Delegatie aan het college van de bevoegdheid tot het instellen van rechtstreeks beroep

Geldend van 18-06-2005 t/m heden

Intitulé

Delegatie aan het college van de bevoegdheid tot het instellen van rechtstreeks beroep

De raad van de gemeente Halderberge;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 maart 2005;

 

gelet op de artikelen 4:81 en 10.13 Algemene wet bestuursrecht en artikel 156 Gemeentewet;

  

B E S L U I T :

 

  • 1.

    tot het vaststellen van de beleidsregel dat aan een, in het kader van een verzoek ingevolge artikel 7:1a, eerste lid, in samenhang met artikel 7:1a, derde lid, Algemene wet bestuursrecht, verzochte instemming met het instellen van rechtstreeks beroep in de volgende twee gevallen in ieder geval medewerking wordt verleend:

    • -

      alle betrokkenen hebben hun argumenten reeds bij de voorbereiding van het besluit zo uitputtend gewisseld dat bij voorbaat vast staat dat een bezwaarschriftprocedure geen toegevoegde waarde zal hebben;

    • -

      wanneer er geen verschil van mening over de feiten bestaat maar het uitsluitend handelt over een verschil van mening over een rechtsvraag en partijen daarvoor een rechterlijke beslissing nodig hebben om hun geschil te beëindigen;

  • 2.

    de bevoegdheid tot het beoordelen van een dergelijk verzoek en tot het verlenen van de gevraagde instemming te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders;

  • 3.

    te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de derde dag na bekendmaking ervan.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad
van de gemeente Halderberge d.d. 19 mei 2005,
de griffier, mr. M.P. van Dort
de voorzitter, A.F.W. Osterloh