Regeling vervallen per 07-07-2020

Verordening op het burgerinitiatief Haarlemmermeer.

Geldend van 12-03-2010 t/m 06-07-2020

Intitulé

Verordening op het burgerinitiatief Haarlemmermeer.

De raad van de gemeente Haarlemmermeer,

gehoord de raad in vergadering bijeen d.d. 29.05.2008, 26.06.2008 en 18 februari 2010,

gelet op de artikelen 108, 147 en 149 van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op het burgerinitiatief Haarlemmermeer.

Artikel 1 De definities van begrippen in deze verordening

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp of een voorstel op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen;

  • b.

    raad: de gemeenteraad van Haarlemmermeer;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer;

  • d.

    gemeentelijke aangelegenheid: een onderwerp of activiteit waarbij de gemeente zelf volledig bevoegdis te handelen;

  • e.

    gemeente: gemeente Haarlemmermeer;

  • f.

    Presidium: agendacommissie van de gemeenteraad

  • g.

    ingezetenen: personen ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Haarlemmermeer;

  • h.

    ondertekening: handtekening.

Artikel 2 Wie een burgerinitiatief kunnen indienen

Ingezetenen van 18 jaar en ouder kunnen een burgerinitiatief indienen.

Artikel 3 Criteria aan een burgerinitiatief

Een burgerinitiatief dient:

  • a.

    De bevoegdheid van de raad te betreffen: regeling en bestuur van de gemeentelijke huishouding;

  • b.

    niet op grond van een wijkbudget, gebiedsgericht werken of andere gemeentelijke voorziening gerealiseerd te kunnen worden.

Artikel 4 Onderwerpen waarover geen burgerinitiatief kan worden ingediend

Een burgerinitiatief kan niet worden ingediend over de volgende onderwerpen:

  • a.

    de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waarover de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • b.

    gemeentelijke procedures;

  • c.

    de gemeentelijke organisatie;

  • d.

    vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting en begrotingen van de gemeentelijkeorganisatie;

  • e.

    gemeentelijke belastingen en tarieven;

  • f.

    geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

  • g.

    onderwerpen waarover de raad korter dan twee jaar voor de indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen;

  • h.

    handelingen en gedragingen van collegeleden, raadsleden of ambtenaren waartegen eenklacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht of een door degemeenteraad of het college vastgestelde klachtenregeling;

  • i.

    benoemingen van personen en functioneren van personen;

    onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeftopengestaan.

Artikel 5 De te gebruiken formulieren

  • 1. Voor het indienen van een burgerinitiatief wordt het format voor een raadsvoorstel gebruikt.

  • 2. Het format is op de gemeentelijke website te downloaden.

  • 3. Naam, adres, geboortedatum en handtekeningen van de ondersteuners worden digitaal verzameld met behulp van een door de griffie aan te wijzen en daartoe ingestelde website.

Artikel 6 Aantal handtekeningen ter ondersteuning van het Burgerinitiatief

  • 1. Het burgerinitiatief dient te worden ondersteund door tenminste 400 ingezetenen van 18 jaar en ouder.

  • 2. De ondersteuning als bedoeld in lid1van dit artikel blijkt uit ondertekening door deondersteuner zoals in artikel 5 lid 3 is bepaald.

  • 3. Een ondertekening is pas geldig als naast de handtekening tevens de naam, het adres en de geboortedatum van de ondersteuner worden vermeld.

Artikel 7 Inhoudelijke vereisten aan het burgerinitiatief

  • 1.

    • Het burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2. Het burgerinitiatief betreft een:

      • a.

        voorstel aan de raad voor een door de raad te nemen besluit, voorzien van een motivering, of

      • b.

        onderwerp en de richting waarin initiatiefnemers zich daarbij een bepaalde ontwikkeling wensen.

  • 3. Indien uit het realiseren van het burgerinitiatief kosten voortvloeien wordt daarvan een globale raming gegeven naar het inzicht van de initiatiefnemers.

  • 4. Het burgerinitiatief vermeldt de naam, het adres en de geboortedatum van tenminste één en ten hoogste drie personen die als vertegenwoordigers van het burgerinitiatief optreden.

