuter van 2 tot 4 jaar in een kindercentrum;

  • u.

    VVE-koppel: samenwerkende school en peuteropvang op het gebied van de voorschoolse educatie;

  • v.

    toezichthouder: de toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de wet;

  • w.

    erkend VVE-programma: VVE programma opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut;

  • x.

    inkomensverklaring: (voorheen IB60-verklaring) een officiële verklaring van de Belastingdienst met de inkomensgegevens (geregistreerd inkomen) van de ouder over een bepaald belastingjaar;

  • y.

    wijzer Samenwerken: protocol met (samenwerkings)afspraken voor professionals die werken met kinderen van 0 tot 4 jaar vragen of zorgen hebben over de opvoeding, ontwikkeling of gedrag van een kind, opgesteld door het Centrum voor Jeugd en Gezin;

  • z.

    VVE-toeleidingsmonitor: digitaal registratiesysteem van indicering van een VVE-kind door de JGZ tot plaatsing op VVE-voorziening bij een VVE-aanbieder.

Artikel 2 Doel

Deze subsidieregeling is van toepassing op subsidies voor het uitvoeren van VVE-peuteropvang in Haarlem. Het doel van deze subsidieregeling is het faciliteren van deelname van alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar aan peuteropvang met voorschoolse educatie, door het subsidiëren van het gebruik van een kwalitatief hoogwaardig aanbod.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het aanbieden van VVE-peuteropvang aan kinderen zonder VVE-indicatie:

    • a.

      gedurende 40 weken per jaar, waarin per week maximaal 7 uur verdeeld over 2 dagdelen wordt aangeboden (maximaal 280 uur per jaar);

    • b.

      aan elke Haarlemse peuter die door ouders wordt aangemeld;

  • 2. Het aanbieden van VVE-peuteropvang aan kinderen met een VVE-indicatie:

    • a.

      gedurende 40 weken per jaar, waarin per week minimaal 10 en maximaal 10,5 uur verdeeld over minimaal 3 en maximaal 4 dagdelen wordt aangeboden (minimaal 400 of maximaal 420 uur per jaar);

    • b.

      aan elke Haarlemse peuter een VVE-indicatie die door ouders wordt aangemeld;

  • 3. Het aanbieden van VVE-peuteropvang op een VVE-locatie.

Artikel 4 Subsidiecriteria

De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet aan de volgende criteria:

  • 1.

    Er mag bij de gemeente Haarlem geen voornemen bestaan om handhavend op te treden dan wel een handhavingsbesluit te zijn genomen naar aanleiding van een constatering van een overtreding door de toezichthouder;

  • 2.

    Voorschriften gesteld bij of krachtens het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • 3.

    Staat als VVE-gecertificeerd in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • 4.

    Inzet van een erkend VVE-programma van de NJi database.

  • 5.

    Alle aanvullende Haarlemse eisen en afspraken, zoals verwoord Subsidie- en Kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse Educatie in Haarlem 2019, genoemd in hoofdstuk 1.3, 1.5, 3.1a, 3.3, 3.4, 5.1, 5.3, 5.4, 6.2 en 6.4.

Artikel 5 Verplichtingen

De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet bij de uitvoering aan de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet bij de uitvoering aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      alle voorschriften voor de basiskwaliteit van kindercentra, gesteld bij of krachtens de wet;

    • b.

      voorschriften gesteld bij of krachtens het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

    • c.

      het aanbieden van VVE-peuteropvang in een eigen groep, niet gemengd met de reguliere kinderopvang;

    • d.

      overdracht naar de basisschool met gebruik van het overdrachtsformulier ‘de Kleine Eigenwijzer’;

    • e.

      samenwerkingsafspraken met basisscholen.

      • i.

        per jaar wordt tenminste één bijeenkomst georganiseerd op coördinatie-niveau, met als doel de samenwerkingsafspraken te evalueren. Deze samenwerkingsafspraken hebben tenminste betrekking op de doorgaande leerlijn (begeleiding en zorg) en de (warme) overdracht.

      • ii.

        de locatiemanager van de voorschoolse voorziening is verantwoordelijk voor de planning en de uitvoering van deze bijeenkomst.

    • f.

      alle VVE-voorschoolse voorzieningen en basisscholen hebben een instrument/kindvolgsysteem waarmee ze de brede ontwikkeling van peuters kunnen volgen. Dit kindvolgsysteem voldoet aan de eisen die hieraan worden gesteld door de Inspectie van het Onderwijs;

    • g.

      bij kinderen waarbij sprake is van zorg over de ontwikkeling of het gedrag wordt gewerkt volgens de Wijzer Samenwerken;

  • 2.

