Verordening Wet Inburgering gemeente Halderberge 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening Wet Inburgering gemeente Halderberge 2013

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Halderberge;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012;

gelet op artikel 19.1 van de gewijzigde Wet inburgering 2013;

B E S L U I T :

de Verordening Wet inburgering Gemeente Halderberge 2013 vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving worden verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge.

    • b.

      de wet: de Wet inburgering

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

  • 1.

    De vreemdeling, die op grond van de Wet inburgering 2013 inburgeringsplichtig wordt, zal bij de verlening van de verblijfsvergunning, na 1 januari 2013, worden geïnformeerd over de inburgeringsplicht, de termijn waarbinnen aan deze plicht moet worden voldaan, de mogelijkheden om aan deze plicht te voldoen waaronder de sociale leenfaciliteit en de consequenties wanneer niet aan de plicht wordt voldaan door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

  • 2.

    Het college draagt zorg voor dat de inburgeringsplichtigen die onder het overgangsrecht vallen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

  • 1. Het college biedt aan de navolgende groepen een inburgeringsvoorziening aan:

    • a.

      Nieuwkomers die voor 1 januari 2013 inburgeringsplichtig zijn geworden en een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hebben;

    • b.

      Nieuwkomers die voor 1 januari 2013 inburgeringsplichtig zijn geworden en geestelijk bedienaar zijn.

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening

  • 1. Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

  • 3. Een inburgeringsvoorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, aanvullende faciliteiten gericht op het halen van het inburgeringsexamen bevatten.

  • 4. Voor de inburgeringsplichtige houder van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd maakt maatschappelijke begeleiding onderdeel uit van de inburgeringsvoorziening.

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 12 termijnen betaald.

  • 2. Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    Het deelnemen aan de aangeboden inburgeringscursus;

  • b.

    Het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • c.

    Het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    Voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

  • e.

    Het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

  • f.

    Overige verplichtingen die het bereiken van het doel van de inburgeringscursus kunnen ondersteunen.

Hoofdstuk 3 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1. Het college doet het aanbod krachtens deze verordening schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringsvoorziening worden verbonden.

  • 3. De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 4 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 4 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de inburgeringsvoorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen behaald moet zijn;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling eigen bijdrage;

  • e.

    de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht aanvangt.

Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 170,00 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

  • 2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,00 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 350,00 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 250,00 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, bedraagt ten hoogste € 350,00 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbare aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,00 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 4. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1.000,00 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 11 Afstemmen van de boete

De boete als bedoeld in artikel 9 en 10 van deze verordening wordt afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Hierbij wordt rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd.

Artikel 12 anti cumulatie

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 37 van de wet wordt geen bestuurlijke boete opgelegd indien voor dezelfde gedraging de bijstand kan worden verlaagd op grond van artikel 18 tweede lid, van de Wet werk en bijstand, dan wel indien voor dezelfde gedraging een boete of maatregel kan of moet worden opgelegd op grond van een van de bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 19, vierde lid, van de wet aan te wijzen sociale zekerheidswet of sociale zekerheidsregeling.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 2. Op dezelfde datum vervalt de Verordening Wet inburgering Halderberge 2011, zoals vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 24 februari 2011.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering Halderberge 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad
van de gemeente Halderberge d.d. 13 december 2012,
de griffier, de voorzitter,
A.Koenen G.A.A.J. Janssen