Artikel 8 Ondersteuning en begeleiding van initiatiefnemers door de griffie

De griffie is het aanspreekpunt voor initiatiefnemers. De griffie informeert initiatiefnemers over de procedure en biedt actief ondersteuning en begeleiding bij het burgerinitiatief aan.

Artikel 9 Toetsing en agendering van het ingediende burgerinitiatief

  • 1.

    De voorzitter van de raad zendt het ontvangen burgerinitiatief onverwijld aan het Presidium.

  • 2.

    Het Presidium agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering waarvoor de stukken nog dienen uit te gaan.

  • 3.

    Het Presidium toetst het burgerinitiatief aan de eisen zoals gesteld in deze verordening.

  • 4.

    Indien een burgerinitiatief voldoet aan de eisen zoals gesteld in deze verordening wordt het burgerinitiatief door het Presidium geagendeerd voor:

    • a.

      een informatieve sessie indien indieners en of Presidium de presentatie van het burgerinitiatief wensen;

    • b.

      een raadsdebat om het initiatiefvoorstel inhoudelijk te behandelen.

  • 5.

    De griffier stelt de initiatiefnemers onverwijld op de hoogte van de uitkomst van de toetsing en de data en wijze van agendering van het burgerinitiatief die het Presidium aan de raad voorstelt.

  • 6.

    Indien uit de toetsing zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel blijkt dat het voorstel nog niet voldoet aan de eisen uit deze verordening stelt de voorzitter van de raad de indieners gedurende eentermijn van ten hoogste vier weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken teherstellen.

  • 7.

    De voorzitter van de raad doet van een besluit als bedoeld in het vorige lid schriftelijk mededeling aan de vertegenwoordigers en aan de raad.

Artikel 10 Presentatie van het burgerinitiatief aan de raad

  • 1.

    De voorzitter van de raad nodigt een of meer vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 7,vierde lid, uit het burgerinitiatief toe te lichten voorafgaand aan deraadsvergadering waarin de beraadslaging over het initiatief plaatsvindt en eventuelevragen uit de raad te beantwoorden.

  • 2.

    De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer(s) zoals bedoeld in artikel 7, vierde liduit om deel te nemen aan de beraadslaging in de raad over het burgerinitiatief.

Artikel 11 Beoordeling van en beraadslaging over het burgerinitiatief door de raad

  • 1.

    De raad beslist in zijn vergadering door vaststelling van de agenda voor de volgende raadsvergadering over de behandeling van het burgerinitiatief op voorstel van het Presidium overeenkomstig artikel 9 lid 4.

  • 2.

    De beraadslagingen over het burgerinitiatief kunnen de volgende uitkomst hebben:

    • a.

      vervolgbespreking in een raadsdebat van een volgende raadsvergadering;

    • b.

      vervolgbespreking in een sessie van een volgend raadsplein;

    • c.

      de raad kan een burgerinitiatief om advies voorleggen aan het college.De raad stelt hierbij een termijn vast waarbinnen dit advies moet zijn uitgebracht;

    • d.

      de raad kan besluiten om over een burgerinitiatief het advies in te winnen van eenderde deskundige;

    • e.

      de raad kan het Presidium om advies vragen voor een andere soortvervolgbehandeling dan ondera tot en met d van dit lid is opgesomd.

  • 3.

    Beraadslaging en besluitvorming over een burgerinitiatief vinden plaats binnen twaalfweken nadat de raad heeft besloten om het burgerinitiatief in behandeling te nemen.

  • 4.

    Indien een burgerinitiatief wordt ingediend gedurende het zomerreces van de raad worden determijnen genoemd in het derde lid van dit artikel en van artikel 9 lid 6 met twaalf weken verlengd.

Artikel 12 Bericht aan de initiatiefnemer over de uitkomst van de besluitvorming

  • 1.

    De raad stelt de vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 7, vierde lid binnen 5 werkdagen na afloopvan de raadsvergadering waarin besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden schriftelijk in kennis van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief geeft hij de redenen daarvoor aan.

  • 2.

    Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt hetcollege de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld inhet eerste lid van dit artikel mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart en bij welke medewerker van de gemeente Haarlemmermeer de vertegenwoordigers nadere inlichtingen kunnen inwinnen.

.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie.

Artikel 14

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Burgerinitiatief Haarlemmermeer.