    De aanvrager van subsidie voor voorschoolse educatie voldoet aanvullend aan de voorwaarden onder lid 1 aan de volgende voorwaarden bij de uitvoering:

    • a.

      werken met de Haarlemse VVE-toeleidingsmonitor voor VVE-geïndiceerde peuters;

    • b.

      samenwerken in een VVE-koppel met een basisschool:

      • i.

        Bij het vormen van een VVE-koppel is de school leidend. Dat wil zeggen dat de school een VVE-basisschool is en dat er zichtbare inspanning is om samen te werken met de voorschoolse voorziening op het gebied van de doorgaande lijn in begeleiding en zorg, overdracht en ouderbetrokkenheid. De gemeente kan, bijvoorbeeld bij ontstane wachtlijsten, bepalen dat een koppel in oprichting alvast van start kan gaan mits aan alle kwaliteitseisen wordt voldaan.

      • ii.

        Er kan een VVE-koppel gevormd worden met een inpandige voorschoolse voorziening of met een locatie meer op afstand. Bij een locatie meer op afstand moet de voorschoolse voorziening een substantieel deel van de VVE-doelgroep kinderen aanleveren. Dit wordt door de gemeente beoordeeld bij de aanvraag.

      • iii.

        Een school kan met meerdere voorschoolse voorzieningen een koppel vormen.

      • iv.

        De schooldirectie en het management van de voorschoolse voorziening(en) besluiten in overleg met welke (erkende) VVE-methode gewerkt gaat worden.

    • c.

      aanvullende samenwerkingsafspraken met basisscholen

      • i.

        Er is zichtbaar sprake van overleg en afstemming tussen de VVE voorschoolse voorziening en de basisschool met betrekking tot aanbod en aanpak;

      • ii.

        per jaar wordt tenminste één bijeenkomst georganiseerd op coördinatie-niveau, met als doel de samenwerkingsafspraken te evalueren. Deze samenwerkingsafspraken hebben tenminste betrekking op de doorgaande leerlijn (begeleiding en zorg) en de (warme) overdracht;

      • iii.

        de locatiemanager van de voorschoolse voorziening is verantwoordelijk voor de planning en de uitvoering van deze bijeenkomst;

      • iv.

        een school kan met meerdere voorschoolse voorzieningen een koppel vormen;

      • v.

        alle VVE-doelgroepkinderen worden warm overgedragen aan de school.

Hoofdstuk 2 Hoogte subsidiebedrag en ouderbijdrage

Artikel 6 Doelgroep

  • 1. Voor deze subsidieregeling worden de volgende doelgroepen gehanteerd:

    • a.

      peuters zonder VVE indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan en waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • b.

      peuters zonder VVE indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan en waarvan de ouders een HaarlemPas hebben;

    • c.

      peuters met VVE-indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan, waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • d.

      peuters met VVE-indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • e.

      peuters met VVE-indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan waarvan de ouders een HaarlemPas hebben;

  • 2. De doelgroepen zoals benoemd onder artikel 6 sub 1 ontvangen niet zelf de subsidie, de subsidie wordt uitgekeerd aan de houder die zij hebben uitgekozen voor hun kind.

Artikel 7 Hoogte subsidiebedrag naar peuterplek

  • 1. Het college subsidieert de VVE-peuteropvang tot een maximum van € 11,16, met aftrek van de geldende ouderbijdrage.

  • 2. Het college subsidieert per uur per bezette peuterplek. Voor de in artikel 6 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen voor de houder:

    • a.

      voor de in artikel 6 lid 1 sub a genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 7 uren per week * maximaal €8,02 per uur * 40 weken minus de geldende ouderbijdrage;

    • b.

      Voor de in artikel 6 lid 1 sub b genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 7 uren per week * €8,02 * 40 weken per jaar;

    • c.

      voor de in artikel 6 lid 1 sub c genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 7 uren per week * €11,16 * 40 weken minus de geldende ouderbijdrage plus minimaal 3 en maximaal 3,5 uren per week * € 11,16 * 40 weken per jaar;

    • d.

      Voor de in artikel 6 lid 1 sub d genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 7 uren per week * €3,14 * 40 weken plus minimaal 3 en maximaal 5 uren per week * €11,16 * 40 weken per jaar;

    • e.

      Voor de in artikel 6 lid 1 sub e genoemde doelgroep bedraagt de subsidie minimaal 10 en maximaal 10,5 uren per week * €11,16 * 40 weken per jaar.

  • 3. Het uurtarief genoemd in lid 1 en het aantal uren per week genoemd in lid 2 kan jaarlijks opnieuw worden bijgesteld door het college.

Artikel 8 Hoogte subsidie per locatie

  • 1. Het college subsidieert de VVE-Peuteropvang per locatie met een bedrag van € 10.000 per jaar om aan de verhoogde (Haarlemse) kwaliteitseisen van VVE te kunnen voldoen.

Artikel 9 Ouderbijdrage

  • 1. Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage voor de VVE-peuteropvang:

    • a.

      Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en zonder VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 7 uren per week een inkomensafhankelijke bijdrage tot het fiscaal maximum plus het verschil tussen het fiscaal maximum en de kostprijs van de houder;

    • b.

      Ouders met een HaarlemPas waarvan het kind geen VVE-indicatie heeft betalen geen bijdrage voor VVE-peuteropvang.

    • c.

      Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en met een kind met een VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 7 uren per week een inkomensafhankelijke bijdrage. Voor overige uren voorschoolse educatie, tot totaal maximaal minimaal 10 en maximaal 10,5 per week, wordt in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage in rekening gebracht;

    • d.

      Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en met een kind met een VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 7 uren per week het fiscaal maximum aan de aanbieder. De overige uren voorschoolse educatie, tot totaal minimaal 10 en maximaal 10,5 uur per week zijn gratis;

    • e.

      Ouders met een HaarlemPas waarvan het kind een VVE-indicatie heeft betalen geen bijdrage voor VVE-peuteropvang;

    • f.

      Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en zonder VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 7 uren per week het fiscaal maximum plus het verschil tussen het fiscaal maximum en de kostprijs van de houder.

  • 2. De gemeente levert een ouderbijdragetabel aan aan de aanbieders met daarin de inkomensstaffels voor de inkomensafhankelijke ouderbijdrage. De inkomen wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen over het voorgaande kalenderjaar. Dit inkomen wordt bepaald aan de hand van de door ouders te overleggen Inkomensverklaring.

Hoofdstuk 3 Procedure voor het indienen van aanvraag en beslistermijn

Artikel 10 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een houder die een kindercentrum heeft gevestigd in Haarlem, waar een kind woonachtig in Haarlem gebruik van maakt.

Artikel 11 Aanvraag voorschoolse voorzieningen

  • 1. Houders kunnen een aanvraag voor subsidie voor VVE peuteropvang indienen middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Aanvragen kunnen tot en met 1 oktober 2019 ingediend worden.

  • 3. Bij deze aanvraag voegen zij voor VVE-peuteropvang het format inhoudelijk jaarplan toe. In dit inhoudelijk jaarplan wordt beschreven hoe in het subsidie(aanvraag)jaar wordt gewerkt/gewerkt gaat worden aan de subsidiedoelen.

  • 4. In de aanvraag geeft de houder het verwachte aantal peuters aan.

Artikel 12 Weigerings- en intrekkingsgronden

In aanvulling op artikel 8 van de ASV 2013 en artikel 4:48 Awb kan het college weigeren subsidie te verlenen dan wel te besluiten om de subsidie in te trekken, indien de aanvrager niet voldoet aan de eisen van deze regeling, in het bijzonder aan de voorwaarden genoemd in artikel 4.

Hoofdstuk 4 Verantwoording en vaststelling subsidie

Artikel 13 Verantwoording peuteropvang

  • 1. Door middel van een door het college vastgesteld format verantwoordt de subsidieontvanger jaarlijks het gebruik van de peuteropvang en de ouderbijdrage.

  • 2. Daarnaast is voor VVE-peuteropvang een evaluatie van het inhoudelijk jaarplan onderdeel van de verantwoording. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van hetzelfde format;

  • 3. De aanvrager levert na afloop van ieder kwartaal binnen twee weken door middel van een door het college vastgesteld format een korte tussentijdse verantwoording van het aantal peuters dat gebruik heeft gemaakt van de VVE-peuteropvang en de werkelijk ontvangen ouderbijdrage door middel van een door het college vastgesteld format;

  • 4. De aanvrager levert uiterlijk 15 juni een beknopte inhoudelijke tussentijdse verantwoording door middel van een door het college vastgesteld format.

Artikel 14 Vaststelling van de subsidiebedrag

Het definitieve subsidiebedrag wordt na afloop van de subsidieperiode, op basis van de gegevens uit de verantwoording van de subsidieaanvrager, door het college vastgesteld. Deze vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplekken, het werkelijk gehanteerde tarief en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen en kan een terugvordering tot gevolg hebben als houder minder bezette peuterplekken heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd. Het aantal uur waarvoor subsidie wordt toegekend is gemaximeerd op de aantallen genoemd in artikel 7.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling wordt na vaststelling door het college bekendgemaakt via de Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling Subsidies VVE Peuteropvang gemeente Haarlem 2019.